Op 17 juni 1942 werd omstreeks 03.00 uur boven de buurtschap Radewijk een vliegtuig van het type Halifax MK2 van het 102e squadron Royal Canadian Air Force neergeschoten door een Duitse nachtjager. In het Canadese toestel bevonden zich acht jonge militairen.
De brokstukken lagen over een groot terrein verspreid. Een nummer of ander kenteken was niet op te nemen. De lijken waren onherkenbaar verminkt. Vijf vliegeniers konden worden geborgen.
Nadat de stoffelijke resten door een arts van de Duitse Wehrmacht waren geschouwd en vrijgegeven zijn ze op 18 juni 1942, door de zorg van het gemeentebestuur van Hardenberg, op de begraafplaats aan de Stationsstraat ter aarde besteld. De resten van het afgeschoten vliegtuig zijn door de Duitse Wehrmacht onder bewaking genomen.
In eerste instantie werden alleen Smith en Hanlon geïdentificeerd. De andere drie werden als onbekenden begraven.
In 1945 waren de overige namen nog steeds niet bekend. De vijf gesneuvelden zijn elk in een afzonderlijk graf en naast elkaar op een geheel afzonderlijk gedeelte van de begraafplaats te Hardenberg begraven.
Een eenvoudig houten kruis werd in het midden van deze vijf graven opgesteld, met als opschrift:
'Hier rusten de Engelse vliegeniers D. Hanlon, H. Smith en 3 onbekende vliegeniers, gevallen in de nacht 16-17 juni 1942 in Radewijk'. Er werd ruimte gelaten voor een eventuele aanvulling der namen. Later bleek dat er naast de drie onbekenden nog nog drie bemanningsleden van het toestel waren omgekomen.
- warrant-officer William Robert (Bill) Davies, kapitein-piloot, Royal Canadian Airforce, 24 jaar oud
- flight-sergeant Francis (Frank) Garfield Peebles, tweede piloot, Royal Canadian Airforce, 22 jaar oud
- pilot-officer John Emmanuel Sumpton, schutter/radiotelegrafist, Royal Canadian Airforce, 24 jaar oud
- pilot-officer Edward Frederick Lloyd, navigator, Royal Airforce, 25 jaar oud
- sergeant Daniel (Danny) Hanlon, boordmecano, Royal Airforce, 22 jaar oud
- sergeant Ernest (Jacko) Jackson, schutter, Royal Airforce, 22 jaar oud
- sergeant Harry Smith, schutter, Royal Airforce, 22 jaar oud
- sergeant Ian Duncan, bommenrichter, Royal Airforce, 23 jaar oud
Het begon op de rustige zomeravond van 16 juni 1942. De bemanning van de Handley Page Halifax MK-II nr. W7651 van het 102e Ceylon Squadron vertrok van de Engelse luchtmachtbasis Dalton voor de zoveelste vlucht naar nazi-Duitsland. Het viermotorig vliegtuig werd bemand door acht vliegers, drie Canadezen en vijf Britten. Gewoonlijk werd een dergelijk toestel gevlogen door een zevenkoppige bemanning.
’s Middags waren ze gebriefed en hadden ze te horen gekregen welke doelen aangevallen moesten worden. Het Ruhrgebiet en het Rheinland stonden ditmaal op het programma van de Royal Air Force. Captain-pilot William Robert Davies was de gezagvoerder. Met zijn vierentwintig jaar begon hij, al min of meer als veteraan, aan zijn 28ste oorlogsvlucht. Zodra hij er 30 zou hebben gevolgen (een tour), kon hij met verlof om zijn door de oorlog uitgestelde huwelijksreis te maken. Second-pilot Francis Garfield Peebles ging mee om ervaring op te doen alvorens hij met zijn eigen vliegtuig en bemanning op weg zou worden gestuurd. Frank was enig kind van zeer gegoede ouders die in Canada enkele garages en bioscopen exploiteerden. Hij droeg die dag een fraai geborduurde sjaal met de namen van zijn ouders erop geborduurd.
