Rechterlijk Archief Stadsgericht Hardenberg, inventarisnummer 5, periode 23 januari 1777 t/m 30 december 1801

samenvatting van de akten door Gezinus Grissen

Folio 1 Momberstelling door Elsjen
Meijerink, weduwe van Alb. Bieleveld, geadsisteerd met Reinhart Weerts, als
haar verkoren momboir. Zij is voornemens in het huwelijk te treden met Jan Hendrik
Mulder. Zij stelt momboiren aan over haar minderjarige kinderen uit haar vorige
huwelijk, genaamd Hillegien, Egtberdina en Jan Hendrik Bieleveld, betreffende
erfuiting van het vaderlijke goed. Momboiren worden Hendrik Schreur, woonachtig
te Heemse, en Hendrik Roelofz Bieleveld, woonachtig te Gramsbergen.
Hardenberg, 23 januari 1777.

Folio 1, 1vo, 2 Huwelijkse voorwaarden van Jan
Hendrik Mulder en Elsjen Meijerink, weduwe van Albert Bieleveld, geadsisteerd
met Reinhart Weerts als haar verkoren momboir. De minderjarige kinderen van
Elsjen Meijerink en wijlen Albert Bieleveld, genaamd Hillegien, Egtberdina en
Jan Hendrik Bieleveld, zullen uit de geringe nalatenschap van hun vader krijgen,
elk een bijbel bestaande uit het Oude en Nieuwe Testament en de Psalmen, bij
elkaar ingebonden, zonder krappen. De kinderen worden erfgenaam samen met eventueel
uit dit huwelijk te geboren kinderen. Verder is geconditioneerd, dat, terwijl
de bruidegom van de Lutherse, en de bruid van de Gereformeerde religie is, dat
de kinderen die uit dit huwelijk worden geboren, opgebracht zullen worden in
de Gereformeerde religie.

De akte wordt ondertekend door Jan Hendrik Möller bruidegom, Elsjen Meijerink
bruid, Reinhart Weerts mombaar van de bruid, Hendrijk Schrur, Hindrik Roelofs
Bijlevelt.

Actum Hardenberg, 23 januari 1777.

Folio 2vo Overdracht door Lambert Caspers
en zijn ehevrouw Janna Noorink voor een somma van kooppenningen die, namens
de diaconen van Heemse ten genoegen zijn voldaan en betaald, aan Jan
Hoffzink en zijn ehevrouw Hendrikjen Gerrits, van een stuk zaailand,
met toestemming van de Diaconen van Heemse als qq. verwinhebberen en reële crediteuren.
Actum Hardenberg, 4 februari 1777.

Folio 3 Momberstelling door Willem
Boerrigter, weduwenaar van Harmtjen Hendriksen. Hij is voornemens in het huwelijk
te treden met Hendrikjen Assen. Hij stelt momboiren aan over zijn onmondige
kind uit zijn vorige huwelijk, genaamd Jan Hendrik Boerrigter, betreffende erfuiting
van het moederlijke goed. Momboiren worden Berend Boerrigter en Gerrit Stegeman,
beide lijflijke omen van zijn kind.
Hardenberg, 20 maart 1777.

Folio 3, 3vo, 4 Huwelijkse voorwaarden van Willem
Boerrigter, weduwenaar van Harmtjen Hendriksen, en Hendrikje Assen, geadsisteerd
met burgemeester G. Hoffsink als haar verkoren momboir. Het minderjarige kind
uit het huwelijk van Willem Boerrigter met wijlen Harmtjen Hendriksen, genaamd
Hendrik Boerrigter, krijgt uit zijn moederlijke goed 40 car. guldens en de lege
kist bij het bereiken bij het 25e jaar of bij trouwen. Hij wordt erfgenaam samen
met de eventueel uit dit huwelijk te geboren kinderen. Het bruidspaar trouwt
in gemeenschap van goederen. De moeder van de bruidegom, genaamd Geesjen Willems
Swart, weduwe van Jan Hend. Boerrigter, zijnde in deze geadsisteerd met Berend
Boerrigter als haar verkoren momboir, verklaarde dat het bruidspaar de volle
eigendom zal krijgen van al haar goederen, mits zij de dagen van haar leven
voor haar zullen zorgen en haar naar kinderen plicht behandelen.

De akte wordt ondertekend door Willem Boerrigter bruidegom, Henderkien Assen
bruid, Geertjen Willems Swart moeder van de bruidegom, Marie Kloster, Berent
Boerigter, Hindrik Kloster, Gerrit Stegeman, Gerrijt Timmerman, en G. Hoffsink
momber van de bruid en van de bruid haar moeder Marija Klooster.

Actum Hardenberg, 20 maart 1777.

Folio 4vo Momberstelling door Wibbe Lucassen,
weduwe van wijlen Roelof Vlierman, geadsisteerd met Hend. Veltman als haar verkoren
mombaar. Zij is voornemens in het huwelijk te treden met Gerrit Willemsen. Zij
stelt momboiren aan over haar onmondige dochtertje uit haar vorige huwelijk,
genaamd Roelofjen Vlierman, betreffende erfuiting van het vaderlijke goed. Momboiren
worden Gerrit Hersevoort en Hendrik Heersmink, beide lijflijke omen van het
kind.
Hardenberg, 21 april 1777.

Folio 4vo, 5 Huwelijkse voorwaarden van Gerrit
Willemsen en Wibbe Lucassen, weduwe van wijlen Roelof Vlierman, geadsisteerd
met Hendrik Veltman als haar verkoren mombaar. Het kind van Wibbe Lucassen en
wijlen Roelof Vlierman, genaamd Roelolfjen Vlierman krijgt uit haar vaders nalatenschap
een somma van 20 car. gulden en de zilveren gespen als zij 25 jaar is of wanneer
zij eerder gaat trouwen. Zij wordt erfgenaam samen met eventueel uit dit huwelijk
te geboren kinderen. Het bruidspaar trouwt in gemeenschap van goederen.

De akte wordt ondertekend door Gerrit Willemsen, Wibbegien Lukassen, Hendrik
Veltman, Gerrit Harsevoort en Hendrik Heersmink.

Actum Hardenberg, 21 april 1777.

Folio 5vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door burgemeester Derk Santman en zijn ehevrouw Aaltjen van Munster,
aan Heer Lieutenant E.G. Molckenbour, voor een somma van 200 guldens.
Actum Hardenberg, 22 april 1777.

Folio 6 Overdracht door burgemeester
G. Sierink als gevolmachtigde van Philip Haring en Abraham van Kampellen, de
eerste voor zichzelf en als vader, de laatste als voogd van de minderjarige
kinderen van voornoemde Philip Haring en wijlen Maria Sierink, luid procuratie
voor het Schout en Schepenen van de Beemster; Derk Jan Cremer, voor hem zelf
en als voogd van het minderjarige kind van wijlen Hendrik Cremer, en de rato
caverende voor zijn zuster Grietjen Cremer woonachtig te Amsterdam; voorts Egtberdina
Cremer, in deze geadsisteerd met haar broer D.J. Cremer; gezamenlijk erfgenamen
van wijlen Harmen Sierink en Geertjen Odink, in leven echtelieden, aan
Jan Santman en zijn ehevrouw Janna Smids, van een perceel zaailand.
Actum Hardenberg, 24 april 1777.

Folio 6vo Overdracht door burgemeester
G. Sierink als gevolmachtigde van Philip Haring en Abraham van Kampellen, de
eerste voor zichzelf en als vader, de laatste als voogd van de minderjarige
kinderen van voornoemde Philip Haring en wijlen Maria Sierink, luid procuratie
voor het Schout en Schepenen van de Beemster; Derk Jan Cremer, voor hem zelf
en als voogd van het minderjarige kind van wijlen Hendrik Cremer, en de rato
caverende voor zijn zuster Grietjen Cremer woonachtig te Amsterdam; voorts Egtberdina
Cremer, in deze geadsisteerd met haar broer D.J. Cremer; gezamenlijk erfgenamen
van wijlen Harmen Sierink en Geertjen Odink, in leven echtelieden, aan
Jan Santman en zijn ehevrouw Janna Smids, van een perceel zaailand.
Actum Hardenberg, 24 april 1777.

