Rechterlijk Archief Schoutambt Hardenberg, inventarisnummer 13, periode 5 augustus 1767 t/m 21 december 1768
samenvatting van de akten door Gezinus Grissen
(De samenvatting van de akten geeft in de eerste plaats de namen weer van de betrokken personen vanwege het belang als genealogische bron. Bij overdrachten en hypotheekstellingen worden, voor aanduiding van de locatie van de percelen, in de akten ook de namen genoemd van personen van aangrenzende percelen, de samenvatting zou te uitgebreid worden als ook deze personen genoemd zouden worden. Tekst die vermeldt staat tussen “aanhalingstekens” betreft de letterlijke weergave van die tekst uit de akte. De originele tekst van de akten is te vinden op de microfiches.)
Folio 1 Schuldbekentenis met hypotheekstelling door Willem Gerrits Schreur en zijn huisvrouw Fennegien Berendts, wonende te Heemse, aan Hendrik Smit en zijn huisvrouw Berentien Roelink, woonachtig te Wilsum, voor een somma van 1500 Car. gulden. Een stuk zaailand bij het Erve Avelink te Rheeze dient als onderpand. Ook Jan Lubbers op ‘t Stoeten te Rheeze stelt zich garant voor het te lenen bedrag. De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 25 september 1786 is afgelost.
Actum Hardenberg, 5 augustus 1767.
Folio 1 vo Overdracht van een stuk zaailand te Baalder, door Harmen Amsink en zijn huisvrouw Swaantien Elisabet Boerrigter, aan Jan Egberts van Linge en zijn huisvrouw Fennegien Derksen, woonachtig te Baalder.
Actum Hardenberg, 11 augustus 1767.
Folio 2 Momberstelling door Egbert Hendriks
Visscher, weduwenaar van wijlen Hendrikjen Jansen. Hij is voornemens in het
huwelijk te treden met Jannegien Coenders. Hij stelt Momboiren aan over zijn
kinderen geboren uit zijn vorige huwelijk, genaamd Aaltien en Hendrikjen Egberts,
betreffende erfuiting van het Moederlijke Goed. Momboiren worden Berend Jansen
en Jan Jansen, beide omen van de kinderen.
Hardenberg, 29 augustus 1767
Folio 2, 2 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Egbert Hendriks Visscher, weduwenaar van wijlen Hendrikjen Jansen, en
Jannegien Coenders, jongedochter, geadsisteerd met haar broer Lambert Coenders
als haar verkoren Momboir. De kinderen uit het vorige huwelijk, genaamd Aaltien
en Hendrikjen Egberts, worden erfgenaam, samen met de eventueel nog te geboren
kinderen.
De akte wordt ondertekend door Egbert Hendriks, Jannegien
Coenders de bruid, Jan Visscher, Berent Jansen, Jan Jansen, Lambert Koenders,
Hendrik Egberts en Aaltien Jansen de weduwe van Coendert Stoevebeld en moeder
van de bruid.
Actum Hardenberg, 29 augustus 1767.
Folio 3 Testament van Griete Berends,
weduwe van wijlen Thijs Geertsen, geadsisteerd met Loph. Rustenburg als haar
verkozen Momboir. Zij benoemd haar neef Hendrik Berends en zijn huisvrouw
Lubbegien Assen, woonachtig op ‘t Erve Wolters te Lutten, als haar erfgenamen.
Actum Heemse, 3 september 1767.
Folio 3 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jan Noorink en zijn huisvrouw Catharina ten Winkel, aan
Juffer Luberta Arnoldina Volteler, voor de somma van 1000 Car. guldens.
Als onderpand dienen twee stukken zaailand te Rheeze.
Actum Heemse, 29 september 1767.
Folio 4 t/m 7 “Conditien en Voorwaarden, waarop
de Heeren Erfgenamen en Goeds Heeren van Rhese, ingevolge een eenparig genomen
Resolutie van den 15 julij 1767, voornemens sijn om op heden den 8 october
1767 den tot hier toe genomen Rhesermarsch onder malkanderen te verdelen”.
De Rhesermarsch wordt verdeeld in elf delen.
“Voor Ds. W. Stolte en A. de Munnik, wegens een volle whaere
van Loevelink, nu genaamd het Stoeten, een deel.
Voor Jan Lubbers, wegens een volle whaere van Loevelink,
nu genaamd het Stoeten, een deel.
Voor Weelink, nu genaamd Weelink en Hermelink, dat anderhalve
whaere heeft gehad, dog nu nog een volle whaere heeft, een deel.
Voor Raadmink dat anderhalve whaere heeft, een deel.
Voor de Heer van Heemse wegens Otto Molkink, nu genaamd
het Otten of Jacobs voor vijf vierendeel whaere en voor een halve whaere van
Weelink dit te samen voor zeven vierendeel whaere, een deel.
Voor Heerspink of Heersmink, dat een whaere heeft, een deel.
Voor Avertynck, nu Overtink, dat een whaere heeft, een deel.
Voor Splijtlof of Sprytlof of Stellink, dat een whaere heeft,
een deel.
Voor Vrielink, dat een whaere heeft, een deel.
Voor Warmelink, nu Warmink, dat een Halve whaere heeft, een
deel.
Voor Rotgerink, nu genaamd Verink, dat een halve whaere heeft,
een deel”.
De delen van de Rhesermarsch worden, na ondertekening, door
loting onder de voorgenoemden verdeeld.
De akte wordt ondertekend door I.R. Raasfelt zo ook voor
Sloet, Jan Lubbers, Hermen Hendriks, P.T. Golts, W. Stolte mede voor A. de
Munnik, M. Baerselman, Gerrit Berents, Everd Wessels, Klaas Wermink, Jan Heersmink
en Hendrik Timmerman.
Actum Rheeze, 8 oktober 1767.
Folio 7 vo Accoordverklaring betreffende de
verdeling van de Rhesermarsch door de eigenaren (zie voorgaande akte).
Actum Rheeze, 8 oktober 1767.
Folio 8, 8 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Harmen Zwiese, jongman, en Geesjen Pranger, jongedochter, geadsisteerd
met haar vader Harmen Pranger als haar verkoren Momboir. Ze krijgen de halfscheid
van het bezit van de bruidegoms ouders Gerrit Zwiese en wijlen Geesjen Schreurs
en gaan samen de huishouding voeren. Na het overlijden van zijn vader krijgen
ze het volle eigendom. In voldoening van de erfportie van de twee broers en
de zuster van de bruidegom, met de namen Evert-, Hendrik- en Zwaantien Zwiese,
wordt een regeling getroffen. Voorts zullen de broers en zuster tot hun trouwen
en bij ziekte en ongemak in het huis mogen blijven wonen en verzorgd worden.
De akte wordt ondertekend door Berent Schroer, Roel: Tegs,
Hijderik Mardik, Goosen Stubben, Hermen Swijse, Geetijn Prengers, Gerrijt
Swijse, Hermen Prenger, Jangien Beerends, Evert Swijse, Albert Yonkeren, Jan
Odink, Wijllem Tijmmermans en Harmtijn Prenger.
Actum Hardenberg, 10 oktober 1767.
Folio 9 Overdracht van drie dagwerken
hooiland te Heemse, door burgemeester Derk Jan Rustenburg, als gevolmachtigde
van zijn broer Lucas Rustenburg, aan zijn zwager Jan Noorink en zijn
huisvrouw Catharina ten Winkel.
Actum Heemse, 17 oktober 1767.