Nietsvermoedend ging het team, met vele andere geallieerde vliegtuigen, in de nacht van 16 op 17 juni op weg naar onbekende gevaren, om met hun bommenlast Hitler-Duitsland aan te vallen. Verschillende Radewijkers – die tot dan toe gelukkig weinig oorlogsgeweld hadden meegemaakt – werden ’s nachts tegen drieën wreed in hun rust verstoord door het angstaanjagende geluid van vliegtuigmotoren, kort daarna gevolgd door een doffe dreun. Tot hun grote verbijstering zagen ze een enorme vuurzee en hoorden ze ontploffingen van munitie van het aanwezige boordgeschut. Bij de familie Tromp aan de Veldingerveldweg viel een stuk pantserplaat door het dak.
Het neergestorte vliegtuig was de Halifax van captain Davies en zijn bemanning. Alle bemanningsleden vonden hun einde in een weiland tegenover het erf van de familie Tromp. Op de terugweg van hun missie boven Duitsland waren ze neergeschoten door een Duitse nachtjager van het derde Nachtjagdgeschwader-1. Aan de stuurknuppel van het vijandige toestel zat Oberleutnant Dormann. Hij had het geallieerde vliegtuig in het vizier gekregen en voerde zijn opdracht uit – met desastreuse gevolgen voor de Halifax.
Geen van de bemanningsleden overleefde de crash. Ze werden deerlijk verminkt teruggevonden. Aanvankelijk konden slechts twee vliegers worden geïdentificeerd: Daniel Hanlon en Harry Smith. De met bloed doordrenkte sjaal van Frank Peebles werd teruggevonden door de heer Boekhoven, plaatselijk hoofd van de luchtbescherming. Na de oorlog werd de sjaal via familieleden teruggegeven aan de ouders van Peebles. De vliegers werden door de Duitsers met militaire eer begraven op het oude kerkhof aan de Stationsstraat in Hardenberg. Aanvankelijk werd een houten kruis geplaatst met daarop de tot dan toe bekende namen van de omgekomen vliegers. Er was ruimte op het kruis vrijgelaten om later namen toe te kunnen voegen.
De vijf geborgen lichamen hebben hun eigen grafsteen op het oude kerkhof Nijenstede aan de Stationsstraat in Hardenberg, voorzien van aangrijpende teksten als: Sunset and evening star and one clear call for me! – Goodnight darling, until the daybreak and the shadows flee away – Still loved he sleeps with his comrades in an blessed plot for ever England – God be with you, our loved one, till we meet again – Of charity pray for his and for all who died in the cause of freedom.
De wrakstukken van het gecrashte vliegtuig werden opgeruimd door de Duitsers. Oberleutnant Dormann, de Duitse nachtjagerpiloot, was een al wat oudere piloot. Het was zijn eerste vliegtuig dat hij neerschoot en het 42e van het Geschwader waartoe hij behoorde. Dormann overleefde de oorlog en woonde in 1983 in Osnabrück. Na de oorlog werkte hij als piloot van de burgerluchtvaartmaatschappij Lufthansa.
57 jaar na de crash – op 10 juli 1999 – is ter nagedachtenis aan de gesneuvelde bemanning een gedenkteken geplaatst in de buurt waar de bommenwerper is neergekomen.
Bommenwerper neergekomen bij Radewijk (1942)
auteur: J. Woertel
(verschenen in Rondom den Herdenbergh 1986-04)
Op de avond van 16 juni 1942 maken op verschillende Engelse vliegvelden de vliegers van het „Bomber Command” zich gereed om op te stijgen voor de zoveelste vlucht naar Nazi-Duitsland. Ook op de basis Dalton rollen de viermotorige bommenwerpers van het type Handley Page Halifax van het 102 Squadron (RAF. Bomber Command) met de neus omhoog en met ronkende motoren de startbaan op, hun collega vliegers achterna, die al ronkend in de verte verdwijnen. Zo ook de Halifax Mk2 nr. w7651 met de gemengde bemanning van 3 Canadezen en 5 Engelsen, bestaande uit: W.R. Davies, piloot (Can.); F.G. Peebles, 2de piloot (Can.); J.R. Sumpton, radiotel. schutter (Can.); D. Hanlon, boordmecano (Eng.); E.F. Lloyd, navigator (Eng.); E. Jackson, schutter (Eng.); H. Smith, schutter (Eng.); J. Duncan, bommenrichter (Eng.).
