Toen, op 26 september 1828
Op 26 september 1828 schreef burgemeester Antoni van Riemsdijk onderstaande brief, gericht aan zijn neef.
Het betrof een aanbevelingsbrief voor Jan Willem Hurink uit Hardenberg. In de ‘publieke papieren’ (de krant) was aangekondigd dat er te Fredriksoord binnen de Kolonie van Weldadigheid een vacature was voor de post van ‘algemeen winkelier’ en daarop had Hurink gesolliciteerd.
Burgemeester Van Riemsdijk schreef dat Hurink ‘eenigen tijd’ bij hem was ‘geëmployeerd’, oftewel Hurink had een tijdje voor de burgemeester gewerkt. Vervolgens was hij in dienst gekomen van de koopman en expediteur Hellendoorn te Zwolle, waarvoor hij nog altijd werkzaam was. Van Riemsdijk schrijft verder dat hij Hurink ‘gaarne langer bij hem hadde gehad’.
Zeer waarschijnlijk heeft Hurink de post toch niet verkregen, want in 1836 trouwt hij te Utrecht als sergeant-majoor bij de 9e afd. infanterie, in garnizoen aldaar, met Johanna Gardina Sweeën uit die stad. Jan Willem overlijdt op 66-jarige leeftijd, op 3 januari 1871 te stad Utrecht.