witte natuursteen met in reliëf een embleem van een vogel met gespreide vleugels en het randschrift ‘Royal Australian Air Force’ en het subscript: ‘per ardua ad astra’: door tegenspoed naar de sterren
406680 Flight sergeant
R.L. Potter
Air gunner
Royal Australian Air Force
30th March 1944 – Age 31
Epitaaf:
Age shall not weary them
kerkhof Nijenstede | grafsteen 348 | rij AA 06
Robert Lincoln Potter is geboren op 9 maart 1912 te Claremont in West Australië, als zoon van Robert Samuel en Mary Potter. Hij sneuvelde, 31 jaar oud, op dinsdag 30 maart 1943 te Sibculo en werd op 1 april begraven te Hardenberg.
Op 30 maart 1943 stortte om 04.17 uur een Engelse bommenwerper brandend neer in de buurtschap Sibculo bij de boerderij van de fam. Biewenga [aan de Boerendijk dicht bij Kloosterhaar]. De Lancaster van het 460 Squadron Royal Australian Air Force kwam in een vuurgevecht terecht en werd neergeschoten door een Duitse nachtjager, een Messerschmitt. Voor de controle over de bommenwerper werd verloren konden de schutters nog terugvuren, waardoor ook de aanvaller werd getroffen. De nachtjager kwam neer in het Engbertdijksveen te Vriezenveen. Uit beide wrakstukken werden respectievelijk zeven en twee vliegeniers geborgen.
De bemanningsleden van de Lancaster waren vier vliegeniers van de Royal Australian Air Force, Dunn, Grenfell, McCullagh en Robert Lincoln Potter, bijgestaan door drie mannen van de Royal Air Force, Cordingley, Lewis en Webb. De bemanning van de Messerschmitt bestond uit de vliegeniers Költringer en Vogt.
De Avro Lancaster, type 1, serie W4327, code UV-S was op 29 maart om 21.57 uur opgestegen vanaf het vliegveld Breighton (tussen Hull en Leeds) in Engeland en maakte deel uit van een aanvalsmacht van 329 bommenwerpers met als doel het bombarderen van Berlijn. Vanwege een dik wolkendek en ijsaanzetting op de vliegtuigen was de aanval niet echt succesvol, hoewel er redelijk veel schade in Berlijn werd gemeld. Van de aanval op Berlijn keerden 21 bommenwerpers niet terug.
De bemanning, bestaand uit zeven personen, verliet het toestel te laat, waardoor de parachutes bij het afspringen niet meer open gingen. Zes omgekomen vliegeniers zijn op 1 april begraven te Hardenberg. Temidden van de graven werd een groot kruis geplaatst, waarop stond:
‘Hier rusten de engelse vliegeniers, serg. Lewis, serg. Cordingley, Potter, R. McCullach en twee onbekenden, gevallen 30 maart 1943 in Sibculo, gemeente Hardenberg’.
Bijna veertien dagen later, op 13 april, werd nog een lijk onder de wrakstukken gevonden, het betrof de jonge Australiër Philip Wealey (Pip) Dunn. Hij werd op 16 april, om 18.00 uur, te Hardenberg begraven.