anno 1650-1676
transcriptie: Gezinus Grissen
Folio 1, 2: Transport, 3 jul. 1650; Jonckhans transporteert al zijn land zoals door Roelef van Wielen bewoond en gebruikt wordt, en dat Jonckhans voorschreven gekocht heeft van Hendrick Bentinck drost van Salland, de halve Bentinckmaete met de Binhooff daaraan gelegen en het halve Hoogelant voor Jonckhans vaalt, aan Derrick Jansen en Henrick Roelefsen zijn zonen, hun huisvrouwen en erfgenamen.
Folio 2, 3: Transport, 24 nov. 1650; Jan ten Velde, zes schepel zaailand in de Cloeckenhorst te Holtheme, aangeland westwaarts Jan ten Cloeckhorst en oostwaarts Henrick Leemgraven in ’t Laar, aan Henrick Jansen Weggebacker x Geertruit Jansen.
Folio 4, 5: Transport, 27 jun. 1650; Arnoldus van Hardenbargh, halve erf Camferbecke te Baalder, aan Eingebart Hendricksen burgemeester te Hardenberg.
Folio 5, 6: Transport, 22 apr. 1651; kinderen en erfgenamen van Derck Bensinck, mombers Berent Luttickhoff te Giethmen en Albert Velthuis te Lemele, hooiland in de Roomsgoor het Mebekematien, aan Wigbilt Albers te Diffelen en Egbert Jansen.
Folio 6, 7: Transport, 29 apr. 1651; Gaudert van Tellinckhuisen, aan Harmen van Borne, vierendeel groenland in de Haght te Baalder.
Folio 8, 9: Volmacht, 19 mei 1651: Henrick Doijs x Arnolda Dubbels, op Warner Henricksen op de Vecht, voor verkoop aan Willem van Blancvoort tot Collendoorn, van erf Waijmans te Lutten.
Folio 10, 11: Transport, 23 mei 1651; Werner Henricksen, Henrick Doijs x Arnolda Dubbels, aan Willem van Blanckfoort tot Collendoorn, erf Wajinck te Lutten en erf Willinck te Ane.
Folio 12, 13: Transport, 27 mei 1651; Henrick Odinck en Henrick Woltersen als gevolmachtigden van Derck Berentsen x Anna Woltersen, aan Gerrit Henricks x Stine Jansen, het huis met de plaats en de goorden op de Brink bij de Hardenbergse brug.
Folio 13, 14: Geldlening, 27 mei 1651; Gerrit Henricksen x Stine Jansen, van Steven Blanckvoort, als onderpand het huis met de plaats en de goorden op de Brink bij de Hardenbergse brug.
Folio 15, 16: Transport, 21 jul. 1651; Godert van Tellinckhuisen x Catharina Stellinck, aan Geert Stevens, een twaalfde part groenland van Het Haght te Baalder.
Folio 16, 17: Geldlening, 24 jul. 1651; Henrick Lucassen x Aeltien Hermens, van Jan Gerritsen x Hadewich Gerritsen, met als onderpand een stuk land de Spaenscamp te Heemse.
Folio 19: Transport, 8 mei 1651; Henrick Henricksen Kremer burgemeester, en schoondochters man Willem Jansen, en schoondochter Swaentjen Tijassen, een half dagwerk hooiland of achtste part van de Haekenweide in De Meene, aan Anna Lambers en Tonnys Jansen x Stijntjen Tonissen.
Folio 19: Transport, 15 jun. 1652; Lambert Geertsen x Fenne Beerens, en Harmen Geertsen x Fenne Jansen, en Geert Geertsen x Hille Jansen, en Jan Henricksen, en Egbert Evers x Geertjen Geertsen tezamen aan hun zwager Jan Harmsen x Fenne Henricks, de woning en landerijen in Holthemerbroek, mits dat na overlijden van hun moeder Geese aan Harmen en Lambert 20 lichte daalder wordt uitgekeerd die zoon Geert al gekregen heeft.
Folio 21: Transport, 4 nov. 1651; Harmen Dercksen Bennink, voor hemzelf en zijn broer Jan Dercksen, en Geertjen Dercksen, en Geesjen Dercksen, en Derck Albers x Geesien Willemsen, en Beerent Dercksen Luttickhoff en Albert Geertsen als mombers van de nagelaten onmondige kinderen van Derck Bensinck, tezamen erfgenamen, een stuk hooiland Het Broeckjen langs de Reestermaede met het ene einde aan Volkerinckmaete en het andere einde aan de Meente, aan Wigbolt Albers x Egbertjen Geertsen en aan Henrick Harmsen.
Folio 22: Transport, 28 okt. 1652; Meinart van den Hart hopman te Zwolle, aan Geert Stevens, uit erf Warminck te Baalder het halve huis en een vierde waartal, halve driftwaar op Vaerel, halve goorden waar het huis op staat, het halve Krummestuck bij de Vecht, met het groenland voorbij het Esjesstuck, een stukje land bij Messelinckcolcken tussen Conninges en Jan van Lingens landen, een stukje groenland achter de goorden en een stukje aan het eind van de plas, een half stukje waarvan de Hutten de wederhelft toekomt, een stukje op de Vooresch genaamd Willigenstuck, de helft van een stukje hooiland in Camferbeekenmaet, een stukje hooiland achter Hannesmaete, en een stukje in de Achteresch genaamd Den Ruggeman.
Folio 22: Transport, 28 okt. 1652; Meinart van den Hart hopman te Zwolle, aan Jan van Lingen x Aleyt en aan Gerryt Arens x Lubbe Evers, uit erf Warminck te Baalder het Heckstuck, Heetberchstuck, de Vlasacker, de beide Middelste stuckken achter Hannes Hoff, het Groetestuck bij Konninges huis en het Haenerlant achter Het Holt.
Folio 23: Transport, 9 jan. 1652; Derck Lucassen x Jenejen Esjens, de halfscheid van de Vennebruggengoorden te Baalder, aan Harmen van Borne x Harmtjen Gerryts.
Folio 23: Transport, 17 jan. 1652; Griete ter Weeckhorst, haar schoonzoon en dochter Claes Dous x Jennejen, vijf mud hoog- en laagland bij de Weekenkhorst, tussen Uiterwijcksland en Vilsterensland te Holtheme, aan Jan Arensen te Gramsbergen.
Folio 24: Transport, 2 feb. 1652; Jan Jansen Loeftinck en Jurjen Stuive als mombers van Hille Lucassen, de helft van het hooiland de Eccelcamp te Bergentheim, aan Harmen Lambers x Jennejen Jansen en Henrick Harmsen x Altjen Geerlichs.
Folio 24: Boedelscheiding, 2 feb. 1652; Jan Jansen Loeftinck en Jurjen Stuive als mombers van Hille Lucassen, bij testament van 12 aug. 1646 voor schultis Holt een boedelverdeling met de kinderen, de helft van een stuk land Den Borger in de Esch te Bergentheim blijft in effect zoals bepaald in het testament.
Folio 25: Transport, 17 mei 1652; Geert Geertsen van Cloeckhorst x Geese Jansen, een stuk land tussen Plas Henrix esch en de Weeckenckhorst, aangeland noordwaarts Engbert van Vilsterens en zuidwaarts Henrick van Uterwijcks land gelegen, aan Jan Arents.
Folio 25: Transport, 17 mei 1652; Geert Geertsen van Cloeckhorst x Geese Jansen, twee spint roggeland en een schepel laagland, gelegen tussen Uiterwijckx en kopers land, aan Geert Lubbers en Anna Harmsen.
Folio 25: Transport 13 jun. 1652; Lambert Geertsen x Fenne Beerens, en Harmen Geertsen x Fenne Jansen, en Geert Geertsen x Hille Jansen, en Jan Henricksen, en Egbert Evers x Geertjen Geertsen, tezamen volle en halve broer en zusters, aan hun zwager Jan Harmsen x Fenne Henricksen, de kotterstede bij ’t Broeck te Holtheme, mits dat Jan Henricks en Lambert Geerts na de dood van moeder Geese ieder 20 daalder krijgen uitgekeerd die Harmen Geerts al gekregen heeft.
Folio 26: Volmacht, 17 apr. 1652; jonker Harmen van Heert tot Eversbergen benoemd als volmacht Boldesteyn Everts [of Cuerts] van Lingen in de uitstaande goederen te Gramsbergen onder Beerent Gerbers.
Folio 27: Transport, 23 jun. 1652; Boldewijn Everts [of Cuerts] met volmacht van jonker Harmen van Heert tot Eversberg en Hofstede, de onder erf Gerbers gelegen Marscamp die oostwaarts strekt aan de Oostermaete, aangeland zuidwaarts aan jonker Schotenlant, westwaarts aan de Ossenweide, en nog een stuk op ’t Hiemhof van zes schepel zaailand hetwelk in de brief van Harmen Beerens vervat is, en nog een goorden de Campgoorden met uitwegen aan het einde van beide stukken de Henningesgoorden, en nog een goorden daar het huis op staat met grond aan de zijde waar de appelbomen staan, en nog hierbij verkocht de uitdrift en het waartal van erf Gerbers, bezwaard met 1 spint rogge in de kosterije te Gramsbergen, alleen het stuk op ’t Heimrot tiendplichtig, aan Beerent Wolters x Hille Beerensen.
Folio 28: Transport, 29 jun. 1652; Victor Waerensberch met volmacht van Margreta van Assewijn weduwe van Munster douariere van Ruinen en Heest, een stuk weide de Langenhorst te Holtheme, aangeland oostwaarts de Laarse marke en westwaarts Van Vilsterenslant, aan Hans Muller te Gramsbergen, Margreta van Assewijn weduwe van Munster.
Daarvoor ontvangen van Hans Muller te Gramsbergen, de woning met hof, goorden en camp te Gramsbergen en een toeslag van vier dagwerk hooiland te Holtheme waarvan Henrick Barlehaer de andere helft bezit, aangeland noordwaarts langs de Vecht en oostwaarts aan Praust Bentinkx en zuidwaarts langs Altingers Glupenmaet en westwaarts lands de Hoegensteen.