’s Middags omstreeks theetijd had de „briefing” plaatsgevonden en had Davies met zijn bemanningsleden gehoord van de doelen, die vannacht aangevallen dienden te worden. Het Roergebied en Rijnland stonden die nacht weer in de belangstelling van de R.A.F. Na het bekend worden van de aan te vallen doelen, is men druk bezig met het vluchtplan, want in dit stadium van de oorlog is er voor de bemanning nog een zekere vrijheid hun route te kiezen als ook de hoogte waarop ze gaan bombarderen. Er worden rantsoenen en thermosflessen met zwarte koffie voor de vliegers ingeladen voor de vlucht. Ook Davies is met zijn mannen op weg naar hun doel in het Roergebied en ze zijn vol goede moed. De captain, piloot William R. Davies, luistert naar het monotone gebrom van de 4 zuigermotoren. Het klinkt hem vertrouwd in de oren. Hij is met zijn 24 jaar al min of meer een veteraan en is met zijn 28ste oorlogsvlucht bezig. Hij heeft dus bijna 30 vluchten (een tour) gemaakt en gaat dan met verlof, om de door de oorlog uitgestelde huwelijksreis te maken. Tweede piloot F.G. Peebles gaat mee om ervaring op te doen, voordat hij er met een eigen vliegtuig en bemanning op uit mag. Frank Peebles is enig kind van zeer bemiddelde ouders, die in Canada enkele bioscopen en garages exploiteren. Hij is getooid met een fraai geborduurde sjaal, met de namen van zijn ouders daarop. En zo zijn ze op weg in de nacht van 16 op 17 juni 1942 naar onbekende gevaren met de vele andere geallieerde vliegtuigen om met hun bommenlast Nazi-Duitsland op de knieën te krijgen. Verschillende mensen in het rustige Radewijk, waar het oorlogsgeweld gelukkig aan voorbij is gegaan, worden wreed in hun nachtrust gestoord door angstaanjagend geluid van vliegtuigmotoren, even later gevolgd door een doffe dreun. Het is ongeveer 3 uur. Tot hun verbijstering aanschouwen ze een enorme vuurzee en horen ontploffingen van munitie van de aanwezige boordwapens. Bij de fam. Tromp aan de Veldingerveldweg, waar nu A.J. Weerts woont, valt een stuk pantserplaat door het dak en komt op de deel terecht. De familie vlucht het huis uit. Het neergestorte vliegtuig is de Halifax van capt. W.R. Davies en zijn mannen. Bemanning en vliegtuig vinden hun einde in een weiland tegenover het erf van de fam. Tromp.
Captain Davies met zijn bemanning waren, nadat ze hun bommenlast boven Duitsland hadden afgeworpen, op de terugweg naar hun thuisbasis. Een Duitse nachtjager van het 3e Nachtjagdgeschwader 1, dat toen de thuisbasis had op vliegveld „Twenthe”, met aan de stuurknuppel Oberleutnant Dormann, kreeg de Halifax in het vizier en dat werd capt. Davies met zijn mannen fataal. Geen van de bemanningsleden van de Halifax overleefde deze vlucht en ze werden deerlijk verminkt teruggevonden. Eerst waren er maar twee namen bekend, Hanlon en Smith, maar het hoofd van de luchtbescherming, de heer Boekhoven, vond een met bloed doordrenkte sjaal aan de weideafrastering. Hij nam de sjaal mee naar huis waar zijn echtgenote deze waste. Daardoor werden een paar namen zichtbaar, Grace en Garreth. Dat waren de namen van de ouders van Frank Peebles. Na de oorlog werd deze sjaal via familieleden weer teruggegeven aan de ouders van Peebles. De vliegers werden op het oude kerkhof te Hardenberg met militaire eer begraven (dat deden de Duitsers nog in het begin van de oorlog). De wrakstukken werden opgeruimd door de Duitsers. Een paar wielen, waar nog goede banden omzaten, werden nog stiekem door enkele Radewijkers stuk gesneden. De munitie, die door de Duitsers verzameld werd, werd in manden op afrasteringspalen gezet en in brand gestoken om te laten ontploffen.
