
De kerk van Heemse vormde waarschijnlijk al vanaf haar stichting een parochie, in ieder geval al voor het jaar 1226. Een parochie of kerspel is een kerkelijke gemeente. Tot het kerspel Heemse behoorden het kerkdorp Heemse en de buurtschappen Collendoorn, Rheeze en Diffelen. Aan deze gemeente was een pastoor verbonden die in Heemse woonde. Naar alle waarschijnlijkheid stond de pastoorswoning, de pastorij of pastorie, naast de kerk. De pastorie was eigendom van de kerk en het onderhoud ervan werd geregeld door de kerkmeesters. De aanduiding pastorie bleef ook na de overgang tot het protestantisme in gebruik, ook al werd het pand niet langer bewoond door pastoors maar door predikanten.
In 1805 werden de kosterij en de pastorie door een hevige brand verwoest. De pastorie stond toen op de plek waar tegenwoordig het gebouw de Aerninckhoff staat, direct naast de kosterij. De pastorie werd op dezelfde plaats herbouwd. Waarschijnlijk zijn hierbij (onder)delen van het afgebrande huis gebruikt, want het pand kende vervolgens veel reparaties en verbeteringen. In de jaren zestig van de negentiende eeuw ontstonden er plannen om de bouwvallige pastorie te vervangen door nieuwbouw.

In 1868 werd de bouw van een geheel nieuwe pastorie aanbesteed door het college van kerkvoogden van de Nederlands hervormde gemeente Heemse. Het bouwplan was ontworpen door de architecten Willem en Frederik Christiaan Koch in Zwolle. De aanbesteding vond plaats op woensdag 16 september ten huize van H. Kampman te Heemse. Het bestek schreef voor dat de pastorie moest komen te bestaan uit een gang met een trapportaal, een voorkamer met stookgelegenheid en kast, een huiskamer met schoorsteen en kast, een salon met schoorsteen en kasten, een strijkkamer met provisiekast, pompen, gootsteen, aanrecht, kast en turfbak en een privaat; op de bovenverdieping van het hoofdgebouw twee slaapkamers met elk een kast, waarvan een met een stookplaats, een logeerkamer met kast, en meidenkamer met bedstede, een gang en een trap naar de droogzolder. Het pand werd voorzien van een kelder en buiten moesten een privaatput met riool, een welwaterput en een riool naar de naastgelegen sloot worden aangebracht.


Timmerman Hendrik Hamhuis Azn. was de aannemer aan wie het werk voor 6200 gulden werd gegund. Jan Berend Bolks en Albert Koers waren medeaannemers. De nieuwe pastorie kwam ten oosten van de bestaande te staan, in de pastorietuin. Op 8 april 1869 werd de eerste steen gelegd door de eerste bewoner van het pand, ds. Antoon Piper. Vrij snel na de ingebruikname van de nieuwe pastorie in 1870 werd de oude afgebroken. Ds. Piper en zijn gezinsleden hebben er slechts kort gewoond. In juni 1871 vertrokken ze naar Muiden en kwam de pastorie leeg te staan. Dat duurde tot september 1874. Toen werd Jacobus van der Kaaden predikant van de hervormde gemeente in Heemse. Hij overleed hier vier jaren later. Na hem zouden vele predikanten volgen.




De predikant die veruit het langst de pastorie heeft bewoond, is Ernest John Loor. Samen met zijn vrouw Ariënna Met en hun kinderen bewoonde hij het pand vijfentwintig jaar, van 1950 tot 1975. In die periode heeft hij veel dia’s gemaakt van Heemse en omgeving. Dit heeft geleid tot een unieke collectie van prachtige beelden, waarvan vele in kleur. Als liefhebber van historie raakte ds. Loor erg verknocht aan de pastorie. Dat gold ook voor zijn gezinsleden. Aan het honderdjarig bestaan van het pand werd op feestelijke wijze aandacht geschonken. In 1975 stierf ds. Loor in ‘zijn’ pastorie, oud 59 jaar.




Uiteraard kende de pastorie onderhoudskosten. Met het verstrijken van de tijd waren deze alsmaar hoger geworden. Na de Tweede Wereldoorlog werd het steeds moeilijker om hiervoor middelen te vinden. De pastorie was een oud pand geworden dat niet langer voldeed aan de eisen van de tijd. In 1962 wilde het college van kerkvoogden de woning slopen en vervangen door nieuwbouw. De geschiedenis leek zich te herhalen. In deze tijd werd de pastorie echter bewoond door ds. Loor en zijn gezin. Alhoewl het comfort van de woning te wensen over liet, tekende hij protest aan tegen dit plan. Hij was van mening dat het beter zou zijn om het beschikbare geld te gebruiken om de leefbaarheid van het bestaande pand te vergroten en het voor het nageslacht te bewaren. Uiteindelijk wist ds. Loor het college over te halen en bleef de pastorie gespaard. In 1977 werd het grondig gerenoveerd onder leiding van architect Wijma uit Velp. De keuken verhuisde daarbij van de aanbouw naar het hoofdgebouw en in de aanbouw werd een tuinkamer gerealiseerd met tuindeuren. In de noordgevel van het hoofdgebouw werd een van de vensters vervangen door een deur die toegang geeft tot de eveneens tijdens deze renovatie gerealiseerde bijkeuken.
De pastorie ligt met de achtergevel naar het meest toegankelijke deel van de weg gekeerd. De voorgevel is de gevel die vanaf het Kerkpad niet tot nauwelijks zichtbaar is en de voordeur is alleen te bereiken via het erf van de kerk. Toen het pand werd gebouwd, was het Kerkpad niet meer dan een smal achterpad, vanwaar men uitkeek op de landerijen van de Heemser Esch. De pastorie was toen beter bereikbaar vanaf de Scholtensdijk. Het pand is sinds 2002 een gemeentelijk monument.

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.
Kadastrale geschiedenis (in kaart)