Folio 29: Ongedaanmaking van borgstelling, 29 Junij 1652; Hans Muller had 30 nov. 1633 een somma van 300 Carolusgulden geleend van Albert Kock, waarvoor zijn zwager Jan Schutstal borg werd. Deze lening is afbetaald door Hans Muller maar bij ongelegenheid is de doorgehaalde akte van borgstelling van zijn zwager Jan Schutstal vervreemd of gestolen. Hans Muller verklaart dat deze borgstelling krachteloos en zonder waarde is.
Folio 29: Transport, 29 jun. 1652; Albert Jansen Kock en Jan Vrericksen Schulte met speciale last van hun huisvrouwen en de absente broers en zusters, halve toeslag te Holtheme waarvan Henrick Jansen op de Barlehaer met zijn voorkinderen de originele brief heeft, aan Hans Muller.
Folio 29, 30: Transport, 29 jun. 1652; Hans Muller met assistentie van zijn zoon Egbert Jansen, voornoemde toeslag te Holtheme en zijn woning met hof, goorden en camp te Gramsbergen, aan Margreta van Assewijn.
Daarvoor onvangen door Hans Muller van Margareta van Asewijn, een stuk bouw-, weide- en hooiland de Langenhorst te Holtheme, oostwaarts aan de marke van Laar aangeland en westwaarts aan monsigneur Vilsterenslandt.
Folio 30, 31, 32: Testament, 9 aug. 1652; Fennejen Jansen weduwe van Lambert Beerensen op de Oldenhoff, haar dochter Anneken Lambersen x Jan Jacobs te Amsterdam en Annekens dochter Fennejen Jansen, haar dochter Jennejen Lambersen op de Oldenhoff en haar drie kinderen Trijntjen en Henrickjen en Lambert, haar dochter Hille Lambersen x Henrick Dercksen te Gramsbergen op de Oldenhoff en hun twee kinderen Annejen en Lambert, universeel erfgename haar dochter Geertjen Lambersen met als mombers burgemeester Jan Vrericksen Schulte en rentmeester Victor Warensberch.
Folio 33: Transport, 8 nov. 1652; Derck Beerens x Anna Wolters, en Pouwel Jansen x Altjen Beerens, en Egbertjen Beerens en Beerent Beerens met hun ooms Henrick Kremer en Lambert Kremers als mombers, een half dagwerk hooiland de Haeckenweide in de Meene te boerschap Ane, aan Jan Odinck x Fennejen Wolters te Collendoorn.
Folio 33: Transport, 28 nov. 1652; Henrick Splijtlof en zijn zuster Wendele Splijtlof, van hun vader Lucas Splijtlof uit de Hofstede jaarlijks een mud rogge volgens de boedelscheiding van 1606, aan de kinderen van wijlen Arent Blanckvoort.
Folio 34: Geldlening, 12 feb. 1653; Hans Muller met zijn zoon Egbert Hansen, van jonker Steven Blanckvoort te Rheeze, 300 Carolusgulden met als onderpand hooi-, weide- of zaailand de Langenhorst te Holtheme.
Folio 34: Transport, 20 nov. 1652; Albert Hendrickx x Hendrikjen Hermsen, en Beerent Gerberinck x Stijne Hendricx, en Egbert Hendricx, en Jan Jonckhansen x Anna Hendricx, en Beerent Jansen x Geertruit Hendricx, en Albert Hendricx met voornoemde Beerent Gerberink en Roelof Jansen als mombers van onmondige of nagelaten kinderen van Hendrick Hendricksen op Stuten te Ane, het halve huis met schuur op Clein Waterinck te Brucht, een halve goorden bij het huis op Klein Waterinck en de Meckelynckkamp, vijf schepel zaailand op de Veltcamp, het halve Vliermaetje, een koeweide op de Voormars, een koeweide op de Hui, de helft van de Achtervree die Balderhaar gekocht heeft, vijf stukjes van de Legenesch, de Plumpenbrinck stukjes, het Eindstuck, het Campjen, twee stukjes achter Bockinckgoorden en een vierdeel waartal inde Bruchter marke, aan Jan Otten x Griete Luitjes.
Folio 35: Geldlening, 28 Martij 1653; Jan Geertsen op Kleintjes x Geese Henrickx te Loozen, van Tonnys Jansen Muller x Stijntjen Tonnysen te Marienberg, met als onderpand zijn gerechte deel van een stuk hooiland het Holterlant te Coevorden.
Folio 35: Transport, 4 jul. 1653; Albert Jansen x Geesien Jansen van Echteler, en Geerlich Jacobs x Fenne Jansen, en Tonisjen Jansen, de Elsengoorden te Ane, aan Jan Albers x Lubbe Jansen.
Folio 36: Transport, 4 jul. 1653; Jan Albers x Lubbe Jansen, voornoemde Elsengoorden te Ane, aan Steven Blancvoort.
Folio 36, 37, 38, 39: Transport, 11 Martij 1651; Gerhardt Sloet tot den Oldenhoff en Singraven landrentmeester van Twente heeft gevolmachtigd Engbert Hendricksen burgemeester te Hardenberg voor de volgende transporten uit het in delen verkochte Erf Schultinck te Ane:
– aan Reiner Wolters te Lutten, het huis met schuur en schaapschot met het land waarop het staat, een vierde part van de waar in de marke Ane, twaalf dagwerk hooiland in de Meene, drie schepel zaailand de Grotegoorden, zes spint zaailand de Cleinegoorden, een goorden met een schepel zaailand, een half mud land het Heckstuck, drie schepel land de Molenacker met een hoekje groenland, twee Cruysstukken bij het land van jonker Blanckvoort en Losserslanden in de Esch van elk vijf spint, een half mud land het Hottenlandeken bij Hansen Bartelinckxlant, een half mud land in ’t Tesseler, twee koeweiden ’t Lucs [of Lues] aan de Vecht, vijf spint land ’t Swarte Waetersstuck, zes spint land het Crumestuk, het vierde part van de sloptynden uit het erf Schultinck van samen drie mud rogge en vier mud garste jaarlijks, het Camper- of Paderbornsgelt van 12 1/4 stuiver.
– aan Jan Lambers te Ane, een mud land de Schultencamp met een woeste hoek buslant en de nieuwe toeslag aan de Schultencamp, het gerechte vierde part van twaalf dagwerk hooiland in de Meene, een vier part van een waartal in de marke van Ane, een half schepel land het Ronneboompjen bij Hoebers heege, een half mud land de Vlasacker na de Hammate, een spint land de halve Speldenacker, een half schepel land de Cleine Vlasacker, drie schepel land de Groete Vlasacker, drie schepel land bij Palterinckcamp, een half schepel land tegen Puirinck, nog een een schepel land tegen Puirink, drie schepel land bij de Bruggenpoel, het vierde part van de Sloptynde uit het erf Schultinck van samen drie mud rogge en vier mud garste jaarlijks.
– aan Hendrick Derckx Vincke te Gramsbergen,drie mud land de Veltcamp, een vierde part van een waar in de marke van Ane, het vierde part van twaalf dagwerk hooiland in de Meene, drie mud land zijnde de helft oostwaarts van ’t Blick, het vierde part van de Sloptynde uit het erf Schultink van samen drie mud rogge en vier mud garste jaarlijks.
– aan Hendrick Jansen op de Oldenhoff, een mud land de Melenberch, een vierendeel van een waar in de marke van Ane, het vierde part van twaalf dagwerk hooiland in de Meene, een mud land voor het Zijl, een schepel land over het Zijl, drie schepel land over het Zijl op de Cuile, een half schepel land op de Cuile, nog een schepel land op de Cuile, vijf schepel land op ’t Groetestucke bij jonker Blankvoorts land naast Habers land, ’t Wueste Holt bij ’t Hecke naar Collendoorn, drie mud land zijnde de helft westwaarts van ’t Blick, het vierde part van de Sloptynde uit het erf Schultink van samen drie mud rogge en vier mud garste jaarlijks.
– aan Reiner Jansen te Ane, een schepel hooiland de Bruggenpoel gelegen naast Blanckvoorts en Lossers.
– aan Luitjen Wolters, een half dagwerk hooilants in de Puiren.
– aan burgemeester Willem Edelinck, een half dagwerk bij het Zijl op het onlant.
– aan Harmen Stevens te Lutten, een hooimaete van omtrent een half dagwerk bij Bartelyckcamp, en weideken van een half dagwerk buiten Bartelinckcamp aan de weg.
– aan Harmen Lefers te Hardenberg, twee dagwerk hooilants in ’t Kijft.
Folio 40: Transport, 10 apr. 1654; Hendrick Willemsen x Lisabet Jansen, het achtste deel van de Veereweide te Heemse, aan zijn broer Woelert Willemsen x Betta Wolters.
Folio 40: Transport, 18 apr. 1654; kapitein Godert van Tellinckhuisen x Catharina Stellinck, het zesde deel van ’t Hach, aan burgemeester Harmen van Borne x Harmtjen Gerryts.
Folio 40, 41: Transport, 31 mei 1654; Derck Statius van Haeften genaamd Assewijn heer van Gramsbergen x Anna Maria Ripperda van Vorden, uit het in delen verkochte erf Aeftinck te Heemse:
– aan Henrica Nuis weduwe van [Henrick] Holts, het huis met schuur, schaepenschot, de goorden en het land bij de goorden, de goorden van Uiterwijck die tegen de Stalhaegen verwisseld is, een mud land ’t Kemmestuck, een schepel land bij de Kalfsboom, een mud land op Den Norden, nog een twee spint land op Den Norden, zes spint land de Langenhorst op Den Norden, drie schepel land de Langenacker, een vierendeel waartal en het Paterbornse geld.
