kerkhof Nijenstede


Overdracht per 1 januari 1974

Eind zestiger jaren nam de gemeente het onderhoud van het oude kerkhof gedeeltelijk voor haar rekening; de kerkvoogdij bleef tien procent van de loonkosten betalen. Het was een eerste stap in de richting van overname van het kerkhof door de gemeente. In 1973 bleek dat in het kerkelijk archief geen administratie en /of situatietekening van het kerkhof te vinden was. Ook in het gemeentearchief waren helaas geen dossiers voorhanden. De kerkvoogdij kwam met het voorstel om een oproep in enkele kranten te plaatsen om zodoende eventuele rechthebbenden van graven op te sporen. Ook werd voorgesteld dat de gemeente – evenals in 1966 de begraafplaats aan de Bruchterweg – voor het symbolische bedrag van één gulden het kerkhof aan het Oosteinde van het kerkbestuur overnam ‘aangezien het karakter van deze begraafplaats toch al geruime tijd algemeen van aard was’.

Door de overname zag de gemeente zich geplaatst voor grote kosten. Doordat de volledige administratie verloren was gegaan kon men geen onderhoudsbijdragen heffen van grafeigenaren. Aan de in de kranten geplaatste oproep werd door zo’n 22 personen gehoor gegeven. Zij meenden recht te hebben op graven, hoewel geen bewijsstukken konden worden overlegd. De kerkvoogdij en de gemeente waren van oordeel dat deze rechten in het verleden inderdaad waren verleend. In een brief van 4 december 1973 schrijven burgemeester en wethouders: “Het komt ons juist voor deze rechten als geldig te erkennen indien de echtgenote of echtgenoot ter plaatse reeds is begraven. In bijzondere gevallen zou dit recht ook kunnen gelden voor anderen, bijvoorbeeld een inwonende ongehuwde broer of zuster van de rechthebbende. Dit recht dient onzes inziens niet zonder meer erkent te worden ten aanzien van verwanten in de rechte lijn. Dit zou tot gevolg kunnen hebben, dat deze begraafplaats onbeperkt geopend en onderhouden moet blijven“.

Enkele brieven die de gemeente ontving willen we hier noemen:

Een reactie van mevrouw A. Sjakes-Cramer uit Amsterdam. Zij wist dat er van de acht graven die haar moeder G. Cramer-Welleweerd in 1918 had aangekocht nog één beschikbaar moest zijn. Ze wenste bij haar ouders begraven te worden. De gemeente controleerde de gegevens aan de hand van een kijkje op de begraafplaats. Er werden twee grafstenen aangetroffen die in overeenstemming waren met de door mevrouw Sjakes-Cramer verstrekte gegevens. Naast deze grafstenen was nog voldoende ruimte beschikbaar voor een graf. Er werd derhalve besloten om aan haar verzoek te voldoen. Ze overleed op 23 december 1991. De nieuwe grafzerk is in juni 2002 door onbekenden vernield.
Ook de heer Schutte van de Bruchterbeekweg deelde mee recht te hebben op een grafplaats, rechts naast dat van zijn ouders. Hij was zevenentachtig jaar oud en ongehuwd. Volgens de grafdelver Albert Dorman – die het best met de situatie op de hoogte was – had de familie Schutte vroeger vier graven aangekocht. Er zouden derhalve nog twee graven beschikbaar zijn. Het verzoek van de heer Schutte werd dan ook gehonoreerd.
Een andere reactie kwam van broer en zus Ravekes van de Hoogenweg, beter bekend onder de bijnaam ‘Vaderman’. Ze meenden beiden nog recht te hebben om begraven te mogen worden op het oude kerkhof. Dat de gemeente ook hen toestemming gaf blijkt uit het feit dat Johanna Ravekes op 9 mei 1997 aldaar is bijgezet in het familiegraf.

Ook reageerden: mevr. F. Vinke uit Loozen, dhr. G.J. Rijstenberg uit Loozen, dhr. G.J. Ligtenberg uit Radewijk, mevr. K.G. Sierink en dhr. G.E. Sierink aan de Voorstraat te Hardenberg, dhr. G. Prenger en wed. J.H. Prenger van de Beekweg uit Hardenberg en de gezusters Boerrigter uit Hengelo.

