Toen, op 22 juli 1955: dokter Van Maanen geëerd.

De foto toont huisarts Gerrit van Maanen en echtgenote Johanna Hendrika Rijks. Zij waren op 23 oktober 1890 gehuwd in Renkum. Gerrit van Maanen overleed op 15 april 1938, eveneens in Renkum. Hij werd begraven op de nieuwe algemene begraafplaats te Oosterbeek.

De Vechtstreek van 22 juli 1955 meldde:
“Dr. Van Maanen uit Gramsbergen wordt geëerd op de E-55 te Rotterdam. Dr. Gerrit van Maanen, die van 10 november 1890 tot 25 oktober 1927 zijn praktijk uitoefende in Gramsbergen, De Krim en de Duitse grensgebieden, moet een beminnelijk mens zijn geweest. Een typische plattelandsdokter die in de gehele streek werd geacht en geëerd. Een gemoedelijk man die dagelijks met zijn koetsje door de omgeving reed om zijn patiënten te bezoeken.

Hoeveel zieken hij in de loop van de 37 jaar, dat hij in Gramsbergen praktiseerde, geholpen heeft, zal wel niemand kunnen zeggen. In Gramsbergen vertegenwoordigde hij met de dominee en de bovenmeester de wetenschap. Men zag tegen hem op, omdat hij zoveel meer wist dan de gemiddelde Overijsselaar. Hij bezocht de boeren op hun grote hofsteden en de arbeiders in hun kleine woningen en voor ieder had hij een goed woord. Zo was dr. Gerrit van Maanen. Zijn koetsje staat nu ergens op de E-55 in de schaduw van de kabelbaan. Vlak bij het paviljoen van de Volksgezondheid. Wie de moderne Amerikaanse auto’s ziet waarmede de heren medici tegenwoordig hun patiënten afrijden, zal zich maar nauwelijks kunnen voorstellen dat er een tijd is geweest dat ‘meneer de dokter’ met een koetsje urenlange ritten maakte…”

De nationale energiemanifestatie ‘E55’ was de grootste tentoonstelling tot dan toe in Nederland, georganiseerd door de gemeente Rotterdam. Het werd bezocht door meer dan drie miljoen bezoekers.

Vele jaren eerder, in 1925, vierde huisarts Van Maanen zijn 35-jarig jubileum. De Vechtstreek schreef toen:
“Gramsbergen. Naar wij vernemen zal het 24 november 35 jaar geleden zijn dat onze algemeen hooggeachte dokter G. van Maanen de praktijk aanvaardde. Ongetwijfeld zal niemand achter willen blijven om mede te werken aan een waardige herdenking.”

Tijdens dat jubileum ontving dokter Van Maanen een piano, een gouden horloge met ketting en een sierlijk album. Aan ’t eind dankte de dokter in ’t bijzonder mevrouw Van Ruiten, omdat zij vanaf het begin bij hem in dienst was en nog altijd haar plichten vervulde als werkvrouw bij de familie. Twee jaar later, in oktober 1927, stopte Van Maanen zijn praktijk in Gramsbergen en verliet de gemeente om zich samen met zijn vrouw te vestigen in de gemeente Renkum.

reactie Wim Hulsebosch:
Aan een aantal zaken kon de dokter mogelijk niet veel doen. De medische wetenschap schreed voort. Alleen van eigen risico, zorgmijders, pyamadagen en zorgkosten had de goede dokter geen kennis. Hij kwam, indien nodig ‘ s nachts. Zijn baan was niet van ” nine to five”, maar was een roeping, daarin bijgestaan door zijn echtgenote. Prachtige foto!


Toen, op 11 juni 1957: echtpaar Huisman-Middelveld zestig jaar getrouwd.

Het Salland’s Volksblad van 14 juni 1957 besteedde een leuk artikel aan het diamanten huwelijksfeest van Berend Huisman en Niesje Middelveld in Lutten. Zij waren op 11 juni 1897 in het gemeentehuis van Ambt Hardenberg getrouwd.