– aan kapitein Jacob van Uiterwijck x Hendrina van Raesvelt, twee mud land zijnde de zuiderzijde van Aftinckcamp, vier mud zaailand het Rondecampjen, vijf spint land het Bruchterstuk, zes spint land het Breedestuk, een stuck roggeland tussen Hulsebus en Wesinck, vier stukjes achter de Norden in de Rijte, drie stukjes de Hoegen Achtersijt en de Stalhaegen, een koeweide dat tegen de goorden verwisseld is, een vierendeel waartal.
– aan Alart Blanckvoort, de vier mud zaailand zijnde de noordzijde van de Aftinckcamp te Heemse met het Wuste Vennegjen daarin gelegen, vijf spint land het Hammegjen achter het Loo in de Esch, een schepel roggeland tussen Reininck en Hesselinck, vier stukjes in de Steenmate zijnde twee koeweiden, ’t Slach in ’t veene, een vierendeel waartal.
– aan Jan Ruitminck x Hadewich, vier mud land tegen de karcke, een mud zaailand de Doorenacker, de Wilvinckhorst en een hoekje daarbij op den Timmersesch van beide ongeveer een mud land, op het Middaegesstuk vier stukken van ongeveer een mud land, een stuk land waar het Kolckjen in ligt, een stukje van omtrent 1 spint land tiendplichtig aan de Pastorie van Gramsbergen.
Folio 42: Transport, 24 jun. 1654; Peter Brants x Geertruit Jansen, het halve Hennepsmaetjen bij de Haeckenweide in Hanrick- en Wunnemanslanden te Ane, aan Hendrick Arens x Trintjen Bartolts.
Folio 42: Transport, 26 jun. 1654; burgemeester Harmen van Borne x Harmtjen Gerrytsen, een half dagwerk hooiland in de Meene tussen Cleintjes- en Wunnemansslagen waarvan Barlhaar de andere helft toebehoort, aan Mense Gerryts Bloemer x Fenne Jansen.
Folio 42: Geldlening, 1 okt. 1654; Albert Hendrickx x Hendrickjen Harmsen, van Tonnis Jansen Muller x Stijntien Tonnissen te Marienberg, 200 Carolusgulden met als onderpand een aanpart in de toeslag te Holtheme van een dagwerk, en het aandeel in de Meene van twee dagwerk.
Folio 43: Geldlening, 24 okt. 1654; Henrick Willemsen x Anna Hollanders nagelaten dochter van Laurens Hollander, en Rijcman Wolffs der rechten licentiaet en advocaet te Zwolle op verzoek van wijlen Laurens Hollander borg voor 50 gulden, opgenomen van Jan van Deventer, met als onderpand het aanpart aan het erf Leegeholt met goorden, bouwland en koeweiden aan de Mars gelegen.
Folio 44: Transport, 7 jun. 1654; Janna Blaus weduwe van Bogermans en haar zuster Anna Blaus weduwe van Wycher Annis, en Jan Ruitminck, het halve erf Campherbecke te Baalder met hoge en lege landerijen, holtgewas en waartal, aan Jan Willemsen x Altjen Melgers.
Folio 44: Transport, 7 jun. 1654; Jan Willemsen x Altjen Melgers, een jaarrente uit erf Campherbecke, aan [niet genoteerde persoon].
Folio 44: Transport, 22 feb. 1655; Geertruit van Twenhuisen weduwe van Ingerman van Camphuisen, met Gerhardo Wilhelmi en haar zoon Lambert van Camphuisen geassisteerd, aan Roelef Hendricksen, de Nijencamp gelegen bij de Voscamp te Brucht.
Folio 45: Transport, 12 aug. 1655; Vrederich van Ensse tot Heeckeren en Harmen van Heerdt tot Eversbergen en Hoffstede als mombers over de nagelaten kinderen van Palick van Hoevel x Angenis van Ensse, genaamd Roelef van Hoevel, Harmen van Hoevel, Jan van Hoevel en Elisabet van Hoevel:
– aan Derck Statius van Haeften tot Gramsbergen x Anna Maria van Ripperda van Gramsbergen en Verwolde, een stuk weideland van ongeveer acht koeweiden genoemd de Leegensteen te Gramsbergen.
– aan Hendrick Tielen x Anna Egberts en aan Wigbolt Hendricx x Jenne Willems, de Tielengoorden en een vierdendeel hooiland in de Pippinck en nog een geertje of hoekje hooiland bij ’t Zijl.
Folio 46: Geldlening, 16 sep. 1656; Joan d’ Sola x Henrica van Ruitenburch, van Philibert Blanckvoort tegenwoordig tot Collendoorn, 800 Carolusgulden met een jaarrente van 40 Carolusgulden, zijnde restante kooppenningen van het als onderpand dienende erf Willinckhaer te Ane met huis, plantage en de hoge en lege landen en een grondwaar in de marke van Ane en Anevelde.
Folio 47: Transport, 27 sep. 1656; van Joan de Sola x Henrica van Ruitenburch, aan Philibert Blanckvoort tot Collendoorn x Anna Helena Loese, erf Willinckhaer te Ane met huis en getimmer, de hoge en lege landerijen, het holtgewas en een grondwaar in de marke van Ane en Anevelde.
Folio 47: Afgeloste Geldlening, 27 sep. 1656; Joan d’ Sola x Henrica van Ruitenburch, restant kooppennningen van Willinckhaer, afgelost door levering van het onderpand, aan Philibert Blanckvoort te Collendoorn.
Folio 48: Testament, 31 sep. 1656; Lambert Jansen ter Huiren x Geertjen Harmsen, na beider dood valt de nalatenschap op Jan Boldewijns de zoon van Luitjen ter Huiren en na zijn dood op dochter Wibbe, dat hij of zijn zuster het stuk land op de Oojer en ook van Cleintjes met een schepel land op de Esch mogen trekken dat daarvoor ingekocht en betaald is. Als Albert Reiners het huis half gedenkt te trekken dan zal hij hiervoor de halve onkosten vergoeden.
Folio 49: Transport, 24 okt. 1656; Jan Willemsen burger te Coevorden x Imke Willems, een perceel land zoals van zijn zalige vader Willem Woelers in aangeërft zijnde het achste deel van de Lege Veereweide, het vierde part van de Hoge Veereweide, beide gelegen bij de Veerebrugge te Heemse, een achtste deel van het derde part van ’t Hach te Baalder, een achtste part van de Blauwescamp en het huis daarop staande, een achtste deel van een stuk land op de Baalderesch bij Campherbeckenland en Harmen van Bornes camp, de halve goorden achter den Kerkhof bij Holtermarscamp, een goorden aan het zuideinde in de Doornebus, aan Harmen Hendricksen x Eefse Willemsen.
Folio 50, 51: Transport, 21 dec. 1656; Clara Helena van den Boetzelaer douagiere van wijlen Johan Sixtus van den Camp toe den Clooster en Dunningen, voor haarzelf en als moeder en voogd van haar onmondige kinderen, Baltazar van Bijma kolonel gouverneur te Coevorden, Rotger van den Boetzelaer drost van landschap Drenthe te Coevorden, en Hiddo van Voorst landdrost van Salland als speciaal tot deze zaak aangestelde voogd over jonker Warmolt van den Camp, aan Johan Godefrit van Ense ter Groten Scheere x Cathrina Sophia van Essen, het erf Volkerinck of Wychmanninck te Holthone dat tegenwoordig door Klein Jan gebruikt wordt.
Folio 52: Transport, 5 jun. 1656; Peter Brant burger te Coevorden, zijn huis te Gramsbergen aan de zuidzijde van de kerk, aan Derck Statius van Haeften tot Gramsbergen x Anna Maria van Ripperda tot Vorden.
Folio 52, 53: Testament, 31 aug. 1656; Lambert Jansen ter Huiren x Geertjen Harmsen dochter van Harmen de Wijse, de helft van het huis en hof en alle andere goederen wordt verdeeld over wederzijds erfgenamen, mits dat Jan Boldewijn zoon van Luitjen ter Huiren dan nog leeft zal hij het erf ter Huiren weer bouwen en na zijn dood zijn zuster Wibbe en zij zullen het stuk land op de Oeje en ook van Cleintjes met een schepel land op de Esch mogen trekken dat daarvoor ingekocht en betaald is. Als Albert Reiners het huis half gedenkt te trekken dan zal hij hiervoor de halve onkosten vergoeden.
Folio 53: Testament, 15 jan. 1657; kapitein Jacob van Uiterwijck x Hendrina van Raesvelt verzoeken het gericht om ratificering van het door hen opgerichte besloten testament.
Folio 54: Transport, 6 jan. 1657; Gerryt Jansen x Sofia Engels te Uelsen, zijn broer Harmen Jansen x Geesien Hendricx, voornoemde Harmen met Evert Harmsen als mombers van de onmondige nagelaten kinderen van hun broer Hendrick Jansen, tezamen erfgenamen van wijlen Wolter Jansen, drie kwart dagwerk hooiland waarvan Arent ter Arenshorst mede een aandeel heeft in Romsgoor te Ane, aan Hendrick Jansen Wolbinck x Geesien Egberts.
Folio 54, 55: Transport, 19 mei 1657; Albert Hendricksen x Altjen Harmsen voor zichzelf en als gevolmachtigde van zijn zwager Jan Harmsen Grobbe x Roelefjen Hendrickx en als momber van zijn onmondige broers en zusters met genaamd Hendrick Hendricksen, Arent Hendricksen, Jenne Hendricksen, Beerte Hendricksen, ook Hendrick Beerens als oom en momber van voornoemde onmondige kinderen, een kwart van een slag in de Meene waarvan Hendrick van Vilsteren en Jasper van Vilsteren de helft en de kinderen van wijlen Jan bij ’t Broeck een kwart toekomt, aan Jan Arensen en aan Jan Jansen x Geesien Arens.
Folio 55: Ruiling leenroerig goed, 14 apr. 1658; door verkoop van erf Groot Waterinck te Brucht is erf Schultinck of nu Ruitminck te Collendoorn leenroerig geworden.
