Toen, op 28 juli 2018: sloop van ’t Jugendstilpand’.

Eerder deze week berichtten we al over de serieuze plannen die er zijn tot afbraak van het voormalige Chinees-Indisch restaurant aan de Voorstraat waar vroeger de ‘Zuivelwinkel’ van Eggengoor gevestigd was. De Historische Vereniging Hardenberg wil zich hard maken voor behoud van minimaal de markante voorgevel. Wij (Stichting Historische Projecten) sluiten ons daar vanzelfsprekend bij aan.

Vandaag meldt de Stentor dat ook de PvdA in Hardenberg zich daarvoor in wil zetten. Ze gaan schriftelijke vragen stellen aan het College van B&W en willen onderzocht hebben in hoeverre het mogelijk is om de voorgevel te behouden.

Wij hopen dat er meerdere politieke partijen zijn die dit een goed voorstel vinden en die zich aansluiten bij het initiatief van dhr. Rein Jonkhans. Het kan en mag toch niet zo zijn dat ook dit oude pand volledig tegen de vlakte gaat. De link met de joodse geschiedenis zou, wat ons betreft, de doorslag moeten geven. Door de Jugendstil-kenmerken van de voorgevel juist aan te zetten, kan de exploitant een uniek stukje Hardenberg etaleren. We zullen onze volgers zoveel mogelijk blijven informeren over de voortgang van deze zaak.


Toen, op 10 juni 2015: over het gesloopte monument ‘schoenmakershuisje’.

schoenmakershuisje
Schoenmakershuisje op kruising Twenteweg-Hessenweg.

Deze prachtige kleurendia toont ons een voormalig gemeentelijk monument, bij velen bekend als ‘het schoenmakershuisje’. Voor het pand staat schoenmaker Egbert (Ep) Breukelman. De reclameborden aan de boom verwijzen naar de Oudheidkamer in Huize Welgelegen en naar het vakantieoord van de familie Overweg in de vroegere Haarmolen.

Er is sinds het pandje aan de Hessenweg werd aangewezen als monument al heel wat over gezegd en geschreven. Die aanwijzing geschiedde in het jaar 2002. In dat jaar besloot de gemeenteraad van Hardenberg om een tiental panden de status van gemeentelijk monument te geven. Dat werd weloverwogen gedaan, op basis van adviezen van de Stichting Het Oversticht uit Zwolle en een commissie van de Historische Vereniging Hardenberg.

In 2008 werd het schoenmakershuisje opgenomen in ons boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ onder de titel ‘De Oude Schoenmakerij’. Het verbouwde woonboerderijtje naast de drukke en brede N-343 werd in de zomermaanden bijna helemaal aan het oog onttrokken door de vele monumentale loofbomen die er omheen stonden. Inderdaad, stonden. Want u weet allemaal hoe het verging met dit ‘monument’. Op de pagina’s 294 en 295 van genoemd boek kunt u lezen over de geschiedenis van het karakteristieke en verdieploze boerderijtje, dat dateerde uit 1863.

Dateerde, want het boerderijtje is niet meer. En de monumentenstatus? Die is er ook niet meer. Wat dat betreft heeft dit voormalige schoenmakershuisje al bijna dezelfde status gekregen als de in 1980 afgebroken synagoge. Vele Hardenbergers praten er nog altijd schande van. Dat had toch nooit mogen gebeuren?! Het gebeurde toen, en het gebeurde opnieuw.

De nieuwbouw van een regiokantoor van de plaatselijke boerenleenbank maakte dat het schoenmakershuisje moest wijken. Dat zou worden afgebroken, steen voor steen, om een eindje verderop te worden herbouwd. Zo gezegd…., maar zo geschiedde het niet. Het werd wel afgebroken. Jazeker! Dat ging met zo’n geweld gepaard, dat het onmogelijk werd om met de afbraak enige herbouw te plegen. De materialen verdwenen als sneeuw voor de zon in grote afvalcontainers.

