Toen, op 31 augustus 1963: viering 150-jarige bevrijding.

De kleurendia is gemaakt door ds. Loor uit Heemse.

De Oranjevereniging Heemse organiseerde op 30 en 31 augustus 1963 het historisch openluchtspel “Heemse 1813”, ter herdenking van 150 jaar onafhankelijkheid en bevrijding van de Franse overheersing.

Op het podium is het interieur van de herberg de Rustenberg in beeld gebracht. Franse militairen eisen inkwartiering bij de waard, Jan Willems Norink.


Toen, op 12 februari 1795: de Vrijheidsboom geplant!

Geheel rechts op de prachtige foto zien we de toenmalige veldwachter Johannes Fredrikus Vosjan (1873-1959).

Op 11 februari 1795 marcheerden Franse soldaten onder luid gejuich Hardenberg binnen; de Franse tijd was aangebroken. Over de Franse revolutie in Hardenberg is een boekje geschreven. Het is getiteld: ‘Verzameling van stukken rakende de regeerings-verandering en verkiezing in de stad Hardenbergh, gedaan in het eerste jaar der Bataafsche Vrijheid; 1795. Te Deventer, bij Gerrit Brouwer’. Daaruit nemen wij onverkort over:

“Den 11e februari 1795 trokken de voortroepen der Fransen, enige compagnieën Gens d’Armes met nog enkele Rode Huzaren de stad Hardenberg binnen. Met algemene vreugde der inwoners worden ze hier, als overal, ontvangen. Nog dezelfde avond trekken de jongelingen zonder onderscheid van rang en stand erop af, om een vrijheidsboom te planten. Een groene denneboom wordt daartoe uitgezocht. Ook de meisjes laten zich niet onbetuigd en zijn druk bezig vrijheidsmutsen en meer andere kleurige versierselen te maken. De oranjekleur zal wel vermeden zijn.

De volgende dag, donderdag den 12de februari ‘s morgens om 10 uur maakt zich ieder op, feestelijk versierd, om de vrijheidsboom te planten. De veldmuziek der Franse soldaten speelt vrolijke deuntjes en de uitgelatenheid stijgt ten top, als de burgers met de Franse soldaten hand aan hand met vrijheidsmutsen versierd om de vrijheidsboom dansen. Naar wij van oude Hardenbergers vernamen, heeft de vrijheidsboom gestaan waar thans de pastorie der Hervormde Kerk staat. Dit terrein was toen nog niet bebouwd. ‘t Is een feestdag in Hardenberg en steeds herhaalt zich het ‘Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap’. Met de meeste voorkomenheid worden de Fransen behandeld, want zij zijn de redders der mensheid…

Nog dezelfde dag treedt hier het Comité van Omwenteling op. Zij hebben het initiatief tot de revolutie alhier genomen. ‘t Zijn de burgers Willem Meijer, Berend Zweers sr., Hermannus van Loo en Antoni van Riemsdijk. Zij roepen de burgerij bijeen, of liever, twee hunner hebben zich de vorige avond bij de president burgemeester Molkenboer vervoegd en hem verzocht tegen 12 uur de volgende dag de Raad en Meente op het stadhuis bijeen te roepen. Tevens vroegen ze toestemming om de stadsdienaar te mogen gebruiken tot het aanzeggen der stemhebbende burgers om zich op het klokgelui ter kerke te begeven. Het doel is om uit naam van de burgerij de oude stadsregering af te danken en een nieuwe te benoemen.

Nauwelijks is de vrijheidsboom geplant, getooid met kleurige linten en versieringen, of het zopas genoemde Comité van Omwenteling begeeft zich naar de kerk, gelast de klok te luiden en daarmede de stemhebbende burgers bijeen te roepen in de kerk (‘t was sinds mensenheugenis de gewoonte om voor de keuze van de Magistraatspersonen op Petri ad Cathedram, 20 februari, in de kerk bijeen te komen). En als het jonge volk met de Franse vrijheidsbrengers in dolle roes dartelt en springt om de vrijheidsboom trekken de burgers de kerk binnen. Een van het Comité van Revolutie, Antoni van Riemsdijk, leest het volgende voor:
‘Waarde medeburgers! Terwijl thans het tijdstip daar is, waarop de vrije maar schandelijk verdrukte Bataaf door de brave en edelmoedige Franse Natie ondersteund, zijn aangeboren en geweldadig ontvreemde rechten terug eist en herneemt, past het ons nu stil te zitten? Neen brave stadgenoten, die te dien einde hier vergaderd zijt, gij wilt, gij moet ook vrij zijn! Daarom hebben ook vier uwer medeburgers, Willem Meijer, Berend Zweers sr., Hermannus van Loo en Antoni van Riemsdijk het gewichtige stuk opgenomen, van U voor te staan, om uit naam van U de tegenwoordig fungerende stadsregering een einde te doen nemen, derzelver leden van hun eed te ontslaan en tot de kring der ambtloze burgers te doen wederkeren en in hun plaatsen een nieuwe provisionele regering aan te stellen. Op dit ogenblik zijn, op verzoek van ons, Raad en Meente vergaderd; wilt gij, dat wij hun bedanken? Dat dan een algemene toejuiching uw heilzame wens te kennen geve!’