Archiefbronnen:

20-09-1970 Sectie A 3826 schaal 1:1000, tekening door de Jong.

27-10-1970: Overname kerkhof A 3826 (6410 m2), enclave A 1709 dit zijn oorlogsgraven 0.03.55 ha (355 m2). Deze graven bevinden zich op het tweede deel, deze behoorden de gemeente stad Hardenberg.

12-06-1973: Inventarisatie

  • Knekelhuisje met inhoud
  • Omheining (Coöp)
  • Kaartmateriaal
  • Kruizen, grafstenen etc.

12-07-1973 brief kerkvoogdij aan gemeente: Antwoord van brief van 27-10-1970 nr. 6348 inzake overnamen begraafplaats Oosteinde. Er zijn helaas geen gegevens in het kerkelijk archief. De administrateur van deze begraafplaats, wijlen de Heer H. Nijzink, Burg. Schuitestraat heeft uiteraard de administratie bijgehouden maar hiervan is niets terug te vinden. Is het mogelijk dat bij de overnamen van de begraafplaats aan de Bruchterweg (1966) deze gegevens reeds aan de gemeente zijn overgedragen? Volgende week zullen wij via een oproep in enkele bladen rechthebbenden op graven veroeken zich te melden. Wij zullen op 01-01-1974 overgaan tot sluiting, wilt u dan de begraafplaats overnemen voor het symbolische bedrag van een gulden Wilt u nu alvast het onderhoud verzorgen, de kerkvoogdij is het ten ene male onmogelijk dit te doen. In het verleden werd het onderhoud door de gemeente verzorgd tegen een geringe vergoeding van de loonkosten (10%). Het karakter van deze begraafplaats is dermate algemeen dat naar onze mening onderhoud van gemeentewege wel gerechtvaardigd is.

18-12-1973 Begroting Gemeenteraad 1974: Overname voor een gulden. Hoge lasten voor onderhoud, er moet niet gezegd worden dat Hardenberg de graven der vaderen verwaarloost. Nauwelijks inkomsten te verwachten, volledige administratie is verdwenen. Onderhoudsbijdragen zijn bijvoorbeeld niet te heffen omdat de rechthebbenden niet bekend zijn. De ligging en datering der graven is veelal niet meer na te gaan. Het al dan niet bestaan van grafrechten is niet bekend, derhalve ook niet onder welke condities deze rechten zijn verleend (betaling, bijdrage, duur begraafrechten, onderhoud enz.). Op gemeenteverzoek heeft de Kerkvoogdij een publicatie geplaatst waarop zo’n 25 (brief 1979 meldt 22 personen) personen zich als rechthebbende hebben gemeld. Over de rechten: geen in de rechte lijn anders moet deze begraafplaats onbeperkt geopend en onderhouden worden.

Teneinde enig inzicht te verkrijgen is door de kerkvoogdij een advertentie geplaatst waarop de rechthebbenden konden reageren. Hierop werd destijds een brief ontvangen van 22 personen. Gezien deze reacties was de kerkvoogdij van oordeel, dat het recht tot begraven op deze begraafplaats diende te worden gehandhaafd voor die personen, van wie de echtgenote of echtgenoot reeds was begraven. Hetzelfde standpunt zou kunnen gelden voor ongehuwde inwonende broers of zusters.

1973? Correspondentie H.Vinke, Loozen G 35, Gramsbergen.

1973: Klaasje G. Sierink en Gerh. E. Sierink, Voorstraat 57 Hardenberg.

1973: F.G. Boerrigter, Deldenerstr. 176, Hengelo.

1973: B.J. Prenger, Beekweg 2, Hardenberg.

1973: G.J. Ligtenberg, Radewijkerweg 53, Radewijk.

1973: G.J. Rijstenberg, Loozen S28.

1976: Correspondentie mevr. Sjakes-Cramer te Amsterdam.

Fragment uit krant 1973

1978: Gaarne een nota met betrekking tot de mogelijkheden omtrent een eventuele sluiting begraafplaats nabij de technische school.

1979: Correspondentie H.Schutte, Bruchterbeekweg 16, Hardenberg. 1979: In een tijdvak van 5 jaren zijn 8 personen begraven, de begraafplaats is dus nog in gebruik (Artikel 25 van de Wet op de lijkbezorging)

1980: Correspondentie de heer E. Ravekes, Hoogenweg 26, 7772 ST Hardenberg.