Nu komen we nog even terug op de Duitse nachtjagerpiloot Dormann, deze toen al wat oudere piloot. Het was zijn eerste vliegtuig, dat hij neerschoot en het 42e van het Geschwader waartoe hij behoorde. Dormann heeft de oorlog overleefd en was in 1983 woonachtig in Osnabrück. Na de oorlog was hij als burgerpiloot werkzaam bij de Duitse „Lufthansa”. Dormann was wel eens te gast bij de boeren, die woonachtig waren om de vliegbasis „Twenthe”. Volgens een inwoner uit Den Velde, J.H. Kollen, die helaas is overleden, is Dormann nog wezen kijken naar de plaats waar de Halifax met bemanning neerkwam in Radewijk. Gegevens voor dit verhaal zijn afkomstig van:
verschillende inwoners van Radewijk en Den Velde; wijlen mevr. A.H. Bruins-Elfring (correspondeerde met familie van de vliegers na de oorlog); wijlen hr. Boekhoven (hoofd luchtbescherming ’40-’45 te Hardenberg); hr. Adrie M. Roding (luchtvaartmuseum Twenthe); hr. G.J. Zwanenburg (berg. off. Koninklijke Luchtmacht), gemeente Hardenberg.
Monumentale herinnering in Radewijk
auteur: K. Oosterkamp
(fragment van het artikel uit Rondom den Herdenbergh 2009-01)
Een eenvoudig monument in Radewijk aan de Noord-Oosterweg herinnert aan een dramatische gebeurtenis in de nacht van 16 op 17 juni 1942 waarbij acht geallieerde bemanningsleden van een bommenwerper omkwamen op een weiland tussen de Veldingerveldweg en de Noord- Oosterweg.
Het monument
In een inham in een bosperceeltje aan de Noord-Oosterweg te Radewijk staat op een lage gemetselde sokkel een grote veldkei opgericht met daarop een metalen plaquette met tekst. Voor de kei staan enkele potten waarin planten hebben gestaan. In één van de potten staan enkele kleine kruisen met het woord Remembrance (herinnering). Ook ligt aan de voet van de kei een verdroogde krans en een kunststof plaatje met de tekst van een gedicht van de Engelse dichter W.B. Yeats. Het grasterrein is kort gemaaid en goed toegankelijk, terwijl er ook een bank is geplaatst.
De nacht van 16 op 17 juni 1942
Een Halifax-bommenwerper van de Royal Canadian Air Force (RCAF) werd op de terugweg van een bombardementsvlucht naar het Ruhrgebied met acht bemanningsleden neergeschoten door een Duitse nachtjager van het derde Nachtjagdgeschwader- 1 met aan de stuurknuppel Oberleutnant Dormann. De geallieerde bommenwerper kwam neer in een volledige crash.
Alle bemanningsleden kwamen om in de explosieve vuurzee. Vijf lichamen konden gedeeltelijk worden geborgen en naderhand geïdentificeerd. De drie andere bemanningsleden werden niet teruggevonden en bleven als vermist beschouwd. Hun namen konden later worden achterhaald. De Duitse nachtjagerpiloot, Dormann, overleefde de oorlog en werkte later als piloot bij de burgerluchtvaartmaatschappij Lufthansa. Hij zou de plek waar de Halifax met haar bemanning was neergekomen, naderhand hebben bezocht. Aan boord van de Duitse nachtjager was ook Feldwebel Schmalscheidt als boordmarconist/schutter.