“Zestig jaar is een lange tijd. het is niet vele mensen gegeven, samen het huwelijk in te gaan en dan zestig jaar later aan deze dag terug te mogen denken. Een gouden jubileum is al een hele gebeurtenis. En dan een diamanten! Vooral, als beiden dan nog zo monter zijn, dat zij inderdaad alles nog kunnen gedenken, wat zolang geleden is geschied. Dat herdenken is een heel feest geworden.

Wie vanuit richting Hardenberg de Modderwijk (nu Jachthuisweg) afrijdt, moet eerst helemaal naar de Baanbreker, dan linksaf tot de watertoren en dan weer achteruit, eindeloos de ‘velden van Moab’ in, in de richting van Hardenberg. Heel achter aan een wijk woont het gezin Huisman. Maar dat was dit keer geen bezwaar. De oude mensen hadden per auto hun woning verlaten en waren naar Pro Rege gereden, waar het feest plaats zou vinden, voorbereid door hun twee zonen: Albert die in Amersfoort afdelingschef is op een groot kantoor en Annerie, onderwijzer in Apeldoorn, beiden met hun gezin overgekomen, welke tevens als feestleiders optraden. En dat op sublieme wijze, zodat geen wanklank werd gehoord en het toch reuze-gezellig was. Dat de enige dochter Ko, getrouwd met de heer Barteld Mulder en wonende op de ouderlijke plaats, een groot aandeel heeft gehad in de regeling van hun feest, laat zich begrijpen. Maar de kinderen hebben er dan ook alle eer van. De gasten, meer dan honderd, waren enthousiast.

In een kort gesprek hebben we even kennis gemaakt met het diamanten paar. De bruidegom – het was de volgende dag – zat rustig in zijn stoel, lurkte aan zijn pijp en keek filosofisch en bedachtzaam de kamer rond. Hij is enigszins doof, maar toch niet zo, dat er met hem ‘niet te praten’ viel. Maar hij is stil van karakter, zodat zijn vrouw meest het woord voerde. Huisman is nu 84, zij enige jaren jonger. Vroeger woonde hij op het Ongeluk; zij werkte bij bakker Van der Linde. Toen zij getrouwd waren, hebben zij nog enige jaren op het Ongeluk gewoond, daarna kochten zij het boerderijtje ‘op de Wieke’, waar zij 54 jaren hebben gewoond. Dat was een heel ding. Want trouw liepen zij des zondags naar de kerk – en dàt was een eind! Trouwens, hun kinderen weten er ook van, want de gereformeerde school staat nog iets verder van huis dan de kerk. En bromfietsen kende men toen niet…

Het bruidspaar is er echter best oud om geworden. En gemakkelijk hebben zij het toch ook niet gehad. In zijn jongere jaren is Huisman samen met zijn broer Jacob, die niet meer leeft, meermalen naar Duitsland geweest om daar te werken bij de boeren. Ja, zelfs is hij met de Stoels-jongens het Kanaal overgestoken en heeft hij turf gegraven in Schotland, om een extraatje te verdienen. Het was toen zo’n andere tijd als tegenwoordig. Klompen kostten toen een paar dubbeltjes ‘en nu ben ik een rijksdaalder kwijt’, lacht Huisman olijk. En tabak, toen een paar stuiver, nu bijna een gulden. Zo heeft het echtpaar zijn zorgen gekend, zijn vreugden en ook zijn verdriet. Twee kinderen ontvielen hen. Huisman heeft geen broers of zusters meer. Zijn vrouw heeft nog een zuster, de jongste uit het gezin. Zij is getrouwd met Egbert Broekroelofs (Bats an de brugge).

