Bij de aanvang van het kadaster (anno 1832) werd dit perceel geregistreerd op legger 48b als sectie A-162 ten name van de hervormde gemeente te Hardenberg.

Fragment van kadastraal minuutplan anno 1832 (sectie A-162).

Legger 48b/3: Sectie A-162. Kerk. Eigendom van de hervormde gemeente te Hardenberg. Bij nadere overschrijving, over op:
Legger 212/3: Afbraak en herbouw. Over op:

In de ochtend van zondag 14 maart 1847 werd de laatste godsdienstoefening gehouden in het oude kerkgebouw van Hardenberg. Dominee Bosch hield die dag zijn preek over de broosheid en de vergankelijkheid van het aardse leven en de onvergankelijkheid en de eeuwigdurendheid van het Woord van God. De kerk was bouwvallig en de sloop was aanstaande.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 18 september 1846.

De oude kerk aan de Voorstraat, die nog uit de middeleeuwen stamde en gewijd was aan de heilige Stephanus, kampte aan het begin van de negentiende eeuw al met groot achterstallig onderhoud. Restauratie kostte teveel en daarom werd besloten tot nieuwbouw. In mei 1847 werd de oude kerk gesloopt, waarna de nieuwbouw kon beginnen naar een ontwerp van architect Baarslag uit Dalfsen. Van de oude kerk zijn gelukkig tekeningen bewaard gebleven, met name uit het begin van de achttiende eeuw.

Deze oude tekening van de kerk wordt bewaard in het Stedelijk Museum te Zwolle. Het gebouw is schuin van voren getekend met pen en penseel in inkt op papier, 49.9 x 16,5 cm. De tekening is niet gesigneerd, maar wordt toegeschreven aan Jacobus Stellingwerf en gedateerd in 1725. De verwering van het papier illustreert de kwetsbaarheid van de tekening. Het lijkt alsof de lijnen van de gebouwen deze kwetsbaarheid onderstrepen met een zekere broosheid en zachtheid. We zien een oude, verweerde kerk met duidelijk romaanse kenmerken waarbij de toren bekroond wordt met een zadeldak. We weten dat de huidige toren van de Stephanuskerk rust op de oude fundamenten van zijn voorganger. We zien de kerk dus van Voorstraatzijde, waarbij we de tekenaar moeten denken aan de overkant van de Voorstraat. In werkelijkheid moet hij daarbij minder ruimte hebben gehad dan de tekening suggereert.
Deze tekening van de Stephanuskerk bevindt zich in de collectie van het R.K.D. in Den Haag. Helaas is de maker ervan onbekend. Deze is van enkele personen voorzien en heeft iets kleur gekregen. Deze tekening is gedateerd 1726.

In de Overijsselsche Courant van 1 juni 1847 schreef men:
Eenige inwoners der stad Hardenbergh hebben zich bij request aan Heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie gewend, ten einde te bewerken dat de nu afgebroken kerk niet weder op dezelfde plaats worde gebouwd. ’t Is te wenschen dat hun verzoek worde ingewilligd. Er is in de onmiddellijke nabijheid der stad terrein genoeg, geschikt om er eene kerk op te zetten, en ’t plaatsje zou er aan de straat eene ruimte door winnen, die men er voor een marktplein zoo nodig heeft. Ook zoude het zeer nuttig en voordeelig voor den Hardenbergh zijn, als men den weg naar den Belt begrindde, waardoor het puin der afgebroken kerk zoo juist te pas kwam. Het bestuur der stad wil hiertoe gaarne medewerken, indien het geld daartoe kan worden gevonden.

Een maand later rapporteerde dezelfde krant dat het verzoek van de inwoners niet was ingewilligd. De nieuwe kerk werd gewoon op de plaats van de oude gebouwd. Bij de aanbesteding van de afbraak en nieuwbouw was het werk aangenomen door meester timmerman B.H. Trooster uit Zwolle, voor de som van bijna 15.000 gulden.

Op 22 juni 1847 werd ‘de eerste steen’ gelegd van de nieuwe hervormde kerk. Dominee Lubbertus Bosch verrichtte de officiële handeling, op verzoek van het college van kerkvoogden. Het college bestond op dat moment uit Christiaan Lampe (president-kerkvoogd), Jan Santman Dzn (secretaris-kerkvoogd), Jan Hendrik Zweers (ouderling en kerkvoogd) en Lubbert Ymhof (ouderling en kerkvoogd). De heer Bosch was al vanaf 1816 predikant in Hardenberg.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 12 november 1847.

Op 30 januari 1848 kon het nieuwe gebedshuis al in gebruik genomen worden.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1866 (sectie A-1294).

Legger 212/7: Nieuwe sectie A-1294. Kerk en erf. Huisnr. A-122.

Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1880 (sectie A-1294).
Dedemsvaartsche courant, 12 april 1890.

In 1890 werd de bestaande torenkap afgebroken en vervangen door een nieuwe spits, naar een ontwerp van bouwkundige J. Vis.

