grafsteen met dubbele palmtak
Ds. Gerrit Goris
Gerrit Goris, geboren op 10 juni 1849 te Stad Hardenberg, overleden op 15 juni 1933 te Ommen, oud 84 jaar, predikant, zoon van Everhardus Goris en Janna Leusink
in leven gereformeerd predikant
laatstelijk te Bergentheim
kerkhof Nijenstede | gedenksteen 406 | rij BB 07
Gerrit Goris is op 27 september 1878 getrouwd te Ambt Hardenberg (Heemse) met Aaltje Petersen. Uit hun huwelijk werd een kindje geboren:
- Jodokus Everhardus Goris, geboren op 11 juli 1879 te Vroomshoop en overleden op 21 augustus 1879 aldaar
Gerrit Goris hertrouwde op 16 juni 1881 te Stad Hardenberg met Helena Gerritdina Hurink. Uit dit huwelijk werden, voor zover bekend, vijf kinderen geboren:
- levenloos geboren kindje op 30 mei 1882 te Vroomshoop
- Geertruida Johanna Alida Goris op 1 augustus 1883 te Vroomshoop, overleden op 15 oktober 1884 te Niezijl, oud 1 jaar
- Johanna Geertruida Alida Goris op 19 mei 1886 te Holten, ongehuwd overleden op 10 november 1973 in Oostloorn te Heemse, oud 87 jaar
- Geertruida Everdina Goris op 14 maart 1890 te Vroomshoop en overleden aldaar op 8 februari 1892, oud 1 jaar
- Everdina Johanna Goris, geboren in februari 1892 te Vroomshoop en overleden op 18 juli 1892 aldaar, oud 0 jaar
De Vechtstreek van 24 juni 1933:
– Uitvaart Ds. Goris. Onder buitengewone belangstelling had hier maandagmiddag de uitvaart plaats van ds. G. Goris, oud-Gereformeerd predikant, ’t laatst woonachtig te Ommen. In de Gereformeerde Kerk alhier, waarheen het stoffelijk overschot van den overledene was vervoerd, was een groote schare samengekomen, vooral ook uit Bergentheim en Ommen; de lijkdienst werd gehouden door Ds. Broekroelofs te Vroomshoop. Na gemeenschappelijk gezang van Ps. 42:1 ging Ds. Broekroelofs voor in gebed. Ds. Broekroelofs wees op het merkwaardige, dat op dezelfde plaats, waar de overledene voor 84 jaren het levenslicht had aanschouwd, nu zijn lijk was opgebaard: op de plek, waar ds. Goris’ geboortehuis stond, is later de Gereformeerde Kerk gebouwd! Hier had hij als knaapje op de knieën gebeden, dat God hem zou willen verwaardigen tot het predikambt; hier had hij ook eenige malen het evangelie verkondigd. Zijn hart trok steeds naar Overijssel: in Niezijl, waar hij toch geliefd was om zijn predikaties, waar hij stampvolle kerken had, richtte hij ’s avonds, staande voor de deur der pastorie, steeds zijn oogen naar zijn geliefde geboorteprovincie. In de classis Ommen heeft hij verreweg het grootste deel van zijn lange ambtelijke loopbaan gewerkt. Hoe groot zijn bindende kracht was, bleek vooral te Bergentheim, dat lang vacant was geweest, maar waar Ds. Goris de eenheid, die zoek was, weer bracht. De levensweg van Ds. Goris is in veel opzichten een lijdensweg geweest; te Vroomshoop verloor hij zijn eerste vrouw met kind, te Niezijl twee kinderen, te Bergentheim plotseling zijn tweede echtgenote. De smeltkroes van het lijden maakte hem geschikt tot dienen, tot een instrument om te troosten. Hij was de trouwe dienstknecht, die hart en liefde verpacht had aan het evangelie c.a. Zeer groot was de schare, die op de oude begraafplaats was samengestroomd, waar de teraardebestelling plaats had. Daar werd gesproken door Ds. van der Vegte, emeritus-predikant te Haren, neef, en Ds. Petersen, oud-legerpredikant, zwager van de overledene. Met het zingen van Ps. 68:2 eindigde de plechtigheid.