Een belangrijke gebeurtenis is wel, dat zij nog beleven hoe hun boerderij uit het isolement wordt verlost. Dicht bij hun woning wordt de weg doorgetrokken, die hen snel met Heemse zal verbinden. Dat is een hele verbetering voor het gezin. Men kan zich indenken, als men weet dat enige jaren geleden de dochter des huizes een blindedarm-operatie moest ondergaan. Maar dokter Visscher kon vanwege de enorme moddermassa niet bij de woning komen met zijn auto. Hij moest er door baggeren. En de patiënte, zoveel pijn als ze had, moest, door twee andere mensen ondersteund, lopen tot bij Scholten en eerst daar kon zij in de auto plaats nemen… Ja, die weg is een hele verbetering.

Voldaan, maar moe, en toch ook wel blij dat het feest achter de rug is, zitten de oude mensen tevreden in hun kamer. Oud, maar nog geenszins afgeleefd. Gaarne wensen wij hen er nog een aantal jaren bij. Soli Deo Gloria!”

Vijf jaar later zou het echtpaar het 65-jarig huwelijksfeest nog beleven. Enkele maanden later, op 6 oktober 1962, stierf Niesje Middelveld op 89-jarige leeftijd. Begin 1966 verhuisde Berend Huisman met zijn dochter en schoonzoon van Lutten P-334 naar hun mooie nieuwe woning aan de Rheezerweg 4, vanwaar ze een prachtig uitzicht hadden op de historische kerk van Heemse. Berend werd bijna de oudste inwoner van de gemeente Hardenberg. Hij stierf op 29 november 1972, op 100-jarige leeftijd.

Onze vraag is of er onder onze lezers/volgers nog mensen zijn die dit echtpaar gekend hebben, dan wel familie van hen zijn. Is er misschien nog een foto bewaard gebleven van Berend en Niesje? We horen het heel graag!

Reacties zijn onder meer:
De naam Ongelukkige Wijk is tot stand gekomen, omdat bij het graven steeds de dammen doorbraken. Deze naam is zijn eigen leven gaan leiden, zelfs zover dat tot ver in de vorige eeuw Drogteropslagen in de volksmond ’t Ongeluk werd genoemd.

Cobi ten Brinke-Bril: De broer van Berend: Jacob, was mijn over-grootvader, de vader van mijn Opoe: Jacoba van der Heide-Huisman. We hebben nog een oude familie foto waar ze allemaal opstaan. Die zal ik eens opzoeken.


Toen, op 07 juni 1961: het gouden echtpaar Habers in Ane.

Het Noord-Oosten van 7 juni 1961 schreef:
“Een oud geslacht zette doelbewust door.
Hoe lang woont die familie Habers nu al in Ane? We hebben die vraag gesteld. Niemand weet het. Wel moet het langer dan honderd jaar geleden zijn dat ook al een Habers op die boerderij woonde en van vader op zoon is dat zo voortgegaan en het ziet er fijn naar uit dat die traditie in de toekomst bewaard zal blijven. De oorspronkelijke oude stukken, die betrekking hebben op vroegere transacties, zijn niet meer voorhanden. Wel meent men dat de naam wel eens een beetje anders werd geschreven: Habers, Hobers, maar dat duidt klaarblijkelijk allemaal op dezelfde naam. Men zou daar misschien meer klaarheid in kunnen brengen wanneer niet ruim vijftig jaar geleden het boerenbedrijf door brand was verwoest. Men moest dus helemaal opnieuw beginnen, kort voordat het jonge paar Berend Jan Habers en Jennigje Bruggeman uit Baalder met elkaar in de echt waren verbonden.

Blikseminslag moet de oorzaak geweest zijn dat meer dan 50 jaar geleden de oude boerderij, die op dezelfde plaats stond, in brand raakte. Vrijwel alles ging toen verloren. Zelfs het vee in de stallen werd een prooi van het vuur en van de dagelijkse gereedschappen bleef niets over. Het schijnt wel dat de oude handbrandspuit toen niet in staat is geweest om het vuur tijdig te bestrijden. Men was genoodzaakt om tot volledige herbouw over te gaan. Het is het gouden echtpaar goed gegaan. Een fraaie, robuuste, in de Saksische stijl gehouden boerenbehuizing prijkt daar nu aan de weg nabij het kruispunt bij Van der Hulst.”