Folio 57: Transport, 12 feb. 1656; kapitein Jacob van Uiterwijck x Hendrina van Raesvelt, twee percelen hooiland waarvan het ene bij Dulmanscollick in Blankvoortsmaete en twee dagwerk waarvan van Joan Godevrit van Ense het derde deel toekomt, twee dagwerk in Meppelmansmaete waar Ensse ook het derde part toekomt bij de Overesch aan het Coeversediep, aan Claes Hendrickx x Aele Lambers, en aan Harmen Geerlichs x Hendrickjen Hendricksen.
Folio 57: Transport, 19 mei 1657; Albert Hendricksen x Altjen Harmsen voor zichzelf en als gevolmachtigde van zijn zwager Jan Harmsen Grobbe x Roelefjen Hendrickx en als momber van zijn onmondige broers en zusters met genaamd Hendrick Hendricksen, Arent Hendricksen, Jenne Hendricksen, Beerte Hendricksen, ook Hendrick Beerens als oom en momber van voornoemde onmondige kinderen, een vierde part van een slag in de Meene waarvan Hendrick van Vilsteren en Jasper van Vilsteren de helft en de kinderen van wijlen Jan bij ’t Broeck een kwart toekomt, aan Jan Arensen en aan Jan Jansen x Geesien Arens. [dubbel van folio 54 en 55, is doorgestreept].
Folio 58, 59: Transport, 5 apr. 1658; Willem van Twenhuisen te Zwolle kreeg erf Groot Waeterinck te Brucht in 1655 in handen na verkregen gewin op Geertruit van Twenhuisen weduwe van luitenant Ingerman van Camphuisen, de leenplichtigheid van Groot Waeterinck is in 1657 overgezet op erf Ruitmink te Collendoorn, waarna van erf Groot Waeterinck de volgende delen zijn verkocht:
– aan Roelef Hendricksen x Tonnisjen Jansen, het huis en getimmer met de goederen en den Pol, het holtgewas bij het huis, 1/4 waar in de gemeente en een 1/4 waar die daarna is gekocht, twee stuckjen bij Clein Waeterinck gelegen met hetgeen van die twee stukjes is afgegraven zijnde samen ongeveer een mud zaailand, op de Meckelinck een halve Camp van twee mudde en een schepel, een acker van een mud op ’t Rot, een twee dagwerk weideland op het Achtervree, twee stukjes zaailand van samen drie mud haverland op de Achtermars, vier mud land op de Oldencamp, twee mud land op de Voscamp, twee koeweiden in de Hoge Esch, een stuk hooiland in de Tellichte, drie dagwerk land de Groote Veltmaete.
– aan Tonnis Jansen Muller x Stijntjen Tonnissen te Marienberg, een half camp land of de noordzijde van de Overstewant met het houtgewas, de halve Langecamp zijnde het Westereinde met het houtgewas, de halve Grooten Stocxbrinck waarvan Harmen Otten de ander helft bezit, de Cleinen Stoxbrinck tussen Jan Otten en Oelerincxlanden te Brucht gelegen, de twee laatsten zijn hooiland.
– aan Jan Seinen x Altjen Otten, anderhalf dagmaat hooiland of de helft van de Cleine Veltmaete waarvan Scheper Geert te Brucht de andere helft bezit.
– aan Jan Stapelman x Jennejen Esjens, twee koeweiden op de Voormars, twee stukjes land op ’t hooge van de Esch bij Amsink.
– aan Jan Otten x Grietjen Luitjes, een mud zaailand op de Veltcamp.
– aan Roelef Nysinck x Fenne Albers, drie stukken op de Ruwencamp waarvan één aan de noordzijde en twee aan de zuidzijde met het holtgewas.
– aan Hendrick Harmsen x Lutgert Lubbers, en Wigbolt Albers x Egbertjen Geerts, de Langemaete zoals deze tot nu toe op erf Groot Waeterinck is gebruikt.
– aan Harmen Geerlich x Hendrickjen Hendrix, twee dagwerk in ’t Flier.
– aan Harmen Welinck x Marrye Egberts, twee koegangen op de Bruchter Hui over de Vecht.
– aan Derck Weelinck x Jenne Harmsen, Eerde, drie dagwerk hooiland in de Bruchter Veltmaet.
– aan Engbert Hendricksen, de halve waar in de Bruchter marke.
– aan Hannes Jansen x Anna Willemsen, een dagwerk hooiland over de Vecht op de Huirne, een half dagwerk hooiland genaamd het Steenstucke hier bij het Watstuckje.
Folio 60: Transport, 18 jun. 1658; Ditert Lubbers weduwe van Helle Warrensen van Wielen, en hun twee kinderen Lubbert Diters en Jennejen Diters, en zijn broer Beerent ter Ymhoff, en de moejen [=tantes] van de kinderen Altjen Lubbers en Stijntjen Lubbers, als gevolg van akkoord en afkoop op 17 jan. 1652 geschied, alle aanparten met de landerijen en de woning bij ’t Broeck, aan Geert Jansen x Grietjen Jansen.
Folio 60, 61: Volmacht, 27 sep. 1658; Elsabe Blanckvoort aan haar zoon Jan Rammelman, voor transport aan Reint Wolters en zijn broer [Lucas Wolters x Anna Jansen], een stuk hooiland genaamd de Meppelinckmaete bij het Coevordensediep.
Folio 61: Transport, 6 okt. 1658; Joan Rammelman als gevolmachtigde van Elsabe Blankevoort, twee dagwerk hooiland genoemd de Meppelinckmaete gelegen te Holthone bij het Coevordensediep, aan Lucas Wolters x Anna Jansen.
Folio 62: Transport, 9 mei 1659; Johan Bosch J.U.D. en Jan Warmolts Scheerhoorn als gekwalificeerd door de erfgenamen van Evert ter Schyrle, de Drosteninnencamp in de Meene tussen Bartelinck en Baeckenslaegen, aan Hendrick Harmsen x Hendrickjen Hendrix, in deze overdracht conserteert Evert Hendricksen Walraven in kwaliteit als zijn zalige vader datselve aan Evert ter Schyrle verkocht heeft.
Folio 62: Transport, 14 Mei 1659; Hendrick Gerryts x Stijne Harmsen, een mud rogge- of garstenland geheten Harfjen Clein te Holtheem, naast de heer van Gramsbergen en de marke van Laarwold geland, aan Luitjen Jansen x Hendrickjen Egbers.
Folio 63: Testament, 16 aug. 1659; Jasper van Vilsteren, zijn nicht Elisabet van Heest zal 1200 Carolusgulden genieten uit zijn nalatenschap, bestaande in de percelen van het land achter de Weekenhorst dat sijn zwager in gebruik heeft, item 400 Carolusgulden die Egbert Jansen Muller heeft en 150 gulden die rusten bij Hille ter Baene.
Folio 63: Transport, 2 nov. 1659; jonker Arnoldt van Oldeneel en burgemeester jonker Joan van Haersolte als benoemden voor de erfgenamen van zalige Schultis Holt en de provisoren van het Heilige Kruis gasthuis buiten de Camperpoort te Zwolle, het derde part van erf Hulsebos te Heemse, aan Henrica Nuis weduwe van schultis Henrick Holt.
Folio 64: Transport, 7 nov. 1659; Ditmar de Grevinck x Hendrina Ganseneb genampt Tengnagel, een stuk land dat kapitein Godert van Tellinchuisen uit erf Willinck in Anevelder Esch en tussen Meijerinck strekkende met het ene einde aan de Middelweg, aan Harmannus Voltelen x Elisabet Brunninkx.
Folio 64: Transport, 2 dec. 1659; Wichert Lucassen x Fenne Claesen, het vierde part van erf Veenebrugge over het Veer ter Wilen, aan Jan Albers x Neese Jansen.
Folio 65: Volmacht, 13 nov. 1659; Barnhardt Bentinck tot Diepenheim Praust van Deventer en richter te Diepenheim, op predikant Harmannum Voltelen te Gramsbergen voor de financiële afhandeling van het in delen verkochte erf den Oldenhoff.
Folio 66, 67, 68, 69: Transport, 4 jan. 1660; Harmannus Voltelen, Gramsbergen met volmacht van Bernhardt Bentinck praust tot Deventer en richter te Diepenheim, uit het in delen verkochte erf den Oldenhoff te Gramsbergen:
– aan Geert Geertsen Cyft x Hille Jansen, zes schepel zaailand op de Westeresch met noordwaarts de Stege en zuidwaarts de heer van Gramsbergen en westwaarts Beerent Garbers en oostwaarts Lubbers Albert.
– aan Albert Albers x Fennejen Jansen, twee mud zaailand op de Westeresch, westwaarts Geert Geertsen Cyft en oostwaarts Jan Albers en noord- en zuidwaarts de heer van Gramsbergen.
– aan Jan Albers Rechtuit x Evertjen Geerts, een mud zaailand op de Westeresch, westwaarts Albert Albers en oostwaarts Geert Hendrix.
– aan Hendrick Gerryts ter Horst, een mud zaailand op de Westeresch, westwaarts Jan Albers.
– aan Geert Hendriksen, twee mud land op de Westeresch, naast het aan Hendrick Gerryts ter Horst verkochte land en westwaarts de Stege.
– aan Egbert Hendrix x Harmtjen Harmsen, zes schepel land op het oosten van de Oosteresch en een stukje land genaamd het Peerdehoekje langs het land van Evert Hendrickx en langs de Stege en de Mars en de Ossenweide.
– aan burgemeester Jan Arensen en zijn broer Egbert Arensen, zes schepel roggeland op de Oosteresch, oostwaarts Jan Buirinck en westwaarts Jan Gerryts Kuiper en strekkende van de Middelweg tot aan de Ossenweide.
– aan Jan Gerrisen Cuiper x Hendrickjen Albers, vier schepel zaailand op de Oosteresch, oostwaarts burgemeester Jan Arensen met zijn broer Egbert Arensen en westwaarts Egbert Lodewichs.
– aan Egbert Lodewichs x Lambertjen Jansen, vijf schepel roggeland op de Oosteresch, oostwaarts Jan Gerryts Kuiper en westwaarts Jan Waerenborch en strekkende met het ene einde aan de Middelweg en het andere einde aan de Ossenweide.
