Bij de aanvang van het kadaster, anno 1832, werd perceel sectie D-625 geregistreerd op legger 119c ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse. Het huis was in erfpacht van wever Jan Heerspink te Gramsbergen.
Legger 119c/1: Sectie D-625. In 1841 over op:
Legger 654/1: Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: wever Jan Heerspink. In 1841 over op:
Legger 670/1: Eigendom van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: linnenwever Jan Koenderink en mede-eigenares te Gramsbergen. In 1851 naamsverandering. Over op:
Legger 880/1: Eigendom van rentenierster Theodora Jacoba Rochussen, weduwe van Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: linnenwever Jan Koenderink en mede-eigenares te Gramsbergen.
Notaris Swam verleed op 20 januari 1866 een transportakte op verzoek van Zwaantje Heerspink, weduwe van Jan Koenderink. Zij verklaarde haar woonhuis, met grond en wheere, sectie D-625, voor 350 gulden te hebben verkocht en over te dragen aan haar dochter Margaretha Koenderink en haar echtgenoot landbouwer Berend Jan Schoe. Het perceel was bezwaard met een jaarlijks opstalrecht aan de fam. Löhnis te Rotterdam van drie gulden en drie dagen ‘dienst’ (of anderhalve gulden) (aktenr. 2994)
Legger 1544/1: Eigendom van gemeenteraadslid Herman Theodoor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: Margaretha Koenderink, weduwe van Berend Jan Schoe. In 1869 over op:
Legger 1685/1: Eigendom van Jeanne Josine Antoinette ‘s-Jacob, weduwe van Herman Theodoor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: Margaretha Koenderink, weduwe van landbouwer Berend Jan Schoe. Margaretha hertrouwde op 12 september 1867 te Gramsbergen met Johannes van der Hulst.
Op 8 mei 1885 verleed notaris Hilbrand van Barneveld een hypotheekakte op verzoek van schoenmaker Johannes van der Hulst en echtgenote Margaretha Koenderink. Zij verklaarden 500 gulden te hebben geleend van en schuldig te zijn aan Lubbigje Hilbrink, weduwe van Evert Meilink te Ane. Als onderpand voor de lening stelden ze hun twee huizen en erven met tuinen te Gramsbergen, in sectie D-625, D-626, D-623 en D-1935 (aktenr. 2719).
In 1906 verbouw en vereniging van percelen. Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de Havezathe Gramsbergen en aanhorigheden. Over op:
Legger 1685/3: Nieuwe sectie D-2433. Huis en erf. In 1920 successie. Over op:
Legger 4089/1: Sectie D-2433. Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de Havezathe Gramsbergen en aanhorigheden. Erfpachter: landbouwer Hendrikus van der Veen. In 1943 verkoop. Over op:
Legger 3659/15: Sectie D-2433. Huis en erf. Eigendom van landbouwer Hendrikus van der Veen te Voorstraat 9. In 1952 stichting, vernieuwing en verandering. Over op:
Legger 3659/16: Sectie D-2433. Huis, schuren en erf. In 1957 afstand en boedelscheiding. Over op:
Legger 5617/1: Nieuwe sectie D-3610. Huis, schuren en erf aan de Voorstraat. Eigendom van timmerman Johannes Martinus van der Veen. In 1958 successie. Over op:
Legger 5616/14: Eigendom van Johannes Martinus van der Veen en echtgenote Johanna Asselina Schutte. In 1970 hermeting enz. Over op:
Legger 5616/18: Sectie D-3610. Huis, tuin en schuur aan de Voorstraat 9. In 1983 verkoop. Over op:
Legger 6948/3: Eigendom van administrateur W. Tromp.