Het krantenartikel ging over het echtpaar Berend Jan Habers en Jennigje Bruggeman. Zij waren op 2 juni 1911 te Gramsbergen in de huwelijkse staat bevestigd. Hun boerderij lag op een kruispunt van wegen in Ane. Het ligt er nog altijd, maar wordt nu niet meer agrarisch gebruikt. Het doet tegenwoordig dienst als ‘Hadassa Hoeve’, een kleinschalige woon-/werkvoorziening die aan maximaal 8 jonge vrouwen een plaats biedt.

De boerderij van het erve Habers dateert inderdaad uit het begin van de twintigste eeuw en is de vervangster van een afgebrand pand. Al in 1570 was er sprake van een Henrich Habers of Habertinck in Ane. Hij was pachter van het erve. Uit het verpondingsregister, een lijst van belastingbetalers uit 1601, blijkt dat het erve Habers toebehoorde aan de ‘Kovordens kinder tho Raen’, de adellijke familie Van Coeverden tot Rhaen. Ruim een eeuw later, in 1706, werd het Habers gedeeltelijk eigendom van de bewoners zelf en weer enkele decennia later zouden ze het volledig bezitten. Zoals gezegd is het eigen huisarchief bij de brand grotendeels verloren gegaan. Uit onderzoek blijkt dat acht generaties Habers het erve in de twee eeuwen daarna hebben bewoond.

In de zomer van 1904 sloeg de bliksem in het huis van de familie Habers, waardoor het pand tot de grond toe afbrandde. De boerderij werd nog in datzelfde jaar herbouwd met delen van de vorige boerderij, maar ook met gebinten van een oude Vechtbrug.

Meer over de geschiedenis van het Erve Habers kunt u lezen in het eind 2008 door onze stichting uitgegeven boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’ en op onze speciale pagina in de categorie oude huisplaatsen.


Toen, op 30 juli 1965: eeuwfeest ’tante Trui’.

Op 30 (en 31) juli 1965 werd feest gevierd in Oud-Lutten. Op die dagen herdacht men het 100-jarig bestaan van het café ‘Tante Trui’.

Café ‘Tante Trui in de Barken’ (in de berken) van de familie Hudepohl was een begrip in Oud-Lutten. Het was een zogenaamd boerencafé, omdat de eigenaar tevens landbouwer was. In 1865 moet daar (te ‘Lutterhard’, in oude akten) een Jan Hendrik Hudepohl sr. gewoond hebben die begonnen is met een tapperij. Hij was gehuwd met Johanna Elisabeth Johannink. Hun zoon, Jan Hendrik Hudepohl jr. die geboren was in 1876, trouwde in 1903 met Geertruida (Trui) van der Veen uit Coevorden. Zij kregen zes dochters. Het verhaal gaat dat er voor elke dochter een boom werd geplant. Hudepohl komt o.a. in 1905 voor op de lijst van tappers en slijters met een opgave van de hoeveelheid ingeslagen gedistilleerd over het jaar 1904 (8,31 hectoliter). De caféhouder overleed in 1956, waarna zijn weduwe Trui, de zaak voortzette.

In het café werden aanbestedingen, veilingen en vergaderingen gehouden en in de jaren ’60 werden er ook danslessen gegeven. In 1960 zette schoonzoon Johan Varweg het bedrijf voort. Op de hoek Haarweg-Korte Slagenweg, schuin tegenover het oude café, werd een nieuw pand gezet. In 1986 stopte Varweg met zijn bedrijf. De boerderij aan de Haarweg, die verbouwd is, werd voortgezet door J.H. van Leur, kleinzoon van Jan Hendrik Hudepohl.