– aan Jan Waerenberch x Hendrickjen Heinen, vijf schepel zaailand op de Oosteresch, oostwaarts Egbert Lodewichs en westwaarts Evert Walraeven en strekkende van de Middelweg tot aan de Ossenweide.
– aan Evert Hendricksen Walraeven x Hendrickjen Quants, een mud zaailand op de Oosteresch met oostwaarts Jan Waerensberch en westwaarts Vrerick Willemsen, en nog drie schepel land op de Oosteresch met oostwaarts Hendrick Doerninck en Jan Joerinck en westwaarts Egbert Hendrix en strekkende het ene einde aan de Stege en het andere einde aan de Ossenweide.
– aan Vrerick Willemsen x Heile Rotgers en aan Willem Vrerickx x Geertien Jansen ieder voor de helft, zes schepel land op de Oosteresch, oostwaarts Evert Walraeven en westwaarts Hendrick Doerninck en Jan Joerinck.
– aan Hendrick Doerninck x Annejen Maesen en aan Jan Joerinck x Jennejen Walraeven, zeven schepel land op de Oosteresch, oostwaarts Vrerick Willemsen en westwaarts Evert Walraeven en aan het ene einde de Stege en het andere einde de Ossenweide.
– aan Derck Statius van Haeften tot Gramsbergen x Anna Maria van Ripperda tot Gramsbergen, het goordentje alderlangs Beerent Gerbers huis en bijlangs de Mullersgoerden zonder de uitdrift.
Folio 69: Transport, 20 mei 1660; Albert Hendricx x Ale Lucassen (zijn 2e vrouw), en Evert Raetminck en Hendrick Voordinck als mombers van de kinderen van Albert Hendricx x Hendrickjen Harmsen (zijn 1e vrouw), een dagwerk hooiland op de toeslag bij de Schaepenmars te Holtheme, aan Hendrick Jansen Barlehaer x Fenne Albers.
Folio 70: Transport, 4 jun. 1660; Chatrina Loeftinck geassisteerd met predikant Joannes Vokingius te Hardenberg, en Godefridum Spinneum professor, hun aanpart van een huis met goorden te Heemse, aan Jan Jansen x Griete Jansen, die dit aanpart in het huis met goorden te Heemse direct weer hebben overgedragen aan Jan Rutenberch x Hadewich Geertsen.
Folio 70: Momberschap, 10 dec. 1660; Roelef Hendricks tot de mondige jaren gekomen bedankt zijn oom Beerent Rotman te Wilsum voor goede administratie tijdens zijn momberschap.
Folio 71: Transport, 10 dec. 1660; Jan Evers x Annejen Hendrickx te Wielen, een half dagwerk hooiland in de Meene gelegen in de Baerlehaersslach dat al jaren met Mense Gerryts omwisselt, aan zijn neef Roelef Henricks.
Folio 71: Transport, 28 mei 1660; predikant Harmannus Voltelen te Gramsbergen, en Egbert Lodewichs, en Evert Walraeven als gevolmachtigden van Roelef Haijen en van Samuel Carbesier en van Geesjen Evers, alle landerijen met het huis en getimmerte te Gramsbergen van hun zalige moeder Jennejen Esjes aangeërfd, aan burgemeester Jan Evers x Jennejen Jansen.
Folio 72: Transport, 28 mei 1660; burgemeester Jan Evers x Jennejen Jansen te Gramsbergen, vier dagwerk groenland in de Meene strekkende van het einde van de Heerenwech tot in de Lee zuidwaarts en ten oosten langs de grond van Kleintjes te Ennevelde en ten westen langs de grond van Noevermans te Stegeren, aan Steven Blanckvoort te Rheeze.
Folio 73: Transport, 7 jul. 1660; Johan Blanckvoort x Anna van Arckel, een dagwerk hooiland achter Vaerle en genaamd het Baeckenmaetjen, aangeland westwaarts de Meijerinckmaete en noordwaarts aan de Lee of Monkemeijersmaete en oost- en zuidwaarts aan het Vaerle, aan Ditmar de Grevinck x Hendrina Ganstneb genaempt Tengnaegel.
Folio 73, 74: Transport, 10 jan. 1661; Jan Vrerickx Schuttstall met zijn zoon Vrerick Jansen en zijn dochters man Harmen Wychmans, een huis staande te Gramsbergen naast het huis van Vrerick Willems en gracht van de hof van de heer van Gramsbergen, aan pastoor Harmannum Voltelen x Elisabet Bruninckx te Gramsbergen.
Folio 74: Hofhorigheidsomzetting, 22 apr. 1659; landrentmeester van Twente Garhardt Sloot toe den Oldenhoff en Singraven als eigenaar van het halve erf Rembertinck te Holtheme, zijnde hofhorig aan de Hof van Ootmarsum, wil de hofhorigheid overzetten op een beter en groter erf in Twente, waarin hij wordt toegestaan door de gedeputeerden van de Staten van Overijssel.
Folio 76: Transport, 19 feb. 1661; Joan Godefridt van Ensse tot de Grote Scheer x Catharina Sofya van Essen tot Swaenenborch, zestien koeweiden waarvan acht in de Ittersumweide en waarvan de andere acht zijn geweest van Van Heerdt en alle gelegen bij het huis Gramsbergen en nog een goorden uit het erf Rembertinck te Holtheme van landrentmeester [Garhardt] Sloot aangekocht, aan Derck Statius van Haeften genaempt Assewijn tot Gramsbergen x Anna Marya van Ripperda tot Vorden.
Folio 76, 77: Transport, 19 feb. 1661; Derck Statius van Haeften x Anna Marya Ripperda van Gramsbergen en Verwolde, de Beenenmaet bij Dulmanskolck te Holtheme, waarop een geldlening staat van 50 Carolusgulden ten laste van Philips Jacob van Ensse tot Vaerle die geannuleerd zal worden, gelegen op het erf Stuten of Maerlinck te Ane, aan Johan Godefrid van Ensse ter Grote Scheer x Katrina Sofya van Essen tot Swaenenberch.
Folio 77: Afstand van erfenis, 10 mei 1661; Albert Jansen, de zoon van Jan de Wijse te Loozen en getrouwd geweest aan de dochter van Albert Stubbeman te Radewijk, doet afstand van zijn aanspraken op de erfenis van de goederen die Albert Stubbeman tegenwoordig bezit, waarmee hij transport doet van zijn aanspraken daarop aan de nakomelingen van Albert Stubbeman.
Folio 78: Transport, 25 mei 1661; luitenant Egbert Winsemius x Albertjen van Heest, een cotterstede met huis en landerijen op de Lantweer en Holtheme die hij in 1659 heeft gekocht van zijn broer Henrick Roelef van Heest soliciteur [=zaakwaarnemer] te Groningen, aan Hendrick Eekenckhorst x Altjen Lubbers.
Folio 78, 79: Transport, 4 jun. 1661; luitenant Wilhelm Blanckvoort, vijf mud zaailand de Warminckcamp en nog twee nieuwe campen daaraan gelegen die op Warminck en Oosterdorp zijn toegeslagen te Heemse in de Dambussche, strekkende langs het land van de koper en zuidwaarts aan Veltinckcamp, aan kapitein Jacob van Uiterwijck x Hendrina van Raesvelt.
Folio 79: Geldlening, 15 jun. 1661; Jan Jansen x Altjen Jacobs, van de broers Philibert, Wilhelm en Alerdt Blanckvoort, 100 daalder met als onderpand al hun hebbende en krijgende goederen.
Folio 79: Transport, 3 aug. 1661; Margarita Loftinck weduwe wijlen Joannes Joannes Vockingius predikant te Hardenberg, zeven schepel Nijelant of toeslag te Heemse achter Bulkusgoed, aan Alardt Blanckvoort te Collendoorn.
Folio 80: Transport, 10 aug. 1661; burgemeester Jan Sweerdes x Swaentjen Helmichs, en Evert Roelefs x Fenne Otten, een stukje zaailand langs de weg zoals van rentmeester Sloot uit erf Remmerdinck is aangekocht, aan Joan en Harmen Hendricks Schoonekamp. Dit perceel of hooiland is door verkocht aan Willem Edelinck.
Folio 80, 81, 82: Transport, 3 okt. 1661; predikant Joannes Heesselius te Zwolle als momber van de onmondige kinderen van wijlen burgemeester en majoor Reinier Hardenstein te Zwolle en Johan Buis als momber met consent van schepenen en raad van de stad Zwolle, uit in gedeelten verkochte erf Amsinck te Brucht:
– aan Steven Blanckvoort te Rheeze, twee koegangen op de Voormars en twee koegangen op de Achtermars.
– aan burgemeester Engbert Hendricksen, de Grootemaete, het Steenstuck en Steenmaetjen in de Heemseresch gelegen, en nog het Grootestuck in Woerderesch en twee dagwerk hooiland in de Veltmaet.
– aan Geerlich Willems Noeverman x Wibbe Lambers te Stegeren, de helft van twee dagwerk groenland of hooiland het Achterstelant over de Vecht in Heemseresch tegenover de Tellichte waarin nog een klein stukje land ligt dat Richterinck toebehoort.
– aan Tonnis Jansen muller x Stijntjen Tonnissen te Mariënberg, het Rijckmansstuck bijlangs Nijsinck Grootencamp, nog twee dagwerk hooiland in de Groote Veltmaet die jaarlijks wordt omgewisseld, en nog de helft van het Achterstelant, waarvan Noeverman de andere helft gekocht heeft en waarin een stukje uit Richterinck gelegen is.
– aan Jan Otten x Griete Luccassen, een tweeënhalf schepel zaailand op ’t Nijelant naast het Hecke van den Hardenberg in de Wurderesch, nog vijf schepel zaailand daaraan gelegen het Brantjen, twee schepel land het Eccelkampjen, een stukje land in de Legenesch achter Bockinckgoerden, en nog het Poelstuckjen in de Legenesch.