Folio 9 vo Overdracht van een stuk
zaailand te Ane, door Hendrik Nijsink en zijn huisvrouw Hendrikjen
Egberts, aan Scholtus J.v. Riemsdijk.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 10 Overdracht van een stuk
zaailand te Ane, door Hendrik Nijsink en zijn huisvrouw Hendrikjen
Egberts, aan G. van Sambeek en zijn ehevrouw Z.E. Voltelen.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 10 vo Overdracht van een stuk zaailand
te Ane, door Hendrik Nijsink en zijn huisvrouw Hendrikjen Egberts,
aan Jannegien Jansen, weduwe Kleinebuul, woonachtig te Ane.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 11 Overdracht van een stuk
hooiland te Ane, door Hendrik Nijsink en zijn huisvrouw Hendrikjen
Egberts, aan Gerrit Veldman en zijn huisvrouw Jannegien Schonekamp,
woonachtig te Collendoorn.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 11 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Gerrit Veldman, zijn huisvrouw Jannegien Schonekamp en hun zoon
Jan Harm Engbers, woonachtig te Collendoorn, aan Hans Jacob Werndlij,
ontvanger van de gemeente Coevorden, en zijn huisvrouw Joanna Clinge, voor
een somma van 350 Car. guldens. Als onderpand dienen twee dagwerken hooiland
te Ane. De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 31 oktober 1768 is afgelost.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 12 Overdracht van twee stukken
zaailand te Brucht, door Berend Gerhard Kramer, secretaris van de Stad
Hardenberg, voor hemzelf en als gevolmachtigde van zijn zwager Jan Willem
Baerselman en diens huisvrouw Femia Harmanna Kramer, en in naam van de kinderen
en erfgenamen van wijlen zijn broer Jan Kramer, in leven koopman in wijnen
te Amsterdam, aan Gerrit Schepers en zijn huisvrouw Geertien Hannessen.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 12 vo, 13 Huwelijkse Voorwaarden van
Derk Lucass, jongman, en Geertien Alberts, jongedochter, geadsisteerd
met haar vader Albert Pothof als verkoren Momboir. Ze krijgen de halfscheid
van het bezit van de bruidegoms ouders wijlen Lucas Derksen en nog in leven
zijnde Geertien Willems en gaan samen de huishouding voeren. Na het overlijden
van zijn moeder krijgen ze het volle eigendom. In voldoening van de erfportie
van de drie zusters van de bruidegom, met de namen Grietien-, Geertien- en
Lutte Lucass, wordt een regeling getroffen. Voorts zullen de zusters tot hun
trouwen en bij ziekte en ongemak in het huis mogen blijven wonen en verzorgd
worden.
De akte wordt ondertekend door Derick Luksen, Geertien
Alberts de bruid, Albert Pothof, Geertijn Willems, Evert Janschen, Griete
Luikas en Fennegien Pothof.
Actum Hardenberg, 7 november 1767.
Folio 13 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Arend Gerrits en zijn huisvrouw Hendrikjen Zeinen, woonachtig
te Heemse, aan Hendrik Egberts Boekman, woonachtig te Collendoorn,
voor een somma van 105 Car. gulden. Als onderpand dienen twee stukken
zaailand op de Heemser Es.
Actum Hardenberg, 16 november 1767.
Folio 13 vo Overdracht van een stuk zaailand
te Baalder, door Jan Egberts van Lingen en zijn huisvrouw Fennegien
Derksen, aan Jacob Lamberts en zijn huisvrouw Janna Jansen.
Actum Hardenberg, 2 december 1767.
Folio 14 Huwelijkse Voorwaarden van
Hendrik Jansen Reurink, weduwenaar van wijlen Aaltien Hendriks Reurink, en
Geesjen Lucass Bouwhuis, jongedochter, geadsisteerd met haar broer Jan Lucass
Bouwhuis als haar verkoren Momboir. Zij trouwen in gemeenschap van goederen
en maken een testament op de langstlevende.
De akte wordt ondertekend door Hendrik Jansen Reurink,
Geesien Luekas Bouwes, Jan Bouwes en Jannes Swijse.
Actum Hardenberg, 5 december 1767.
Folio 14 vo Overdracht van een half dagwerk
hooiland te Brucht door Evert Egberts Olde Waterink en zijn huisvrouw
Wibbegien Waterink, voor de ene halfscheid gaat aan Maria Westhof,
de weduwe van G. van de Merrienburg, en voor de andere halfscheid aan
burgemeester Derk Jan Rustenburg en zijn ehevrouw Geertruid Meijer.
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 15 Overdracht van een anderhalve
koeweide op de Brugtermarsch te Brucht, door Evert Egberts Olde Waterink
en zijn huisvrouw Wibbegien Waterink, aan Gerrit Uelderink en zijn
huisvrouw Aaltien Hendriks
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 15 vo Overdracht van een stuk zaailand
te Brucht, door Evert Egberts Olde Waterink en zijn huisvrouw Wibbegien
Waterink, aan Gerrit Geertsen junior.
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 16 Overdracht van een stukje
zaailand te Brucht, door Evert Egberts Olde Waterink en zijn huisvrouw
Wibbegien Waterink, aan Hendrik Dievers en zijn huisvrouw Maria Harmsen.
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 16 vo Overdracht van een paar stukken
zaailand te Brucht, door Evert Egberts Olde Waterink en zijn huisvrouw
Wibbegien Waterink, aan Jan Balhaar en zijn huisvrouw Zwaantien Harmsen.
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 17 Overdracht van een stuk
zaailand te Brucht, door Evert Egberts Olde Waterink en zijn huisvrouw
Wibbegien Waterink, aan Hannes Waterink en zijn huisvrouw Annegien
Berends.
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 17 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Evert Egberts Olde Waterink en zijn huisvrouw Wibbegien Waterink,
aan Maria Westhof, weduwe van wijlen Gerh. van de Merrienburg voor
een somma van 400 Car. gulden.
Actum Brucht, 16 januari 1768.
Folio 18 Momberstelling door Evert Derksen,
weduwenaar van wijlen Aaltien Jansen. Hij is voornemens in het huwelijk te
treden met Aaltien Jansen weduwe van Derk Gerrits. Hij stelt Momboiren aan
over zijn minderjarige zoon uit zijn vorige huwelijk, genaamd Derk Jan Everts,
betreffende erfuiting van het Moederlijke Goed. Momboiren worden Jan Derksen
en Jan Hendriks, beide omen van het kind.
Hardenberg, 30 januari 1768.
Folio 18, 18 vo Momberstelling van Aaltien Jansen,
weduwe van wijlen Derk Gerrits, geadsisteerd met haar oom Derk Assen als haar
verkoren Momboir. Zij is voornemens in het huwelijk te treden met Evert Derksen
weduwenaar van wijlen Aaltien Jansen. Zij stelt Momboiren aan over haar onmondige
dochter uit haar vorige huwelijk, genaamd Derkien Derksen, betreffende erfuiting
van het Vaderlijke Goed. Momboiren worden Gerrit Jansen en Hendrik Hovenier,
beide omen van het kind.
Hardenberg, 30 januari 1768.
Folio 18 vo, 19 Huwelijkse Voorwaarden van
Evert Derksen, weduwenaar van Aaltien Jansen, en Aaltien Jansen, weduwe
van wijlen Derk Gerrits, geadsisteerd met haar oom Derk Assen als haar verkoren
Momboir. Voor de twee voorkinderen, genaamd Derk Jan Evers en Derkien Derksen
wordt een regeling getroffen betreffende het respectievelijke Moederlijke-
en Vaderlijke goed, tevens worden zij erfgenamen, samen met de eventueel nog
te geboren kinderen.
De akte wordt ondertekend door Evert Derksen de bruidegom,
Altien Jansen, Derk Assen, Jan Hendriksen, Jan Derksen, Hendrijk Hoevenijer,
Gerrijt Jans en Hendrijk Yansen.
Actum Hardenberg, 30 januari 1768.
Folio 19 vo Momberstelling over de kinderen
van Jannegien Gerrits, die voor enige dagen op ‘t Collendoornerveen is komen
te overlijden. Zij was de weduwe van Jan Assen, die al voor enige jaren overleden
is. Zij had vier minderjarige kinderen, genaamd Lephert-, Hendrik-, Eefse-
en Hendrikjen Jansen. Momboiren worden Derk Assen en Albert Gerrits, beide
omen van de kinderen.
Hardenberg, 2 februari 1768.
Folio 19 vo, 20 Momberstelling door Hendrik Odink,
weduwenaar van wijlen Jannegien Berends. Hij is voornemens in het huwelijk
te treden met Jannegien Jansen. Hij stelt Momboiren aan over zijn zes onmondige
kinderen uit zijn vorige huwelijk, genaamd Aaltien-, Berend-, Evertien-, Grietien-,
Hanna- en Lubbert Hendriks, betreffende erfuiting van het Moederlijke Goed.
Momboiren worden Hannes Odink en Gerrit Klein Nijenhuis, zijnde de eerste
grootvader en de andere oom van de kinderen. De kinderen krijgen samen een
somma van 320 Car: gulden, wegens het Moederlijke Goed en krijgen alle klederen
en linnen van hun overleden moeder.
Hardenberg, 18 februari 1768.
Folio 20 Momberstelling. “Dewijl op den
14 dezer tot Baalder is komen te overlijden Hendrik Hendriks na dat desselvs
vrouw Geese Harmsen reeds in den jare 1766 overleden was, hebbende nagelaten
drie nog minderjarige kinderen, genaamd Hendrik, Fennegien en Harmina Hendriks.
En vermids over gen: kinderen volgens Landregte bequame momboiren worden aangesteld,
so sijn tot dien einde alhier in den gerigte gecompareerd Hendrik Coning als
oom en Jan Egberts van Linge als neef van voorn: kinderen. Dewelke beide de
voorn: Moboirschap aangenomen en bij Handtastinge beloofd hebben haar voorn:
pupillen interesse en voordeel te sullen soeken, en in alles te willen doen
en verrigten so als goede en getrouwe Mombers in Landregte verpligt zijn”.