Tekst op het monument te Radewijk
In de nacht van 16 op 17 juni 1942 omstreeks 03.00 uur is nabij deze plaats een bommenwerper van het type Halifax MK-2 W7651 DY-M van de RAF 102 Squadron neergestort met 8 bemanningsleden aan boord. Hierbij lieten 5 bemanningsleden het leven en zijn er 3 vermist.
Omgekomen: W/O2 William Robert Davies, piloot (Can.) 24 jaar, F/Sgt Francis Garfield Peebles, 2 piloot (Can.) 22 jaar (Peebles was meegegaan om ervaring op te doen, voordat hij met een toestel en bemanning op weg zou worden gestuurd), Sgt Ernest Jackson, schutter (Eng.) 22 jaar, Sgt Harry Smith, schutter (Eng.) 22 jaar, Sgt Daniel Hanlon, boordwerktuigkundige (Eng.) 22 jaar. Vermist: P/O Edward Frederick Lloyd, navigator (Eng.) 25 jaar, Sgt Ian Duncan, bommenrichter (Eng.) 23 jaar, P/O John Emmanuel Sumpton, radiotel. schutter (Can.) 24 jaar.
Wel verloren, maar niet vergeten!
Wel verloren…
De stoffelijke resten van de vijf geïdentificeerde bemanningsleden werden op 18 juni 1942 met (Duitse) militaire eer ter aarde besteld op het kerkhof Nijenstede in Hardenberg. De graven werden voorzien van tijdelijke houten kruisen. De wrakstukken werden opgeruimd door de Duitsers en de gevonden munitie verzameld en tot ontploffing gebracht. De namen van de omgekomen bemanningsleden zijn vermeld op de plaquette op de herdenkingssteen in Radewijk, de gedenkplaat op het monument voor de gevallenen op het Stephanusplein en op de grafstenen op kerkhof Nijenstede (Brits Oorlogskerkhof) aan de Stationsstraat in Hardenberg.
Een gedicht van William Butler Yeats
Zowel bij het monument in Radewijk als op het kerkhof Nijenstede ligt (januari 2009) een gedicht van de dichter William Butler Yeats (1865-1939). Blijkbaar konden Yeats’ woorden die hij schreef tijdens de Eerste Wereldoorlog nog steeds uitdrukking geven aan gedachten en gevoelens van nabestaanden en vrienden van de omgekomen bemanningsleden. Het brengt onder meer de vervreemding van een oorlogsvlieger onder woorden: hoog in de lucht voelt hij geen relatie met vriend of vijand, zijn loyaliteit ligt ver weg bij zijn familie en vrienden in het dorpje waar hij opgroeide. Het was het idee van vliegen, hoog in de lucht en los van iedereen, wat hem aantrok en waarvoor hij koos.
An Irish Airman Foresees his Death
I know that I shall meet my fate
Somewhere among the clouds above,
Those that I fight I do not hate,
Those that I guard I do not love;
My country is Kiltartan Cross,
My countrymen Kiltartan’s poor.
No likely end could bring them loss
Or leave them happier than before.
Nor law, nor duty bade me fight,
Nor public men, nor cheering crowds,
A lonely impulse of delight
Drove to this tumult in the clouds,
I balanced all, brought all to mind,
The years to come seemed waste of breath,
A waste of breath the years behind
In balance with this life, this death.
Een Ierse vliegenier voorziet zijn dood
Ik weet waar ik het leven laat:
Hoog aan de hemel, wit en blauw.
Ik vecht niet tegen wie ik haat,
Verdedig niet waar ik van hou:
Kiltartan Cross, dáár ligt mijn hart,
Mijn landslui zijn de armen daar;
Een zege brengt hun vreugd noch smart,
Geen nederlaag brengt hun gevaar.
Mij dwingen wet noch plicht tot strijd,
Geen volk of leider die ’t mij vraagt:
Zucht naar genot in eenzaamheid
Heeft mij de wolken in gejaagd.
Ik dacht goed na, woog alles af,
Zo ijl was wat de toekomst bood,
Zo ijl wat me ’t verleden gaf:
Ik kies dit leven, deze dood.