– aan Esien in den Haenekamp, het Middelstestuck op het Nijelant met de zuid- en noordwaarts aan Nijsincklanden.
– aan Hendrick Splijtloff, twee koegangen op de Bruchter Huij.
– aan Berent Berensen Aemsinck x Aeltjen Berens, het huis met de schuren en een schaapschot met de hof, de gaarden tegen het huis over de Stege en het Kerckhoffsgaerdentien, Seisacker van zes spint en de Roevencamp van twee mud zaailand, de Bollemathe met het houtgewas en een stukje aan het eind, nog een stukje aan de Bollemathe van zeven spint zaaigrond, twee koegangen in de Legenesch, zes spint op de Overesch tegen Richterincks Brede- en Langestuck op de Vellichhoek daar Jentinck aan gelegen is, Aemsincks Vellichhoeck daar Jentinck aan gelegen is, een stukje op de Vellickhoeck bij Waerterincks Rietlandt, een stukje bij de Kolck genaamd het Garstestuck, Aemsinckkuyle en stukje bij ’t Achtervree, een stukje ban Richterincks Verckensstukje voor de Lege Esch naast Jentink, een halve waar in de Bruchter Marke, nog een mud zaailand het Grote Heckstuck met oostwaarts Bockinck en westwaarts Jentink, de Vliermathe van tweeënhalf dagwerk.
– aan Jan Stapelman x [Jennegen Essien of Essken] Berens, drie schepel zaailand genaamd het Kleinestuck en den Veltber, 6 zes spint zaailand aan Richterincks Meuthe, in de Legenesch een stukje achter de Hanckamp en het Peplenstuckjen van ieder twee schepel zaailand.
– aan Lugien Olerinck x Aeltjen Hendricks, twee stukjes zaailand tegen ’t Holt waarvan het ene twee schepel en het andere drie schepel met westwaarts H. van Borne en oostwaarts Jentinck.
– aan Jan Hendricks Odinck x Aeltjen Jansen en aan Albert Jansen x Hendrickjen Dercksen, twee stukken hooiland in de Tellichte waarvan het ene schiet aan Wolerscamp en zuidwaarts aan Caspaer Edelinck en noordwaarts Engbert Hendricks en Wilhelm Edelinck, het andere op de oever van de Vecht schietende met aan de noordzijde De Brinck.
– aan Gert Hendricksen, een drie schepel bouwland zijnde de Mollenacker aan de Stege, een half mud zaailand het Kleine Heckstuck tegenover Aemsincks huis.
– aan Willem Berens, zeven schepel zaailand in de Werderesch genaamd de Lijnacker.
– aan Jan Gertsen, een stuk hooiland genaamd de Stockxbrinck met westwaarts Bockinck en oostwaarts Jan Otten en uit Nijsick aangekocht.
– aan Derck Weelen x Jenne Hermsen, het Wadtstuck dat gemeenschappelijk is met Hanninck, een half dagwerk land aan het einde van de Bollemathe.
– aan Tonnis Jansen en Hendrick Jansen de zonen van Jan Waeterinck te Bergentheim, een dagwerk land genaamd het Westermaetjen gelegen aan de Voormarsch.
Folio 83: Resolutie afkoop hofhorigheid, 17 Meert 1660; akkoord tussen de gedeputeerden van de Staten van Overijssel en de mombers van de kinderen van wijlen burgemeester Hardenstein dat erf Amsinck te Brucht wordt ontslagen uit de hofhorigheid met een afkoopsom van 100 goudgulden en met continuering van de uitgang of thins van dat erf.
Folio 83: Geldlening, 9 dec. 1661; Jan Otten x Griete Lucas, van burgemeester Harmen Engbers x Marya Jansen te Ommen, 500 Carolusgulden met als onderpand twee mud land op de Groten Nijsinckcamp en alle goederen die ze bezitten.
Folio 84: Transport, 16 dec. 1661; burgemeester Jan Evers x Jennejen Jansen te Gramsbergen, Wilmesstuck op de Glascamp te Ane, aan Hendrick Wulbrinck x Geertjen Egberts.
Folio 84: Transport, 1 aug. 1664; sergeant Joachim Lesinck x Grytien Abrahams, twee stukken zaailand in de Langencamp met het houtgewas van samen een mud, en nog een half mud zaailand op de Hoogenesch met zuidwaarts aangeland een stuk uit de Veltcamp en noordwaarts het eigen land van de koper en begrenzende westerzijde aan de Capelle, en nog een schepel zaailand aan de Palserskamp en Cortestege met over 3/4 deel naast de Stege de tinsen aan de Pastorye, en nog in de Schlagengoorden ruim een spint land, aan Engbert Hendricks.
Folio 85: Transport, 16 okt. 1664; Albert Arents x Fenne Berens en de zoon Arent Albers x Swantjen Bartels, een stuk hooiland aan de Lutterbeecke naast aan Lutten aan de zuidzijde aan de beeck Lutten, aan Alart Blanckvoort.
Folio 85: Transport, 28 okt. 1664; Fenne Jansen weduwe van burgemeester Jan Evers Heijnen, en Gert Jansen Heijnen x Aeltjen Leeners, en Jan Waerensbergh x Hendrickjen Heijnen, een stuk hooiland genaamd het Koelandt van omtrent vijf koegangen in de Meene in de buurschap Ane, naastgeland noordwaarts Egbert Hendriks en zuidwaarts aan de Vecht en westwaarts Anna Melckers, zijnde dit land bij leven van Jan Evers Heijnen op 18 dec. 1663 verkocht, aan Hendrick Hermsen Beenen x Hendrickjen Hendricks.
Folio 87: Resolutie van afkoop en verlegging hofhorigheid, 16 Martij 1665; authorisatie van de Staten van Overijssel om de hofhorigheid van het halve erf Remmerdinck te Holtheme af te kopen met 105 Carolusgulden, de hofhorigheid wordt verplaatst naar het erf Aest in de Lutte in Twente.
Folio 87, 88, 89, 90: Transport, 19 jun. 1666; Gerhardt Sloot tot den Oldenhoff en Singraven landrentmeester generaal van Twente x Joanna Florentina van Oor, uit het in gedeelten verkochte erf Remmerdinck:
– aan wijlen Joan Godefried van Ensse tot de Grote Scheer x Sophia Catharina van Essen en hun nakomelingen, twee Hofstucken met de Wendinge en Krucke gelegen achter de Grootengoerden aan de Holthemeresch, en nog vier dagwerk hooiland in ’t Rietgoor en strekkende noordwaarts aan de Coverse Vecht.
– aan Derck Statius van Haefften tot Gramsbergen en Verwolde x Anna Maria Ripperda, Remmerdings koeweide groot vijf koegangen aangeland noord- en oostwaarts Praus Bentinckslanden en zuidwaarts Remmerdincks Camp en huisplaats en westwaarts Altinckbrinck, en nog de Grootengoerden aangeland oostwaarts Schuttengoerden die aan de koper toebehoort en zuidwaarts de heer van de Scheer en westwaarts Gerrytsgoerden, en nog een koeweide in ’t Diepengoor dat met de Leemgraven gemeenschappelijk en onverdeeld waar een huis op staat.
– aan jonker Hendrick van Heest x Beatrix Root, drie mud zaailand in de Weeckenckhorst te Holtheme, aangeland oost- en westwaarts de heer van Gramsbergen en zuidwaarts corporaal Lubbert.
– aan Jan Schoonekamp tot Ridderinck, zes schepel garsten- of haverland op de Hoogemaete en aangeland oostwaarts Meijlinck en zuidwaarts Hulsebuss, en nog een mud garsten- en haverland aan het Hoogecampyn en schietende met het eene einde aan de Hoogenesch, en nog zes spint op de Ruwehorst met aangeland oostwaarts Altinck en westwaarts de heech na Remmerdinksmaetje en daar mede toe behorende waar de weide van Meijlinck naar het westen aangelegen is.
– aan burgemeester Jan Sweerts x Swaentien Helmichs en aan Evert Roeleffs Busman x Fenne Otten te Radewijk, twee dagwerk hooiland het Remmerdincksmaetjen.
– aan Derck Berents Wilpeshaer x Harmtjen Jansen, de huisplaats met de kleyne goerden en de Camp daaraan gelegen en daarachter twee koeweiden groenland tot aan de Oude Vecht, en nog drie schepe land de Langeacker, en nog een schepel zaailand achter in de Esch strekkende met het ene einde naar het oosten en tussen de heer van Gramsbergens landen, een stukje in en voor de Oostermate waaraan oostwaarts de heer van Gramsbergen en westwaarts Praust Bentincks landen en gelegen in ’t Holthemerveen.
– aan Lambert Jansen ter Huiren x Geertjen Jansen, een dagwerk hooiland in de Duite met nog een vierendeel dagwerk vooraan gelegen.
– aan Henrick Roerkinck x Anna Wolters, een half zaailand het Krummestuck met het hooiland aan het einde daarvan en een stukje van twee spint land aan de Oosterbergh, en nog zes schepel garst- of haverland genaamd het Bleeckerstuck schietende aan de Ruwehorst en aan Luitjen Roeleffsmate.
– aan Lambert …………. x huisvrouw, zes schepel garst – of haverland op de Hoogemathe tussen jonker Schoonekampslanden.
Folio 92: Testament, 13 sep. 1666; Jan Jansen op Klumpert x Lubbe Roelefs te Holthone, ze maken een testament op langstlevende en na hun beider dood gaat de erfenis naar de naast familie, haar halve zuster Swaene en haar volle zuster Hendrickyn Roeleffs zullen in gelijke mate delen en de zoon van Swaene, genaamd Geert Geerts, zal honderd Carolusgulden ontvangen.