Carte-de-visite van bouwmeester Jan Vis (geb. 1853 Enkhuizen).
Dedemsvaartsche courant, 26 april 1890.
Interieur van de Stephanuskerk aan ’t begin van de 20e eeuw (Fotograaf: B.J. Breukelman, Hardenberg).
De hervormde kerk, met de hoofdingang aan de Voorstraat, anno 1928.

In 1932 bijbouw. Het Salland’s Volksblad van 17 juni 1932 meldde:
Hardenberg. Naar we vernemen zal het gerestaureerde en vergroote kerkgebouw der Ned. Herv. gemeente op zondag 19 dezer des namiddags om 3 uur plegtig in gebruik genomen worden.

Kadastrale hulpkaart, anno 1932 (sectie A-2662).
Fragment van kadastrale minuutkaart, anno 1932 (sectie A-2662).

Legger 212/40: Nieuwe sectie A-2662. Kerk en erf.

De krant ‘de Veenstreek’ van 23 oktober 1953 schreef: De klokken luiden weer!’ In die uitgave berichtte de krant dat de klokken van de Stephanuskerk voor het eerst weer elektrisch konden worden geluid. Tijdens de oorlog was de installatie stuk gemaakt op last van de Duitsers. De kerkklokken waren uit de toren gehaald. Ze zouden worden omgesmolten om te dienen als grondstof voor oorlogstuig. Gelukkig zijn die plannen niet uitgevoerd. Na de oorlog werden de klokken teruggevonden, waarna ze werden teruggeplaatst in de toren waar ze al vele eeuwen dienst hadden gedaan. In een afzonderlijke bijdrage op onze website blikken we terug op de geschiedenis van ‘onze’ zestiende-eeuwse bronzen kerkklokken.

Het Noord-Oosten van 27 september 1963 schreef:
Rustiger, sfeervoller en intiemer, noemde ds. Loor uit Heemse de vernieuwde hervormde kerk van Hardenberg, toen hij als afgevaardigde van de classis Zwolle en de ring Hardenberg zijn gelukwensen aanbood. Daarmee is heel kernachtig naar voren gebracht wat hier is tot stand gekomen. De oude hervormde kerk zag er rommelig uit. Nu is dat interieur herschapen tot een smaakvol geheel. Het machtige, fraaie orgel is onveranderd op dezelfde plaats gebleven en men heeft de mooie nieuwe kansel in de gegeven omstandigheden wel de beste plaats gegeven, die hier te vinden was: onder dit orgel. De ene galerij moest nu wel verdwijnen, maar het geheel van het kerkinterieur is er buitengewoon veel door verbeterd. De fraaie blanke banken zitten heel gemakkelijk en al is het aantal zitplaatsen door deze restauratie dan iets verminderd, het kerkinterieur zelve is kostelijk verbeterd. Wanneer de groei van Hardenberg’s bevolking blijft aanhouden, dan zal men in de toekomst toch niet ontkomen aan de noodzakelijke bouw van nieuwe kerken in de grote wooncentra’s. Het kerkinterieur wordt electrisch verwarmd en wanneer in bepaalde omstandigheden ruimte tekort dreigt, dan kan men de uitschuifbare zittingen van de banken nog benutten.

Die uitschuifbare zittingen moesten tijdens de openingsavond direct al even in gebruik worden genomen. De kerk was tjokvol. Kerkeraden van verschillende kerken uit de omgeving toonden met hun predikanten hun meeleven, terwijl het gemeentebestuur was vertegenwoordigd door burgemeester De Goede, gemeentesecretaris Jonker en de wethouders Valkman en Meierink. De heer Z. Middendorp sprak een kort openingswoord als president-kerkvoogd. Hij vertelde nog hoe dringend nodig de vernieuwing van dit kerkgebouw wel was. Het werd in 1849 zo gebouwd en vroeg dringend om vernieuwing en verbetering. Dankzij de grote offervaardigheid konden deze plannen worden verwezenlijkt, waarbij de algemene medewerking, ook van het gemeentebestuur, met waardering genoemd kon worden. Spreker droeg formeel het gerestaureerde kerkgebouw over aan ds. Ybema als voorzitter van de kerkeraad. Namens de kerkeraad aanvaardde ds. Ybema een fraaie knielbank als kerkeraadsgeschenk. Aty Sickman bood in samenwerking met Gerard Volkers een fraai doopvont aan namens de hervormde jeugd. Jeugdouderling Wolbink bood symbolisch een bescheiden kruis aan in de hoop, dat dit eenmaal vervangen zou worden door een groter kruis in de kerk. Mevrouw Huizing had een treffende toespraak namens de vrouwenverenigingen. Zij bood daarbij drie kerkkleden aan, welker kleuren aangepast zullen zijn bij de verschillende kerktijden. Van de aannemers werd in dank een fraaie elektrische klok aanvaard.

In 1965 verkoop deel van perceel aan gemeente Hardenberg. Over op:
Legger 212/49. Nieuwe sectie A-3816. Kerk.

Kleurendia uit de collectie van ds. E.J. Loor te Heemse.