Bij de invoering van het kadaster in 1832 stond de boerderij in de zgn. ‘Roet en Mast Esch’ op legger 269a als sectie H- 125a ten name van timmerman Jannes Olsman. Het erfje lag tussen het Waterink en het Bouwhuis, maar werd – zoals op onderstaande kaart te zien is – niet met naam aangeduid.
Legger 269a/2: Sectie H-125a. Huis en erf.
Op 26 april 1838 verscheen notaris Antoni van Riemsdijk ten woonhuize (ongenummerd) van landbouwer Jannes Olsman, weduwnaar van Hendrika Wychmink. De notaris was op zijn verzoek naar Bergentheim gekomen om een boedelinventarisatie te houden van alle bezittingen ten behoeve van Jannes en zijn drie minderjarige kinderen Hendrik Jan, Gerrit en Elsjen Olsman. Tot de onroerende goederen behoorde een huis en erf ter grootte van vijf roeden en negentig ellen, wordende door den rekwirant en zijne minderjarige kinderen bewoond en staande en gelegen ter buurtschap Bergentheim aan en ten zuiden de zogenaamde buurtschaps-steeg tusschen de erven het Bouwhuis en het Waterink aldaar, met den daartoe gehorenden, voor en ter zijden de behuizinge in zijne eigene bepalinge gelegenen gaarden groot achttien roeden en twintig ellen (aktenr. 1289).
Twee weken later, op 5 mei, werd in het notariskantoor van Van Riemsdijk in stad Hardenberg een volgende akte geregistreerd. Het betrof de huwelijkse voorwaarden tussen bruidegom Jannes Olsman en zijn tweede echtgenote Johanna Regtuit (aktenr. 1291, scan 112). Het burgerlijk huwelijk werd op die dag voltrokken in ’t gemeentehuis in Heemse. Jannes was toen 41 jaar. Johanna was 25.
Na het overlijden van Jannes Olsman, op 27 januari 1855, verviel ’t eigendom van het erf aan zoon Hendrik Olsman en overige erfgenamen. Hendrik Olsman trouwde op 25 januari 1867 te Heemse met Hendrikje Meesters uit Stad Ommen. In 1871 verkoop. Over op:
Legger 3061/2: Eigendom van Hendrik Jan Olsman en Aaltje Dunnewind (zie hulpregister no. 4 hypotheken, deel 25, nr. 779). Zij zijn getrouwd op 2 februari 1865 te Heemse. Hendrik Jan Olsman was de oudste zoon van Jannes Olsman en Hendrika Wychmink. Huisnr. C-22 en C-23.
Notaris Gerard de Meyier verleed op 18 maart 1879 een hypotheekakte op verzoek van landbouwer Hendrik Jan Olsman. Deze verklaarde 300 gulden schuldig te zijn aan koopman Philip Meijer Bromet te stad Hardenberg. Als onderpand voor de lening en de verschuldigde rente stelde hij zijn huis en erf met bouwland, staande en gelegen te Bergentheim, sectie H-125, H-125a en H-197 (aktenr. 87).
In 1883 verkoop. Over op:
Legger 2872/17: Eigendom van Roelof Kelder (zie register van overschrijving hypotheken, deel 318, nr. 113). In 1885 afbraak. Over op:
Legger 2872/19: Erf. In 1886 sloping en vereniging. Over op:
Legger 2872/20: Nieuwe sectie H-1419. Grasland.