Folio 93, 94: Testament, 28 nov. 1664; Joan Goedefrid van Ense ter Grote Scheer x Chatrina Sofia van Essen, Joan Goedefrid is krank van lichaam maar zijn verstand volkomen machtig, de Huisarmen te Hardenberg zullen na zijn dood 100 Caroligulden ontvangen, zijn vrouw zal al zijn bezittingen op de Grote Scheer haar leven lang behouden met het huis en de havesate waar Jan Geerts, Jan Jansen en Jan Ravens op wonen en ook de vier erven te Holthone en de venen, de erven de Meppel, de Haendrick en de Meene, en voorst al de hooi- en weidelanden onder de Grote Scheer in Overijssel, in drostambt Coevorden en landschap Drenthe met uitzondering van de leengoederen. Na haar overlijden gaan alle bezitten over op de kinderen.
Folio 95: Resolutie verlegging uitgang, 16 Martij 1665; authorisatie van de Staten van Overijssel om de hofhorigheid van het halve erf Remmerdinck te Holtheme af te kopen met 105 Carolusgulden, de hofhorigheid wordt verplaatst naar het erf Aest in de Lutte in Twente.
Folio 96: Transport, 20 sep. 1666; Jan Mollinck, Hendrick Oelbers, Jan Marsinck, Hendrick Waeterinck, voorts in ’t generaal alle huisluiden van Bergentheim, uit hoogdringende nood tot betaling van afgeperste schattingen van Munsters krijgsvolk op de Schans te Venebrugge en het Huis Gramsbergen in het jaar 1665 hebben zij verkocht, een half mud zaailand het Koeheerdenstuck gelegen aan Schottinckcamp te Bergentheim, aan hun nabuurs zoon Harmen Wygminck.
Folio 97: Transport, 16 mei 1665 Agnes Regnera Scheele weduwe van [Johannes] Linteloo tot de Mars heeft gevolmachtigd Joest van Welevelt tot Lenferingen voor het ontvangen van de kooppenningen van de verkochte molen tot Heemse, verkocht aan de Stad van den Hardenberg.
Folio 99: Onwettige donatie en overdracht, 28 okt. 1666; Frederick van Ense tot Heeckeren en Jacob van Munster tot Crechtinck en Walien hebben verstaan dat Philips Jacob van Ensse tot Vaerloe enige donaties en overdracht van goederen te Ane aan ’t Huis ter Scheer heeft gedaan, wat strijdig is met het plakkaat van de hoogmogende heren van de Staten van Overijssel en het Landrecht. Zij protesteren omdat ze zulks niet denken te tolereren maar zullen afwachten om zich daarna te reguleren.
Folio 100, 101: Testament, 17 okt. 1667; Hendrick Jansen x Hendrickjen Jansen te Ane, krank aan lichaam maar de memorie en verstand heel wel machtig, zij legateren 15 daalder aan de Huisarmen te Hardenberg. Aan testators broer en zusters en hun kinderen zal 25 Carolusgulden worden uitgekeerd en hij stelt tot zijn universele erfgenaam Hendrick Harmsen, zoon van zijn broer [Harmen Jansen]. De testatrice schenkt na haar dood aan haar naaste familie 25 Carolusgulden en stelt tot haar universele erfgename haar nicht Grietjen Geertsen die te zijner tijd met Hendrick Harmsen zal trouwen. De getrouwden krijgen de helft van de huishouding en de bezittingen en na het overlijden van de testateurs het volledige bezit, waar tegenover zij beiden de verzorging en verpleging van de testateurs in hun ouderdom op zich nemen.
Folio 102: Resolutie verlegging hofhorigheid, 7 mei 1668; luitenant jonker Wilhelm Blanckvoort, verzoekt toestemming aan de Staten van Overijssel om een hofhorig stuk land te Heemse van de hofplicht te ontslaan en dit over te brengen naar een ander stuk land dat groter en gelegener is op ’t erf Oostendarp. Dit verzoek wordt op 7 mei 1668 geaccordeerd.
Folio 104: Geldlening, 26 jan. 1670; Trijne Lucassen weduwe van Arendt Gerrysen die in deze geassisteerd wordt met Gerryt Arensen, van Willem Edelinck, 180 Carolusgulden met als onderpand een mud zaailand op Spaenscamp te Heemse, aangeland zuidwaarts de weduwe van kapitein van Uiterwijck en schietende met het oostereinde aan Hesselinckblick en het westereinde aan de goorden van de comparant. De lening met de rente is op 23 jul. 1675 afgelost door Gerryt Arens.
Folio 105: Volmacht, 22 aug. 1669; voor het gericht te Dalfsen verscheen Warner Hendrix van der Vechte voor hemzelf en voor zijn onmondige kinderen en Hendrick Warners van der Vechte x Elisabeth Meermans, en Derck Stevens Greve x Hadewich Warners van der Vechte, die samen gevolmachtigd hebben Willem Geertsen voor het transport van de halve grove tienden uit verschillende percelen onder erf Clein Waeterinck te Brucht, aan Jan Odinck, Hardenberg. Willem Geerts bezit zelf de andere helft van deze grove tienden.
Folio 106: Transport, 29 aug. 1669; Willem Geertsen x Wibbejen Harmsen te Dalfsen, voor hemzelf en als gevolmachtigde van Warner Herndricksen van der Vechte en zijn kinderen, de grove tienden uit verschillende percelen uit erf Clein Waeterinck te Brucht, aan Jan Odinck x Aeltjen Jansen, Warner Hendricksen van der Vechte.
Folio 106: Transport, 4 okt. 1669; advocaat Henrick Palten te Ootmarsum, als gevolmachtigde van zijn zwagers Jacob Vockinck, Adolff Vockinck, Beerent Vockinck, Sofia Vockinck, geassisteerd met Joan Wyntjes J.U.D. als judiciële volmacht te Zwolle, voor een somma penningen die aan hun moeder Margrita Loeftinck uitbetaald zijn, een stuk hooiland het Steenstuck uit erf Nijsinck te Brucht gelegen bij de Grootemaete van Engbert Hendrix, aangeland zuid- en noordwaarts aan Uiterwijcks Daerenhorst, aan Gerryt Arensen Muller x Wibbejen Hendrix Odinck.
Folio 107, 108: Volmacht, 29 dec. 1669; Sophia van Voorst douairière van Essen tot den Swaenenberg, in kwaliteit als grootmoeder en voogdesse van de nagelaten onmondige kinderen van wijlen Johan Godefriedt van Ensse ter Grote Scheer x Catharina Sophia van Essen, heeft gevolmachtigd Simon Jansen van Vaessen rentmeester van havesate ter Grote Scheer tot ontvangst uit handen van advocaat fiscaal in Overijssel Jacobus Vriesen te Zwolle als momber over de kinderen van wijlen Nicolaes Wyntjes x Lamberta Beatrix Vriesen een somma van 6800 Carolusgulden, met consent van de landdrost van Salland als oppervoogd voor de onmondige kinderen van Ensse om te constitueren een losrente van 340 Carolusgulden jaarlijks hierover, met als onderpand het adellijk huis en havesate de Grote Scheer en de onderhorige erven Coenders, Beckmans, Klumpers en Klein Jans alias Volcquers met de hoge en lage landen te Holthone.
Folio 108, 109: Schuldbekentenis, 30 dec. 1669; Sophia van Voorst douairière van Essen tot den Swaenenberg als grootmoeder en voogdesse van de onmondige kinderen van wijlen Johan Godefridt van Ensse ter Grote Scheer, ter afdoening van verscheidene urgente schulden, 6800 Carolusgulden tegen vijf procent rente en daarvoor veronderpanden havesate ter Grote Scheer en annexe goederen van de kinderen van Ensse te schoutambt Hardenberg.
Folio 109, 110: Transport losrente, 4 jan. 1670; rentmeester Symon Jansen van Vaesen van huis ter Grote Scheer als gevolmachtigde van Sophia van Voorst douairière van Essen tot den Swaenenberg als grootmoeder en voogdesse van de onmondige kinderen van wijlen Johan Godefridt van Ensse ter Grote Scheer x Catharina Sophia van Essen, van 6800 Carolusgulden met een losrente van 340 Carolusgulden oftewel 5 procent jaarlijkse aflossing, van advocaat fiscaal in Overijssel en secretaris van Zwolle Jacobus Vriesen als momber van de onmondige kinderen van wijlen Nicolaes Wyntjes x Lamberta Beatrix Vriesen, met als onderpand het huis en havesate ter Grote Scheer en de onderhorige erven Coenders, Beckmans, Klumpers en Klein Jans alias Volcquers met de hoge en lage landen te Holthone.
Folio 110, 111: Volmacht, 11 feb. 1670; vaandrig Harmen Jan Sloot x Reinera Aleida van Hemerden, en jonker Joan van Twickelo als momber van de onmondige Frederica Margarita van Hemerdt hebben gevolmachtigd Joost Derckx bode van de stad Deventer voor verkoop en transport aan jonker Wynold van Eenschaete x Louisa van Lamsweerde van de tienden van Ane en Ennevelder Esch te Heemse in kerspel Hardenberg, bezwaard met 13 mud rogge jaarlijks bestaande in 7 1/4 mud uit de pastorie en 5 3/4 mud uit de vicarie te Gramsbergen.
Folio 111: Transport, 16 feb. 1670; Joost Dercksen als gevolmachtigde van vaandrig Harmen Jan Sloot x Reinera Aleida van Hemerden, en jonker Joan van Twickelo als momber van de onmondige Frederica Margarita van Hemerdt, de tienden van Ane en Ennevelder Esch te Heemse in kerspel Hardenberg, bezwaard met 13 mud rogge jaarlijks bestaande in 7 1/4 mud uit de pastorie en 5 3/4 mud uit de vicarie te Gramsbergen, aan Winold van Eenschate x Louisa van Lamsweerde.
Folio 112: Volmacht, 11 feb. 1670; vaandrig jonker Harmen Jan Sloot x Reinera Aleida van Hemerden, en jonker Joan van Twickelo als momber van de onmondige Frederica Margarita van Hemerden, onmondige dochter van wijlen cameraar Gijsbert van Hemerden, hebben gevolmachtigd Joost Dercksen bode van de stad Deventer voor verkoop en transport aan predikant Harmannus Voltelen te Gramsbergen en Egbert Loedewichs Walraven en Jan Arensen als bezorgers voor de Armen te Gramsbergen, van de landerijen en erf Salcamp te Den Velde.