Hoe dat kon? Simpel. Eerst werd het bestemmingsplan gewijzigd. Toen werd de bouwvergunning afgegeven, inclusief de sloop van het monument. Dat laatste met de expliciete eis tot herbouw. Maar na de sloop van het pand kon de projectontwikkelaar eenvoudig vragen om de monumentenstatus van het vroegere pand eraf halen, want er was simpelweg geen gebouw meer. En de gemeente ging graag akkoord. Toen dat geregeld was, hoefde men ook de eis tot herbouw niet meer te handhaven en zo kon men zonder slag of stoot dit monumentale pandje van de gemeentelijke lijst afvoeren. De commercie ging voor. De vraag mag dan ook serieus worden gesteld, wat de status ‘gemeentelijk monument’ nog voorstelt… In Hardenberg en omgeving heeft het in ieder geval weinig meer te betekenen, want de eigenaren hoeven ook niet op onderhoudssubsidies van de gemeente te rekenen…


Toen, op 21 februari 1940: huis van Soer afgebroken.

Het Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer schreef op 21 februari 1940 over de verbreding van de rivier de Vecht:

“In verband met de verbreeding van de Vecht nabij Stad Hardenberg is thans het huis van den heer H.E. Soer afgebroken. Door deze afbraak is het uitzicht op de rivier voor villa’s en zakenpanden enorm verbeterd”.

De initialen van Soer waren foutief weergegeven. Het betrof het huis van Ernst Herman Soer en diens echtgenote Jennigje Kosters. Het echtpaar verhuisde naar de woning aan de Prinses Julianastraat B-127.

Op de prentbriefkaart staat het Soers huis nog aan de Vecht. Het is het pand met de aanbouw met plat dak. Die verschijningsvorm had het woonhuis sinds een verbouw/aanbouw in 1934, waarmee de foto te dateren is tussen 1934 en 1940.

Meer over de geschiedenis van het in 1859 in opdracht van het gemeentebestuur gebouwde en in 1940 afgebroken huis aan de Vecht leest u op onze website.


Toen, op 06 november 1868: afbraak ‘Huize Heemse’.

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 6 november 1868 werd, helaas maar waar, de openbare aanbesteding aangekondigd van de afbraak van het voormalig Huize Heemse:
“Aanbesteding. Door de erven van wijlen den hoogedel gestrenge heer mr. I.A. van Roijen zal op den 16 november e.k. bij enkele inschrijving worden aanbesteed: het afbreken van het kapitaal Heerenhuis Heemse, staande te Heemse, gemeente Ambt Hardenberg.

Bestek en voorwaarden, waarnaar deze aanbesteding zal plaats hebben, zal ter lezing liggen bij den logementhouder A.H. van Munster te Hardenberg, terwijl informatiĆ«n te bekomen zijn bij den heer J. van der Sanden te Ambt Hardenberg, en aanwijzing zal worden gedaan den derden en tienden nov. e.k., telkens des voormiddags van 10 tot 12 uur. De inschrijvingsbiljetten moeten vrachtvrij voor den 16 nov. e.k. worden ingezonden aan den weled. gestr. heer mr. J.H. van Roijen, advocaat en notaris te Zwolle, ten wiens kantore des ’s morgens te 9 uur tot het openen derzelve zal worden overgegaan. Ambt Hardenberg, 27 oct. 1868″.

Twee maanden eerder was de ‘rentegevende havezathe Heemse, bestaande uit een groot heerenhuis met bouwhuizen, waarin koetshuizen en stallingen, tuinmanswoning, moestuin etc.’ bij opbod verkocht. Daarbij was alles al ‘voor afbraak’ geveild. Bij die openbare verkoop was Van Roijen eigenaar geworden. Overeenkomstig de afspraken liet hij vervolgens het daadwerkelijk afbreken van de panden weer aanbesteden. Zo hebben de gezamenlijke verkopers het voortbestaan van het ‘groot heerenhuis’ kunnen voorkomen.

Meer over de geschiedenis van de havezate en het Huis Heemse, leest u op onze website.


Toen, op 12 oktober 1846: wederopbouw Stephanuskerk.

Op 12 oktober 1846 vond de openbare aanbesteding plaats voor de afbraak van het Middeleeuwse kerkgebouw en het op dezelfde locatie weer opbouwen van een nieuwe hervormde kerk te stad Hardenberg. De eerste steen van de nieuwe Stephanuskerk, gebouwd naar een ontwerp van architect Baarslag uit Dalfsen, werd op 22 juni 1847 gelegd en op 30 januari 1848 kon het nieuwe gebedshuis al in gebruik genomen worden.Voor meer informatie, foto’s, tekeningen e.d. van de Stephanuskerk, zie onze website.