Een paar jaar eerder schreef het Noord-Oosten:
“Café Hudepohl in de Berken. Alleen in de naaste omgeving ervan was het bestaan van dat café bekend. Het lag daar in een wereld waar alleen de boerenbevolking uit de naaste omgeving eens een keer bij elkaar kwam en waar een enkele zakenman, die juist in dat gebied moest werken, eens een keer ging opsteken. Aan die zandweg was het normale verkeer praktisch niet mogelijk. Toen kwam de ruilverkaveling De Schans. Er werden rechte lijnen getrokken door heel dat gebied. Oud-Lutten werd rechts en links met de buitenwereld verbonden en zo ging het ook met de Schans. Daar tussenin bestond dat café Hudepohl dat opeens een middelpunt werd waarvan men nooit heeft kunnen dromen.

Ja, men glimlacht een beetje van de benaming ‘de Berken’. Want hier moeten oorspronkelijk nogal berkenbomen hebben gestaan. Zoals overigens bij tientallen voorkomen op gebieden waar alles maar groeide, zoals de natuur het zaaide. Daar is men bijna honderd jaar geleden begonnen en toen Tante Trui met Hudepohl trouwde, nu langer dan 50 jaar geleden, toen hebben ze samen dat bedrijfje voortgezet. Ze hebben er iets goeds van gemaakt ook. Een café met een eigen sfeer. Wat was het toen een andere wereld. Het was er niet zo best, die eerste tijd. Rondom het café waren er tal van hutten die deels van zoden en deels van hout waren opgebouwd. Wanneer we ons niet vergissen, dan is de laatste daarvan nu helemaal verdwenen, al zijn er nog wel enkele woninkjes die er niet bepaald florissant uitzien….”

Tante Trui overleed op 85-jarige leeftijd, op 18 november 1966 in het ziekenhuis in Coevorden, anderhalf jaar na de festiviteiten rond het honderdjarig bestaan. Trui was een opmerkelijke figuur, niet door grote daden of veel woorden, maar door haar eenvoud en solide levensinslag.

(Bron, o.a. ‘Afgerekend met de schenker en de bakker (1)’, geschreven door F. Kampman-Herbert en J. Luisman-de Jonge).

Meer informatie vind u op onze website in de rubriek ‘Oude huisplaatsen’.


Toen, op tweede paasdag…

Deze foto’s zijn gemaakt, respectievelijk in Gramsbergen en Radewijk. Alleen van de tweede foto is bekend wie er zijn afgebeeld, namelijk v.l.n.r.: Willem Eggengoor, Jan Harm Eggengoor, Hendrik Jan Reefman, Hendrik Jan Wolbink, Derk Meier, Gerard Eggengoor, Henk Hakkers en Gerrit Wolbink.

Het aansteken van een paasvuur is een oud gebruik waarvan verondersteld wordt dat het een voorchristelijke oorsprong heeft. Paasvuren zijn in elk geval sinds 1559 uit schriftelijke bronnen bekend. Het paasvuur (vuur en rook) zou voor vruchtbaarheid zorgen. Mensen sprongen door het vuur of werden (net als de veestapel) tussen vuren geleid. Ook vonden wilde dansen rond het vuur plaats en werd er veel gedronken. Wilde uitspattingen vonden plaats.

Dat het met de paasvuren ook flink mis kan gaan, blijkt wel uit onderstaand bericht uit het Salland’s Volksblad van 6 april 1923:
“Dinsdagmiddag had te Sibculo een treurig ongeluk plaats. Terwijl het zevenjarig dochtertje van W. de Jager naar de overblijfselen van Paasvuur wilde zien en door de aschhoop liep, vatten haar kleertjes door het nog smeulende vuur vlam. De wind wakkerde de vlam aan, zoodat de kleine deerlijk gebrand werd opgenomen. Niet lang daarna is de kleine overleden.”

Het handelde om de zevenjarige Johanna de Jager, dochtertje van Willem de Jager en Hendrikje Strijker.