Folio 113: Transport, 17 feb. 1670; Joost Dercksen, als gevolmachtigde van vaandrig Harmen Jan Sloot x Reinera Aleida van Hemerden, en jonker Joan van Twickelo als momber van de onmondige Frederica Margarita van Hemerdt, onmondige dochter van wijlen cameraar Gijsbert van Hemerden, aan predikant Harmannus Voltelen te Gramsbergen en Egbert Loedewichs Walraven en Jan Arensen als bezorgers voor de Armen te Gramsbergen, van de landerijen en erf Salcamp te Den Velde.
Folio 113: Geldlening, 25 jun. 1674; Derck Lucassen, van de erfgenamen van wijlen Arent Gerrysen Muller x Trijntje Lucassen hun respectieve vader en moeder, 66 Carolusgulden met als onderpand al zijn hebbende en krijgende goederen.
Folio 114: Geldlening, 12 sep. 1670; voor ongeveer vijf jaar geleden was Loshers erve te Ane door brand in de as gelegd, met hierbij verzoek tot weder opbouwing van een nieuw huis door de meijers Evert [Loshers] en Henrick Evers [Loshers] als vader en zoon. Zo heeft de landheer daarin bewilligd en toegelaten een lening van 300 Hollandse gulden aan de meijers met 15 guldens rente per jaar. Ondertekend te Coesveld door landheer Philips Jacob van Ensse. Jan Busch muller x Jennejen Jansen te Gramsbergen hebben deze geldlening van 300 Carolusgulden op 6/16 sep. 1670 overgeteld en gelegd op erf Loshaer te Ane.
Folio 115: Volmacht losrente, 24 feb. 1675; voor het gericht van ambt Voorst verschenen Sophia van Voorst douairière van Essen tot den Swaenenborch als grootmoeder en voogdesse van de onmondige kinderen van wijlen Johan Godefridt van Ensse ter Grote Scheer x Catharina Sophia van Essen, heeft gevolmachtigd Symon Jansen van Vaesen rentmeester van de [Grote] Scheer voor het opnemen van 5000 Carolusgulden van Jennejen Lambers de weduwe van Jan Potkamp te Zwolle.
Folio 116: Transport losrente, 21 apr. 1675; Symen Jansen van Vasen als gevolmachtigde van Sophia van Voorst douairière van Essen tot den Swaenenborch als grootmoeder en voogdesse van de onmondige kinderen van wijlen Johan Godefridt van Ensse ter Grote Scheer x Catharina Sophia van Essen, aan Jennejen Lambers weduwe van Joan Potcamp te Zwolle, voor de somma van 5000 Carolusgulden, een losrente van 275 Carolusgulden oftewel 5 1/2 procent jaarlijkse aflossing met als onderpand de erven de Meppel, de Haendrick, en ter Meene met alle toebehorende hoge en lage landen te Holtheme en Ane.
Folio 117: Transport, 18 feb. 1675; Albert Reiners x Albertjen Albers, hun halve huis en halve goorden waar het huis op staat, waarvan de andere helft zijn zalige oom Lambert ter Huiren toekwam en is gelegen te Anevelde, aan Hendrick Harmsen x Hendrickjen Hendricksen.
Folio 117: Transport, 9 aug. 1675; Hendrick Jansen op Campherbeeck x Fennejen Jansen te Baalder, een dagwerk hooiland genaamd Lipmanslandt bij ’t Rumsgoor te Ane, aan Hendrick Harmsen x Hendrickjen Hendricksen voor de helft en aan de broers en zuster Lambert Hendricksen, Adriaen Hendricksen, Fennejen Hendricksen voor de helft.
Folio 119: Financiering aankoop, 26 jan. 1672; Derck Statius van Haeften tot Gramsbergen kwam in ervaring dat tot betaling van het erf Salcamp niet meer dan 200 Carolusgulden van de Armengelden zijn gelicht en de ander gelden bij verscheiden anderen op rente gelegd van 5 procent maar het erf niet ten volle betaald kon worden. De drie kopers van het erf Salcamp worden ontlast.
Folio 120: Transport losrente, 27 sep. 1675; Hendrina Gansneb genaempt Tengnaegel weduwe van kapitein van een compagnie infanterie Ditmar de Grevinck met als momber Wessel Cramer, en Steven Casper Blanckvoort tot Collendoorn als momber van de onmondige nagelaten kinderen van kapitein de Grevinck, wegens schulden van geleverde waren voor een somma van 266 Carolusgulden is een losrente van 13 gulden en 6 stuiver jaarlijks getransporteerd aan Gerryt Verhoeff x Aleida Holts te Zwolle met als onderpand het halve erf Kleintjes met de hoge en lage landen te Ennevelde.
Folio 121, 122: Transport losrente, 2 okt. 1675; Hendrina Gansneb genaempt Tengnaegel weduwe van kapitein van een compagnie infanterie Ditmar de Grevinck met als momber Wessel Cramer, en Steven Casper Blanckvoort tot Collendoorn als momber van de onmondige nagelaten kinderen van kapitein de Grevinck, aan burger en meensman Jan Jellen x Angenis Schuirmans te Zwolle, wegens een opgenomen somma van 1454 Carolusgulden en 8 stuiver getransporteerd een losrente van 87 gulden en 4 stuiver met als onderpand de andere helft van erf Kleintjes met de hoge en lage landen te Ennevelde. Daar en boven hebben ze nog opgenomen een somma van 306 Carolusgulden en 5 stuiver, waarvan aan bovenstaande verstrekkers nog geen rente betaald zal worden.
Folio 123: Testament, 22 apr. 1675; Jan van Eck, gaande ten dienste van het land weer in de oorlog, heeft zijn testament opgemaakt, zijn moeje [=tante] Geertjen Jansen x Egbert Hendrix zal het halve dagwerk hooiland in de Westeresch te Gramsbergen krijgen en al zijn andere na te laten goederen in tucht [=voor levensonderhoud] gebruiken. Wat na hun beider dood zal overblijven zal vererven op zijn neven en nichten. Aan de Huisarmen te Gramsbergen zal na zijn dood 25 Carolusgulden uitgekeerd worden.
Folio 124: Testament, 13 apr. 1676; de zich als militair weer in oorlog begevende Adriaen Hendricksen heeft zijn testament opgemaakt, zijn zuster Fennejen Hendricksen x Jan Wyntjes te Gramsbergen zal een somma van 700 Carolusgulden genieten als legaat, zijn broer Lambert Hendricksen wordt zijn universele erfgenaam. Aan de Huisarmen te Gramsbergen zal na zijn dood 50 Carolusgulden uitgekeerd worden, waarvan de broer en zuster ieder de helft zullen betalen.
Folio 125, 126: Testament, 22 apr. 1676; Anna Maria Schenck van Nijdegen [of Nijdeggen] weduwe van Langen, aan haar zuster Marta Christoffel Schenck van Nijdegen zal na haar dood gelegateerd worden 6 Carolusgulden, aan de Huisarmen van de plaats waar zij komt te overlijden zal na haar dood 30 Carolusgulden uitgekeerd worden, tot haar universele erfgename institueert zij haar nicht Hendrina van Raesvelt weduwe van kapitein Jacob van Uiterwijck.
Folio 126, 127: Transport, 12 mei 1676; Fennejen Dercksen weduwe van jonker Johan Schonecamp tot Ridderinck, en Alardt Blanckvoort en Adolf Breebach als mombers van de twee onmondige kinderen Klara Schonecamp en Roelef Samuel Schonecamp, twee stukken roggeland op Gelsinckcamp aangeland naar de noordzijde bijlangs de heer van Gramsbergens land, en nog de Gelsinckgoorden aangeland oostwaarts liggende aan het einde aan de voornoemde twee stukken en bijlangs de weg, alleen bezwaard met de geldinge van ’t Stockmaetjen, de koper mag op haar slag in Holthemerbroek zoveel plaggen of mogen maaien als nodig voor het land, en ook zal de koper in gebruik gedaan worden een gedeelte van de Gelsincktoeslag dat daartoe afgepaald zal worden en gelegen is tussen Holtheme en Den Velde, aan meester Hendrick Grimmerinck x Jennejen Swiersen.
Folio 127: Transport, 25 mei 1676; Albert Reiners x Albertjen Albersen, een stukje land het Hoogeblick in de Ennevelder Esch, aangeland aan de noordzijde Jan Bus muller te Gramsbergen zijn stuk, zoals beide uit erf Cleintjes zijn aangekocht, alles met gerechtigheid van plaggen of maaien op de meente, aan Jennejen Claesen mullerse te Eerde.
Folio 127, 128: Transport, 21 aug. 1676; Evert Jansen, zoon van wijlen Jan Hendricksen Groot, voor zichzelf en voor de nagelaten kinderen van zalige Hendrick Jansen Groot, en Jan Tonnissen en Hendrick Leemgraven als dochters mannen van wijlen Jan Hendricksen Groot, en Geesien Leemgraeven weduwe van Jurjen Stevens, en Hendrickjen Jansen en Grietjen Jansen, en voor de absente zonen Jan Jansen en Albert Jansen zo die nog in leven mochten zijn, een stuk hooiland of laagland gelegen aan de Hollarst tussen koper zijn eigen land te Holtheme, aan Hendrick van Heest x Beatrix Root.
Folio 128: Transport losrente, 13 nov. 1676; Swam Woelers x Egbertjen Beerensen, voor een somma van 100 daalder die in het jaar 1659 van Steven Blanckvoort te Rheeze zijn opgenomen, waarvoor zijn transporteren aan [zijn kinderen] Johan Hendrick Blanckvoort x Sofya Blanckvoort en haar broer Steven [Arend] Blanckvoort [x Maria Elisabeth van Langen] een losrente van 7 gulden en tien stuiver jaarlijks.