Hardenberg, 20 februari 1768.
Folio 20 vo Overdracht. “Ik Jacob van Riemsdijk
van wegens zijne Hoogheid den Heer Prince van Orange en neffens als erfstadhouder
van de Provincie van Overijssel verw: Scholtus van den Hardenbergh, Heemse
en Gramsbergen, Doe cond en certificere bij desen, Dat voor mij en Keurnoten
die waren D.J. Rustenburg en Hendrik Rigterink personelijk in den gerigte
gecompareerd en Erschenen sijn Evert Egberts Olde Waterink en sijn Huisvrouw
Wibbegien Waterink, tutore marito, Dewelke verklaarden bij desen in de bestendigste
forma Landregtens te Transporteren en in vollen Eigendom overtedragen, aan
Wijnold Bokking en sijn Huisvrouw Geesjen Jannessen met desselves erfgenamen,
voor een somma van vier Honderd Car: guldens coopspenn: Waar van sij comparanten
verklaren; door de gem: copers ten genoegen te sijn voldaan en betaald; Alle
Haare goederen zoo mobile als Immobile actien en crediten, Vhee en Zaadgewas,
niets uitgesonderd hoe ook genaamd, met alle haare schulden en Lasten van
dien; En daar een boven mede nog al het geene wat sij comparanten boven het
voorscr: verkogte en getransporteerde bij haar overlijden sullen komen natelaten;
ingesonderd dan nog Een Zwarte sergi Rokkamsool en Broek; die den comparant
verklaard reeds te hebben gegeven aan de Zoon van sijn Neef Willem Jansen.
Dog alles onder dese Expresse conditie dat de gem: copers Wijnold Bokking
met sijn Huisvrouw en Erfgenamen Haar Comparanten Evert Egberts Olde Waterink
Met sijn Huisvrouw Wibbegien Waterink daar en boven de tijd hares Levens sullen
moeten onderhouden en versorgen in cost en klederen en al het geene wat desselvs
verders mogten van noden sijn.
Doende sij de Comparanten Voornoemd van alle hare gemelde
goederen, zo Mobile als Immobile, Actien en Crediten, Vhee en Zaadgewas, niets
uitgesonderd, met alle hare Schulden en Lasten, en met derselver regt en geregtigheid,
bij desen afstand, oplatinge en vertichtenisse met Hande en Monde, Haar daar
van also ontervende, en de voorn: Copers Wijnold Bokking Bokking met sijn
Huisvrouw en haare Erfgenamen daar Wederom aanervende; alles op Conditien
als boven gemeld.
Verders sijn mede alhier in den Gerigte gecompareerd Wijnold
Bokking en sijn Huisvrouw Geesjen Jannessen, tutore marito, Dewelke verklaarden
dat sij ingevolge dese bovenstaande Costen en Transport hebben aan genomen
de Voorn: onderhoudinge en versorginge van Evert Egberts Olde Waterink en
desselvs Huisvrouw voor de tijd van derselven Leven sullen doen en nakomen
so als behoord, gelijk sij beloven te doen bij desen.
In kennisse der Waarheid is desen door mij Verw: Scholtus
met Wijnold Bokking en desselvs Huisvrouw eigenhandig getekend en dewijl Evert
Egberts Olde Waterink en desselvs vrouw Wibbegien Waterink niet in staat waren
om te kunnen schrijven, so hebben Hannes Waterink en Gerrit Uelderink als
daar toe door haar versogt desen voor haar beiden getekend, en is verders
door mij gezegeld en om dat sij Comparanten geen Zegels en hadden so hebbe
op haar versoek desen voor haar met mijn kleine Zegel mede gezegeld”.
Actum Brucht, 26 februari 1768.
Folio 21 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Geertruid Smook, weduwe van wijlen J.J. ter Poorten in leven predikant
te Hardenberg, geadsisteerd met predikant Will. Stolte als haar verkozen Momboir,
aan Herman Queisen, burgemeester van de Stad Zwolle, voor een
somma van 1200 Car. guldens. Als onderpand dienen drie koeweiden en een half
dagwerk hooiland in de Telgte te Brucht.
Actum Hardenberg, 3 maart 1768.
Folio 21 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Luggert Brant en zijn huisvrouw Gesina IJken, wonende te Hardenberg,
“verklarende dat sij sodane somma van Een duisend vier en tachentig guld:
en negentien stuiv: als de Coopman Hendricus Hooftman tot Zwoll, op gisteren
voor het Stadsgerigte van den Hardenbergh, wegens aan haar geleverde Winkelwaren
van haar Comparanten heeft gevorderd, aan denselven Coopman Hendr:
Hooftman opregt en deugdelijk verschuldigd sijn; Dog dat uit hoofde van haar
omvermogen en consideratie die geseide Coopman daaromtrend met haar gehad
heeft, sij Comparanten mede tot voorkominge van verdere kosten, en bij desen
beloven en aannemen, om tot voldoeninge van vorengem: somma aan voorseide
Hendricus Hooftman te sullen voldoen en betalen een somma van vierhonderd
vijfendertig Car: guldens zegge 435-,,-,, te betalen in ses gelijke termijnen
en wel in de ses eerstvolgende jaren, dus het eerste termijn heden over een
jaar en te vervolgelijk bedragende dus jaarlijks twee en seventig guld: en
vier stuivers; Waar voor zij haare personen en goederen verbinden.
Verders sijn mede alhier in den gerigte gecompareerd Albert
Brant woonagtig te Heemse, als mede Jan Brant insgelijx tot Heemse woonagtig,
als mede Hendrik IJken woonagtig op de Weuste en Derk IJken tot Coevorden
woonagtig, verklarende sij vier laatstgenoemde Comparanten ten behoeve van
voors: Coopman H. Hooftman ieder in solidum sig in te laten als Borgen en
pricipale Schuldenaren, voor den van de voorn: vier Honderd Vijf en dertig
guldens, door voorseide Haar Broeder en zwager Luggert Brant met sijn Huisvrouw
aan voors: Coopman H. Hooftman verschuldigd; waar voor sij somparanten bij
desen verklaren te verbinden haar personen en goederen gene uitgesonderd”.
Actum Hardenberg, 15 maart 1768.
Folio 22, 22 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Klaas Jansen, jongman, en Janna Stobben, jongedochter, geadsisteerd
met haar zwager Warsse Stobben als haar verkoren Momboir. Zij krijgen het
volle eigendom van het bezit van bruidegoms overleden vader Jan Jansen en
zijn nog levende moeder Elisabet Klaassen. Zij verplichten zich voornoemde
moeder tot haar dood te verzorgen met bijkomende voorwaarden. In voldoening
van de erfportie van de twee broers en zuster van de bruidegom met de namen
Jan Hendrik-, Hendrik- en Lammegien Klaassen, wordt een regeling getroffen.
Met de stiefbroer en -zuster van de bruidegom met de namen Jan Coertsen en
Harmtijn Coertsen, huisvrouw van Jan Hannes, wordt in voldoening van de ouderlijke
boedel van hun overleden stiefvader Jan Jansen ook een regeling getroffen.
De akte wordt ondertekend door Klaas Jansen , Yannna Eerversen
Stobben, Elysabet Klaasen, Lemmegien Jansen, Jan Hendrik Jansen, Hendrik Jansen,
Yan Hannessen, Jan Koersen en Waersse Stobben.
Actum Hardenberg, 19 maart 1768.
Folio 23 Rechtshandeling. De Heer I.R.
Baron van Raesfelt tot Heemse en de Heer L.A. Baron Sloet tot Plattenburg,
verzoeken het Gericht een aantal goederen te verzegelen in het Huis Blankenhemert,
in verband met het overlijden op heden morgen van hun oom de Heer J.A. Baron
van Sijtzama tot Blankenhemert.
Blankenhemert, 22 maart 1768.
Folio 23, 23 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Gerrit Hendriksen Otten, jongman, en Wibbegien Roelofs, jongedochter,
geadsisteerd met haar vader Roelof Snijders als haar verkoren Momboir. Zij
krijgen de halfscheid van hert bezit van de bruids ouders Roelof Snijders
en Jannegien Jansen en gaan samen de huishouding voeren. Na het ovelijden
van de ouders krijgen zij het volle eigendom. Zij verplichten zich de ouders
te verzorgen tot hun dood. In voldoening van de erfportie van de zuster van
de bruid, genaamd Jannegien Roelofs, wordt een regeling getroffen.
De akte wordt ondertekend door Gerrit Hendrik Otte, Wibbe
Roelofsen, Roelof Snijders, Yennegien Yansen, Yan van Lynge en Hendrikjen
Geerts de moeder van de bruidegom.
