Op 14 januari 1895 verongelukte molenaarsknecht Jan de Leeuw in de molen van Nijzink te Heemse (nu: Oelemölle). Bij het neerlaten van een zak roggemeel ging het helemaal mis. Het touw brak, waardoor een volle meelzak van boven uit de molen op hem neer viel, waardoor hem de halswervels werden gebroken. Jan was bijna onmiddellijk dood…
Jan de Leeuw was in 1850 geboren te Zwolle en in 1877 te Heemse getrouwd met Geertjen Korterink. Zij kregen vier kinderen, van wie de twee oudste op zeer jonge leeftijd waren overleden.
Weduwe Geertjen de Leeuw-Korterink bleef in zeer hulpbehoevende omstandigheden achter, met haar twee minderjarige kinderen Robbertus en Hendrika Hermina. De burgemeesters van de gemeenten Ambt en Stad Hardenberg, de eigenaar van de molen Evert Nijzink en dominee Wichem Westhoff plaatsten gezamenlijk deze advertentie in verschillende kranten. Het exemplaar dat hier is afgebeeld werd afgedrukt in het Dagblad van Zuidholland en ’s Gravenhage.
Op 1 juni 1893 overleed te Lutten aan de Dedemsvaart een man aan de gevolgen van cholera. De Dedemsvaartsche Courant schreef: “Gisteren morgen kwam hij van zijn werk tehuis, hevige diarhée hebbende, dat met braken vergezeld ging. Alle geneeskundige hulp kon niet baten, onder veel pijn is hij bezweken, nalatende eene diep bedroefde vrouw met drie jeugdige kinderen, die nog niet kunnen beseffen, wat zij in hunnen oppassende vader hebben verloren. Overal zijn al waarschuwingen aangeplakt, om zich te wachten voor koud en slecht water”.
Hoewel de naam van het cholera-slachtoffer niet in de krant wordt vermeld, weten we dat het hier handelde om de 40-jarige Jan Putter. Hij was getrouwd met Hendrikjen Noppers.
Recent mochten we dit prachtig vormgegeven telegram digitaliseren voor onze collectie. Het is in 1956 verzonden door de fam. G. Bakker in Amsterdam ter gelegenheid van het aanstaand huwelijk van Jan Hans en Jantje Lawant, per adres salonwagen “Geco” (Geertje, Coby), Q-38 in Oud-Lutten.
Wij zijn benieuwd wie van onze volgens nog meer zo’n mooi oud telegram in zijn of haar collectie bewaart en of we dat ook zouden mogen scannen…
Op 21 februari 1931 overleed Bauke Albertsz. Schuite, burgemeester van de gemeente Stad Hardenberg, na twee maanden ernstig ziek te zijn geweest. Hij werd slechts 43 jaar oud.
Kabinetportret van burgemeester Schuite, gemaakt door fotograaf Pieter van Grieken.
De Telegraaf scheef twee dagen later: Zaterdagavond is vrij onverwacht overleden de burgemeester van Hardenberg, B.A. Schuite. Hij was zijn loopbaan begonnen als volontair ter secretarie te Oldemarkt, daarna was hij als ambtenaar ter secretarie te Ambt Hardenberg werkzaam tot hij na de benoeming van den toenmaligen secretaris tot burgemeester van Bedum, dezen als zoodanig opvolgde. In juli 1922 werd hij benoemd tot zijn tegenwoordige functie in de plaats van den beer Bloem.
Salland’s Volksblad.
Burgemeester Schuite werd vijf dagen later begraven op de begraafplaats aan de Bruchterweg, alwaar zijn graf nog altijd bewaard is gebleven.
Het Overijsselsch Dagblad meldde: Onder enorme belangstelling had donderdag de ter aardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van wijlen den heer B.A. Schuite, in leven burgemeester van Stad Hardenberg. In 12 groote volgauto’s waren de familie, de raadsleden en de gemeenteambtenaren gezeten. De droeve stoet ging door enkele straten van Hardenberg en hield een oogenblik halt voor bet stadhuis, de werkplaats van den overledene, waar bloemen op den kist werden gelegd. Op de nieuwe begraafplaats aangekomen was de belangstelling buitengewoon groot. De regen viel bij stroomen neer en tengevolge daarvan zagen verschillende sprekers, o.a. de burgemeester van Ambt-Hardenberg, die van Gramsbergen, de heer Prins, de heer Luten en ook ds. Hoek van het voeren van het woord af en werd hier alleen het woord gevoerd door den loco-burgemeester den heer P. Wamelink. In keurige woorden schetste de heer Wamelink den persoon van den overledene om tenslotte in treffende woorden van troost zich te richten tot Mevrouw Schuite en de kinderen. De echtgenoote en de kinderen strooiden bloemen terwijl een familielid dank bracht voor de eer aan den doode bewezen. Diep onder den indruk verlieten allen den doodakker.