Aan de Elfde Wijk onder Rheezerveen draagt een statige boerderij een naam die is ontleend aan de Romeinse mythologie: Ceres, de godin van het graan en in ruimere zin van de landbouw. In 1919 werd aan de oostkant van de Schutwijk een boerderij gesticht door landbouwer Roelof Bos uit Dedemsvaart. Roelof Bos (1855-1935), gehuwd met Harmke Danes (1849-1924), was uit het Groningse Muntendam in 1898 naar Dedemsvaart gekomen en had zich gevestigd in de villaboerderij De Rollepaal. Hij verwierf percelen akkerbouwgrond langs de Schutwijk uit de verveningen van Johann Heinrich Daman. De nieuwe boerderij, die de naam Ceres kreeg, stichtte hij ten behoeve van zijn zoon Daniël. Het was een grote, monumentale boerderij met woon- en bedrijfsgedeelte onder een dak, terwijl op het erf een fraai complex aan tuinen werd aangelegd: een siertuin, een moestuin en een grote boomgaard. Bij de boerderij hoorde 25 hectare akkerbouwgrond.

Kadastrale hulpkaart, september 1920 (sectie N-1574).

Al op 13 januari 1922 meldde het Salland’s Volksblad dat Ceres te koop werd aangeboden: Notaris Zwamborn is voornemens zaterdag 28 jan. om tien uur bij den heer Bos te Rheezerveen, huize ‘Ceres’ aan de Elfde Wijk, Schutwijk te verkoopen wegens vertrek naar elders: de geheele boerenvoortvaring van bijna nieuwe bedrijfsinventaris enz. enz. Blijkbaar ging de verkoop niet door, want Ceres werd daarna enige jaren verhuurd. 

Rond 1930 was de familie Bos inmiddels uit Dedemsvaart vertrokken. Zij wilde boerderij Ceres niet langer verhuren, maar verkopen. Izaäk Danes realiseerde zich dat de grond van de buren meestal maar een keer te koop wordt aangeboden. Hij toonde interesse in Ceres om daarmee zijn bedrijf meer dan te verdubbelen. Daarom fietste hij op een mooie dag in 1930 met zijn vierjarig zoontje Hendrik achterop naar Roelof Bos die toen in Apeldoorn woonde, om de aankoop van Ceres in orde te maken. Het was crisistijd en de boerderij bleef in de familie: over de prijs en voorwaarden werd men het eens. Het gezin Danes ging Ceres bewonen. Izaäk Danes (1898-1989) was gehuwd met Berendina Hemmes (1901-1983). Zij kregen twee kinderen: Hendrik (1927), en Nijsina Dina (1929). 

Op 6 juli 1952 werd Ceres, geadresseerd te Rheezerveen O-54, door brand verwoest. Het Nieuwsblad van het Noorden berichtte op 7 juli hierover:
Boerderijbrand te Dedemsvaart. Zondagavond omstreeks half tien is de kapitale boerderij van de Groninger landbouwer I. Danes in de buurtschap “Elfde Wijk” te Dedemsvaart op de grens van Avereest en Hardenberg, vermoedelijk door hooibroei, geheel uitgebrand. De brandspuiten van Hardenberg en Avereest konden geen hulp meer bieden. Het enige dat gered kon worden, was een weinig huisraad. De schade beloopt ongeveer f 100.000. De eigenaar was op het ogenblik van de brand niet aanwezig.

Op het land ploegde de boer gewoon voort en Ceres zou uit de as herrijzen. De gemeente Hardenberg verleende op 7 oktober 1952 vergunning aan I. Danes voor de herbouw van een boerderij, bevattende woning en landbouwschuur, op het kadastrale perceel sectie N-1574. De Noord-Oosthoek van zaterdag 11 oktober bracht het volgende bericht:
Boerderij aanbesteed. Maandagmiddag (6 oktober) heeft de aanbesteding plaats gehad voor de bouw van een nieuwe boerderij voor rekening van de heer I. Danes alhier. Enige tijd geleden brandde de vorige woning tot de grond toe af. De nieuwe boerderij wordt een kapitaal gebouw. De lengte bedraagt 44 meter, terwijl er ook nog een schuur bij zal verrijzen. De architectuur is van de heer J. Drent te Dedemsvaart. De bouw is gegund aan de laagste inschrijver de heer A. Hofsink te Heemse voor een bedrag van f 43.000.

Overijsselsch dagblad, 8 oktober 1952.

Vrij spoedig daarna werd met de bouw van de nieuwe boerderij begonnen, want de ‘eerste’ steen, ingemetseld naast de voordeur, draagt naast de initialen ID (Izaäk Danes) en BH (Berendina Hemmes) de datum 22-10-1952. Het nieuwe Ceres werd een kop-hals-rompboerderij. Het bedrijfsgedeelte – de grote schuur – besloeg in zijn geheel de vorige plattegrond waarbij gebruik gemaakt kon worden van oude fundamenten, terwijl het voorhuis een uitbreiding betekende ten opzichte van de oude situatie.

Kadastrale hulpkaart, september 1955 (sectie N-1574).

(Deels – met toestemming van de auteur – overgenomen uit het artikel van Klaas Oosterkamp in Rondom den Herdenbergh in zijn serie ‘Huizen van naam’)