Bijlage no. 23, 24 en 25: Getuigenissen over het galgenveldje, de gerichtsplaats.

bron: Gemeentearchief Hardenberg, regest 17.

1550 november 3 (op Manendach na Omni Sanctorum).
Bruyn Blanckvordt, richter, oorkondt dat Rolof Aimsing, Geerdt Jenting, Henrick ten Nyenhuyss, Geerdt Hanning, Johan ter Bocket, Geerdt Oelreking en Lambert en Johan Watering, ingezetenen en geërfden van Brucht t.o.v. Geerdt de Wyse en Geerdt Costerszonne, keurnoten, een verklaring afleggen betreffende het verloop van een grens.
Afschriften, (18e eeuws), in inv. nr. 7, p. 260, 261 en in inv. nr. 14, G.

[die uit Brucht getuigen dat de scheiding tussen Brucht en de marke Hardenberg en Baalder liep van bij ’t gerichte (galg), dye oerthair na bruchterhair, de loept na venebruggercamp. ende den voert van venebruggercamp vordt na stalbring na der barlehair – Johan Waterings salige bruder heeft turf gestoken – de nyecamp bij Venebrugge – het borger venne ligt over de Vestenbergershaer bruchtweerdt an den brant tegens richteringcamp, kornoten Geerdt de Wijse, Geerdt Costerazonne theemse.]



 

 .



Notitie uit het Register of Index op het 2de Deel van het Boek van Resolutien in toegang 0263, inv.nr. 0940.

Rapport van de Burgermeesteren D. Santman en Hoffsink en de Secretaris, van dato den 15 Julij 1782, van de commissie Hun WelEd. bij Resolutie van den 18 Junij laatstleden 1782-06-18 gedefereert, en Resolutie van S. & R. dien conform genomen, tenderende om het recht van weiden der Veenebrugge in het Twist-veld te erkennen.

– Item Resolutie van Schepenen en Raaden, dat op het Galgen-veldjen noch op eene distantie van vijf treeden in den omtrek van hetzelve geene Plaggen gestoken of gemaaijd mogen worden, bij poene van vier zilveren Ducatons half ten profite van den Aanbrenger.



.Dat op deze Oude Gerichts-plaats geene Plaggen gestoken of gemaaid mogen worden, blijkt uit het navolgende gepubliceerde:

 .

Extract uit het Boek van Resolutien der Stad Hardenbergh.

Maandag den 15 Julij 1782.

Gedelibereerd zijnde over het Plaggen steken of maaijen door deze en geene Burgeren en Ingezetenen nu en dan gedaan wordende op des Stads aloude Gerichts-plaatze, gemeenlijk het Galgen-Veldjen genaamd en gelegen tegens den zoogenaamden Assies-kamp in dezer Stads-Vrijheid.

Hebben Schepenen en Raaden goedgevonden, het zelve bij dezen, en daat van te doene Publicatien, op het scherpste te verboieden, met last en bevel aan een yder die zulks moge aangaan, om zich daar van voortaan te onthouden, tot zelfs eene distantie van vijf treden in den omtrek van het zelve toe, bij poene van vier zilveren Ducatons t’ elken reize te verbeuren, half ten Profite van den Aanbrenger, wiens naam des begeerende zal worden gesecreteert [anonieme kliklijn], mits genoegzaam bewijs bijbrengende.

(onderstond) Pro vero Extractu. J. van Riemsdijk, secretaris.

(buiten op stond:) Deze ten Hardenbergh te publiceren op Zondag den 21 Julij 1782.

(Lager stond:).

Deze gepubliceerd op den 21 Julij 1782, M. Pruim, koster.