Op deze toespraak volgde als toestemming een algemeen ‘hoezee’, gevolgd door het uitbundig geroep ‘Vivat de vrijheid en gelijkheid’, zodat de kerk er van weergalmde. ‘t Comité van Revolutie met de burgerij ging nu naar het stadhuis waar de stadsregering verzameld was en verklaarde uit naam van de burgerij hun van hunne post vervallen en ontsloeg hen van hun eed. Tevens werden zij verzocht de raadzaal te verlaten.”

En zo was de revolutie, zonder bloedvergieten, in Hardenberg een feit. Hoewel de Franse ‘bevrijders’ in 1795 met open armen ontvangen werden, werd het de Hardenbergers al snel duidelijk dat er van vrijheid weinig sprake was. Toen eindelijk in 1814 de vrijheid volledig was hersteld en Nederland weer een eigen natie was, vierden de Hardenbergers andermaal feest. Dat herhaalden ze een eeuw later, in 1914, getuige bijgaande foto…


Toen, op 11 september 1812: Van Munster benoemd tot adjunct-burgemeester.

0911_Van_Munster


In het bewaard gebleven archief van de onderprefect van Deventer (toegang 22.1 in het Historisch Centrum Overijssel) vonden we deze brief. We schrijven 11 september 1812. Hardenberg maakte, net als de rest van Nederland, in die dagen deel uit van het grote Franse keizerrijk onder Napoleon Bonaparte. De ambtelijke correspondentie werd dan ook veelal volledig in ’t Frans gevoerd.

Middels deze brief werd Jan van Munster Frederikszoon aangesteld als adjunct-burgemeester van Hardenberg:
“Le jourd’hui le onze septembre mille huit cent douze est comparu par devant nous Alexander Diederich van Omphal d’ Yzendoorn, sous-prefect de l’ arrondissement de Deventer, département des Bouches de l’Issel, monsieur Jean van Munster, fils de Frederic a nommé par l’arrête de mr. le Prefet de 2 septembre 1812 1 division no. 7 adjoint au Maire de la Commune de Hardenberg lequel nous avons installé dans la qualité d’adjoint au Maire de la Commune de ayant prèté le serment suivant. Le jure obeissance aux constitutions de l’Empire et fidelite a l’Empereur. Le present proces verbal sera fait en trois expeditions dont une sera transmisé a mr. le Prefet, une a l’installé et une sera deposé dans les bureaux de la sous préfecture de cet arrondissement. A.D. van Omphal d’Yzendoorn”.

Jan van Munster was in 1782 geboren in stad Hardenberg, als zoon van Frederik van Munster en Hendrika Bruins, de eigenaren en uitbaters van het welbekende ‘logement Van Munster’ in de Voorstraat. Jan had de zaak overgenomen toen zijn vader in 1801 op slechts 54-jarige leeftijd was gestorven. Naast hotel- en cafébaas was Jan paardenpostmeester. Hij was een man met aanzien en had een goede reputatie. Het is dan ook niet vreemd dat de Fransen hem benoemden tot adjunct-burgemeester. Hij was getrouwd met Anna Arnolda Victor en stierf, op 60-jarige leeftijd, in 1842 te Hardenberg.


Toen, op 03 september 1913: eeuwfeest bevrijding Franse overheersing.

Het Salland’s Volksblad schreef in de aanloop naar het feest:
“Op 3 en 4 september 1913 zal het feest zijn in Hardenberg en Heemse! Dan waait de driekleur uit schier alle huizen en tooit zich ieder met oranje. Dan hebben ook de kinderen vakantie en leggen ook de grooten den arbeid neer indien dit mogelijk is. Want geheel de bevolking, nu niet gescheiden in partijen, viert dan feest en wel het Eeuwfeest van onze Nationale onafhankelijkheid. Meer dan anders zullen we ons dan één gevoelen met onze geliefde vorstin, die nog regeert over het vrije Nederland.

Op beide plaatsen zal de bevolking ’s morgens om 8 uur door ’t luiden der torenklokken uitgenoodigd worden zich te haasten met den gewonen arbeid, om zich daarna te begeven naar de feestterreinen. De eerste dag vangt aan met een concert. Op hetzelfde uur zullen de beide muziekgezelschappen die wij bezitten, het eene op het marktplein te Hardenberg en ’t andere op het kruispunt van zes wegen in Heemse een programma uitvoeren, waardoor, hopen we, zal blijken, dat gewoekerd wordt met de krachten waarover men beschikt.

Een half uur daarna is de plechtige ure in de kerken begonnen. De geschiedenis van 100 jaren zal herdacht worden. Na een pauze van anderhalf uur is men voor de eerste maal samen op het feestterrein. Het spreekt vanzelf dat deze eerste gemeenschappelijke samenkomst, al is het maar voor enkele minuten, een officieel karakter draagt. Lang mag dit niet duren want reeds wachten enkele jongelui van 16 jaar en daarboven met ongeduld op het sein dat gegevens wordt, waarop zij dan als katten in den mast klimmen.