(Vertaling: F. Lekens en R. Kuitenbrouwer)
…maar niet vergeten
Mevrouw Schagen en haar zoon Robert uit Heemse hadden zich na de oorlog intensief beziggehouden met vermiste en neergekomen oorlogsvliegers. Dankzij hun initiatief is er, met medewerking van Plaatselijk Belang Radewijk, een monument gekomen. Het werd een eenvoudige, opgerichte zwerfkei met een metalen plaquette met de tekst. Het monument werd onthuld op 10 juli 1999 door Bill Pomeroy en echtgenote uit Canada, kennissen van de omgekomen captain Bill Davies. Arjan Kuiperij blies tijdens de officiële plechtigheid The Last Post. Het monument heeft na die tijd een belangrijke functie gehad als plaats van herinnering en bezinning voor familieleden, vrienden en bekenden van de omgekomen geallieerde vliegers. Zij konden individueel en op verschillende momenten de plek bezoeken om hen te gedenken en te eren met een bloemengroet. Zestig jaar na de bevrijding werd op verzoek van het Britse Legioen van oudstrijders er een krans gelegd en werden witte kruisjes met het woord ‘remembrance’ bij het monument en op het kerkhof geplaatst. De kruisjes waren daartoe opgestuurd. Tijdens de oorlogsjaren hebben honderden oorlogsvliegers over ons land gevlogen om aanvallen uit te oefenen op doelen in Duitsland. Zij hebben allen op die manier bijgedragen tot de bevrijding, maar hebben voor ons geen naam, geen gezicht gekregen. Dat was voorbehouden aan hen die aan de vrijheid het hoogste offer brachten dat een mens kan geven. Hun namen staan opgetekend in metaal en steen, opdat wij hen niet zouden vergeten.
Met dank aan de familie Woertel uit Radewijk voor het beschikbaar stellen van hun uitvoerige documentatie en aan mevrouw A.H. van Rijn die de Engelse grafsteenteksten vertaalde.
Geraadpleegde literatuur: – J. Woertel: Bommenwerper neergekomen bij Radewijk (1942) In Rondom den Herdenbergh 1986, jaargang 3, pag. 244-245 – E. Wolbink e.a.: Het boek van Roke, pag.249-252. Hardenberg, 1999 De onthulling op 10 juli 1999. De in Radewijk omgekomen geallieerde vliegeniers liggen begraven op het kerkhof Nijenstede aan de Stationsstraat in Hardenberg.
In memoriam bemanning Halifax MK2
DANIEL ‘Danny’ HANLON
‘Of your charity pray for him and for all who died in the cause of freedom’
(Vanuit de goedheid uws harten bidt voor hem en voor allen die gestorven zijn omwille van de vrijheid
Zoon van John en Margaret O’Hare Hanlon, uit Kilmarnock, Ayrshire (Schotland).
Gesneuveld op 17 juni 1942 te Radewijk, begraven op 18 juni te Hardenberg, 22 jaar oud.
Vandaag was een bijzondere dag. Om elf uur had ik een afspraak bij het station in Hardenberg. Daar arriveerde op dat moment het echtpaar Robertson Baghel, woonachtig op de Bahama’s. Mevrouw Marianne Robertson Baghel had enige tijd geleden via email contact opgenomen met het verzoek om begeleiding bij het vinden van de crashsite in Radewijk waar in 1942 een bommenwerper was neergestort.
Haar oom, Daniël (Danny) Hanlon uit Schotland, was één van de acht inzittenden die het leven lieten op een akker nabij de boerderij van de familie Tromp aan de Veldingerveldweg in Radewijk (en dichtbij de boerderij van de familie Eggengoor, nu eigendom van Dick Booij, aan de Noord-Oosterweg).
Mariannes moeder, broer en zussen, waren in de afgelopen decennia allemaal al eens in Hardenberg om Danny de laatste eer te bewijzen, maar voor Marianne en haar echtgenoot Arvid was het de eerste keer. Na een bezoek aan het herdenkingsmonument in Radewijk, heb ik ze het graf van oom Daniel getoond op het oude kerkhof Nijenstede aan de Stationsstraat. Daar is zijn laatste rustplaats, naast dat van de andere geallieerden die sneuvelden in hun strijd voor onze vrijheid.
