Bij de aanvang van het kadaster (anno 1832) werd dit perceel geregistreerd op legger 65 als sectie A-116 (huis en erf), eigendom van wever Jan Joosten.

Legger 65/1: Sectie A-116. Huis en erf. Eigendom van wever Jan Joosten en echtgenote Berendina ten Broeke. In 1866 verkoop. Over op:
Legger 212/6: Sectie A-116. Huis en erf. Eigendom van de hervormde gemeente van Hardenberg. In 1866 afbraak en stichting pastorie. Over op:
Toen ds. Willem Herman Krijt op 28 april 1861 zijn intrede deed als predikant te Hardenberg was hij net 24 jaar oud. Hardenberg was zijn eerste gemeente. Alhoewel hij een talentvol prediker was en geliefd werd in de gemeente, kwam er toch iets tussen hem en de gemeente in te staan. Het betrof zijn huisvesting. De Hardenbergse pastorie, de wheeme, was gebouwd in 1761 en voldeed niet meer aan de eisen van de tijd. Al na ongeveer tweeënhalfjaar nam ds. Krijt een beroep aan naar Berkel en Rodenrijs, vanwege de grote omvang van de Hardenbergse gemeente, maar ook vanwege de onverschilligheid en het pligtverzuim van het Kollegie van Kerkvoogden en Notabelen dat hem het leven moeilijk maakt. Hij verliet Hardenberg in april 1864. De kerkenraad was er inmiddels van doordrongen dat de huisvesting voor de predikant verbeterd diende te worden. Tijdens het beroepingstraject van de opvolgende predikant, ds. Gerhard Jan Sijpkens, besloten de kerkvoogden en notabelen op 13 september 1864 een nieuwe pastorie te bouwen, voorzien van een kookkachel in de keuken en van een tuin. De kerkvoogden kregen vervolgens de opdracht om hiervoor grond aan te kopen. De bestaande pastorie was gelegen aan het Middenpad, achter de panden aan het Oosteinde. Men wilde het nieuwe pand naast het bestaande bouwen, maar dan aan het Oosteinde gesitueerd. Hier stond echter een woonhuis van de familie Joosten. Men ging met hen onderhandelen.
Ds. Sijpkens hield zijn intrededienst in november 1864. De maand erop bleek dat de kerkelijke gemeente de woning van Joosten kon overnemen voor 1500 gulden. Op 27 december werd besloten over te gaan tot deze aankoop. De Zwolse architecten Willem en Frederik Christiaan Koch maakten het ontwerp voor de nieuwe pastorie. Toen overheidssubsidiëring onhaalbaar bleek, werd een lening aangegaan van 7000 gulden. In november 1865 vond de aanbesteding van het bouwplan plaats.


Wheeme, anno 1865, is bewaard gebleven in het archief van de Stephanuskerk.
De laagste inschrijver was aannemer Zandrie Koeslag met een prijs van 7230 gulden. Op de vergadering van kerkvoogden en notabelen in december dat jaar werd de bouw aan hem gegund, zij het met de opmerking dat inmiddels gesproken was over aanpassingen van het bestek om de aanneemsom op 7000 gulden te krijgen.
Op 15 mei 1866 werd de verkoop van het woonperceel van Harm Joosten en zijn zonen Jan en Berend Jan notarieel vastgelegd en kreeg de Nederduitsch Hervormde kerkgemeente Hardenberg de grond in handen. Het woonhuis werd door de verkoper afgebroken en afgevoerd. Ook kwam rond deze tijd de goedkeuring van het Ministerie van Financiën binnen ten aanzien van het plan. Toen kon eindelijk de bouw beginnen. In februari 1867 werd de heer B. Pot als opzichter aangesteld bij de bouw van de nieuwe pastorie. In augustus van dat jaar gaf aannemer Koeslag te kennen dat de pastorie gereed was en kon architect Koch ontboden worden voor de oplevering.

Ds. Sijpkens mocht nog een kleine tweeënhalfjaar genieten van zijn nieuwe onderkomen. Hij stierf in januari 1870.
Legger 212/8: Nieuwe sectie A-1298. Pastorie en erf. Huisnr. A-86.





De door twee paarden voortgetrokken koets rijdt hier in de Voorstraat, ter hoogte van de hervormde pastorie.




Legger 212/8: Sectie A-1298. Kosterij en erf. In 1964 verkoop enz. Over op:
Legger 212/48: Nieuwe sectie A-3756. Kosterij en erf.


In 1968 verkoop. Over op:
Legger 3884/2: Sectie A-3756. Kosterij en erf. Eigendom van koopman Gerrit Albert Muller. In 1968 belastbaarstelling. Over op:
Legger 3884/4: Sectie A-3756. Huis en tuin aan de Voorstraat 2. In 1969 hermeting. Over op:
Legger 3884/5: Nieuwe sectie A-4186. Huis, schuur en tuin. In 1970 ingebracht in N.V. Over op:

Legger 4077/2: Sectie A-4186. Eigendom van Muller’s Meubelen N.V.
Nadat de Wheeme ruim een eeuw lang dienst had gedaan als hervormde pastorie, vestigde de heer Muller er op 4 november 1971 zijn Tapijt- en Meubelcentrum, ook onder de naam De Wheeme. Nadat een geheel nieuw pand was gerealiseerd, vond op 2 maart 1978 de opening plaats. Omdat de heer Muller geen opvolger had, werd het bedrijf eind jaren ’80 ingekrompen en in 1991 beëindigd. Het pand werd in diezelfde periode gesplitst en heeft enige tijd onderdak geboden aan Trekpleister en Ter Stal.
Tegenwoordig bestaat het pand uit een drietal zaken: Annemarel (Voorstraat 2a), Kruidvat (Voorstraat 2b) en Ici Paris (Voorstraat 2c).