Toen, op 15 maart 1973: zuivelhuis aan de Sportlaan.

Op 15 maart 1973, werd ‘het stokje’ van het Coberco Zuivelhuis “Salland” aan de Sportlaan te Hardenberg door de familie Otter overgedragen aan de fam. Holtrust.
Op 15 maart 1973, werd ‘het stokje’ van het Coberco Zuivelhuis “Salland” aan de Sportlaan te Hardenberg door de familie Otter overgedragen aan de fam. Holtrust.
Op 29 juli 1750 deed Israël de Joode aangifte voor de zgn. 50e penning. De 50e penning was een belasting die men moest betalen van alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn. De 50e penning was met ingang van 1 augustus 1635 in werking getreden. De heffing werd op het platteland verricht door de schout.
Israël maakte bekend dat hij op 6 juli een huijs staande op den Brink alhier (te Heemse) had aangekocht van de erfgenamen van Arent Ulenberg. Israël de joode was Israël Emanuel, de man van Annigje Ruben. Zij woonden ook al in 1723 op de Brink en later enige tijd in stad Hardenberg. In 1748 woonden ze weer in Heemse. Waarschijnlijk hebben ze het door hen gehuurde huis kunnen kopen van de familie Ulenberg. Als weduwe bewoond Annigje in 1772 nog haar eigendommelijk woonhuis, staande tussen het huis van de mulder en het voetpad naar de molen. De Uilenbergs waren enkele generaties molenaar op de stadskorenmolen Oelemölle en hebben hun achternaam hieraan ontleend. De molen stond op de Ulenberg bij het Oelenveer of Veer ter Ulen of Oelen. Het huis van Israël op den Brink betreft, voor zover ons bekend, de aankoop van het eerste joodse onroerend goed in Hardenberg en Heemse.
Op 29 december 1888 vond de notariële overdracht plaats van het erve ‘Klaasjes’ op het Collendoornerveen. Tegenwoordig kunnen we dat erf vinden aan de Venneweg 2:
Gerrit Jan Overweg, landbouwer te Collendoornerveen ter eener zijde en Hendrik Jan Grooters, notarisklerk, handelende in zijn hoedanigheid van gemachtigde van Jan Gerhard Troost, notaris te Arnhem, ter andere zijde. Verklaarde de comparant ter eener zijde te hebben verkocht aan genoemden heer Troost voor wien de comparant ter andere zijde verklaarde te hebben gekocht: een aan den comparant verkooper in vollen eigendom behoorend boerenerve het “Klaasjes” genaamd, gelegen op het Collendoornerveen, bestaand uit huis en erf met bouwland, weiland, dennenbosch, heide en veengrond, woestegrond en weg, ter gezamenlijke grootte van ongeveer 35 hectaren, voor de prijs van 3000 gulden.
Het erve Klaasjes is voor het eerst ingetekend op de kadastrale kaart van 1832. Het heeft dan het nummer B-229 en is eigendom van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse. Op bijgaande kaart is het rechtsonder terug te vinden, ten zuiden van de Brillen en ’t Poffers. Veel meer over de geschiedenis van ’t erf Klaasjes leest u op onze website in de rubriek ‘oude huisplaatsen’.
Op de eerste foto staat burgemeester Van Splunder met een aardewerk bord in zijn handen, met daarop het gemeentewapen van Hardenberg. De foto’s zijn gemaakt tijdens de officiële overdracht van de eerste nieuwbouwwoning in het uitbreidingsplan Het Hazebos in Heemse, op 23 april 1971, aan het echtpaar Jan Hendrik Hofsink (met cadeau onder de arm) en Grietje Kramer (met bloemen in de handen). Tien dagen later zouden ze hun nieuwe woning aan de Rembrandtstraat 72 betrekken…
Op 15 november 1723 vond de officiële overdracht plaats van het oude erve en goed “Radewijck” te Radewijk door de erfgenamen van Margrieta van Asewijn, vrouwe van Gramsbergen, aan Eghbert Arents en echtgenote Derckien Arents. Een jaar eerder, op 8 oktober 1722, was het publiekelijk geveild en inmiddels hadden de kopers de verschuldigde ‘kooppenningen’ betaald. De originele akte, een zgn. charter op perkament, is bewaard gebleven:
“Ick Johan Molckenbour bij Commissie van Hoger Overigheijt, in der tijt Scoltus van den Herdenbergh, Heemse en Gramsberge, doe condt en certificere voor de opreghte waerheijt dat voor mij Scholtus en Ceurnoten hier nae benoempt, personelyck is erschenen en gecompareert Arnold Voltelen, procurator admissus, in qualiteijt als gesubstitueerde volmaghtiger van de Heer Johan Willem van Portman, Heer tot Landsvoort als vaeder en vooght van sijne kinderen geprocureert bij wijlen sijn ehevrouw Garhardina Agnis van der Lauwick en als vooght en oom van de kinderen van wijlen de Heer Gosewijn Carel van der Lauwick en vrouw Margarieta Maria van Portman, te saemen erfgenaemen van wijlen vrouw Henrietta Scharlotte Vijgh, douariere van wijlen de Heer Jan Albert van Portman, in leven Drost der Heerlyckheijt Gendringen en Etten, voorts als gesubstitueerde volmaghtiger