De krant ‘De Vijf Rivieren – Nieuwe Gorinchemse Courant van 2 februari 1940 schreef:
“Men meldt ons uit Hardenberg: De winter laat zich ook in deze streken van het land geducht gelden. Konden veertien dagen geleden de auto’s onmogelijk over de met sneeuwduinen bedekte wegen de dorpelingen halen voor den kerkdienst, althans uit de veraf gelegen buurtschappen, thans zijn deze nog meer van de buitenwereld afgesloten. Op den weg naar Radewijk moesten zes auto’s het opgeven en kwam een in een sloot terecht. Des avonds werd zelfs in het meer bewoonde Heemse de weg bijna onberijdbaar door opgehoopte sneeuwduinen.
De weg naar Lutten, voor veertien dagen nog vrij goed, alleen hier en daar met hooge sneeuwwallen versperd, is thans voor het verkeer afgesloten. De bus van de E.D.S. rijdt niet meer. De postauto kon er bij nacht niet doorkomen en is halverwege teruggekeerd om van Lutten naar Coevorden te rijden, zoodat Hardenberg dien morgen van post verstoken was.
Wat bijna nooit gebeurt, zag men thans. Op de altijd gevaarlijke Vecht werd al dagen achtereen schaatsen gereden zonder dat er een ongeluk is gebeurd. Er zit ca. 26 cm ijs in. Een vrachtauto met zand beladen is er over gereden, een novum in Hardenbergs historie. De Landbouwwinterschool is al eenige dagen gesloten omdat er niet voldoende cursisten aanwezig zijn. De Chr. ULO-school had een dag vakantie, omdat de stookolie van de verwarming opgebruikt was.”
Ook onze eigen lokale krant ‘De Vechtstreek’ deed verslag:
“Hardenberg. Bijna twee maanden gaat ons land nu reeds gebukt onder een winter, die met recht ‘ouderwets’ kan worden genoemd, en die in de boeken der geschiedenis, zowel wat de langdurigheid als wat de koude betreft, met een zwarte kool zal worden aangemerkt. Schaatsenliefhebbers hebben in het verleden wel eens verlangd naar een echt, ouderwetse winter, maar of dit nog het geval is menen we te mogen betwijfelen. Want de omstandigheden van deze winter zijn zodanig, dat ieder de wens op de lippen heeft, dat deze winter spoedig, heel spoedige een einde mag nemen. De moeilijkheden en bezwaren, die de aanhoudende vorst, de scherpe koude oostenwind, de telkens weerkerende sneeuwval meebrengen zijn te groot. We denken aan de soldaten die dag in dag uit op hun koude posten hun dienst in het belang van het vaderland verrichten, aan hen wier levensomstandigheden zodanig zijn dat het moeilijk, heel moeilijk zal zijn om bij deze noordpoolkoude warm te blijven, niet alleen overdag doch ook des nachts, aan de talloze wier werkzaamheden het meebrengen dat zij er alle dagen weer uit moeten, ondanks de felle koude, en ondanks de bijna onbegaanbare wegen. En dit is er de laatste dagen niet beter op geworden. In het begin van de week begon de oostenwind nog feller, nog krachtiger te blazen, en woei de sneeuw van de landen naar de wegen, waar achter bosjes en op plaatsen waar de weg lager ligt dan de landen, tot sneeuwduinen, die het verkeer eerst moeilijk en later bijna geheel onmogelijk maakten.
Op het ogenblik dat wij dit schrijven is Hardenberg zo goed als geïsoleerd. Alleen iemand die ter plaatse heel goed bekend is kan misschien nog over zandwegen en of over bouwlanden per auto berijdbare wegen bereiken, doch over de andere wegen is dat niet mogelijk. De wegen over Brucht en Rheeze zijn dicht gesneeuwd, over de Modderwijk is reeds in geen dagen verkeer mogelijk, naar Gramsbergen gaat het nog, doch over den Oldenhof moeten de paarden de auto’s helpen, terwijl over het te verbeteren gedeelte, waar grote hopen basalt aan den kant liggen, verkeer in het geheel niet mogelijk is. Alleen met het ‘spoor’ kan men zich nog buiten de plaats begeven en de velen die daarvan op dit ogenblik profiteren zullen hen loven die in den tijd toen het voortbestaan van het personenvervoer op de lijnen van de Noord Ooster Locaal Spoorwegen aan een zijden draadje hing, een krachtige en met succes bekroonde actie hebben gevoerd om den spoorweg en het personenvervoer daarop te behouden. Want zou dit vervoer thans per bus moeten geschieden, dan is het wel zeker dat Hardenberg geheel van de buitenwereld was afgesloten. De wagens der E.D.S. toch, die Hardenberg verbinding geven met Dedemsvaart en Hoogeveen, zijn er sinds dinsdag niet door gekomen, omdat het onmogelijk is thans de Modderwijk met een auto te passeren. Uren is men woensdagnacht bezig geweest enige militaire auto’s, die in de Modderwijk waren vastgeraakt, uit de sneeuw te bevrijden…”