Actum Hardenberg, 23 april 1768.
Folio 24 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Evert Jansen en zijn huisvrouw Hendrikjen Gerrits, woonachtig
te Heemse, aan Hendrik Baron van Isselmuiden Heer van Paaslo etc.,
etc., etc., voor een somma van 1000 Car. guldens. Als onderpand dienen
een dagwerk hooiland in de Collendoorner Hagh, een dagwerk hooiland in de
Meene, twee akkers zaaiveen op ‘t Heemserveen, drie stukken zaailand en een
goren te Heemse. De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 13 september 1779
is afgelost.
Actum Hardenberg, 27 april 1768.
Folio 24 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jan Wolters Smit en Geesjen Timmerjans, woonachtig in ‘t Laar,
aan Jan Alberts Paus en zijn huisvrouw Geese Helmes, woonachtig in
‘t Laar, voor een somma van 610 Car. guldens. Als onderpand dienen
twee stukken zaailand en drie dagwerken hooiland te Hotheme.
Actum Hardenberg, 30 april 1768.
Folio 25 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Geert Geertsen, zijn zoon Hendrik Geertsen en zijn huisvrouw Jennegien
Jansen, woonachtig te Den Velde, aan Michiel L’ Emperont, woonachtig
te Coevorden, voor een somma van 850 Car. guldens. Als onderpand dienen
drie stukken zaailand op Zaalkamps Es en een stuk zaailand genaamd het Harde
Stuksen te Den Velde. De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 11 mei 1775 is
afgelost.
Actum Hardenberg, 5 mei 1768.
Folio 25 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Berend Herman Baron de Bentinck Heer van ‘t Wolda, aan
de Scholtus van Zwolle Tomas van Muijden en zijn vrouw Meida Maria Assing,
voor een somma van 4000 Car. guldens. Als onderpand dienen twee Erven,
genaamd Eggengoor of Katgerrits te Holtheme en Bouwhuis te Den Velde. De kantlijn
vermeldt dat het bedrag op 7 september 1774 is afgelost.
Actum Hardenberg, 5 mei 1768.
Folio 26 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Berend Gerhard Kramer, secretaris van de Stad Hardenberg, voor
hemzelf, zijn zuster Femia Hermanna Kramer, huisvrouw van Pred. J.W. Baerselman,
en namens de kinderen van wijlen zijn broer Jan Kramer, aan Bernardus
van der Kesten te Zwolle, voor een somma van 700 Car. guldens. Als
onderpand dienen de Katerstede de Blaauwenkamp, bestaande uit woonhuis en
gooren, acht mudden zaailand en ongeveer een dagwerk hooiland te Baalder.
De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 9 november 1772 is afgelost.
Actum Hardenberg, 6 mei 1768.
Folio 26 vo Overdracht van de gerechte
Halfscheid van een huisstede, thans tot een gooren wordende gebruikt, even
voor de brug op de Brink te Heemse, door G. van Sambeek, aan
Evert Bruins en zijn huisvrouw Griete Warssen.
Actum Hardenberg, 6 mei 1768.
Folio 27 Overdracht van het woonhuis
van Gerrit Willemsen Veerman, staande op grond die toe behoord aan de Erfgenamen
van Ane en Anervelde, aan het Anerveer te Ane, door Geerlig Oeverman;
Jan Huirink met zijn huisvrouw Wibbegien Oeverman; Hendrikjen Oeverman, als
weduwe van Geert Laarman, geadsisteerd met zoon Gerrit Laarman als Momber;
Jan Arends Kip met zijn huisvrouw Aaltien Oeverman; Geesjen Zweers als weduwe
van Alb. Oeverman, geadsisteerd met Geerlig Oeverman als Momber, als moeder
en wettige voogdesse van haar twee minderjarige kinderen Willemina- en Albertdina
Oeverman en de meerderjarige kinderen Jasper, Berend en Jannegien Oeverman,
de laatste geadsisteerd met haar broer Jasper als Momber, zijnde tesamen Erfgenamen
van wijlen Gerrit Willemsen Veerman. Het woonhuis is op 21 juli 1767 bij publieke
verkoping ten overstaande van deze Gerichte verkocht aan burgemeester
Derk Jan Rustenburg en zijn huisvrouw Geertruid Meijer.
De akte wordt ondertekend door Geerlich Oeverman, Yan Huerink,
Wibbe Oeverman, Yan Arens Kipp, Aaltien Oeverman, Hendrikjen Oeverman de weduwe
van Gerrit Laarman, Gerrit Laarman, Jasper Oeverman, Gesein Sweers, Yannegien
Oeverman en Berent Oevermans.
Actum Hardenberg, 6 mei 1768.
Folio 27 vo, 28 Testament van Hendrik Kok, geadsisteerd
met Jan Hendrik Overmars als zijn tot dezer zake verkoren Momboir. Als zijn
erfgenamen benoemd hij de volgende personen. Zijn ooms en tante, genaamd Jan,
Mannes en en Margareta Kok krijgen alle opkomsten en het volle vruchtgebruik
van de goederen die hij bij zijn dood ontruimen zal. De directie en administratie
blijft tot de dood van de langstlevende erfgenaam in handen van zijn neef
Jan Schutstal, de zoon van Albert Schutstal, of bij diens overlijden in handen
van diens broer Hillebrand Schutstal. Voor het doen van deze administratie
zal Jan Schutstal, of bij zijn overlijden Hillebrand Schutstal, na het overlijden
van Hendrik Kok, het volle eigendom bezitten van een mudde land te Gramsbergen
op de Es, naast het land van zijn oom Jan van Ringe gelegen. De nicht van
Hendrik Kok, genaamd Margareta Schutstal, de dochter van wijlen Albert Schutstal,
krijgt 100 Car. guldens. Na het overlijden van voorgemelde ooms en tante,
genaamd Jan, Mannes en Margareta Kok, zullen de kinderen en kleinkinderen
van wijlen zijn overgrootvader Jan Schutstal, zijn oom Jan van Ringe en tante
Anna Maria van Ringe, de huisvrouw van Jan Arends, dit alles ‘staakswijse
met recht van aanwas’ verdelen. Zijn oom Jan van Ringe en tante Anna Maria
van Ringe ieder voor een staak. De kinderen en kleinkinderen van wijlen zijn
oude oom Jan Fredrik Schultstal voor een staak. De kinderen of kleinkinderen
van wijlen zijn oude oom Derk Statius Schutstal voor een staak. De kinderen
of kleinkinderen van wijlen zijn oude oom Hendricus Schutstal een staak. Voorst
zijn oude oom Jannes Schutstal, of bij vooroverlijden zijn kinderen of kleinkinderen,
een staak. En tenslotte de kinderen van wijlen zijn oude oom Albert Schutstal,
genaamd Jan-, Lucretia-, Margareta- en Hillebrand Schutstal, of bij vooroverlijden
hun kinderen, “wel, mede staakwijse sullen Erven, dog so deselve eens zo veel
uit zijne nalatenschap sullen trekken als een ieder des vorengemelde staken
genieten, en dus eene dubbelde Erfportie bekoomen sullen”.
Actum Gramsbergen, 10 mei 1768.
Folio 28 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Roelof Benen voor hemzelf en zijn huisvrouw Evertjen Carels die
wegens in dispositie niet kon komen, Jan Ravens, Jan Snijder, Gerrit Berends
en Jan Warmink, de vier laatsten in kwaliteit Momboiren ver de kinderen van
wijlen Egbert Benen, en over de kinderen van wijlen Berend Benen, voor aflossing
van boedelschulden, aan G. van Sambeek, voor een somma van 700
Car. guldens. Als onderpand dienen de boedel van Beenen in de Meene en negen
dagwerken hooiland, horende onder het Erve Beenen te de Meene. In de kantlijn
staat vermeldt dat het bedrag op 11 mei 1769 is afgelost.
Actum hardenberg, 11 mei 1768.
Folio 29 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Gerrit Gerritsen, thans woonachtig bij Jan Noorink te Heemse,
aan G. van Sambeek, voor een somma van 400 Car. guldens. Als
onderpand dient een stuk zaailand te Brucht. De kantlijn vermeldt dat het
bedrag op 5 augustus 1769 is afgelost.
Actum Hardenberg, 12 mei 1768.
Folio 29 vo t/m 31 vo Rechtshandeling. Dit in
verband met het willen openen van het testament van wijlen Jan Andries Baron
van Sijtzama tot Blankenhemert. In opdracht van P.A. Baron van Sijtzama tot
Friens, I.R. Baron van Raesfelt tot Heemse, M.P.D. Baron van Sijtzama tot
Driesten, L.A. Baron Sloet tot Plattenburg en F. Baron van Sijtzama tot Bellingeweer
wordt de Scholtus verzocht de zegels van het testament, na deze goed
onderzocht te hebben, te verbreken. De Scholtus wordt het testament overhandigd,
dat door de schepenen van Zwolle als zodanig is gezegeld, waarna hij het testament
opent en voorleest. Hij benoemd als zijn erfgenamen in de eerste plaats zijn
broer Piet Willem van Sijtzama, en na diens overlijden zijn kinderen en kleinkinderen.
