Categorie Verkoop | Verbouw

Toen, op 27 februari 1800: uit de collectie Van Riemsdijk-Soeters.

In het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle wordt een waardevol archief bewaard, genaamd ‘Collectie Van Riemsdijk – Soeters’. Daarin vinden we onder inventarisnummer 39 een fraaie akte waarin de overdracht wordt beschreven van een zo goed als nieuw woonhuis, gelegen aan de Voorstraat. Van dergelijke akten zijn er vanzelfsprekend veel meer bewaard gebleven, maar deze is toch wel bijzonder.


Het betreft namelijk een overdracht die geregistreerd en gepasseerd werd door het Intermediair Administratief Gemeentebestuur van de Stad Hardenberg en niet, zoals dat voordien te doen gebruikelijk was, door de schout. Het speelde zich af in het jaar 1800, vandaag precies 217 jaar geleden. Dat jaar was ‘het zesde jaar van de Bataafsche Vrijheid’, in de tijd dat Nederland een republiek was. Vanwege het mooie oude taalgebruik laten we de volledige transcriptie nu volgen:
“Wij Frederik van Munster, Jasp(er) Zweers, G(erri)t Nijman en Hend(ri)k Leuveling, uitmakende ’t intermediair administratif gemeentebestuur der Stad Hardenbergh, doen cond en certificeeren bij deezen dat voor ons op heeden in persoonen in den Gerichte gecompareerd zijn de burger Berend Meuleman en deszelvs huisvrouwe Elizabeth Egberdink, tutore marito; voorts vrouwe Janna Warmink, wed(uw)e van wijlen Jan Timmerman, onder adsistentie van Jan Derkzen Zweers, als haaren geadmitteerden mombaar.
En verklaarden zij comp(aran)ten voor eene somma van negenhonderd carolij guldens, welke aan hun comp(aran)ten prompt betaald en voldaan zijn, bij deezen in de bondigste forma rechts te transporteren en in vollen eigendom over te draagen aan de burgeresse Clara Stolte, wed(uw)e van wijlen den verw(alter) Scholtus J. van Riemsdijk, alhier woonachtigh, het aan haar comp(aran)ten tezaamen, ijder voor zijne gerechte portiën, toebehoord hebbende woonhuis, met deszelfs grond en wheere, recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien; alsmede de volle begraafplaats daartoe op ’t kerkhoff alhier, en een hofjen op de oostzijde van gem(eld) woonhuis; zo en in diervoegen als ’tzelve voor den jaare 1798 door de laatstgem(elde) comp(aran)te zelve is bewoond geworden, en in ’t zelve jaar daarop een nieuw huis door gemelde koopersche is opgetrokken: alles gelegen binnen deze stad in de Voorstraat tusschen ’t woonhuis van H(endri)k Leuveling en de gemeene steege bij ’t woonhuis van H(endri)kus Lotterman.

Het betreft hier de locatie waar we tegenwoordig Schuurman Schoenen kunnen vinden, op de hoek van de Voorstraat en de Smederijstraat (Voorstraat no. 1).


Toen, op 21 september 1821: verkoop havezate Gramsbergen.