van vrouw Agnis Vijgh van Ubberge, vrouw van Slijdreght, dourariere van de Heer Joan Tedingh van Berckhoudt, in leven Hooft Officier etc. der Stadt Munnekedam, wijders als gesubstitueerde volmaghtiger van Gijsbarta Vijgh, douariere van wijlen den Heere van Marhuls, vrouwe van Griet en Wardensteijn, en nogh als gesubstitueerde volmaghtiger van de Heer Jacob van de Rijth tot Brochem, Heer van Woestwesel, Wesdoorn en Endelgeest en van de Heer Joannes van de Rijth, te saemen voor haer selven, en dan nogh als vervangende hun starck maekende, en de rato caverende voor de Heer Pieter de Deckere en voor Jonckvrouw Isabella de Deckere, kinderen van wijlen haer suster Wilhelmina van de Rijth, douariere van de Heer Peter Pasqual de Deckere. Verders nogh als gesubstitueerde volmaghtiger van de Heere Carel Frans van Waghtendonck tot Germerzeel, Dom Scholaster van Osnabrugge en Dom Heer tot Munster als cessionaris en het reght hebbende van de Heer Johan Bertram van Tengenagel en van de Weledele Juffer Catarina Margarieta van Tengenagel, Chanonnesse tot Vlasheijm, ingevolge procuratie voor de Heeren van de Magistraat en ’t Segel der Stadt Zwolle op den 8 januari deses jaer 1723 op comparant gepasseert in de ter Edelen Gerighte vertoont, gelesen en tot deser saeke in waarden erkent. Verders als volmaghtiger van de Weledele Juffer Anna Geertruit van Tengenagel, Chanonnesse tot Fijlick, volgents vertoonde volmaght den 7 januar 1723 voor de Heeren van de Magistraaten ’t Segel den Stadt Zwol behoorlijck op comparant gepasseert, vertoont, gelesen en oock voor goet erkendt. Wijders als gesubstitueerde volmaghtiger van de vrouw Weduwen van Heerdt van Tienen en Kijlighbergh en van de Heer Maximiliaen Jacob van Renesse en desselfs gemalinne Susanna Geertruit van Bodeck, Heer en Vrouw van Ter Aa, volgents vertoonde, gelesene en van waerden erkende procuratie voor de Heeren van de Magistraat en Stadts Segel van Deventer op den 10 januani 1723 op de comparant behoorlyck gepasseert en uitgegaen. Eindelyck als gesubstitueerde volmaghtiger van de Hoogh Welgeboren Heer Diderick Frederick van Keppel van Westerholt, de Heeren Keppel tot Odinck en Morrien tot Calbeeck ende Haer Hooghwelgeboren gemalinnen de Vrouwen Mechtelt Catarina en Anna Geertruit van Wijlick tot Probstingh, de Freulyn Geertruit van Tengenagel tot Gellakum, mitsgaeders de Vrouw Lucia Frederika van Baax en Vrouw tot Nienbroeck, volgents procuratie voor de Heeren Magistraat den Stadt Deventer op comparant gepasseert den 10 januar 1723, alhier mede in desen Gerighte vertoont, gelesen en tot deser saeke in vollen waerde erkent.
Sijnde alle voorschreven erfgenaemen van Vrouw Margrieta van Asewijn, douaniere van Munster tot Ruinen en Gramsberge, en bekende hij comparant in voorverhaelde qualiteijt als continuerende alle voornoemde procuratien om cessien en transport te doen en in specie om het Erve en Goedt Radewijck, gelegen in de Boerscap Radewijck desen Carspele Hardenbergh over te draagen, dat hij Procurator Arnold Voltelen in sijn qualiteijt als voren en craght deses cedeerde, transporteerde en overdroegh, aen Eghbert Arents en Derckien Arents sijn huisvrouw, en haerer erfgenaemen, het Erve ende Goedt Radewijck in de Boerschap Radewijck gelegen, soo als gebruckt wort bij Broeck Eghbert en dus sonder het geen Klinge van dit Erve gebruickt en bij Klingen Erve geleght is, en dat voor een somma van penningen, die aen voorschreven Heeren en Vrouwen verkopers den eersten met den laesten penninck ten genoege en aller dancke is voldaen en betaalt en dat met alle sijn reght en gereghtigheijt, raet en onraat, op- en dependentie, Heeren- en Boerlasten, als daer toe gehoort en in comformite de voorwaerden conditien soo den 8 october 1722 ten overstaan van mij Scholtus is verkoft, aennemende en belovende hij comparant en transportant qqua. voorbenoempt arve en goet Radewijck, sijnde vrij allodiael goedt en vrij van Fidei Commis of diergelijx, en onbeswaert van uitgangen, tinsen of tijnden met alle derselver reght en gereghtigheden in sijn voorverhaelde qualiteijt, nae maniere en coustume locaal, altijt te sullen staen, waghten en waaren, als men nae reghten of Landrecht van Overijssel, schuldigh is te doen. Alles sonder argelist en in waarheijts oirconde daer dit aldus geschiede, waeren neffens mij Scholtus tot deser Saecke aan en over als Ceurnoten Jan Goossens Hanecamp en Jasper Sweerts, wien ten gevolge tot meerdere vestenisse, ick richter deesen neffens den Heer Comparant en Transportant qqua. eijgenhandigh hebben geteijckent en gesegelt. Actum Herdenbargh, den 15 november 1723″.