Folio 7 Overdracht door burgemeester
G. Sierink als gevolmachtigde van Philip Haring en Abraham van Kampellen, de
eerste voor zichzelf en als vader, de laatste als voogd van de minderjarige
kinderen van voornoemde Philip Haring en wijlen Maria Sierink, luid procuratie
voor het Schout en Schepenen van de Beemster; Derk Jan Cremer, voor hem zelf
en als voogd van het minderjarige kind van wijlen Hendrik Cremer, en de rato
caverende voor zijn zuster Grietjen Cremer woonachtig te Amsterdam; voorts Egtberdina
Cremer, in deze geadsisteerd met haar broer D.J. Cremer; gezamenlijk erfgenamen
van wijlen Harmen Sierink en Geertjen Odink, in leven echtelieden, aan
Frederik van Munster en zijn ehevrouw Sophia Nijman, van een perceel
hooiland.
Actum Hardenberg, 24 april 1777.

Folio 7vo Overdracht door burgemeester
G. Sierink als gevolmachtigde van Philip Haring en Abraham van Kampellen, de
eerste voor zichzelf en als vader, de laatste als voogd van de minderjarige
kinderen van voornoemde Philip Haring en wijlen Maria Sierink, luid procuratie
voor het Schout en Schepenen van de Beemster; Derk Jan Cremer, voor hem zelf
en als voogd van het minderjarige kind van wijlen Hendrik Cremer, en de rato
caverende voor zijn zuster Grietjen Cremer woonachtig te Amsterdam; voorts Egtberdina
Cremer, in deze geadsisteerd met haar broer D.J. Cremer; gezamenlijk erfgenamen
van wijlen Harmen Sierink en Geertjen Odink, in leven echtelieden, aan
Antonij Odink en zijn ehevrouw Jennegien Janssen, van een perceel hooiland.
Actum Hardenberg, 24 april 1777.

Folio 8, 8vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door burgemeester Berend Nijman en zijn ehevrouw Geertruid Boerink, aan
burgemeester B. van Borne en zijn overleden ehevrouw, voor een somma
van 699 guldens en 5 stuivers.
Actum Hardenberg, 6 mei 1777.

Folio 9 Overdracht aan Jasper van
Munster, van een huis, grond en whaare te Hardenberg, voor een somma
van 1555 guldens, hetwelk hij op 12 december 1776 heeft aangekocht uit de door
dit Gericht, ter instantie van Gezina Noorink weduwe van wijlen Gerrit Veenbrugge,
bij executie gedistraheerde goederen van Gerrit Willem Nijman.
Actum Hardenberg, 10 mei 1777.

Folio 9vo Overdracht door burgemeester
Evert Santman en zijn ehevrouw Hermanna Elizabeth Baarslag, aan burgemeester
Derk Santman en zijn ehevrouw Aaltjen van Munster, van hun eigendommelijke halve
huis dat laatstelijk heeft toebehoort aan wijlen Hendrik Santman en zijn ehevrouw
aan ‘t Zand te Hardenberg.
Actum Hardenberg, 21 mei 1777.

Folio 10, 10vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Zwaantje Meuleman, weduwe van wijlen burgemeester Jan van Munster,
geadsisteerd met burgemeester Derk Santman als haar verkoren momboir; Frederik
van Munster en zijn ehevrouw Sophia Nyman; en Jasper van Munster, aan
Gerrit Timmerman en zijn ehevrouw Marta Timmerman woonachtig te Zwartesluis,
voor een somma van 2800 guldens.
Actum Hardenberg, 20 juni 1777.

Folio 10vo, 11 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jan Hendrik Möller en zijn ehevrouw Elsjen Meijerink, aan
Berend Meijlink woonachtig te Holtheme en zijn ehevrouw Fennegien Uldering,
voor een somma van 400 guldens, verrent met 3%. Als onderpand
dient hun eigendommelijke huis, grond en whaere, staande en gelegen aan de Esch,
naast het huis van Jan Hendrik Zweers, twee stukken zaailand op Zweerskamp,
gelegen tussen het land van voornoemde, Baerselman en de weduwe van Munster.

Verder is aanwezig Reinhart Weerts, verklarende zich voor de in deze
akte van hypotheek gemelde 400 guldens, ten behoeve van Berend Meijlink en zijn
ehevrouw Gennegien Ulderink, mede te verbinden als borg, voor zowel het kapitaal
als de renten.

Actum Hardenberg, 26 juni 1777.

Folio 11, 11vo, 12 Testament door en ten huize van Berend Oeverman en
zijn huisvrouw Gerritdina Bedeker, zijnde hij Berend Oeverman van lichaam ziek
maar zijn verstand volkomen hebbende. Gerritdina Bedeker is geadsisteerd met
burgemeester G. Hoffsink als haar verkoren momboir. Berend Oeverman stelt tot
zijn erfgenaam zijn moeder Geesjen Zweers, weduwe van Oeverman, in de legitieme
portie en tevens in ‘t bezit van een plaats in zijn door hem bewoonde huis,
gedurende haar leeftijd; en vervolgens als zijn universele erfgename zijn vrouw
Gerritdina Bedeker, indien hij zonder kind(eren) na te laten mocht komen te
overlijden. Gerritdina Bedeker benoemt haar man Berend Oeverman als haar erfgenaam,
en als zij zonder kind(eren) overlijdt haar schoonmoeder Geesjen Zweers, weduwe
Oeverman, en tevens in ‘t bezit van een plaats in het door haar bewoonde huis
gedurende haar leeftijd. Haar zuster Zwaane Gezina Bedeker, ehevrouw van Jan
Harmen Zweers, krijgt haar wollen kleren die tot haar lijf behoren.
Actum Hardenberg, 14 september 1777.

Folio 12, 12vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling.
Voor het Gericht compareerden juffrouw Femia Hermanna Kramer, ehevrouw
Jan Willem Baerselman procureur en roulerend commies op de Schuilenberg, namens
en als gevolmachtigde van haar eheman de voormelde proc. Jan Willem Baerselman,
luid procuratie voor het Schoutengericht Hellendoorn; onder adsistentie van
procureur M. Baerselman als haar verkoren momboir, in kwaliteit als erfgenamen
van de comparante haar zuster juffr. Anna Kramer weduwe Crull, ten profijte
van Lubbert Lucas wonende te Ittebeek, tot een speciaal en vast hypotheek
en onderpand te verbinden
, haar in eigendom toebehorende drie stukken zaailand
bij de Pothof aan de Groenenweg onder dezer Stads jurisdictie, voor als
zodanig capitaal van 400 guldens als zij comparante in kwaliteit als erfgenamen
van haar zuster Anna Kramer weduwe Krull, van gemelde Lubbert Lucas genegotiëerde
penningen, aan denzelven verschuldigd te zijn, ten einde denzelfen Lubbert Lucas
te allen tijde daaraan voornoemd kapitaal, en de daarop te verlopene interesse
kost en schadeloos zal kunnen en mogen verhalen, mits doende vooraf behoorlijke
denuntiatie, zo en als naar rechten.
Actum Hardenberg, 14 september 1777.

Folio 12vo, 13 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Egtbert Jansen en zijn huisvrouw Trientjen Hendriks, aan
Christiaan Pilgezam en zijn ehevrouw Hadewig Harmsen, voor een somma
van 60 guldens.
Actum Hardenberg, 16 oktober 1777.