Huis Gramsbergen

De Overijsselsche Courant van 21 september 1821 meldt:
De erfgenamen van wijlen den Hoogwelgeboren vrouwe J.G le Chastelain, douairière baronesse van Coeverden, in leven vrouwe van Gramsbergen, zijn voornemens om op maandag den 24 september 1821, des voordemiddags ten 10 uren ten huize van den kastelein J. Odink Dz. op den Rustenbergh te Heemse, in de gemeente het Schoutambt Hardenbergh, door den notaris A. van Riemsdijk, resideerende ter Steede Hardenbergh, publiek en bij perceelen te doen inzetten, en om 3 weken daarna, maandag den 15 october aanvolgende ter zelfder uure en plaatse erflijk bij parceelen of in massa aan de meestbiedende te doen verkopen:
De riddermatige havezathe en goed Gramsbergen, liggende aan de steede van dien naam, kanton Hardenbergh, kwartier van Salland, provincie Overijssel, ten zuiden de rivier de Vecht, op 1 uur afstands van de Steede Hardenbergh voormeld, 2 uuren van de Stad Coevorden en 1/2 uur van het dorp Laerwoud in de Graafschap Bentheim, koningrijk Hanover, en bestaande uit deszelfs hechte en sterke, zeer logeable en allezints voor een zomer- en winter-verblijf geschikte, heeren-huizinge en bouwhuizen met koetshuis en stallingen, gestoeltens en grafkelder in de kerk te Gramsbergen, tuinen met exquisite vruchtbomen, goudvisch-kom en vijvers, wandelingen en dreeven, zo met opgaande boomen als met akkermaalshout beplant, bouw- en gaardenlanden, groen-, weide en hooijlanden (waaronder den zogenaamden Steen, leggende aan de rivier direct achter de behuizinge en weidende ’s jaarlijks 65 a 70 stuks koebeesten) turfgrond, en de erven en plantagien Den Slingenberg, de Kooij en het Zuidermans, tezaamen (de afzonderlijke bouwlanden in de Veldinger- en Lozer Eschen hier onder begreepen), voorts met deszelfs heerlijke en andere rechten, zo van jacht (deeze meede in een gedeelte der opgemelde Graafschap Bentheim) en visscherije, als collatie enz., mitsgaders met onderscheidene grond- en andere pachten, recognitien en diensten, deeze havezathe jaarlijks aankomende en verschuldigd; van al het welk tevens met de verkoops-conditien 8 dagen voor de inzate eene naauwkeurige staat op den Rustenberg voorschreven ter leezing zal worden voorgelegd, terwijl inmiddels des ook de begeerd wordende informatien te bekomen zijn op den huize Gramsbergen voorschreven, mitsgaders bij den Hoogwelgeboren heer jonkheer J. van Foreest van Heemse op den Huize Heemse en bij den notaris Van Riemsdijk te Hardenbergh voornoemd.


Toen, op 10 mei 1828: verkoop huis Rode-Hanen-Steegjen.

Verkoop huis Roode Haanensteeg

Op 2 mei 1828 verkondigde de Overijsselsche Courant dat de volgende dag de openbare verkoop zou plaats vinden van een huis aan de Achterstraat in Stad Hardenberg, gelegen op de hoek van de zogenaamde Roode-Haanen-Steeg:
Men is voornemens op zaturdag den 3 mei 1828, des voordemiddags ten 10 uren, ten huize van den kastelein J. van Munster Fz. te Hardenbergh door het ministerie van den notaris A. van Riemsdijk en ten overstaan van het Vredegeregt des kantons Hardenbergh te doen inzetten, en op den 10 aanvolgende publiek aan den meestbiedenden te verkoopen:
Een woonhuis met deszelfs grond en wheere, staande en gelegen ter zelfder steede onder no. 122 aan de Achterstraat, op de hoek van de Roode-Haanen-Steegjen, met eene daartoe gehorende begraafplaats op het kerkhof te Hardenbergh, mitsgaders ongeveer 2 roeden gaardenland in de Hooge Braake onder dezelfde stede, tusschen dat van Hendrik Kampherbeek en van Gerrit ten Broeke.


Toen, op 29 april 1864: verkoop erve Geertman in Heemserveen.

Op 29 april 1864 bevatte de Zwolsche Courant deze advertentie waarin de openbare veiling werd aangekondigd van het erve Geertman op het Heemserveen:
De notaris W.F. van der Muelen te Hardenberg zal ten huize van Hendk Kampman te Heemse, op maandag den 9 mei 1864, des voormiddags ten 10 uren doen inzetten en 14 dagen later terzelfder uur en plaats, finaal verkoopen:
Een boerenerve het Geertmans genaamd, gelegen op het Heemserveen, gemeente Ambt Hardenberg, bestaande in ongeveer 15 bunders veen-, bouw- en weiland. Al deze gronden, bestaande uit hoogen veengrond, bevatten tot op eene aanzienlijke diepte uitmuntenden steekturf, hebben vrije af- en opvaart door een bijgelegen wijk naar de Dedemsvaart, en zijn alzoo zeer geschikt om te worden verveend. Aanwijzing zal gedaan worden door Albert Koers te Heemse.