Bij de aanvang van het kadaster (anno 1832) werd dit perceel geregistreerd op legger 5 als sectie A-186 (huis en erf), eigendom van schipper Gerrit Willem Baarslag.

Legger 5/2: Sectie A-186. Huis en erf. Eigendom van schipper Gerrit Willem Baarslag.
Op 8 december 1838 verleed notaris Antoni van Riemsdijk een obligatie met hypotheek op verzoek van Gerrit Willem Baarslag, weduwnaar van Janna ten Brinke. Deze verklaarde 230 guldens schuldig te zijn aan koopman Jan Willem Weitkamp en aan logementhoudersche Johanna Santman-Rustenberg. Als onderpand voor de lening en de verschuldigde rente verbond ze haar woonhuis met grond en wheere, gequoteerd nummer 88, staand en gelegen op of aan het zogenaamde Hof, tusschen de woonhuizen van rentheffer in dezen en van Lambert Goris Evertszoon, van achteren uitkomende in de Achterstraat, sectie A-186 (aktenr. 1328).
In 1846 over op:
Legger 263/9: Sectie A-186. Huis en erf. Eigendom van winkelier Hermann Heinrich Weitkamp. In 1855 vereniging van leggers. Over op:
Legger 403/9: Eigendom van winkelier Hermann Heinrich Weitkamp. In 1856 volgde afbraak. Over op:

Legger 403/43: Nieuwe sectie A-1152. Tuin. In 1868 boedelscheiding. Over op:
Legger 824/5: Eigendom van Anna Elsabena Dijkman, zonder beroep, te stad Hardenberg. Zij trouwde in 1870 te Den Ham met Hendrik Jan Middendorp. In 1877 verkoop. Over op:
Legger 1055/7: Eigendom van koopman Abraham Lobstein.

In 1884 verkoop. Over op:
Legger 1216/14: Eigendom van vervener Joseph Roos te Heemse. In 1888 verkoop aan de gereformeerde kerkgemeente t.b.v. de bouw van de kerk (nu Höftekerk).