Folio 13vo Overdracht door Eva Marrink weduwe
en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, geadsisteerd met Albert Odink als haar
verkoren momboir, aan haar schoonzoon en dochter Marten Odink en zijn
ehevrouw Hendrika Hobers, van haar woonhuis met zijn gronden en wheere
in de Voorstraat, met alle daarin zijnde meubelen, koopmanschap en andere gerede
of tilbare effecten, voor een somma van 950 guldens vrij geld, welke
somma zij comparante heeft gecedeert en overgegeven aan de kooplieden van Haarst
en Gomarus van Zwolle om te strekken in mindering van zodane pretentie als derzelven
ten laste van haar comparante hebben.
Actum Hardenberg, 20 oktober 1777.

Folio 14 Schuldbekentenis met hypotheekstellingen
door Marten Odink en zijn ehevrouw Hendrika Hobers, aan de kooplieden
E. van Haarst en Gomarus van Zwolle, voor een somma van 950 guldens,
dewelke zij comparanten aan haar moeder Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse
van wijlen Jan Hobers, wegens een van haar op heden gekocht woonhuis verschuldigd
waren, doch die door haar moeder zijn gecedeert en overgegeven aan voornoemde
kooplieden om te strekken in mindering van zodane pretentie als derzelven ten
laste van zijn hebbende.
Actum Hardenberg, 20 oktober 1777.

Folio 14vo Overdracht door oudburgemeester
Lubbertus Sierink en zijn ehevrouw Margareta Ulenberg, voor een somma
van 50 guldens, aan Echtbert Doeseman en zijn ehevrouw Zwaantjen Haanekamp,
van vier gaardens.
Actum Hardenberg, 30 oktober 1777.

Folio 15 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jan Willem Baerselman procureur en roulerend commies op de Schuilenberg
en zijn ehevrouw Femia Hermanna Kramer, aan burgemeester B. van Borne,
voor een somma van 370 guldens.
Actum Hardenberg, 30 oktober 1777.

Folio 15vo Overdracht door Derk Odink, Albert
Odink, Antoni Odink en Marten Odink, in kwaliteit als gezamenlijke kinderen
en erfgenamen van wijlen burgemeester Lambert Odink en Clasina de Groot, in
leven echtelieden, voor een somma van 90 guldens vrijgeld, aan
Harmen Amsink en zijn ehevrouw Zwaantjen Elizabeth Boerrigter, van een
perceel grond.
Actum Hardenberg, 11 november 1777.

Folio 16 Overdracht door Derk Odink,
Albert Odink, Antoni Odink en Marten Odink, in kwaliteit als gezamenlijke kinderen
en erfgenamen van wijlen burgemeester Lambert Odink en Clasina de Groot, in
leven echtelieden, voor een somma van 100 guldens vrijgeld, aan
Gerrit Goris, van een perceel grond.
Actum Hardenberg, 11 november 1777.

Folio 16vo Overdracht door Derk Odink, Albert
Odink, Antoni Odink en Marten Odink, in kwaliteit als gezamenlijke kinderen
en erfgenamen van wijlen burgemeester Lambert Odink en Clasina de Groot, in
leven echtelieden, voor een somma van 125 guldens vrijgeld, aan
Berend Harmsen, van een perceel grond.
Actum Hardenberg, 11 november 1777.

Folio 17 Overdracht door Derk Odink,
Albert Odink, Antoni Odink en Marten Odink, in kwaliteit als gezamenlijke kinderen
en erfgenamen van wijlen burgemeester Lambert Odink en Clasina de Groot, in
leven echtelieden, voor een somma van 52 guldens en 10 stuivers vrijgeld,
aan oudburgemeester Gerrit Hoffsink senior, van een perceel grond.
Actum Hardenberg, 11 november 1777.

Folio 17vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door burgemeester Evert Santman en Harmanna Elizabeth Baarslag, wegens
diverse waren en koopmanschappen, aan de heren Egb. van Haarst en Gomarus
kooplieden te Zwolle, voor een somma van 2000 guldens.
Actum Hardenberg, 17 december 1777.

Folio 18, 18vo, 19 Testament, ten huize van de erfgenamen Kramer, door
Jan Willem Baerselman procureur en roulerend commies op de Schuilenburg en zijn
ehevrouw juffrouw Femia Hermanna Kramer, zijnde zij geadsisteerd met burgemeester
B. van Borne als haar verkoren momber. Beide benoemen elkaar, bij vooroverlijden
van één van hun beiden, tot erfgenaam van het vruchtgebruik van alle goederen.
Zij prelegateren aan hun zoon Daniël Arnoldus Baerselman een somma van 250 guldens.
Zij benoemen tot universele erfgenamen hun kinderen procureur Marcelis Baerselman,
Hermina Baerselman getrouwd met Frederik Amsink, Daniël Arnoldus Baerselman
en Johanna Elizabeth Baerselman of bij vooroverlijden hun kleinkinderen, mits
dat zijn oudste zoon procureur Marcelis Baerselman voordat hij zijn erfenis
kan aanvaarden in zijn ouderlijke boedel zal moeten inbrengen, het bedrag dat
door zijn ouders in het jaar 1769 voor hem, aan Harmen Spijkers, tot afmaking
van al zodanige rechthangende procedure, als er tussen Harmen Spijkers en hem
in kwaliteit als collecteur van de 50ste Penningen van Hardenberg over het jaar
1766 heeft plaats gehad, zijn uitgesloten; welk bedrag hij, ofschoon dat meer
bedragen heeft, zal kunnen en mogen voldoen, met een somma van 400 guldens.
Actum Hardenberg, 28 januari 1778.

Folio 19vo Overdracht aan Arend Sierink,
van het eerste perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht
voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus
van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 173 guldens.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 20 Overdracht aan Marten Odink,
van het tweede perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht
voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus
van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 121 guldens.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 20vo Overdracht aan Jan Costers, van
het derde perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht voor dit
Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus van
Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 55 guldens.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 21 Overdracht aan Andries van
den Berg, van het vierde perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft
aangekocht voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst
en Gomarus van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde
goederen van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers,
voor een somma van 56 guldens.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 21vo Overdracht aan Marten Odink, van
het vijfde perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht voor dit
Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus van
Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 60 guldens en 10 stuivers.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 22 Overdracht aan Marten Odink,
van het zesde perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht
voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus
van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 150 guldens en 10 stuivers.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 22vo Overdracht aan Jasper Zweers,
van het zevende perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht
voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus
van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 516 guldens.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 23 Overdracht aan Marten Odink,
van het achtste perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft aangekocht
voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst en Gomarus
van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde goederen
van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 156 guldens en 10 stuivers.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 23vo Overdracht aan burgemeester Gerrit
Hoffsink, van het negende perceel grond, dat hij op 20 oktober 1777 heeft
aangekocht voor dit Gericht, ter instantie van de kooplieden E. van Haarst
en Gomarus van Zwolle, bij executie uit krachte van bekomen verwin, de gedistraheerde
goederen van Eva Marrink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers, voor
een somma van 72 guldens en 10 stuivers.
Actum Hardenberg, 6 maart 1778.

Folio 24, 24vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jan Willem Baerselman procureur en roulerend commies ter rechergie
van de convooien en licenten op de Schuilenberg en zijn ehevrouw juffr. Femia
Hermanna Kramer, aan burgemeester van de Stad Hardenberg B. van Borne,
voor een somma van 575 guldens, om hiermee af te lossen de somma van
500 guldens met de daarop verlopen interessen, als door comparanten broer wijlen
secretaris B.G. Kramer op 17 januari 1757 van mevrouw J.J. Schucking weduwe
Voltelen opgenomen, en die haar door de heer A.J. van Muijden J.U. dr. en burgemeester
van de Stad Zwolle, als nom. uxoris in dezen erfgenaam van wijlen gemelde mevrouw
de weduwe Voltelen, opgezegd en losgekondigd waren.
Actum Hardenberg, 7 maart 1778.

