witte natuursteen met in reliëf een embleem van een vogel met gespreide vleugels en het randschrift ‘per ardua ad astra’: door tegenspoed naar de sterren
948764 Sergeant
D. Hanlon
Flight engineer
Royal Air Force
17th June 1942 – Age 22
Epitaaf:
“Of your charity pray for him
and for all who died
in the cause of freedom”
kerkhof Nijenstede | grafsteen 338 | rij AA 06
Daniel (Danny) Hanlon is geboren op 29 juni 1920 te Kilmarnock, Schotland en was een zoon van John en Margaret O’Hare Hanlon. Hij sneuvelde, 22 jaar oud, op dinsdag 17 juni 1942 te Radewijk en werd op 18 juni begraven te Hardenberg.
Op de avond van 16 juni 1942 maken op verschillende Engelse vliegvelden de vliegers van het „Bomber Command” zich gereed om op te stijgen voor de zoveelste vlucht naar Nazi-Duitsland. Ook op de basis Dalton rollen de viermotorige bommenwerpers van het type Handley Page Halifax van het 102 Squadron (RAF. Bomber Command) met de neus omhoog en met ronkende motoren de startbaan op, hun collega vliegers achterna die al ronkend in de verte verdwijnen. Zo ook de Halifax Mk2 nr. w7651 met de gemengde bemanning van 3 Canadezen en 5 Engelsen, bestaande uit: W.R. Davies, piloot (Can.); F.G. Peebles, 2de piloot (Can.); J.R. Sumpton, radiotel. schutter (Can.); D. Hanlon, boordmecano (Eng.); E.F. Lloyd, navigator (Eng.); E. Jackson, schutter (Eng.); H. Smith, schutter (Eng.); J. Duncan, bommenrichter (Eng.).
’s Middags omstreeks theetijd had de briefing plaatsgevonden en had Davies met zijn bemanningsleden gehoord van de doelen die die nacht aangevallen moesten worden. Het Roergebied en Rijnland stonden die nacht opnieuw in de belangstelling van de R.A.F. Na het bekend worden van de aan te vallen doelen, ging men druk bezig met het vluchtplan, want in dit stadium van de oorlog is er voor de bemanning nog een zekere vrijheid hun route te kiezen als ook de hoogte waarop ze gaan bombarderen. Er worden rantsoenen en thermosflessen met zwarte koffie voor de vliegers ingeladen voor de vlucht.
Ook Davies is met zijn mannen op weg naar hun doel in het Roergebied en ze zijn vol goede moed. De captain, piloot William R. Davies, luistert naar het monotone gebrom van de 4 zuigermotoren. Het klinkt hem vertrouwd in de oren. Hij is met zijn 24 jaar al min of meer een veteraan en is met zijn 28ste oorlogsvlucht bezig. Hij heeft dus bijna 30 vluchten (een tour) gemaakt en gaat dan met verlof om de door de oorlog uitgestelde huwelijksreis te maken.
Tweede piloot F.G. Peebles gaat mee om ervaring op te doen voordat hij er met een eigen vliegtuig en bemanning op uit mag. Frank Peebles is enig kind van zeer bemiddelde ouders die in Canada enkele bioscopen en garages exploiteren. Hij is getooid met een fraai geborduurde sjaal met de namen van zijn ouders daarop. En zo zijn ze op weg in de nacht van 16 op 17 juni 1942 naar onbekende gevaren met de vele andere geallieerde vliegtuigen om met hun bommenlast Nazi-Duitsland op de knieën te krijgen. Verschillende mensen in het rustige Radewijk, waar het oorlogsgeweld gelukkig aan voorbij is gegaan, worden wreed in hun nachtrust gestoord door angstaanjagend geluid van vliegtuigmotoren, even later gevolgd door een doffe dreun. Het is ongeveer 3 uur. Tot hun verbijstering aanschouwen ze een enorme vuurzee en horen ontploffingen van munitie van de aanwezige boordwapens. Bij de familie Tromp aan de Veldingerveldweg valt een stuk pantserplaat door het dak en komt op de deel terecht. De familie vlucht het huis uit. Het neergestorte vliegtuig is de Halifax van capt. W.R. Davies en zijn mannen. Bemanning en vliegtuig vinden hun einde in een weiland tegenover het erf van de fam. Tromp.
Captain Davies en zijn bemanning waren, nadat ze hun bommenlast boven Duitsland hadden afgeworpen, op de terugweg naar hun thuisbasis. Een Duitse nachtjager van het 3e Nachtjagdgeschwader 1, dat toen de thuisbasis had op vliegveld Twenthe, met aan de stuurknuppel Oberleutnant Dormann, kreeg de Halifax in het vizier en dat werd capt. Davies met zijn mannen fataal. Geen van de bemanningsleden van de Halifax overleefde deze vlucht en ze werden deerlijk verminkt teruggevonden. Eerst waren er maar twee namen bekend, Hanlon en Smith, maar het hoofd van de luchtbescherming, de heer Boekhoven, vond een met bloed doordrenkte sjaal aan de weide-afrastering. Hij nam de sjaal mee naar huis waar zijn echtgenote deze waste. Daardoor werden een paar namen zichtbaar, Grace en Garreth. Dat waren de namen van de ouders van Frank Peebles. Na de oorlog werd deze sjaal via familieleden weer teruggegeven aan de ouders van Peebles.
De vliegers werden op het oude kerkhof te Hardenberg met militaire eer begraven (dat deden de Duitsers nog in het begin van de oorlog). De wrakstukken werden opgeruimd door de Duitsers. Een paar wielen, waar nog goede banden omzaten, werden nog stiekem door enkele Radewijkers stuk gesneden. De munitie, die door de Duitsers verzameld werd, werd in manden op afrasteringspalen gezet en in brand gestoken om te laten ontploffen.
De Duitse nachtjagerpiloot Dormann was toen een al wat oudere piloot. Het was zijn eerste vliegtuig dat hij neerschoot en het 42e van het Geschwader waartoe hij behoorde. Dormann heeft de oorlog overleefd en was in 1983 woonachtig in Osnabrück. Na de oorlog was hij als burgerpiloot werkzaam bij de Duitse Lufthansa. Dormann was wel eens te gast bij de boeren die woonachtig waren rond de vliegbasis Twenthe. Volgens een inwoner uit Den Velde, J.H. Kollen, is Dormann nog wezen kijken naar de plaats waar de Halifax met bemanning neerkwam in Radewijk.