grafkelder binnen hekwerk
Familiegraf van
Groote Balderhaar ten Velde
Johanna Maria Groote Balderhaar (Balhaar), geboren op 24 april 1862 te Den Ham, overleden op 8 juni 1887 aan de Voorstraat te Stad Hardenberg, oud 25 jaar, dochter van Harm Balhaar en Jenneke Nijhuis, echtgenote van Joannes Gerardus Groote Balderhaar ten Velde
Harmen Roelofs
geboren op 6 februari 1822 te Loozen, overleden op 13 februari 1892 te Brucht, onderwijzer, oud 70 jaar, zoon van Hendrik Roelofs en Hermina Zwijze, echtgenoot van Jennigjen Groote Balderhaar
Jennigjen Groote Balderhaar
geboren op 25 augustus 1831 te Brucht, overleden aldaar op 29 februari 1892, oud 60 jaar, dochter van Berend Groote Balderhaar en Gezina Ymhof, weduwe van Harmen Roelofs
Joannes Gerardus Groote Balderhaar ten Velde jr.
geboren op 26 januari 1886 te Stad Hardenberg, ongehuwd overleden op 29 oktober 1918 te Amersfoort en begraven op 31 oktober, oud 32 jaar, zoon van Joannes Gerardus Groote Balderhaar ten Velde en Johanna Maria Balhaar
Harmanus Johannes Groote Balderhaar ten Velde
geboren op 10 april 1884 te Stad Hardenberg, overleden op 8 maart 1922 te Genemuiden (verdronken door het vergaan van een veerpont) en begraven op 14 april, oud 37 jaar, burgemeester van Werkendam (1910-1914) en Genemuiden (1914-1922), zoon van Joannes Gerardus Groote Balderhaar ten Velde en Johanna Maria Balhaar, echtgenoot van Heintje Hogervorst
Heintje Hogervorst
geboren op 7 augustus 1888 te Abcoude-Proostdij, overleden op 8 maart 1922 te Genemuiden (verdronken door het vergaan van een veerpont) en begraven op 14 april, oud 33 jaar, dochter van Cornelis Hogervorst en Bertha Jongkind, echtgenote van Harmanus Johannes Groote Balderhaar ten Velde
Joannes Gerardus Groote Balderhaar ten Velde sr.
geboren op 6 maart 1842 te Amsterdam, overleden op 3 juli 1928 te Amersfoort en op 7 juli begraven, rentenier, gemeenteraadslid van Stad Hardenberg (in 1902), oud 86 jaar, zoon van Joannes Gerardus ten Velde en Elisabeth Goorhuis, weduwnaar van Johanna Maria Groote Balderhaar
kerkhof Nijenstede | grafsteen 142 | rij A 21
Johannes Gerardus (Groote Balderhaar) ten Velde huwde op 23 juni 1882 in het stadhuis van Hardenberg met de twintig jaar jongere Johanna Maria Balhaar (Groote Balderhaar) uit Den Ham. Zij kregen twee zoons:
- Harmanus Johannes (Groote Balderhaar) ten Velde, geboren op 10 april 1884 te Stad Hardenberg
- Joannes Gerardus (Groote Balderhaar) ten Velde, geboren op 26 januari 1886 te Stad Hardenberg
De familie (Groote Balderhaar) ten Velde bezat oorspronkelijk geen graven op het kerkhof Nijenstede, omdat men hier niet vandaan kwam. Dat werd anders toen het – tien dagen na het overlijden van Johanna – lukte om zes graven van Hultink uit Baalder over te nemen. Dertig guldens telde Joannes ervoor neer. De zeven graven van het kinderloze echtpaar Harm Roelofs en Jennigje Groote Balderhaar, een tante van Johanna, werden bij de zes gekochte graven gevoegd. Vervolgens namen Harm Roelofs en Johannes ten Velde de aannemer Berend Welleweerd in de arm en gaven hem opdracht een heuse grafkelder te bouwen.
Nog datzelfde jaar verzocht Joannes Gerardus ten Velde toestemming om de achternaam van zijn overleden vrouw te mogen toevoegen aan zijn geslachtsnaam. De burgemeester van Stad Hardenberg, Willem baron van Ittersum, ondersteunde zijn aanvraag en liet weten dat het algemeen bekend was dat Johanna afstamde van de familie Groote Balderhaar op de Balderhaar. Haar achternaam wilde men graag in ere houden, zeker nu ze zo jong en plotseling gestorven was… Pas op 11 januari 1889, nadat het verzoek door alle verplichte ambtelijke molens was gegaan, verleende koning Willem III de gevraagde toestemming. Voortaan mochten Joannes Gerardus, zijn twee zoons en hun eventuele nakomelingen de achternaam Groote Balderhaar ten Velde voeren.
De grafkelder werd in 1892 geopend om de lichamen bij te zetten van de echtgenoten Harm Roelofs en Jennigje Groote Balderhaar. Zij overleden twee weken na elkaar, resp. op 13 en 29 februari. Hun huwelijk was kinderloos gebleven. Dat beiden in de grafkelder zijn bijgezet, blijkt uit een onderhandse akte. Daarin verklaarde Gesien Groote Balderhaar uit Brucht dat haar oom en tante in hun testament de helft van de grafkelder aan haar hadden gelegateerd, in welkens grafkelder de lijken van haar oom en tante ook zijn begraven of bijgezet. Gesien deed afstand van al haar rechten en droeg de helft van de grafkelder over aan Joannes Gerardus Groote Balderhaar ten Velde. In ruil kreeg zij van hem de ‘gewone’ grafplaatsen of zandgraven op het kerkhof, zodra zij in een huwelijk mocht treden. Indien dat niet het geval was, en zij dus ongehuwd mocht komen te overlijden, dan zouden haar erfgenamen het recht hebben om ook haar lijk in de grafkelder bij te zetten. Zover kwam het niet. Gesien trouwde twee jaren later met Herman Johann Boerrigter uit het Laar en zodoende werd zij in 1948 begraven in een ‘gewoon’ zandgraf, naast haar vele jaren eerder overleden echtgenoot.
Geef een reactie