In de tweede plaats de kinderen van of kleinkinderen van wijlen zijn broer
Pico Dominicus van Sijtzama. Zijn neef Maurits Pico Diderick van Sijtzama
erft het Huis den Blankenhemert. Daarna volgt een opsomming van de bezittingen.
Het testament is opgemaakt op 10 maart 1757 en ondertekend door J.A. van Sijtzama.
Blankenhemert, 16 mei 1768.
Folio 32 Rechtshandeling. De Scholtus wordt
door de erfgenamen van Blankenhemert verzocht de zegels, die op 22 maart van
dit jaar op een aantal goederen te Blankenhemert zijn aangebracht, te verwijderen
(zie Folio 23).
Blankenhemert, 16 mei 1768.
Folio 32 Momberstelling door Hendrikjen
Bruninks, weduwe van wijlen Willem Cuiper, geadsisteerd met Hendr. Quant als
haar verkoren Momboir. Zij is voornemens in het huwelijk te treden met Gerrit
Haberts. Zij stelt Momboiren aan over haar onmondige dochter uit haar vorige
huwelijk, genaamd Willemtijn Cuiper, betreffende erfuiting van het Vaderlijke
Goed. Momboiren worden Gerrit Cuiper en Evert Haandrikman, de eerste grootvader
en de tweede oude oom van het kind.
Actum Hardenberg, 28 mei 1768.
Folio 32 vo, 33 Huwelijkse Voorwaarden van
Gerrit Haberts, jongman, en Hendrikjen Bruninks, weduwe van wijlen
Willem Cuiper, geadsisteerd met Hendr. Quant als haar verkoren Momboir. Zij
krijgen het volle eigendom van het bezit van bruids overleden man zijn ouders
genaamd, Gerrit Cuiper en Aaltien Haandrikman. Zij verplichten zich Gerrit
Cuiper en Aaltien Haandrikman de rest van hun leven te onderhouden en te verzorgen.
De dochter uit het vorige huwelijk van Hendrikjen Bruninks, genaamd Willemtijn
Cuiper, zal mogen introuwen en wordt erfgenaam, samen met de eventueel nog
te geboren kinderen.
De akte wordt ondertekend door Gerrit Habers, Hijndrijken
Brunenks, Gerrit Kuper, Evert Haanderikman, Hendrijk Kwant, Engbert Reiners
en Roelof Habers.
Actum Hardenberg, 28 mei 1768.
Folio 33, 33 vo Testament van Hendrik Kok, ter dezer
zake geadsisteerd met Jan Arends Heino als zijn verkoren Momboir. Hij verklaard
het testament, dat op 10 mei 1768 werd opgemaakt, voor nietig. Hij legateert
aan zijn neef Jan Schutstal, zoon van wijlen Albert Schutstal, de gerechte
halfscheid van een stuk zaailand te Loosen. Hij legateert aan zijn oom Jan
van Ringe en aan zijn tante Anna Maria van Ringe, huisvrouw van Jan Arends,
een ieder een somma van 50 Car. guldens, of bij hun vooroverlijden aan de
kinderen van Anna Maria van Ringe, welke niet eerder wordt uitgekeerd, dan
na het overlijden van nagenoemde erfgenamen. Hij benoemd zijn beide ooms en
tante, genaamd Jan Kok, Hermannes Kok en Margartha Kok tot zijn enige en universele
erfgenamen.
Actum Gramsbergen, 2 juni 1768.
Folio 34, 34 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Lucas Alberts, jongman, en Geertien Alberts, jongedochter, geadsisteerd
met haar oom Jan Holtes, als haar verkoren Momboir. Zij gaan inwonen bij bruidegoms
ouders, genaamd Albert Lucas en Griete Hendriks, doch zullen pas na het overlijden
van voornoemde ouders de administratie, regering en volle eigendom krijgen
van het bezit. In voldoening van de erfportie van de drie broers en de vier
zusters, met de namen Hendrik-, Egbert-, Roelof-, Aaltien-, Zwaantien-, Truite-
en Lutgert Alberts, wordt een regeling getroffen. Voorts zullen zij tot hun
trouwen in de ouderlijke woning mogen wonen en daar worden onderhouden en
verzorgd.
De akte wordt ondertekend door Lucas Albers, Geertien Everts,
Albert Luckas, Grijtijn Hendrijks, Yan Holtes, Egbert Reijners, Engbert Henderiks
en Yan Egbers Smit.
Actum Hardenberg, 4 juni 1768.
Folio 35 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Teunis Nijsink en zijn huisvrouw Geertruid Meulenbeld, woonachtig
te Brucht, aan Gerrit Timmerman en zijn huisvrouw Margaretha Timmerman,
woonachtig te Zwartsluis, voor een somma van 400 Car. guldens. Als
onderpand dienen een stuk zaailand, genaamd de Molakker, op de Bruchter Es
gelegen en aangekocht van Jan Balhaar, alsmede hun hof tegenover hun woonhuis
aan de oostzijde van de weg naar de Vecht, dit alles gelegen te Brucht.
Actum Heemse, 19 juni 1768.
Folio 35 vo, 36 Testament van Willem Truin en zijn
huisvrouw Geertien Berends, woonachtig in ‘t Laar. Geertien Berends is in
deze ontslagen van het Momberschap van haar man en wordt in deze zaak geadsisteerd
met Jan Noorink als haar verkoren Momboir. Zij benoemen hun zoon Wolter Truin
als hun toekomende boedelhouder en erfgenaam. In voldoening van de erfportie
van de andere dochter en zoon, genaamd Fenne Truin en Jan Hendrik Truin, krijgen
zij elks een somma van 150 Car. gulden en een koe en een gust rundbeest. Mochten
zij met dit testament niet vredig zijn dan krijgen zij de Legitieme Portie
naar Landrecht en zullen verder niets genieten of profiteren.
Actum Heemse, 22 juni 1768
Folio 36 vo, 37 Maagscheid (=verdeling van het erfgoed
door nabestaanden) door Hendrikjen Hendriks, weduwe van wijlen Hendrik Hekman,
geadsisteerd met Derk J. Meijerink als haar verkoren Momboir; Geertien Hendriks,
weduwe van wijlen Jan Visscher, geadsisteerd als voren met D. J. Meijerink
als haar verkoren Momboir; Jan Hendriks met zijn huisvrouw Maria Assen; Derk
Hendriks met zijn huisvrouw Geertien Gerrits; Asse Ribberink met zijn huisvrouw
Engeltien Hendriks; Maria Hendriks, geadsisteerd met voornoemde D.J. Meijerink
als verkoren Momboir; Egbert Hendriks. Zij zijn tesamen erfgenamen van wijlen
hun ouders Hendrik Jannessen en Hendrikjen Derksen, gewoond hebbende op ‘t
Erve Warmboldink te Diffelen. Derk Hendriks en zijn huisvrouw Geertien Gerrits
krijgen de volle eigendom van de boedel en goederen. De zoon van de weduwe
van wijlen Jan Visscher, genaamd Hendrik Jansen krijgt het huis met de grond
waar het op staat. Dit huis wordt thans nog bewoond door de weduwe van Hendrik
Hekman. De weduwe van Jan Visscher woond thans bij Derk Hendriks in haar ouderlijke
huis en mag aldaar vertrekken, waarvoor zij een schadeloosstelling krijgt.
Ook met de andere kinderen wordt een regeling getroffen, betreffende voldoening
van hun erfportie.
Actum Hardenberg, 22 juni 1768.
Folio 37 vo Rekening van ontvangsten en uitgaven
van Evert van der Scheer en Roelof Haberts als Momboiren over de kinderen
van wijlen Jan Haberts en Hendrikjen van der Scheer.
Hardenberg, 24 juni 1768.
Folio 38 Overdracht van een dagwerk
hooiland te Holtheme, door Berta Anna Helena Jansenius, weduwe van
wijlen predikant F.A. Lamping, geadsisteerd met B. van Borne als haar verkoren
Momboir, aan Warsse Leemgraven en zijn huisvrouw Fenne Bruininks.
Actum Hardenberg, 6 juli 1768.