(bron: facebook Erwin Wolbink 17 oktober 2014)
HARRY SMITH
Sergeant 625189 Air Gunner 102 Sqdn., Royal Air Force
‘God be with you our loved one till we meet again’
(God zij met je onze geliefde totdat we elkaar weer ontmoeten)
Zoon van Harry en Emily Harriet Smith, uit North Ormesby, Yorkshire, echtgenoot van Grace Smith, uit North Ormesby.
Geboren op 17 juni 1920 te Middlesborough, gesneuveld op zijn 22ste verjaardag, woensdag 17 juni 1942 te Radewijk, begraven op 18 juni te Hardenberg.
ERNEST ‘Jacko’ JACKSON
Sergeant 976486 Air Gunner 102 Sqdn., Royal Air Force Volunteer Reserve
‘Still loved. He sleeps with his comrades in a blessed plot for ever England’
(Voor altijd in ons hart. Hij rust bij zijn kameraden in gewijde aarde voor altijd Engeland)
Zoon van Ernest en Edna Jackson, uit Droylsden, Lancashire.
Geboren 4 oktober 1919, gesneuveld op woensdag 17 juni 1942 te Radewijk, begraven op 18 juni 1942, 22 jaar oud.
FRANCIS ‘Frank’ GARFIELD PEEBLES
Flight Sergeant R/59671 Pilot 102 (R.A.F.) Sqdn, Royal Canadian Air Force
‘Goodnight darling, until the day breaks and the shadows flee away’
(Goede nacht lieveling tot de dag aanbreekt en de schaduwen vervliegen)
zoon van Mathew G. en Grace Peebles, uit Dauphin, Manitoba, Canada
gesneuveld op woensdag 17 juni 1942 te Radewijk, begraven op 18 juni, 22 jaar oud.
WILLIAM ‘Bill’ ROBERT DAVIES
Warrant Officer Class II, R/78493, Pilot, 102 (R.A.F.) Sqdn., Royal Canadian Air Force
‘Sunset and evening star, and one clear call for me!’
(Zonsondergang en avondster en één duidelijke oproep aan mij!)
William Robert (Bill) Davies was geboren op 25 december 1917 in Peterborough (Ontario, Canada) als zoon van William John en Annie Davies. Hij was gehuwd met Marion Elsa Davies te Peterborough., gesneuveld op woensdag 17 juni 1942 te Radewijk, begraven op 18 juni 1942 te Hardenberg, 24 jaar oud.
JOHN EMMANUEL SUMPTON
vermist: Pilot Officer, Service Number J/15454, Aged 24, Royal Canadian Air Force.
Son of William and Nellie Sumpton, of Pipestone, Manitoba, Canada.
Zie memorial op Commonwealth War Graves Commission.
https://www.veterans.gc.ca/eng/remembrance/memorials/canadian-virtual-war-memorial/detail/1808245
Edward Frederick Lloyd
vermist: Pilot Officer, Service Number 106141, Aged 25, Royal Air Force Volunteer Reserve.
Son of Charles Thomas Lloyd and Florence Margaret Lloyd; husband of Annie Helena Lloyd, of Reedham, Norfolk.
Zie memorial op Commonwealth War Graves Commission.
Ian Duncan
vermist: Sergeant, Service Number 986460, Aged 23, Royal Air Force Volunteer Reserve.
Son of James Richardson Duncan and Isabel Duncan, of Hull.
Zie memorial op Commonwealth War Graves Commission.
Een reactie
Mike Hammersley
We will always be indebted to these young men and so too the individuals who have taken the time to compile a detailed account of their last mission. In the spirit of completeness, I believe this aircraft left RAF Topcliffe on the night of 16th June, rather than RAF Dalton, which was just to the south and Ernie Jackson was known as ‘Jacko’, rather than, ‘Jacky’ by those he left behind, one of whom was my late Mother-in-law, Mary, who he planned to marry.