grafzerk, met een levensboom in hoog reliëf


Roelof Westerman, geboren op 10 januari 1796 op ’t erve Westerman te Lutten, gedoopt op 17 januari 1796 te Hardenberg, overleden op 21 september 1878 aan de Voorstraat te Stad Hardenberg, oud 82 jaar, zoon van Hendrik Westerman en Fennigjen Hendriks Wolters

Gezina Scholten, geboren op 16 februari 1807 te Heemserveen, gedoopt op 22 februari 1807 te Heemse, overleden op 3 januari 1869 aan de Voorstraat te Stad Hardenberg, oud 61 jaar, dochter van Egbert Gerrits Scholten en Jennechien Hendriks Geertman.


kerkhof Nijenstede | gedenksteen 148 | rij A 21


Landbouwer Roelof Westerman uit Lutten trouwde op 8 juli 1831 te Ambt Hardenberg met Gesina Scholten uit Heemserveen. Hun huwelijk bleef kinderloos.


    Roelof Westerman vermaakte bij testament, verleden door notaris mr. J.H. van Roijen te Zwolle, zijn nalatenschap aan zijn aangetrouwde nichtje Stientje Vinke, echtgenote van Jan Berend Meijer te Den Ham, en aan zijn neven Fredrik Wevers en Hendrik Wevers, landbouwers te Baalder. Een stuk onroerend goed legateerde hij aan de diaconie van de kerk te Hardenberg.

    Kopieboek uitgaande brieven B en W Stad Hardenberg, d.d. 16-1-1879, no. 15:
    Onder terugzending van het adres en bijlagen van het collegie der Hervormde Gemeente alhier en met overlegging van een verzoekschrift van den Kerkeraad {…} magtiging verzoekende tot aanvaarding van een legaat bestaande in een perseel hooiland, gelegen in de gemeente Ambt Hardenbergh sectie B no. 1689 ter grootte van 1 hectare, 57 are en 20 centiaren aan voornoemd diaconiebestuur besproken door R. Westerman, blijkens overgelegd afschrift. Zijne uitterste wilbeschikking, om berigte en raad in onze handen gesteld bij U.Ed.Gr.Achtb. kantbeschikking d.d. 9 dezer 3e afd. No. 6 hebben wij de eer te berigten, dat gemelden heer R. Westerman alhier op den 21 september 1878 kinderloos is overleden. Dat adressanten te samen uitmakende de kerkeraad der N.H. Gemeente alhier. Dat door het betrokken armbestuur is voldaan aan art. 7 der armenwet. Dat het vermaakte eene vermoedelijke geldswaarde heeft van ƒ. 2000,-. Naar ons gevoelen bestaat tegen de aanvaarding van gemeld legaat geene bezwaren en is onze raad strekkende het verzoek in te willigen.