Folio 38 vo Borgstelling door Jan Klinge, woonachtig
te Radewijk, en Hendrik Coning, woonachtig te Baalder, voor Hendrik Jansen
en zijn huisvrouw Derkjen Harmsen, vanaf het begin van dit jaar werkzaam als
Meijerluiden op de Kooi onder Gramsbergen, zodat “deselve Hendrik Jansen met
sijn Huisvrouw nog na hun overlijden derselves kinderen, binnen den tijd van
ses jaren niet sullen komen tot laste van den Armenstaat of Diaconie van Gramsbergen”.
Actum Hardenberg, 18 juli 1768.
Folio 39 Volmachtstelling door Maurits
Willem van den Appell en zijn vrouw Adriana van den Appell, geboren van der
Merwede, mede erfgenamen van Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Zij verklaren
hierbij te benoemen tot volmachtige in dezen Jan Frederik van der Merwede,
luitenant Colonel ten dienste van dit Land, en bij zijn absentie Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen. Voorgenoemde personen
zullen de vereffening van de nalatenschap ter hand nemen, betreffende verkoop
en overdracht van goederen en het afbetalen van boedelschulden.
Actum Hardenberg, 19 juli 1768.
Folio 39 vo t/m 40 vo Rekening van ontvangsten
en uitgaven door Jan Schutstal, woonachtig te Gramsbergen, betreffende zijn
Momberschap, die hij op 16 september 1760 samen met wijlen Hendrik van Ringe
kreeg over de kinderen van wijlen Geert Kok en Janna van Ringe, met namen
Albertus- en Hendrik Kok. Omdat de beide kinderen zijn overleden wil hij ten
overstaan van dit Gericht verantwoording afleggen van ontvangsten en uitgaven.
De eindafrekening geeft een negatief saldo van 102 Car. guldens, 18 stuivers
en 12 penningen. Dit tekort wordt door de erfgenamen van wijlen Hendrik Kok,
zijnde Jan-, Hermannes-, Margareta Kok en Jan van Ringe voor zichzelf en namens
zijn zuster Anna Maria van Ringe, de huisvrouw van Jan Arends, na de rekening
uitvoerig te hebben bestudeerd aan Jan Schutstal uitbetaald.
Hardenberg, 21 juli 1768.
Folio 41, 41 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Jan Janessen Waterink, jongman, en Jannegien Alberts, jongedochter,
geadsisteerd met haar vader Albert Oolberts als haar verkoren Momboir. Zij
krijgen de halfscheid van het bezit van bruidegoms ouders Jannes Waterink
en wijlen Geertien Hendriks en gaan samen de huishouding voeren. Na het overlijden
van Jannes Waterink krijgen zij het volle eigendom. In voldoening van de erfportie
van de twee broers en zuster van de bruidegom, met de namen Hendrik-, Marten-
en Jannegien Jannessen Waterink, wordt een regeling getroffen. Voorst zullen
de broers en zuster tot hun trouwen en bij ziekte en ongemak in het huis mogen
blijven wonen en verzorgd moeten worden.
De akte wordt getekend door Jan Jansen Waterink, Jennegien
Alberts, Albert Oolbers, Yannis Watrinck, Jennegien Jansen, Hendrik Jannes,
Merten Jannes, Yacob Lijsen en Yan Schottink.
Actum Hardenberg, 20 augustus 1768.
Folio 42 Momberstelling door Evert Vedelaar,
weduwenaar van wijlen Hendrikjen Alberts.Hij is voornemens in het huwelijk
te treden met Hendrikjen Warmink. Hij stelt Momboiren aan over zijn vijf onmondige
kinderen uit zijn vorige huwelijk, genaamd Albert-, Berend Hendrik-, Fennegien-,
Hillegien- en Gesina Vedelaar, betreffende erfuiting van het Moederlijke Goed.
Momboiren worden Albert Alberts en Jan Luggers, de eerste grootvader, en de
tweede neef van de kinderen.
Heemse, 27 augustus 1768.
Folio 42, 42 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Evert Vedelaar, weduwenaar van wijlen Hendrikjen Alberts, en Hendrikjen
Warmink, jongedochter, geadsisteerd met haar broer Jan Warmink als haar verkoren
Momboir. Voor de vijf voorkinderen, genaamd Alberts-, Berend Hendrik-, Fennegien-,
Hillegien- en Gesina Vedelaar wordt een regeling getroffen betreffende het
Moederlijke Goed, tevens worden zij erfgenamen, samen met de eventueel nog
te geboren kinderen.
De akte wordt ondertekend door Evert Vedelaar, Hendrikjen
Warmink de bruid, Albert Albers, Jan Luggers, Gerrijt Werrmek, Lambert Wermenk,
Hend. Welink en Berent Vedelaar.
Actum Heemse, 27 augustus 1768.
Folio 43, 43 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Berend Wilpshaar, jongman, en Jannegien Timmerman, jongedochter, geadsisteerd
met haar vader Hendrik Timmerman als haar verkoren Momboir. Zij krijgen de
halfscheid van het bezit van de bruidegoms ouders Alberts Wilpshaar en Aaltien
Harmsen en gaan samen de huishouding voeren. Na het overlijden van de ouders
van de bruidegom krijgen zij het volle eigendom. In voldoening van de erfportie
van de twee broers en drie zusters van de bruidegom, met de namen Harmen-,
Willem-, Geesjen-, Harmtien- en Willemina Wilpshaar, wordt een regeling getroffen.
Voorts zullen de broers en zusters tot hun trouwen en bij ziekte en ongemak
in het huis mogen blijven wonen en verzorgd worden.
De akte wordt ondertekend door Berent Wijlpshaar, Yannegien
Timmerman, Albert Wilpshaar, Altien Hermsen, Hendrik Timmerman, Willemtijn
Hendriks en Hendrik Richterenk.
Actum Hardenberg, 10 september 1768.
Folio 44 Testament van Geertien Harmsen
Dobbeman, woonachtig te onder Gramsbergen, geadsisteerd ter deze zaak met
Jan Noorink als haar verkoren Momboir. Zij benoemt haar nicht Trijne Derksen,
huisvrouw van Hendrik Wolbink te Ane, en bij hun vooroverlijden hun kinderen,
als haar enige en universele erfgenaam.
Actum Heemse, 14 september 1768.
Folio 44 vo Overdracht van twee stukken
zaailand te Ane, door Harmen Alberts Pothof en zijn huisvrouw Jannegien
Reinders, woonachtig te Aneveld, aan Jan Lamberts Clooster en zijn
huisvrouw Fennegien Jansen, woonachtig te Ane.
Actum Hardenberg, 22 september 1768.
Folio 45 Overdracht van het huis,
schuur en een aantal percelen grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw
Geese Woerthuis, aan Hendrik Koning en zijn huisvrouw Janna Jansen,
behorende bij het Erve Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar
bij publieke verkoping, bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 45 vo Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
burgemeester Barend van Borne en zijn ehevrouw Hermanna Elisabet van Nul,
behorende bij het Erve Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar
bij publieke verkoping, bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 46 Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
Hendrik Blanckvoort en zijn huisvrouw Aaltien Gerrits, behorende bij het Erve
Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping,
bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 46 vo Overdracht van een aantal
percelen grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis,
aan Hendrik Everts en zijn huisvrouw Hendrikjen Reinders, behorende
bij het Erve Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke
verkoping, bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 47 Overdracht van een aantal
percelen grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis,
aan Albert Hendriks en zijn huisvrouw Janna Jansen, behorende bij het
Erve Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping,
bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 47 vo Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
Jan Hutten en zijn huisvrouw IJda Hendriks, behorende bij het Erve Purink
te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping, bij
percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 48 Overdracht van een aantal
percelen grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis,
aan Harmen Egberts Slotman, behorende bij het Erve Purink te Baalder,
dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping, bij percelen,
heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 48 vo Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
Roelof Snijders en zijn huisvrouw Jannegien Jansen, behorende bij het Erve
Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping,
bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 49 Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
Harmen Hannes en zijn huisvrouw Zwaantien Willems, behorende bij het Erve
Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping,
bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 49 vo Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
de kinderen van wijlen Hendrik Hendriks en Gese Harmsen, genaamd Hendrik-,
Fennegien- en Harmina Hendriks, behorende bij het Erve Purink te Baalder,
dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping, bij percelen,
heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 50 Overdracht van een perceel
grond, door Lubbert IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuis, aan
Engbert Reints en zijn huisvrouw Hendrikjen Derksen, behorende bij het Erve
Purink te Baalder, dat hij op 25 februari van dit jaar bij publieke verkoping,
bij percelen, heeft verkocht.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 50 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Hendrik Koning en Jan Egberts van Linge in kwaliteit als Momboiren
over de nagelaten kinderen van wijlen Hendrik Hendriks en Geese Harmsen (zie
Folio 20), genaamd Hendrik-, Fennegien- en Harmina Hendriks, aan Lubbert
IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuijs, woonachtig te Wielen, voor
een somma van 175 Car. guldens. Als onderpand dienen drie stukken zaailand
op de Baalder Es, zijnde de middelste van de drie stukken op 25 februari aangekocht
bij Lubbert IJmhof. De kantlijn vermeldt dat het bedrag op 2 januari 1776
is afgelost.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 51 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Hendrik Koning en zijn huisvrouw Janna Jansen, aan Lubbert
IJmhof en zijn huisvrouw Geese Woerthuijs, woonachtig te Wielen, voor
een somma van 1750 Car. guldens. Als onderpand dienen het Erve Coning te Baalder,
drie stukken hooiland, een stuk groen land van drie koeweiden en twee stukken
zaailand te Baalder.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 51 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Hendrik Everts en zijn huisvrouw, aan Lubbert IJmhof en
zijn huisvrouw Geese Woerthuis, woonachtig te Wielen, voor een somma
van 100 Car. guldens. Als onderpand dienen de eigendommelijk door haar bewerkte
keuterplaats, bestaande in het woonhuis en gooren, te Baalder, hetgeen op
25 februari is aangekocht bij Lubbert IJmhof.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 52 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Fennegien Alberts, weduwe van wijlen Hendrik Alberts, haar zoon
Albert Hendriks met zijn huisvrouw Janna Jansen, zijnde voornoemde Fennegien
Alberts en Janna Jansen met voornoemde Albert Hendriks als verkoren Momboir
geadsisteerd, aan Gerrit Hakkers en huisvrouw Matte Harmsen, voor
een somma van 400 Car. guldens. Als onderpand dienen de eigendommelijke en
door hun bewoonde keuterplaats, Arend Snijders genaamd, bestaande in het woonhuis
en gooren te Baalder. Voorts twee stukjes zaailand op de Baalder Es, die op
25 februari uit Erve Purink zijn aangekocht bij Lubbert IJmhof.