Folio 24vo, 25 Testament ten huize van en door
Willem Boerrigter alhier en zijn ehevrouw Hendrikjen Assen, zijnde zij wel ziekelijk
naar het lichaam, doch haar verstand volkomen hebbende, in dezen geadsisteerd
met burgemeester G. Sierink als haar verkoren momber. Hendrikjen Assen vererft
aan haar moeder Maria Klooster, de legitieme portie van alle goederen die zij
testatrice bezit, en zulks bij titel van institutie, vrij en onbekommerd, als
naar rechten. Hendrikjen Assen vererft haar eheman Willem Boerrigter al haar
goederen, hoe ook genaamd, die zij testatrice verder buiten de bovengemelde
legitieme portie bezit.
Actum Hardenberg, 15 maart 1778.

Folio 25vo Overdracht door Marten Odink en
zijn ehevrouw Hendrika Hobers, voor een somma van 534 guldens, aan
Derk Odink en zijn ehevrouw Berendina Rustenberg, van enkele percelen
grond die op 20 oktober 1777 zij aangekocht uit de bij executie verkochte immobiele
goederen van Eva Marink, weduwe en boedelhouderse van wijlen Jan Hobers.
Actum Hardenberg, 3 april 1778.

Folio 26 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Antoni Odink en zijn ehevrouw Jennegien Jansen, aan Hendrik
Timmerman woonachtig te Zwolle, voor een somma van 300 guldens.
Actum Hardenberg, 27 april 1778.

Folio 26vo, 27 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jasper Sweers en zijn ehevrouw Lutgert Meuleman, aan de Heer
Hans Jacob Wernlij te Coevorden en zijn ehevrouw Juffr. Johanna Klinge, voor
een somma 500 guldens.
Actum Hardenberg, 28 april 1778.

Folio 27, 27vo Burgemeester Barend van Borne stelt het
gericht zijn verzegelde testament ter hand, hetgeen geopend mag worden na zijn
overlijden.
Actum Hardenberg, 1 mei 1778.

Folio 27vo t/m 29 Testament ten huize van en door Hendrik Holtman en
zijn vrouw Margaretha van der Straten, zijnde zij geadsisteerd met Herman Duidink
als verkoren momboir, beide ziek naar het lichaam maar het verstand nog volkomen
hebbend. Zij geven elkaar na overlijden van één van hen beiden het vruchtgebruik
van hun gemeenschappelijke goederen. Testator Hendrik Holtman legateert aan
zijn dochter Derkjen Holtman, bij hem in echte verwekt bij wijlen Jennegien
Jansen van ‘t HHHhhHolt een somma van 100
guldens en een plaats in het door testator bewoonde huis tot zo lang zij gaat
trouwen of ongetrouwd blijft. Mocht zij ontevreden zijn met deze erfenis, dan
krijgt zij de legitieme portie van haar vaders gehele nalatenschap. Voorts verklaart
de testator tot zijn universele erfgenaam zijn zoon Jan Holtman, bij hem in
echte verwekt bij bovengemelde Margaretha van der Straten. De testatrice Margaretha
van der Straten verklaart tot haar erfgenaam haar zoon Jan Holtman.
Actum Hardenberg, 14 mei 1778.

Folio 29 t/m 30vo Huwelijkse voorwaarden van Jan Holtman jongeman, en
Hendrikjen Derkz jongedochter, zijnde zij geadsisteerd met Derk Assen als haar
verkoren momber. De ouders van de bruidegom Hendrik Holtman en Margrieta van
Straten verklaren het gedeelte in het testament van 14 mei 1778 betreffende
het vruchtgebruik van hun gemeenschappelijke goederen bij overlijden van één
hunner voor nietig. Het bruidspaar krijgt het volle eigendom van het bezit van
voornoemde ouders van de bruidegom, mits zij deze ouders de tijd van hun leven
onderhouden in kost, drank en kleding, zoals kinderen dat aan hun ouders verplicht
zijn. Het bruidspaar trouwt in gemeenschap van goederen, en maken een testament
op langstlevende voor al hun goederen.

De akte wordt ondertekend door Jan Holtman bruidegom, Henderkyen Derks bruid,
Hendrik Holtman, Margreten van Straten, Derkien Holtmans, Derk Assen de momber
van de bruid en van Derkjen Holtman, in die kwaliteit en als zwager van de bruid,
en door Gerrit Geertmans.
Actum Hardenberg, 18 juni 1778.

Folio 30vo, 31, 31vo Testament ten huize van en door Jannes
Smit en zijn ehevrouw Geesjen Hendriks, zijnde zij geadsisteerd met burgemeester
B. Nijman als haar verkoren momber. Zij maken een testament op langstlevende.

Actum Hardenberg, 29 augustus 1778.

Folio 31vo, 32 Overdracht door Gezina van Dijk
en Janna van Dijk weduwe van wijlen Hendrik Gooris, zijnde zij beiden geadsisteerd
met Engb. Zweers als verkoren momber, aan Jan Hendrik Zweers, van
een stuk land op Holtermanskamp.
Actum Hardenberg, 14 september 1778.

Folio 32vo, 33 Momberstelling door Lambert Haamberg,
weduwenaar van Janna Hoffsink. Hij is voornemens in het huwelijk te treden met
Aaltjen Jansen, weduwe van Gerrit Valkman. Hij stelt mombers aan over de minderjarige
kinderen uit zijn vorige huwelijk, genaamd Ebbe, Hendrik, Jan Willem, Jannegien
en Wibbe Haamberg, betreffende erfuiting van hun moederlijke goed. Mombers worden
schoolmeester M. Pruim en Albert Haamberg.
Momberstelling door Aaltjen Jansen weduwe van wijlen Gerrit Valkman,
zijnde zij geadsisteerd met schoolmeester M. Pruim als verkoren momber. Zij
is voornemens in het huwelijk te treden met Lambert Haamberg, weduwenaar van
Janna Hoffsink. Zij stelt mombers aan over de minderjarige kinderen uit haar
vorige huwelijk, genaamd Marten, Harmina, Jan, Jannes en Margaretha Valkman,
betreffende erfuiting van hun vaderlijke goed. Mombers worden Evert Jansen en
Derk Jan Cremer.
Hardenberg, 25 september 1778.

Folio 33vo, 34, 34vo Huwelijkse voorwaarden van Lambert Haamberg
weduwenaar van Janna Hoffsink, en Aaltjen Jansen weduwe van Gerrit Valkman.
De voorkinderen van Lambert Haamberg, genaamd Ebbe, Hendrik, Jan Willem, Jannegien
en Wibbe Haamberg, krijgen de gehele erfenis van het moederlijke goed, zowel
lijfstoebehoren en kleding. De voorkinderen van Aaltjen Jansen, genaamd Marten,
Harmina, Jan, Jannes en Margaretha Valkman, krijgen de gehele erfenis van het
vaderlijke goed, zowel lijfstoebehoren en kleding. Het bruidspaar belooft als
eigene wettige kinderen aan te nemen hun beider voorkinderen. De kinderen worden
erfgenaam van het bruidspaar en zullen in egale porties delen in hun beider
erfenis.

De akte wordt ondertekend door Lambert Haamberg bruidegom, Alt. Yansen bruid,
M. Pruim als momber van de bruid en haar kinderen, Albert Haamberg, Evert Yansen,
Derk Jan Creemer en Griete Hoffsink.
Actum Hardenberg, 25 september 1778.

