Op 5 november 1698 bekrachtigde schout Johan Molckenbour de verkoop en overdracht van een jaarlijkse ‘uitgang’ van drie mud droge en schiere winterrogge, vanouds gaande uit het erve en goed genaamd Poerinck te Anevelde. De uitgang was door de erfgenamen van Hendrik Gritter en Elsien Bollincks verkocht aan burgemeester Berend Cramer en echtgenote Hermina van Borne te Hardenberg. Het charter (oorkonde op perkament) waarmee de overdracht werd bekrachtigd, is bewaard gebleven in het archief van de familie Van Riemsdijk-Soeters.
Op 31 augustus 1848 werd door notaris Swam uit Gramsbergen de akte van verdeling van de marke van Bergentheim gepasseerd. Hij deed dat ten huize van kastelein Hermannus Bolks in Bergentheim (aktenr. 1544). De gewhaarden (gerechtigden) in de marke waren:
01. Hendrik Balderhaar, landbouwer te Bergentheim 02. Harmen Bolks, landbouwer te Bergentheim 03. Harmen Bouwhuis, landbouwer te Bergentheim 04. Hendrik Brink, landbouwer te Bergentheim 05. Jan Hesselink, landbouwer te Bergentheim 06. Jannes Hilberink, landbouwer te Bergentheim 07. Jan Hendrik Klever, landbouwer te Bergentheim 08. Jan Willem Koning en Willem Hesselink, landbouwers, resp. te Bergentheim en Duits Wielen 09. Hendrik Kosters, landbouwer te Bergentheim 10. Lucas Grimmerink, landbouwer te Den Velde, als gemachtigde van Hendrikje Beltman te Bergentheim 11. Hendrik Plaggemarsch, landbouwer te Bergentheim 12. Egbert van den Poll, landbouwer te Bergentheim 13. Gerrit van den Poll, landbouwer te Bergentheim 14. Elias Ravenshorst, particulier te Ommen, als gemachtigde van Derk Blikman Kikkert, cargadoor te Amsterdam 15. mr. Isaac Antonie van Roijen, advocaat en notaris te Zwolle 16. Jan Santman Derkszoon junior, te stad Hardenberg 17. Gerrit Jan Scholten, landbouwer te Bergentheim 18. Jan Snel, molenaar te Bergentheim 19. Willem Timmerman, landbouwer te Bergentheim 20. Albertus Wilpshaar, landbouwer te Bergentheim 21. Gerrit Jan Wijnholt, landbouwer te Bergentheim
Op 25 augustus 1892 begon notaris Stuart uit Heemse met de ‘eerste inzate’ van de openbare verkoop van het boerenerve ‘Het Koers’ te Rheeze.
Tegenwoordig kunnen we de monumentale boerderij van de katerstede Koers of Koerts vinden aan de Rheezerweg 95. Meer over de geschiedenis van deze boerderij leest u op onze website.
Op 12 maart 1853 verleed notaris Willem Swam de akte van van scheiding en verdeling van de tot dan toe nog gecombineerde marke van Hardenberg en Baalder.
De bestuurders van de marke Hardenberg waren: Simon Bromet (markerichter), landbouwers Berend Jan Meilink, Engbert Zweers, Gerrit Jan Rigters, Hermannus Zweers en Harm ten Broeke, deurwaarder Hendrik Edelijn en barbier Hendrik Kampherbeek
De bestuurders van de marke Baalder waren: Albert Kampherbeek, Albert Huisjes, Jan Hendrik Reins, Berend Venebrugge en Gerrit Hakkers.
De markegronden in de kadastrale gemeente Ambt Hardenberg besloegen nagenoeg 500 bunder en in de kadastrale gemeente Stad Hardenberg ging het maar liefst om 1400 bunder. Het totale gezamenlijke bezit had daarmee een oppervlakte van 1895 bunder, 25 roeden en 10 ellen. De gerechtigde burgers van Stad Hardenberg konden aanspraak maken op 85/145e gedeelte en de gewaarden of gerechtigden in de marke Baalder op het overige 60/145e deel.
Buiten de verdeling bleef bijna 22 bunder die men moest afstaan aan de Overijsselsche Kanaalmaatschappij ten behoeve van de aanleg van het kanaal Almelo-de Haandrik, maar ook de gronden, in de wandeling bekend als de Burgerkampen, zou men op een later moment nog verdelen.
Deze gecancelleerde (doorgehaalde) oorkonde is op 27 februari 1683 gepasseerd door de toenmalige schout van Hardenberg, Thomas Huete. Middels dit charter bekrachtigde hij de verkoop van een losrente van vijf Carolyguldens per jaar, gaande uit een half huis de halven Heinen Gooren te Baalder, door de echtelieden Berent Hendricks en Gesien Alberts aan de echtelieden Arent Gerrits en Geertien Derks. De andere helft was verpand aan de stad Hardenberg. De oorkonde, met twee uithangende lakzegels, is bewaard gebleven in het archief van de stad Hardenberg.