Verantwoordelijk voor de algehele organisatie was het hoofdcomité dat bestond uit de heren: J.C. Scholl (1e voorz.), J. Grooters (2e voorz.), M. Verwoest (1e secr.), K. Jongsma (2e secr.), F. Folkerts (penningm.), R.E. de Bruin, G. Bruins, H.W. Weitkamp en A.J. Ziegeler.

Hebben deze zich ingespannen, dan vragen weer anderen die zich met moeite in evenwicht houden op een boegspriet onze aandacht of worden wij bezig gehouden door jongens die met een hongerige maag de deur uit zijn gegaan naar het schijnt. Het een en ander zal afgewisseld worden met muziek en zang, ook met gezamenlijken zang. Op hetzelfde terrein wordt daarna een uitvoering van de gymnastiekvereeniging gegeven en op een ander veld een voetbalwedstrijd. Des avonds zullen Hardenberg en Heemse prachtig worden verlicht. Voor dienzelfden avond staan nog op het concept-programma: wedstrijd particuliere illuminatie en versiering, etalagewedstrijd, standen der gymnastiekvereeniging, met verlichting, tentoonstelling van wat door huisvlijt is tot stand gebracht en eindelijk een schitterend vuurwerk”.

De geheele morgen van den tweeden dag is gewijd aan een kinderfeest. Om 9 uur moeten de schoolkinderen reeds op het feestterrein verzameld zijn. Op het terrein gekomen, zullen ze ons laten hooren, dat ze na deze wandeling nog hun kelen en longen kunnen gebruiken. Met begeleiding van een muziekkorps zullen ze nl. enkele liederen gezamenlijk zingen. Is dit geschied, dan gaan ze vier aan vier in de pas door stad en dorp, natuurlijk met muziek erbij, weer naar de school. De grooten kunnen een schietwedstrijd bijwonen, niet met de geweren van 1813, maar met die van 1913.

Van 1 tot 5 moet iedereen vrij zijn. Dan toch trekt de Historische en Allegorische optocht voorbij, gevolgd of voorafgegaan door vele versierde fietsen en wagens. Hebben we ’t goed gehoord, dan zou ‘Napoleon terugkeeren uit Rusland’ en ‘Prins Willem te Scheveningen landen’. Ook kan zijn dat ‘Hardenberg zijn poorten opent voor Oranje’. Op dienzelfden dag hebben nog zanguitvoeringen, een fakkeloptocht en een bioscoopvoorstelling plaats en zullen enkele tableau’s worden vertoond terwijl de muziek telkens voor afwisseling en opluistering zorgt.”

meer informatie over de Franse Tijd op onze website: https://www.historischeprojecten.nl/publicaties.html


Toen, op 25 augustus 1803: Franse troepen in Hardenberg.

We hebben het over 1803, de tijd van het ‘Bataafs Gemenebest’. Dat was een republiek die het grootste gedeelte van het huidige Nederland omvatte. De republiek was gevormd naar voorbeeld en met militaire steun van de Franse Republiek, waarvan het Bataafs Gemenebest een bondgenoot en de facto een vazalstaat was.

De Rotterdamsche courant van 1 september 1803 meldt het volgende vanuit Hardenberg, d.d. 25 augustus:
“Nog steeds blijft onze stad, het karspel en Gramsbergen het schouwtooneel van doorpassage van Fransche troupen; dan eens uit gewapende, dan wederom uit ongewapende (recruten) manschappen bestaande; in vier weken kan men geenen enkelen dag optellen, waarin men van inkwartiering vrij was, zonder het vast Guarnisoen dezer stad te rekenen.

Zoo zijn, op heden, alhier wederom geinkwartierd geworden een detachement van het 8ste battaillon artillery, een van de 8ste, een van de 84ste, een van de 95ste, een van de 100ste en een van de 103de halve brigade; terwijl dezen avond alhier een detachement van de 27ste halve brigade ligte infanterie verwagt wordt; geleidende veertien schuiten met de groote bagagie van dezelve halve brigade.
Sedert zeven weken is onze kerk en school bij voortduring een bagagie-magazijn; en, sedert al dien tijd, misten wij onzen openbaren godsdienst en school-onderwijs. Meenigvuldige wagentransporten drukken daarenboven den voerman, zoo als men, laatstleden saturdag, alzoo nog een convoy van vijfenvijftig wagens na Nienhuis vertrekken zag. Men had zich alhier gevleid met de tijding van het verleggen der marschroute over Twente; doch tot hiertoe passeren daarover alleen de remonteerpaarden, uit Hanover; terwijl, buiten dezelve, alles wat naar Hanover gaat en vandaar komt, ons onfeilbaar bezoekt en nu en dan bij ons overnagt.

Wijders verneemt men dat van uit het Osnabrugsche, te Nienhuis, Northoorn, Schuttorf, Bentheim, Gildehaus en andere plaatsen in de Graafschap Bentheim een aantal Fransche infantery aangekomen is, om aldaar vast guarnisoen te houden”.