Ds. Loor maakte deze foto in 1956. Op de achtergrond is Frederika Gerritdina Koersen-Stoeten (1927-2018) de was aan het doen. Het linker meisje is Catharina Wilhelmina (Karin) Loor (1950) en het jongetje is haar broertje Louis Alid Ellen Susan Loor (1951), kinderen van de dominee. In hun midden staat Jennigje Gerritdina (Jenny) Koersen (1955).

In 1791 werd de havezate Heemse in kaart gebracht door N. ten Wolde. Op een van zijn kaarten is ook ’t Arnink ingetekend.

Fragment van kaart van N. ten Wolde, anno 1791.

In het pachtboek van de havezate Heemse lezen we dat het erve Arninck thans ook genoemd Luggers te Heemse aan ’t einde van de achttiende eeuw werd bemeijerd (gepacht) door Hermen Alberts en zijn huisvrouw Geertje Gerritsen. Zij waren op 25 mei 1775 te Heemse getrouwd en woonden aanvankelijk te Anevelde, vervolgens te Collendoornerveen en tenslotte op ’t Luggers in Heemse. Hermen Alberts Luggers overleed daar in februari 1800 en werd op de 19de van die maand begraven op ’t kerkhof in Heemse. Zijn weduwe overleed tien jaar later, op oudjaarsdag 1810.

Op 12 december 1820 hield notaris Antoni van Riemsdijk een boedelinventarisatie op den Huize Heemse, no. 56, te Heemse, op verzoek van de hoogwelgeboren heer jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, weduwnaar en boedelhouder van wijlen de hoogwelgeboren vrouwe Maria Clara gravinne van Rechteren, lid van de Ridderschap dezer provincie en breedgeërfde, domiciliërende op den Huize Heemse, zo voor zichzelven uit hoofde der gemeenschap van goederen tusschen zijn hoogwelgeborene en deszelfs wijlen ehevrouwe bestaan hebbende en als derzelver mede-erfgenaam voor een-vierde gedeelte haarer nalatenschap en als vruchtgebruiker van een ander vierde gedeelte derzelve, krachtens haar testamentaire dispositie op den 2 februari 1813 gepasseerd, als in naam en kwaliteit van vader en wettigen voogd van Willem Jan Petrus van Foreest, student in de rechten aan de Hooge School te Utrecht, oud 20 jaaren, Nannette van Foreest, oud 15 jaaren, Christina Louisa van Foreest, oud 13 jaaren, Theodora Sophia van Foreest (oud 9 jaaren) en Christina Ebella Cornelia van Foreest (oud 7 jaaren), deszelfs minderjarige kinderen. Tot de vele onroerende goederen behoorde het erve het Luggers, te Heemse aan de Steege, ten noordoosten over het Sterrenbosch van de Plantagie gelegen en bestaande in deszelfs behuizinge, schuur en schapeschot numero 55. Jan Kampman bemeijerde (pachtte) het erf (aktenr. 240).

Bij de aanvang van het kadaster in 1832 werd het Luggers in Heemse geregistreerd als sectie B-787 op legger 101 ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Op 12 februari 1836 hield notaris Antoni van Riemsdijk op ’t erve Luggers of Arnink een publieke verkoop van allerhande roerende goederen op verzoek van Gerritdina Nijmeijer, weduwe van Jan Kampman, als moeder en wettige voogdes van haar minderjarige kinderen Roelofjen, Egbert en Johanna Kampman, en op verzoek van haar meerderjarige kinderen Hendrik Kampman en Jennigjen Kampman (gehuwd met Evert Zweers) (aktenr. 1191). Er werden die dag een aantal koeien verkocht, maar ook kalveren, een stenen varkenzomp, bossen roggestro, een kafmolen, een zaadkist, een ijzeren egge, een beslagen wagen, een wasch-balie, een spinnewiel, een koperen ketel, een snijzomp en o.a. een aantal schapen. Datzelfde jaar, op 10 augustus, verrichtte de notaris een openbare verkoop van in gasten te velde staande rogge (aktenr. 1224).

Legger 101/322: Sectie B-787. Huis, erf en schuur. In 1845 over op:
Legger 769/2: Eigendom van Dirk Lammers, rentenier te ‘s-Gravenhage en jkhr. Jacob van Foreest van Heemse.