Folio 34vo, 35, 35vo Maagscheiding door Aaltjen Jansen weduwe
van wijlen Gerrit Valkman geadsisteerd met Willem Hoffsink als verkoren momber,
voorts Gerrit Jan Valkman, en Peter Valkman voor zichzelf en namens zijn zuster
Geesjen Valkman ehevrouw van Berend Bouwer woonachtig te Schuttorp, gezamenlijk
kinderen van voorzeide wijlen Gerrit Valkman, bij hem in echte verwekt bij wijlen
Janna Borggreve. Het betreft een maagscheiding over de onverdeelde goederen
en schulden van wijlen Gerrit Valkman. De gezamenlijke kinderen Gerrit Jan,
Peter en Geesjen Valkman krijgen een stukje land op de Palsterskamp, waartegen
zij aannemen te betalen een somma van 50 guldens, die hun vader verschuldigd
was aan hun tante Zwaantjen Borggreve te Veldhuizen. Aaltjen Jansen, de weduwe
van Gerrit Valkman, behoudt alle andere goederen en schulden van wijlen haar
man.
Actum Hardenberg, 26 september 1778.

Folio 35vo, 36 Overdracht door Hendrik Siemelink
woonachtig te Niënhuis, voor zichzelf en namens zijn zuster en neef Hille Siemelink
en Jan Siemelink, verder voor Geze Siemelink ehevrouw van Jan Cröze[?] te Ulzen,
erfgenamen van wijlen Jan Siemelink in leven woonachtig en overleden alhier
in deze Stad, voor een somma van 24 guldens vrij geld, aan Jasper
Zweers en zijn ehevrouw Lutgert Meuleman, van alle door wijlen Jan Siemelink
bestaande en nagelaten goederen, mobile en immobile, en onder de laatste een
half huis staande in deze Stad, mitsgaders alle actiën, crediten, en schulden
van wijlen Jan Siemelink.
Actum Hardenberg, 12 oktober 1778.

Folio 36vo, 37 Huwelijkse voorwaarden van Thijs
Kremer jongeman, en Geertruid Pootmans jongedochter, geadsisteerd met
burgemeester F. Bussemaker als haar verkoren mombaar. Eerstelijk compareerde
Geertjen Kremer, weduwe van wijlen Albert Lamberts, als moeder van de bruidegom,
voor zichzelf als en wettige voogdesse van haar minderjarige dochter Derkje
Kremer, mitsgaders voor haar minderjarige dochter Jannegien Kremer, woonachtig
thans te Zwolle, in deze geadsisteerd met burgemeester F. Bussemaker als haar
verkoren mombaar. Zij geeft het bruidspaar het volle eigendom over van haar
gehele boedel, gereede en ongereede goederen, zoals thans door haar en haar
kinderen bezeten wordt, onder deze voorwaarde dat zij alle schulden van de boedel
overnemen en betalen zullen, dat zij onderhouden wordt in kost, drank en kleding
en bij hen in mag wonen, en dat zij aan de twee voornoemde dochters Jannegien
en Derkjen Kremer, uitkeren wanneer zij gaan trouwen een somma van 60 guldens
aan ieder en dat zij zolang zij ongetrouwd zijn, bij ziekte en zucht, in het
huis mogen blijven wonen en door onderhouden worden. Tussen het bruidspaar vindt
gemeenschap van goederen plaats en zij hebben een testament op langstlevende.

De akte wordt ondertekend door Thijs Kremer als bruidegom, Getruit Pootmans
als bruid, Geertin Kremers wed. Lambers, F. Bussemaker als momber van de bruid
en bruidegoms moeder, Gerrit Heerspink en Manes Kok.

Actum Hardenberg, 26 februari 1779.

Folio 37vo, 38 Overdracht door Jasper Zweers, als
van de erfgenamen van wijlen Jan Siemelink het recht hebbende, en dus als erfgenaam
van gezeide wijlen Jan Siemelink, – en zijn ehevrouw Lutgert Meuleman, mitsgaders
Hendrik Koning, voor zichzelf en namens Jan Klinge, Marten Hakkers, Roelof Jansen
en Engbert Jansen, daarvoor de rato, als zijne broers en neven zijnde, caverende;
– Gerrit Gerritsen, Hendrik Gerritsen, Derk Bokking, Roelof Gerritsen, Gerrit
Hendriksen en Jan Hendriksen, de beide laatsten voor hunzelf en namens hun zuster
Jannegien Hendriksen, daarvoor de rato caverende; tezamen in kwaliteit als erfgenamen
van wijlen Harmtjen Jansen, weduwe van bovengedachte Jan Siemelink. Zij dragen
over aan Arend Ophof, alzodanig huis, grond en wheere, staande
en gelegen in deze Stad aan de Hooge Doele, toebehoort hebbende aan Jan Siemelink
en zijn wijlen ehevrouw Harmtjen Jansen, zoals op de dato 21 oktober 1778 bij
publieke veiling door hen verkocht [zie Folio 35vo, 36].
Actum Hardenberg, 2 maart 1779.

Folio 38vo, 39, 39vo Maagscheiding door Annegien Jans weduwe
van wijlen Jan Meuleman, voor zichzelf en als moeder en wettige voogdesse van
haar minderjarige dochter Grietje Meuleman, in deze geadsisteerd met Abraham
Meuleman, als haar verkoren mombaar; voorts haar schoonzoon en dochter Jasper
Zweers en zijn ehevrouw Lutgert Meuleman. Het betreft de boedelscheiding van
de nog onverdeelde boedel, goederen en schulden van wijlen Jan Meuleman en zijn
bovengenoemde ehevrouw Annegien Jans. Grietje Meuleman krijgt van haar overleden
vader en van haar moeder als die komt te overlijden het huis tot voorschreven
boedel behorende met de grond en whaere in de Achterstraat te deze Stad, mits
zij ook op zich neemt het daar op gevestigde capitaal van de Heer H.J. Werndlij,
groot 300 guldens, met de daarvoor verschuldigde interessen. Verder krijgt zij
nog een gaarde aan de Korte Steege, die zij niet eerder mag aantasten dan dat
zij gaat trouwen, en tot die tijd voor een huur van 2 guldens per jaar in gebruik
blijft bij Jasper Zweers en zijn ehevrouw. Jasper Zweers en zijn ehevrouw Lutgert
Meuleman krijgen alle andere goederen van de boedel, roerende en onroerende,
alle actiën en crediten, mits zij aannemen de schulden van dezelfde boedel,
en daarbij hun moeder voornoemd de rest van haar leven alimenteren en onderhouden
in kost, drank en kleding, en haar bij ziekten en zwakheden zullen verplegen
en haar te laten behouden gedurende haar leven of tot uitzaaiens toe, een veenakker,
om daaruit tot een zak-stuiver jaarlijks het genot en vruchtgebruik te hebben.
Actum Hardenberg, 14 maart 1779.

Folio 40, 40vo, 41 Schuldbekentenis met hypotheekstelling door Jan Baarslag
en zijn zoon Gerrit Baarslag met zijn ehevrouw Fennegien Baarslag, aan
Heer Luitenant E.G. Molckenbour, voor een somma van 400 guldens.
Actum Hardenberg, 22 mei 1779.

Folio 41, 41vo Geopende akte van Maagscheiding over
de goederen
die hun zijn aangeërft van hun moeder Gesiena Rigterink, zijnde
getrouwd geweest aan Jan Baerslag, die hun door loting voor de halfscheid zijn
toegevallen. Aan Jan Baerslag verschillende stukken grond en de helft van het
door hem bewoonde huis aan het Oosteinde. Aan Gerrit Baerslag verschillende
stukken grond en het halve huis aan het Oosteinde. Aan Egbert Baerslag verschillende
stukken grond en het halve huis naast Eevert Vinke. Aan Rutger Baerslag een
stuk land. Aan Evert Zantman verschillende stukken grond. Opgesteld te Hardenberg,
12 oktober 1769.
Hardenberg, 22 mei 1779.