Actum Hardenberg, 22 oktober 1768.
Folio 52 vo, 53 Huwelijkse Voorwaarden van
Hendrik Martens, jongman, en Jannegien Egberts, jongedochter, geadsisteerd
met haar oom Derk Jan Grotebuil als haar verkoren Momboir. Ze krijgen de halfscheid
van het bezit van de bruid haar ouders wijlen Egbert Jansen en haar nog in
leven zijnde moeder IJde Gerritsen. Na het overlijden van haar moeder krijgen
ze het volle eigendom. In voldoening van de erfportie van de broer van de
bruid, genaamd Jan Egberts wordt een regeling getroffen. Voorts zal de broer
tot zijn trouwen en bij ziekte en ongemak in het huis mogen blijven wonen
en verzorgd worden.
De akte wordt ondertekend door Hendrik Martens, Yengien
Egbers, Derk Jan Grotebuil, Egbert Jan Gerrijtsen, Jan Jansen, Derk Nootveld,
Yderkien Gerrits, Yan Egberts, Jan Martens en Anne Yans.
Actum Hardenberg, 28 oktober 1768.
Folio 53 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Gerrit Veldman, zijn huisvrouw Jannegien Schonekamp en hun zoon
Jan Harm Egberts, woonachtig te Collendoorn, aan R. Mazier, rustend
predikant van Gramsbergen, en zijn ehevrouw Johanna Hendrina van Dijk, voor
een somma van 350 Car. guldens. Als onderpand dienen twee dagwerken hooiland
te Ane en een dagwerk hooiland te Heemse.
Actum Hardenberg, 29 oktober 1768.
Folio 53 vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Egbert Reints en zijn huisvrouw Annegien Arends, aan burgemeester
Jan Santmans en zijn huisvrouw Janna Smit, voor een somma van 300 Car.
guldens. Als onderpand dienen twee stukken zaailand op de Kleine Esjen en
een stukje zaailand op de Es te Baalder. De kantlijn vermeldt dat het bedrag
op 25 juni 1808 is afgelost.
Actum Hardenberg, 29 oktober 1768.
Folio 54 Momberstelling door Roelof Haberts,
weduwenaar van wijlen Geertruid Bussemaker. Hij is voornemens in het huwelijk
te treden met Harmtien Loshaer. Hij stelt Momboiren aan over zijn vier onmondige
kinderen uit zijn vorige huwelijk, genaamd Hendrik-, Geesjen-, Gerrit- en
Jan Haberts, betreffende erfuiting van het Moederlijke Goed. Momboiren worden
Gerrit Haberts en Hendrik Snijders, biede omen van de kinderen.
Hardenberg, 5 november 1768.
Folio 54, 54 vo Huwelijkse Voorwaarden van
Roelof Haberts, weduwenaar van wijlen Geertruid Bussemaker, en Harmtien
Loshaer, jongedochter, geadsisteerd met haar stiefvader Jan Loshaer als haar
verkoren Momboir. De kinderen uit het vorige huwelijk, genaamd Hendrik-, Geesjen-,
Gerrit- en Jan Haberts worden erfgenamen, samen met de eventueel nog te geboren
kinderen.
De akte wordt getekend door Roelof Habers, Hermtien Loshaers,
Yan Loshar, Aaltien Loshaer de moeder van de bruid, Gerrit Habers, Hinderik
Snieders, Egbert Flierman en Yan Hams.
Actum Hardenberg, 5 november 1768.
Folio 55 Overdracht van een stuk
zaailand te Baalder, door Jan Hannes en zijn zoon Harmen Hannes met
zijn huisvrouw Zwaantien Willems, aan Teunis Brink en zijn huisvrouw
Stiene Lamberts.
Actum Hardenberg, 9 november 1768.
Folio 55 vo Overdracht van een veenakker
op het Anerveen, door Geerlig Oeverman; Jan Huirink met zijn huisvrouw
Wibbegien Oeverman; Hendrikjen Oeverman, als weduwe van Geert Laarman, geadsisteerd
met zoon Gerrit Laarman als Momber; Jan Arends Kip met zijn huisvrouw Aaltien
Oeverman; Geesjen Zweers als weduwe van Alb. Oeverman, geadsisteerd met Geerlig
Oeverman als Momber, als moeder en wettige voogdesse van haar twee minderjarige
kinderen Willemina- en Albertdina Oeverman en de meerderjarige kinderen Jasper,
Berend en Jannegien Oeverman, de laatste geadsisteerd met haar broer Jasper
als Momber, zijnde tesamen Erfgenamen van wijlen Gerrit Willemsen Veerman.
De veenakker verkocht aan Jan Jansen Huirink, zoon van de tweede comparant.
Actum Hardenberg, 29 november 1768.
Folio 56 Overdracht van een veenakker
op het Anerveen, door Geerlig Oeverman; Jan Huirink met zijn huisvrouw
Wibbegien Oeverman; Hendrikjen Oeverman, als weduwe van Geert Laarman, geadsisteerd
met zoon Gerrit Laarman als Momber; Jan Arends Kip met zijn huisvrouw Aaltien
Oeverman; Geesjen Zweers als weduwe van Alb. Oeverman, geadsisteerd met Geerlig
Oeverman als Momber, als moeder en wettige voogdesse van haar twee minderjarige
kinderen Willemina- en Albertdina Oeverman en de meerderjarige kinderen Jasper,
Berend en Jannegien Oeverman, de laatste geadsisteerd met haar broer Jasper
als Momber, zijnde tesamen Erfgenamen van wijlen Gerrit Willemsen Veerman.
De veenakker is verkocht aan Willem Huirink, zoon van de tweede comparant.
Actum Hardenberg, 29 november 1768.