Op 20 maart 1851 begon notaris Swam uit Gramsbergen met de eerste inzate van de openbare veiling van onroerend goed van jonkheer Jacob van Foreest, waaronder een-zevende gedeelte van het erve het Luggers of Arnink. Het ging als 26e kavel onder de veilinghamer. Op 28 april volgde de definitieve veiling. Koopman Mozes Simon Frankfort uit Meppel bleek met 1400 gulden de hoogste bieder (aktenr. 1740).

Legger 963/2: Eigendom van Theodora Sophia van Foreest van Heemse en echtgenoot Jan Arent baron van Ittersum (zie algemeen register hypotheken, deel 80, nr. 5). In 1855 publieke verkoop. 

In 1855 gingen de havezate Heemse en bijbehorende boerderijen en landerijen onder de veilinghamer (maar liefst 250 verschillende kavels). Ook ’t boerenerve Luggers in Heemse werd verkocht.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 13 juli 1855.

In de akte die van de veiling bewaard gebleven is, werd ’t erve Luggers als 101ste kavel geregistreerd:
Honderd eerste perceel. Een huis en erf, het Luggers genaamd, staande en gelegen te Heemse voormeld, groot negen roeden, kadastraal bekend onder sectie B numero 787. De premie van inzate van dit perceel wordt bepaald op drie gulden. De perceelen 101 tot en met 117, 119 tot en met 122, 125 tot en met 151 gemijnd door Justus Salomon Albertus Boejenk voornoemd op 10.710 gulden. En heeft dezelve na voorlezing alhier geteekend. De heer Boejenk voornoemd, dewelke verklaarde de perceelen 101 tot en met 117, 119 tot 122, 125 tot en met 151 te hebben gemijnd als mondelingen lasthebbende van na te melden lastgevers, te weten: – het 101ste tot en met het 110de perceel voor Hendrik Jan Koerts, landbouwer te Heemse.

Hieruit blijkt dat landmeter J.S.A. Boeijenk de boerderij van ’t Luggers tijdens de veiling had gekocht in opdracht van landbouwer Hendrik Jan Koerts. Over op: 

Legger 1383/2: Eigendom van Hendrik Jan Koers en echtgenote Gerritdina Gerrits, landbouwers te Heemse. Zij waren op 26 juni 1824 getrouwd te Heemse. In 1859 volgde afbraak van de boerderij. Over op:
Legger 1383/18: Erf. In 1860 herbouw. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1860.

Legger 1383/19: Nieuwe sectie B-3888. Huis en erf. Huisnr. A-87. Mede-eigenaar: ongehuwde zoon Berend Koers. In 1885 boedelscheiding. Over op:
Legger 1858/38: Eigendom van ongehuwde zoon Albert Koerts of Koers (zie register van overschrijving hypotheken, deel 337, nr. 25). In 1893 successie. Over op:
Legger 4513/41: Eigendom van Berend Koers. In 1894 successie. Over op:
Legger 5180/40: Eigendom van Hendrik Jan Stoeten en echtgenote Frederika Gerritdina Bolks (dochter van Frederik Bolks en Lubbegjen Koers). Zij waren op 10 mei 1889 getrouwd te Heemse. In 1912 stichting en redres. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1912.

Legger 5180/81: Nieuwe sectie B-6561. Huis, schuren en weiland. In 1913 redres. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1913.

Legger 5180/83: Nieuwe sectie B-6653. Huis, schuren en weiland. In 1934 bijbouw. Over op:
Legger 5180/87: Eigendom van Frederika Gerritdina Stoeten (geb. 26-03-1927), echtgenoot van Marten Koersen te Heemse (voor 5/8ste), en van Jennigje Gerritdina Stoeten-Jonkhans (voor 3/8ste). In 1955 herbouw. Over op:
Legger 5180/99: In 1956 bijbouw. Over op:
Legger 5180/100: In 1962 hermeting. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1962.

Legger 5180/103: Nieuwe sectie B-7659. Huis, erf, schuur, bouw- en weiland. In 1962 splitsing. Over op:
Legger 5180/106: Nieuwe sectie B-7692. Huis, schuur en grasland. In 1967 bekend als Scholtensdijk 46 en in 1988 gewijzigd in Frits de Zwerverlaan 2.