Folio 41vo, 42 Momberstelling door Berend Zweers,
weduwenaar van Hadewig Hendriks. Hij is voornemens zich in het huwelijk te begeven
met Egtbertien Melenberg. Hij stelt mombers aan over zijn onmondige kinderen
uit zijn vorige huwelijk, genaamd Derk, Geertruid en Henricus Zweers, betreffende
erfuiting van hun moederlijke goed. Mombers worden Jan Derks Zweers en Egtbert
Hendriks.
Hardenberg, 29 mei 1779.

Folio 42, t/m 43vo Huwelijkse voorwaarden van Berend
Zweers weduwenaar van Hadewig Hendriks, en Egtbertien Melenberg jongedochter.
De kinderen van de bruidegom en wijlen Hadewig Hendriks, genaamd Derk, Geertruid
en Henricus Zweers krijgen uit hun moederlijke goed zodra zij komen te trouwen
het volgende. Derk en Henricus Zweers krijgen ieder een somma van 55 guldens.
De dochter Geertruid krijgt haar moeders kast met kleding, zilver, goud, en
wat verder tot haar lijf behoord heeft, en een somma van 40 guldens. De kinderen
worden door de bruid als eigen kinderen aangenomen en zullen samen met eventueel
uit dit huwelijk te geboren kinderen erfgenamen zijn, edoch, zo zij bruid zelf
geen kinderen zal krijgen zal aan haar moeder Aaltjen Hobers, weduwe van Egtbert
Melenberg of bij haar vooroverlijden aan haar zuster Hendrikjen Melenberg en
bij diens vooroverlijden aan haar naaste vrienden worden gegeven haar kleding,
zilver, goud en wat verder tot haar lijf behoord heeft. Er vind tussen het bruidspaar
gemeenschap van goederen plaats. Wanneer de bruidegom of bruid overlijdt, dan
zal de partner weer op het huis mogen introuwen.

De akte wordt ondertekend door Berent Zweers als bruidegom, Egbertijn Melenbergs
bruid, Aeltien Melenberg de moeder van de bruid, Albert Melenberg als momber
van de bruid en de bruids moeder, Jan Derksen Zwers, Jan Hendrijk Sweers als
momber van Egbertijn Hendriks, Berent Hendrijcs, Egbert Hendrijks, Egbertijen
Hendriks, Luggert Assen en zijn vrouw Geertruid Assen.
Actum Hardenberg, 29 mei 1779.

Folio 43vo, 44 Momberstelling door Wolter Bekman,
weduwenaar van wijlen Jannegien Gerrits. Hij is voornemens zich in het huwelijk
te begeven met Trijntjen Hendriks, weduwe van wijlen Egtbert ter Wielen. Hij
stelt mombers aan over zijn onmondige kind uit zijn vorige huwelijk, genaamd
Gerrit Bekman, betreffende erfuiting van zijn moederlijke goed. Mombers worden
Gerrit Brink en Arend Deters.

Momberstelling door Trijntjen
Hendriks, weduwe van wijlen Egtbert ter Wielen, geadsisteerd met Jan Ophof als
haar verkoren mombaar. Zij is voornemens zich in het huwelijk te begeven met
Wolter Bekman, weduwenaar van Jannegien Gerrits. Zij stelt mombers aan over
haar onmondige kind uit haar vorige huwelijk, genaamd Egtberdina ter Wielen,
bij haar door haar wijlen man Egtbert ter Wielen in echte verwekt, benevens
over haar aangenomen onmondige kinderen, genaamd Gerritdina, Hendrik en Jan
ter Wielen, zijnde kinderen van wijlen Egtbert ter Wielen en wijlen Janna Hendriks,
waarvan de mombers overleden zijn, betreffende hun vaderlijke goed. Mombers
worden Marten Hendriksen en Berend Jansen.
Hardenberg, 14 augustus 1779.

Folio 44 t/m 45vo Huwelijkse voorwaarden van Wolter Bekman weduwenaar
van Jannegien Gerrits, en Trijntjen Hendriks weduwe van Egtbert ter Wielen,
geadsisteerd met Jan Ophof als haar verkoren mombaar. De zoon van Wolter Bekman
en wijlen Jannegien Gerrits, genaamd Gerrit Bekman, krijgt uit zijn moederlijke
goed de kist met kleding en lijfstoebehoren van zijn overleden moeder. De dochter
van Trijntjen Hendriks en wijlen Egtbert ter Wielen, genaamd Egtberdina ter
Wielen, krijgt uit haar vaderlijke goed de kist van de overleden vader. De voorkinderen
van wijlen Egtbert ter Wielen en wijlen zijn vrouw Janna Hendriks, genaamd Gerritdina,
Hendrik en Jan ter Wielen, krijgen het volgende. Gerritdina een somma van 3
guldens, Hendrik en Jan krijgen hun overleden vaders lakense rok, verder krijgt
Hendrik nog een Bijbel met zilveren krappen, en Jan het Nieuwe Testament met
zilveren krappen. Alle kinderen worden erfgenamen van het bruidspaar samen met
eventueel uit dit huwelijk te geboren kinderen. Er vind tussen het bruidspaar
gemeenschap van goederen plaats.

De akte wordt ondertekend door Wolter Bekman, Trijntjen Hendriks de bruid,
Gerrit Brink, Berend Jansen, Merten Henendrijk en Aarent Dieters.
Actum Hardenberg, 14 augustus 1779.

Folio 46 Momberstelling over de nog
onmondige nagelaten zoon van wijlen Christiaan Fideler en Geertruid Ribberink,
genaamd Johan Joost Fideler. Mombers worden Gerrit en Evert Nijman.
Hardenberg, 15 oktober 1779.

Folio 46, 46 vo, 47 Testament van Aleida Hagen, geadsisteerd
met A. de Munnik als verkoren mombaar. Haar zuster Gerritdina Hagen, weduwe
van wijlen Jan Hendrik Sweers, zal na testatrices dood gedurende haar leven
genieten de lijftucht of het vruchtgebruik van alle goederen, welke zij testatrice
met de dood zal ontruimen. Zij legateert aan haar neef Jan Hendrik Sweers en
zijn ehevrouw Geertruid Veenebrugge, of bij vooroverlijden aan hun kinderen,
alzodanige portien als haar testatrice in eigendom competeert van het huis waarin
zij woont ten westen van het huis van Marten Odink in deze Stad, alsmede haar
portien van een dagwerk hooiland, genaamd Geertsland, gelegen aan de Holtermanskamp,
en haar portien van een Hofje tussen de Hof van G. van Sambeek en dat van Hend.
Holtman, en haar portien van een Gaarde aan het kerkhof gelegen tussen die van
burgemeester B. van Borne en die van de erfgenamen Kramer, en verder haar kast
met alles wat daarin gevonden wordt, haar lijfstoebehoren, linnen en wollen
kleding, zilver en goud, om zulks na haar dood te profiteren. Zij benoemt tot
haar universele erfgenamen haar neven Engbert Sweers en zijn ehevrouw Aaltjen
Goris, en Jan Hendrik Sweers en zijn ehevrouw Geertruid Veenebrugge, om na haar
dood in egale portien te erven en profiteren.
Actum Hardenberg, 16 oktober 1779.

Folio 47vo, 48, 48vo Testament van Gerritdina Hagen, weduwe
van wijlen Jan Hendrik Sweers, geadsisteerd met A. de Munnik als verkoren mombaar.
Zij legateert aan haar zoon Jan Hendrik Sweers en zijn ehevrouw Geertruid Veenebrugge,
haar schoondochter, of bij vooroverlijden aan hun kind of kinderen, welke zij
mocht komen na te laten alzodanige portien als haar testatrice in eigendom competeert
van het het huis waarin zij woont ten westen van het huis van Marten Odink in
deze Stad alsmede haar portien van een dagwerk hooiland, genaamd Geertsland,
gelegen aan de Holtermanskamp, en haar portien van een Hofje tussen de Hof van
G. van Sambeek en dat van Hend. Holtman, en haar portien van een Gaarde aan
het kerkhof gelegen tussen die van burgemeester B. van Borne en die van de erfgenamen
Kramer. Zij benoemt tot haar universele erfgenamen haar kinderen Engbert Sweers
en zijn ehevrouw Aaltjen Goris, en Jan Hendrik Sweers en zijn ehevrouw Geertruid
Veenebrugge, om na haar dood in egale portien te erven en profiteren.
Actum Hardenberg, 16 oktober 1779.