Folio 56 vo, 57 Overdracht van het eerste perceel,
van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande
van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink
of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan
Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus
van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot
Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd
Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van
Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen
en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van
Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768
voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige
van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor
de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd
van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot
Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de
Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van
den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen
erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel is verkocht
aan Harmen Alberts van Aans, bestaat uit het woonhuis van de Meijer
Albert van Aans en diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768
Folio 57 vo, 58 Overdracht van het tweede perceel,
van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande
van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink
of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan
Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus
van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot
Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd
Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van
Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen
en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van
Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768
voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige
van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor
de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd
van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot
Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de
Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van
den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen
erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel is verkocht
aan Jan Hendrik van Langen, vaandrig ten dienste van dit land, bestaande
uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 58 vo, 59 Overdracht van het vierde perceel,
van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande
van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink
of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan
Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus
van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot
Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd
Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van
Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen
en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van
Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768
voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige
van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor
de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd
van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot
Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de
Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van
den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen
erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel wordt
verkocht aan Willem Loshaer, bestaande uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 59 vo, 60 Overdracht van het zesde perceel,
van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande
van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink
of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan
Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus
van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot
Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd
Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van
Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen
en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van
Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768
voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige
van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor
de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd
van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot
Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de
Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van
den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen
erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel wordt
verkocht aan Egbert Vlierman en zijn huisvrouw Hendrikjen Willems,
bestaande uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 60 vo, 61 Overdracht van het zevende
perceel, van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten
overstaande van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en
Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede
en Jan Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor
de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert,
heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob
genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel
Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van
23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer
benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie
van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis
Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land,
en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19
juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits
Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle
tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel
wordt verkocht aan Albert Melenberg, bestaande uit diverse stukken
land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 61, 61 vo Overdracht van het negende
perceel, van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten
overstaande van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en
Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede
en Jan Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor
de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert,
heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob
genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel
Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van
23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer
benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie
van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis
Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land,
en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19
juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits
Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle
tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel
wordt verkocht aan Jan Hendriks Kleinebuil, bestaande uit diverse stukken
land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 62, 62 vo Overdracht van het tiende perceel,
van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande
van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink
of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan
Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus
van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot
Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd
Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van
Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen
en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van
Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768
voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige
van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor
de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd
van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot
Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de
Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van
den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen
erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel wordt
verkocht aan Jan Passies en zijn huisvrouw Zwaantien Roelofs, bestaande
uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 63, 63 vo Overdracht van het elfde perceel,
van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande
van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink
of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan
Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus
van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot
Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd
Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van
Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen
en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van
Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768
voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige
van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor
de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd
van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot
Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de
Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van
den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen
erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel wordt
verkocht aan Lambert Lucassen en zijn huisvrouw Willemtien Lamberts,
bestaande uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 64, 64 vo Overdracht van het twaalfde
perceel, van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten
overstaande van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en
Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede
en Jan Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor
de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert,
heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob
genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel
Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van
23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer
benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie
van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis
Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land,
en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19
juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits
Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle
tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel
wordt verkocht aan Willem Loshaar, bestaande uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 65, 65 vo Overdracht van het vijftiende
perceel, van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten
overstaande van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en
Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede
en Jan Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor
de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert,
heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob
genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel
Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van
23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer
benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie
van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis
Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land,
en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19
juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits
Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle
tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel
wordt verkocht aan Derk Monnekemeijer en zijn huisvrouw Wibbegien Assen,
bestaande uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 66, 66 vo Overdracht van het zeventiende,
achttiende, negentiende en twintigste perceel, van het door wijlen Freule
E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande van dit Gericht publiekelijk,
bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane,
door Ernst Jan van der Merwede en Jan Frederik van der Merwede; volgens
procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde
van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina
Elisabeth Beatrix gansnob genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith
van Hemert, en Daniel Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november
1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot
volmachtige van Reinder Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen;
volgens procuratie van 23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden
van de stad Deventer benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede;
volgens procuratie van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot
volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten
dienste van dit land, en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens
procuratie van 19 juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige
van Maurits Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der
Merwede; alle tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort.
Het perceel wordt verkocht aan Gerrit Boerink, koster te Gramsbergen,
en zijn huisvrouw Roelofjen Luin, bestaande uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 66 vo, 67 Overdracht van het eenentwintigste,
tweeentwintigste, drieentwintigste en vierentwintigste perceel, van het door
wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande van dit
Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en Goed Waterink of van
Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede en Jan Frederik
van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus van
Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot Krijtenberg,en
zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd Tengnagel alsmede
van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van Hemert; volgens
procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van
de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van Hemert, burgemeester
van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige van Adriaan
Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor de Scholtus
van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd van Rijneveld
Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot Ida Lucretia
van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de Scholtus van
Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van den Appell en
Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen erfgenamen van
wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel wordt verkocht aan
Willem Timmerman en zijn huisvrouw Harmtien Pranger, bestaande uit diverse
stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 67 vo, 68 Overdracht van het vijfentwintigste
perceel, van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten
overstaande van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en
Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede
en Jan Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor
de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert,
heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob
genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel
Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van
23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer
benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie
van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis
Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land,
en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19
juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits
Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle
tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel
wordt verkocht aan Jan Bosch en zijn ehevrouw Zwaantien Boerink, zijnde
de Veenplaats te Anerveen, bewoond door Jan Gerrits, bestaande uit het woonhuis
en diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 68, 68 vo Overdracht van het zesentwintigste
perceel, van het door wijlen Freule E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten
overstaande van dit Gericht publiekelijk, bij percelen, verkochte Erve en
Goed Waterink of van Aans genaamd, te Ane, door Ernst Jan van der Merwede
en Jan Frederik van der Merwede; volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor
de Scholtus van Wijhe benoemd tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert,
heer tot Krijtenberg,en zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob
genaamd Tengnagel alsmede van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel
Adolph van Hemert; volgens procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder
Willem van Hemert, burgemeester van de stad Kampen; volgens procuratie van
23 juli 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van de stad Deventer
benoemd tot volmachtige van Adriaan Willem van der Merwede; volgens procuratie
van 29 juli 1768 voor de Scholtus van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis
Pieter, de voogd van Rijneveld Lienten, kolonel ten dienste van dit land,
en zijn echtgenoot Ida Lucretia van der Merwede; volgens procuratie van 19
juli 1768 voor de Scholtus van Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits
Willem van den Appell en Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle
tesamen erfgenamen van wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel
wordt verkocht aan Berend Kamphuis, woonachtig in de Meene, bestaande
uit diverse stukken land.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 69, 69 vo Overdracht van “de Gerechte
Halfscheid van greven Thiende uit het Erve Willink in de boerschap Ane” (de
andere halfscheid behoort toe aan Evert van der Scheer), van wijlen Freule
E.M. Blanckvoort op 17 november 1767 ten overstaande van dit Gericht publiekelijk
verkocht, door Ernst Jan van der Merwede en Jan Frederik van der Merwede;
volgens procuratie van 7 augustus 1768 voor de Scholtus van Wijhe benoemd
tot gevolmachtigde van Gerrit Maurits van Hemert, heer tot Krijtenberg,en
zijn echtgenote Alerdina Elisabeth Beatrix gansnob genaamd Tengnagel alsmede
van de Freule Anna Judith van Hemert, en Daniel Adolph van Hemert; volgens
procuratie van 7 november 1768 voor burgemeesteren, schepenen en raden van
de stad Kampen benoemd tot volmachtige van Reinder Willem van Hemert, burgemeester
van de stad Kampen; volgens procuratie van 23 juli 1768 voor burgemeesteren,
schepenen en raden van de stad Deventer benoemd tot volmachtige van Adriaan
Willem van der Merwede; volgens procuratie van 29 juli 1768 voor de Scholtus
van Olst benoemd tot volmachtige van Cornelis Pieter, de voogd van Rijneveld
Lienten, kolonel ten dienste van dit land, en zijn echtgenoot Ida Lucretia
van der Merwede; volgens procuratie van 19 juli 1768 voor de Scholtus van
Hardenberg benoemd tot gevolgmachtige van Maurits Willem van den Appell en
Adriana van den Appell geboren van der Merwede; alle tesamen erfgenamen van
wijlen Freule Elisabeth Maria Blanckvoort. Het perceel is verkocht aan
Gerrit Beldman en zijn huisvrouw Hendrikjen Bijleveld.
Actum Hardenberg, 12 december 1768.
Folio 69 vo Nietigverklaring van Huwelijkse
Voorwaarden. Voor het Gericht verschijnen Hendrik Baarslag en zijn huisvrouw
Aaltien Harmsen, alsmede Jan Valkman, getrouwd geweest met wijlen Fennegien
Schonekamp. Fennegien Schonekamp was een dochter van eerstgenoemde Hendrik
Baarslag en zijn huisvrouw Aaltien Harmsen. Zij verklaren gezamenlijk dat
zij de Huwelijkse Voorwaarden, opgemaakt op 14 januari 1763 bij het huwelijk
van Jan Valkman en Fennegien Schonekamp, willen vernietigen.
Actum Gramsbergen, 21 december 1768.
Folio 70 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Gerrit Boerink, koster te Gramsbergen, en zijn ehevrouw Roelofjen
Luin, aan Gerrit Wildink, woonachtig te Coevorden, voor de somma
van 1100 Car. guldens. Als onderpand dienen twaalf dagwerken hooiland, zijnde
een vol slag, gelegen in de Meene. Deze zijn op 17 november 1767 bij publieke
verkoping van wijlen Freule E.M. Blanckvoort aangekocht en de twaalfde van
deze maand getransporteerd.
Actum Gramsbergen, 21 december 1768.
Folio 70 vo Testament van Jan Jansen. Hij benoemd zijn broer Evert Jansen en diens huisvrouw Harmina Mulders, of bij hun vooroverlijden de kinderen, tot zijn enige en universele erfgenamen.
Actum Gramsbergen, 21 december 1768.