1981 beschadiging grafstenen: Mulder, Reurink & Schutte, Bosch & Nijman, nabestaanden worden genoemd.

Begraven: 1974: 2, 1975: 1, 1976: 1, 1977: 1, 1978: 3 personen (Overzicht B&W 1979 Gemeente Archief)

Personen die na de overname zijn begraven op het oude kerkhof zijn volgens ons (aanvullingen zijn welkom):
06-05-1974 Jan Zweers e.v. Johanna Bril
14-10-1974 Albert Kleinenbuul e.v. Gerritdina Breukelman
1975 1 persoon
1976 1 persoon
13-03-1977 Klaaske Gezina Sierink ongehuwd
19-11-1978 Geertruida Bakhuis
04-12-1978 Jan Herm Kamphuis
10-07-1978 Klaasje Grit weduwe van Jan Willem Baarslag
1979 niemand
04-01-1980 Hermannus Schutten
09-09-1983 Jennigje Niezink
23-05-1984 Gerrit Jan Lichtenberg
01-03-1985 Evert Ravekes
25-11-1987 Jennigjen Reefman
16-10-1988 Johanna Margaretha Boerrigter
12-10-1989 Johanna Wilmina Berendina Boerrigter
23-12-1991 Annigien Sjakes-Cramer
22-05-1992 Hendrik Bruggeman
06-07-1993 Trijntje Otten
03-06-1995 Everdina Hendrika Goorhuis
24-02-1996 Aaltje Bruggeman
04-05-1997 Johanna Ravekes alias Vaderman
01-01-1999 Gerrit Jan Baarslag  

In 1973 deed de Hervormde Kerk de begraafplaats over aan de Gemeente Hardenberg. De gegevens van deze begraafplaats werden beheerd door de administrateur van de Kerkvoogdij de heer Nijzink aan de Schuitestraat. Deze was echter overleden en de administratie was zoek. De gemeente deed daarom een oproep in een plaatselijke krant om te weten te komen welke mensen nog recht hadden op een begraafplaats.

In 1922 was er reeds een nieuwe begraafplaats aangelegd aan de Bruchterweg. Dit kerkhof was al eind zestiger jaren door de gemeente Hardenberg overgenomen van de Hervormde Kerk. Op 30 maart 1921 verlenen Burgemeester en Wethouders van Stad Hardenberg vergunning tot het aanleggen van een nieuwe begraafplaats aan de Bruchterweg, kad.A961, 964, 965 en 1336, deze werd voor 1973 overgedaan aan de gemeente.

De nieuwe begraafplaats aan de Bruchterweg – in den Nes – zal tegen 1 december 1922 in gebruik genomen worden. Alsook het reglement van deze begraafplaats.

In 1925 delen wij u mee dat op de oude begraafplaats slechts zelden meer een lijk wordt begraven en dat ze wellicht binnen enkele jaren zal worden gesloten.

Enkele jaren voor onze inventarisatie van 1997 deed de gemeente een poging om het kerkhof met de grafzerken in kaart te brengen, dit werd echter vanwege geld- en tijdgebrek gestaakt.

Volgens de huidige wet mag een begraafplaats tien jaar na het laatst gedolven graf worden gesloten en twintig jaar daarna geruimd. Dit is de reden om ons sterk te maken voor het behoud van deze begraafplaats.

Na ons verzoek in 1997 staat het kerkhof in 2002 genomineerd voor de gemeentelijke monumentenlijst.

Na ijverig speurwerk in diverse archieven vonden wij in de kluis van de Hervormde ‘Stephanus’ Kerk een deel van de verloren gewaande administratie terug, bestaand uit een plattegrond van het oudste deel van het kerkhof en een lijst van grafeigenaren opgemaakt rond 1870. Aan de hand hiervan hebben we de indeling van de begraafplaats kunnen reconstrueren.

Door de schat aan informatie die bij het onderzoek boven water is gekomen en volgens ons van groot belang is voor de cultuur-historische betekenis van Hardenberg, hebben we gemeend deze grotendeels op het internet te moeten publiceren. Door deze publicatie willen we tevens onze op Nijenstede begraven voorouders voor u ‘in leven’ roepen