Folio 48vo, 49, 49vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling door
Aaltjen Woelders, onder adsistentie van burgemeester F. Bussemaker als haar
verkoren mombaar; Jan Woelders, voor zichzelf en als vader en voogd van zijn
onmondige kinderen; doende de beide voorschreven comparanten dit niet alleen
voor zichzelf maar ook namens hun absente zuster Maria Woelders, daarvoor tezamen
en ieder in het bijzonder de rato caverende; en voorts Geertruid Ribberink,
weduwe van Albert Woelders, geadsisteerd met burgemeester F. Bussemaker als
verkoren mombaar, voor zichzelf en als moeder en voogdesse van haar onmondige
kinderen, mitsgaders namens haar meerderjarige dochter Aleida Woelders, ehevrouw
van Willem Hendrik Likker, en denzelve Willem Hendrik Likker, haar schoonzoon,
voor beide de rato caverende, aan de Stad Hardenberg, wegens verstrekte
penningen tot reparatie van hun comparanten huis, of derzelver daar in gerechtigde
portien, voor een somma van 65 guldens, 18 stuivers en 12 penningen,
waarvan de rente van 3 % betaald zal worden uit hun Veer in de Postwagen van
Zwolle op lingen vice versa, of wel uit hun quota van het provenu van denzelven,
voor hetgeen zij de Postcommissaris in der tijd alhier machtigen om de uittelling
van de rente ‘s jaarlijks te doen, met als onderpand het huis aan de Voorstraat.
Actum Hardenberg, 21 december 1779.

Folio 49vo Bevestiging van instemming met bovengemelde
akte door Maria Woelders, geadsisteerd met burgemeester F. Bussemaker
als mombaar, voor de door haar zuster Aaltjen Woelders en broer Jan Woelders
opgestelde obligatie en hypothecatie op 21 december 1779.
Actum Hardenberg, 16 februari 1780.

Folio 50, 50vo ,51 Schuldbekentenis met hypotheekstelling door Aaltjen
Woelders, onder adsistentie van Jan Jacobs Lijssen als haar verkoren mombaar;
Jan Woelders, voor zichzelf en als vader en voogd van zijn onmondige kinderen;
doende de beide voorschreven comparanten dit niet alleen voor zichzelf maar
ook namens hun absente zuster Maria Woelders, daarvoor tezamen en ieder in het
bijzonder de rato caverende; en voorts Geertruid Ribberink, weduwe van Albert
Woelders, geadsisteerd met Jan Jacobs Lijssen als verkoren mombaar, voor zichzelf
en als moeder en voogdesse van haar onmondige kinderen, mitsgaders namens haar
meerderjarige dochter Aleida Woelders, ehevrouw van Willem Hendrik Likker, en
denzelve Willem Hendrik Likker, haar schoonzoon, voor beide de rato caverende,
aan burgemeester B. van Borne, wegens voor hun aflossing van schulden
betaalde penningen, voor een somma van 285 guldens, waarvan de rente
van 3 % betaald zal worden uit hun Veer in de Postwagen van Zwolle op lingen
vice versa, of wel uit hun quota van het provenu van denzelven, voor hetgeen
zij de Postcommissaris in der tijd alhier machtigen om de uittelling van de
rente ‘s jaarlijks te doen, met als onderpand hun huis met grond en whaere aan
de Voorstraat en hun aandeel in de Postwagen van Zwolle naar Lingen.
Actum Hardenberg, 22 december 1779.

Folio 51 Bevestiging van instemming met bovengemelde
akte door Maria Woelders, geadsisteerd met Jan Jacobs Lijssen als mombaar,
voor de door haar zuster Aaltjen Woelders en broer Jan Woelders opgestelde obligatie
en hypothecatie op 22 december 1779.
Actum Hardenberg, 16 februari 1780.

Folio 51vo, 52 Maagscheiding door Jan Valkman,
en Gerrit Valkman en zijn ehevrouw Janna Valkman, over de onverdeelde goederen
afkomstig van hun wijlen vader en oom Otto Valkman en zijn eerste ehevrouw Hendrikjen
Jansen, op de volgende manier. Jan Valkman en Gerrit Valkman met zijn ehevrouw
Janna Valkman krijgen elk een paar stukken land en beide de helft van het huis
met zijn grond en whaere in de Achterstraat in deze Stad, door Jan Valkman gezet
zijnde volgens Landrecht p. 2, ht. 14, art. 8 op een penning van 200 guldens,
om daar voor de halfscheid van Gerrit Valkman en zijn ehevrouw te nemen of de
zijne aan die te geven; aan denzelven Jan Valkman, tegen betaling van dien penning
gevallen zij, doch onder deze onderling gemaakte conditie, dat Jan Valkman dien
penning niet eerder zal behoeven te betalen, en Gerrit Valkman en zijn ehevrouw
ook niet eerder uit het het halve huis zullen behoeven te vertrekken, als op
de 1e mei 1781. s’ Landsschattinge zullen zolang het nog bij hun in gebruik
is betaald moeten worden door Gerrit Valkman en zijn ehevrouw.
Actum Hardenberg, 24 januari 1780.

Folio 52, 52vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Gerrit op de Bekke en zijn ehevrouw Jannegien Harms, aan
de Stad Hardenberg, wegens verschuldigde pachten of huren van de bij
hun comparanten bemeijerde Katerstede, het Bekplaatsje genaamd, voor
een somma van 75 guldens.
Actum Hardenberg, 7 februari 1780.

Folio 53 Overdracht door Derk Odink,
Albert Odink, Antoni Odink en Marten Odink, in kwaliteit als gezamelijke kinderen
en erfgenamen van wijlen burgemeester Lambert Odink en Claasina de Groot, aan
de kooplieden E. van Haerst en Gomarus te Zwolle, van een paar stukken
land.
Actum Hardenberg, 15 februari 1780.

Folio 53vo Overdracht door Derk Odink, Albert
Odink, Antoni Odink en Marten Odink, in kwaliteit als gezamelijke kinderen en
erfgenamen van wijlen burgemeester Lambert Odink en Claasina de Groot, aan
Roelof Vrielink en zijn ehevrouw Hillegien Egberink, van hun comparanten
huis met grond en whaere in de Voorstraat.
Actum Hardenberg, 15 februari 1780.

Folio 54, 54vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Juffr. Femia Hermanna Kramer, weduwe en boedelhouderse van wijlen
de Heer Procurator Jan Willem Baerselman, onder adsistentie van Jan Jacob Lijssen
als haar verkoren mombaar., aan de Heer burgemeester B. van Borne, voor
een somma van 717 guldens en 15 stuivers, wegens voor haar comparante
aan de kerk van Coevorden betaalde somma van 300 guldens met de daarop verschenen
renten, wegens voor haar aan de Heer Baron van Coeverden tot den Doorn betaalde
119 guldens, wegens voor haar aan de weduwe van wijlen Berend Veenebrugge betaalde
somma van 100 guldens, en wegens nog aan haar verstrekte en geleende penningen.
Actum Hardenberg, 16 februari 1780.

Folio 54vo, 55 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Arend Ophof, aan burgemeester B. van Borne, voor een
somma van 291guldens, met als onderpand zijn eigendommelijke huis aan
de Hooge Doele, aan hem getransporteerd op 2 maart 1779 [Folio 37vo, 38] van
de erfgenamen van wijlen Jan Siemelink en wijlen zijn ehevrouw Harmtjen Jansen.
Actum Hardenberg, 16 februari 1780.