Uit “Gedenkt uw voorgangers” / Joh. de Haas:
– Gerrit Goris had reeds jong begeerte het evangelie te prediken. Zo was hij als zondagsschoolonderwijzer werkzaam en werd vervolgens door vrienden in staat gesteld naar Doetinchem te gaan, om aan de Inrichting aldaar tot predikant te worden opgeleid. Doch daar hij van Gereformeerde belijdenis was, ofschoon behorend tot de Ned. Herv. Kerk, kwam hij in botsing met de aldaar heersende opvattingen, speciaal waar het de uitverkiezing betrof, waarop hij werd weggezonden. In aanraking gekomen met de Chr. Afgescheidenen, sloot hij zich bij deze gemeente aan, en toog, hoogstwaarschijnlijk door toedoen van Ds. J.F. Petersen, toen predikant te Heemse, naar Veldhausen, in de Graafschap Bentheim, waar ds. N.M. Steffens, studenten opleidde tot predikant. Goris bleef hier tot hij zijn militaire dienst moest vervullen; doch nauwelijks had hij deze achter de rug, of hij kon zich aanmelden voor de z.g. studentenkas, ook wel “Ex bonis” genaamd. Hij werd aangenomen, legde met goed gevolg het admissie-examen af aan de Theol. School te Kampen en werd hier 13 juli 1877 candidaat. Westmaas 21 oct. 1877; Vroomshoop 6 april 1879; Niezijl 11 mei 1884; Holten 27 sept. 1885; Vroomshoop nogm. 20 nov. 1887; De Krim 26 april 1903; Bergentheim 12 sept. 1909; emer. 1 mei 1922; hulppred. te Vriezenveen juni 1922 tot 15 april 1925. Daar de suikerziekte langzaam zijn krachten sloopte, moest hij zijn arbeid neerleggen. Hoewel hij te Niezijl slechts anderhalf jaar werkzaam was, werd zijn arbeid rijk gezegend. Elke maand kwamen op de kerkeraadsvergadering mensen, die door de prediking gegrepen, wilden breken met hun oude leven, en toelating verzochten tot de gemeenschap der kerk. In dat korte tijdvak heeft G. ruim vijftig volwassenen gedoopt, ongerekend degenen, die reeds gedoopt, later afgezworven waren, maar tot de kerk terugkeerden. Maar toen in één nacht zijn beide kinderen stierven aan de croup, wilde hij weg en nam het eerste beroep, dat hij kreeg aan.
Salland’s Volksblad, 26 januari 1934:
Overdracht gedenksteen ds. Goris. Op het oude kerkhof te Hardenberg had maandagmiddag de overdracht plaats van den gedenksteen op het graf van wijlen ds. Gerrit Goris, aangeboden door de kerkeraden van Bergentheim, Vroomshoop en andere gemeenten welke de overledene diende als gereformeerd predikant. Als consulent der gemeente Bergentheim voerde ds. Slomp van Heemse allereerst het woord. Spreker wees erop dat deze steen niet het eenige gedenkteeken was van den beminden leeraar. Op velerlei manier blijft zijn gedachtenis levend. Spr. bepaalde de aanwezigen bij het woord uit het Johannes-evangelie, dat op den steen gebeiteld staat (11:24b) terwijl op den steen op het graf zijner tweede echtgenote naast hem het volgende vers is gegrift. De eene tekst zonder de andere is niet volledig. Beide hooren bijeen, aldus spr. Beide bevatten woorden van grooten troost. Hij hoopt dat mej. Goris als dochter van den overledene dezen troost smaken mag. Als we met Christus in verbinding staan, zijn we verheven boven den dood. Slechts tijdelijk zal het lichaam liggen in de aarde, het zal opgewekt worden ten uitersten dage. Wij gelooven in den Zaligmaaker Jezus Christus, die de opstanding en het leven is. Dat geloof is een vaste grond der hoop, dat wij elkander zullen weerzien. En nu reeds juicht hij voor Gods troon, met de triumpheerende kerk daarboven! Spr. besloot: Het was een rijk gezegend leven, vol afwisseling. En in groote liefde tot hun leeraar hebben zijn gemeenten dit teeken op zijn graf gegeven: dat spr. nu aan de familie overdraagt.
Ds. Broekroelofs wijst erop dat ds. Goris reeds dertig jaar geleden afscheid nam van Vroomshoop. Maar in de herinnering der ouderen leeft hij nog voort. Rustig, niet opvallend heeft hij zijn werk verricht, zooals zijn graf is in een hoek van den doodenakker. Vele grooten zijn begraven van wie men niet weet of zij zullen opstaan, van hém weten we het zeker. Goris was rijk, al was zijn leven vol smart. Alles wat hij van Jezus getuigd heeft, is waar. Dit zal blijken ten laatsten dage, als de stem des Archangels schallen zal over de aarde en hij zal verrijzen. Geve God, dat ook wij dan mogen opstaan. Uw vader, juffrouw Goris, is niet verloren, maar u vooruitgereisd. Wij zullen uw ouders volgen. De rust in het Vaderhuis wacht, ga daarom blijmoedig voorwaarts! Spr. sloot met dankgebed, waarna de heer Ph. Goris te Hardenberg, als neef van den predikant, namens de familie dank zei voor den gedenksteen en de gesproken woorden.