Folio 55, 55vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jan Westenberg en zijn ehevrouw Elsjen Hulsebosch, aan burgemeester
B. van Borne, voor een somma van 52 guldens en 18 stuivers.
Actum Hardenberg, 16 februari 1780.

Folio 56 Overdracht door Wolter Harmsen
en zijn huisvrouw Trijntjen Hendriks, voor een somma van 255 guldens,
die met contant geld ,en met overneming van een obligatie door wijlen Egtbert
Jansen en zijn huisvrouw de voornoemde Trijntjen Hendriks, in dato 16 oktober
1777 gepasseerd [folio 12vo, 13], ten profijte van Christiaan Pilgezam en zijn
huisvrouw Hadewig Harmsen, en groot een somma van 60 guldens, waarvoor het hier
onder genoemde perceel gehypothequeerd is, aan haar comparanten voldaan zijn,
aan Henricus Lotterman en zijn huisvrouw Annegien Romberg, van
hun comparanten woonhuis met zijn grond en whaere naast het huis van Hendrik
Pot in deze Stad.
Actum Hardenberg, 7 juli 1780.

Folio 56vo Overdracht door Juffr. Femia Hermanna
Kramer, weduwe en boedelhouderse van wijlen de Heer Procurator Jan Willem Baerselman,
onder adsistentie van Berend Kamferbeek als haar verkoren mombaar, uit hoofde
van de macht, door haar wijlen eheman bij uitterste wille van dato de 28 januari
1778 voor dit Gericht opgericht, tot het verkopen van goederen tot betaling
van boedelschulden, aan haar gedefereerd, bij deze, voor een somma van
70 guldens, aan burgemeester B. van Borne, van haar eigendommelijke
Hofje in deze Stad op de Doele.
Actum Hardenberg, 25 september 1780.

Folio 57 Momberstelling door Reinder
Kamferbeek, weduwenaar van Hendrika Janssen. Hij is voornemens in het huwelijk
te treden met Jannegien Hannessen. Hij stelt mombers aan over zijn drie onmondige
kinderen uit zijn vorige huwelijk, genaamd Hendrik, Jan en Jannes Kamferbeek,
betreffende erfuiting van het moederlijke goed. Mombers worden Berend Kamferbeek
en Albert Janssen, beide omen van de kinderen. De voornoemde kinderen krijgen
uit hun moederlijke goed als hun jaren van onderscheid zijn gekomen beide een
Nieuw Testament met zilveren krappen waarin aan het einde de Nieuwe Psalmen
worden toegevoegd. Verder is aanwezig Jannegien Hannessen, onder adsistentie
van haar vader Hannes Janssen als verkoren mombaar. Jannegien Hannessen neemt
de drie onmondige kinderen van Reinder Kamferbeek aan als eigen kinderen, waardoor
zij erfgenamen worden samen met eventueel uit dit huwelijk te geboren kinderen.
Hardenberg, 27 oktober 1780.

Folio 57vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Henricus Lotterman en zijn huisvrouw Anna Romberg, aan Lambert
Lamberts en zijn huisvrouw Willemtjen Lamberts, voor een somma van 250
guldens, met als onderpand hun eigendommelijke huis met grond en whaere
naast het huis van Hendrik Pot te deze Stad.
Actum Hardenberg, 3 november 1780.

Folio 58 Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Jannes Veenebrugge en zijn huisvrouw Hendrikjen Goosen, aan
de Heer Kapitein E.G. Molckenbour, voor een somma van 200 guldens.
Actum Hardenberg, 28 november 1780.

Folio 58vo Schuldbekentenis met hypotheekstelling
door Evert Jansen en zijn huisvrouw Grietjen Lucassen, aan Martina
Timmerman, weduwe van wijlen Gerrit Timmerman, voor een somma van 600
guldens.
Actum Hardenberg, 28 november 1780.

Folio 59 Momberstelling door Willem
Boerrigter, weduwenaar van Hendrikjen Assen. Hij is voornemens in het huwelijk
te treden met Hermina Teunissen. Hij stelt mombers aan over zijn minderjarige
kind uit zijn vorige huwelijk, genaamd Jan Hendrik Boerrigter, betreffende erfuiting
van zijn moederlijke goed. Mombers worden Berend Boerrigter en Gerrit Takman.
De kinderen krijgen als zij meerderjarig worden of komen te trouwen uit een
moederlijke goed ieder een somma van 50 guldens, een kist en een paar zilveren
gespen, door hun moeder nagelaten.
Hardenberg, 2 december 1780.

Folio 59vo Testament van Jan Timmerman en
zijn huisvrouw Janna Tien, zijnde zij geadsisteerd met Gerrit Goris als haar
verkoren mombaar. Zij verklaren hun vorige testamenten of dispositiën voor nietig.
Zij benoemen elkaar tot enige universele erfgenaam van al hun bezittingen.
Actum Hardenberg, 9 december 1780.

Folio 60 Huwelijkse voorwaarden van
Willem Boerrigter weduwenaar van Hendrikjen Assen, en Hermina Teunissen
jongedochter, geadsisteerd met Hendrik Harmsen als haar verkoren mombaar. Er
zal tussen het bruidspaar gemeenschap van goederen plaats hebben. Het kind van
Willem Boerrigter uit zijn vorige huwelijk met wijlen Hendrikjen Assen, genaamd
Jan Hendrik Boerrigter, wordt door Hermina Teunissen aangenomen als eigen kind
en wordt hiermee erfgenaam van het bruidspaar, samen met eventueel uit dit huwelijk
te geboren kinderen.

De akte wordt ondertekend door Willem Boerrigter, Hermina Teunissen, Hendrijk
Herms, Hendrik Coertzen, Berent Boerigter en Hermen Tunnijsen.
Actum Hardenberg, 23 december 1780.

Folio 60vo Momberstelling door burgemeester
Gerrit Sierink, weduwenaar van Johanna Hoffsink. Hij is voornemens zich weer
in het huwelijk te begeven met Hermina Rigterink. Hij stelt mombers aan over
zijn onmondige kinderen uit zijn vorige huwelijk, genaamd Derk Jan en Gerhardus
Sierink, betreffende het moederlijke goed. Mombers worden Arend Sierink en Willem
Hoffsink, beide omen van de kinderen.
Hardenberg, 10 februari 1781.

Folio 60vo, 61 Huwelijkse voorwaarden van burgemeester
Gerrit Sierink weduwenaar van Johanna Hoffsink, en Hermina Rigterink
jongedochter, geadsisteerd met haar vader Hendrik Rigterink als haar verkoren
mombaar. De twee kinderen van Gerrit Sierink en wijlen Johanna Rigterink, genaamd
Derk Jan en Gerhardus Sierink, krijgen uit hun moederlijke goed een koeweide
op het Hooge Holt en een stuk zaailand op de Nieuwenkamp, hetwelk pas na de
dood van bruidegom en bruid aan de kinderen zal overgaan. De bruid neemt de
twee voornoemde kinderen aan als haar eigen kinderen, waarmee zij erfgenaam
worden samen met eventueel uit dit huwelijk te geboren kinderen. Tussen het
bruidspaar vindt gemeenschap van goederen plaats. De langstlevende van het bruidspaar
zal weer in mogen trouwen op het eigendommelijke woonhuis en daar blijven wonen.
Het bruidspaar zal samen, of eventueel de langstlevende van hun tweeën, bepalen
welke van de huidige of van de nog te geboren kinderen in mag trouwen in de
ouderlijke woning.

De akte wordt ondertekend door Gerrit Sierink als bruidegom, Hermiena Rigterink
als bruid, Henderik Rigterink als vader van de bruid, Yennegien Yansen als moeder
van de bruid, Arent Sierink en Willem Hoffzink.

Actum Hardenberg, 10 februari 1781.