Op 24 april 1865 sloeg de vlam in de pan (een pot lijnolie) bij kantoorbediende Jan Kampherbeek en echtgenote Hermina van der Kolk te stad Hardenberg. Het gevolg: zijn woon/winkelhuis brandde tot de grond toe af…
Hun huis stond aan de Fortuinstraat (nu nr. 23), zo blijkt uit ons kadastraal onderzoek. De geschiedenis van die locatie hebben we uitgezocht en online gezet:
Het Salland’s Volksblad van 17 maart 1923 bevatte dit bericht. Na het verliezen van de Eerste Wereldoorlog vervielen onze oosterburen in armoede, mede als gevolg van de enorm zware herstelbetalingen die hen was opgelegd. De ‘naburige Hollandsche gemeente Hardenberg’ bleef de inwoners van het graafschap Bentheim vriendschappelijk gezind en stuurde eerder al een wagonlading met aardappelen, maar nu ook grote pakken met kleding en contanten naar de bestuurders van de Duitse gemeenten Uelsen, Neuenhaus en Nordhorn.
Het Salland’s Volksblad van 26 februari 1954 doet verslag van de gebeurtenissen op 24 februari 1944 in Baalder: “Tien jaar geleden… Woensdag 24 februari jl., des middags omstreeks 12 uur, was het tien jaar geleden dat een brandende bommenwerper in de buurtschap Baalder uit de lucht viel. Bij de heer A.J. Reinders hadden zich de bewoners van het huis in de kelder verscholen. Zij kwamen ongedeerd te voorschijn, nadat een bom op hun huis was gevallen, dat verpletterd werd. Bij de weduwe J.H. Altena viel een bom, die niet ontplofte in de paardenstal. De brandende bommenwerper zelf viel slechts enkele meters van hun woning neer. Zes piloten vonden hierbij de dood.”
Op het staartstuk van de grotendeels verbrande B24-bommenwerper stond: F 27567 +E. Door het exploderen van bommen werd de boerderij van Albert Jan Reinders en echtgenote Jennigje Hakkers grotendeels verwoest. Algehele nieuwbouw bleek noodzakelijk. Langs de Gramsbergerweg werd veel glasschade veroorzaakt. Persoonlijke ongevallen deden zich niet voor. Omdat meerdere niet-geƫxplodeerde bommen ter plaatse lagen, werden enkele woningen uit voorzorg ontruimd.
Het aan brokken verspreid liggende vliegtuig werd door personeel van de Duitse Wehrmacht bewaakt. Vijf bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven. Drie mannen waren onherkenbaar verminkt, c.q. verkoold. De Amerikaanse vliegers werden eerst begraven op het kerkhof Nijenstede in Hardenberg, maar in oktober 1945 overgebracht naar de begraafplaats voor Amerikaanse oorlogsslachtoffers te Margraten.
De slachtoffers waren: Robert A. Blomberg, 2nd lieutenant, commandant John J. Sheppard, sergeant, gunner Edward T. Cooper, sergeant, gunner Richard E. McCormick, sergeant, engineer John Gunning, sergeant, squadron-armament-chief
Het Sallands Volksblad van 25 augustus 1916 meldde: Gramsbergen: Een treurig ongeval vond heden (dinsdag) plaats te Holthemerbroek. De landbouwer J.R., wonende op het erve de Poffert, onmiddellijk aan de grens, welke met een voer plaggen naar huis reed, is bij ongeluk door een Duitsch grenssoldaat doodgeschoten. Terwijl deze zijn geweer bij aflossing aan een kameraad overreikte is dit op een onverklaarbare wijze afgegaan, juist in de richting van den getroffene, welke door een schot door het hoofd onmiddellijk overleed. R. was een oppassend man, was gehuwd en laat een vrouw en 4 kinderen onverzorgd achter. De deelneming en de verslagenheid is, zoo men denken kan, groot.
J.R., oftewel Jan Roelofs, was zoals de overlijdensakte vermeldt, weduwnaar van Geertjen Ramaker en echtgenoot van Hendrikien Derks. Hij overleed op 41-jarige leeftijd.
Op 24 juli 1853 kreeg de oud-burgemeester en notaris van Gramsbergen, Willem Swam, een nat pak toen hij met zijn rijtuig over de noodbrug over de zogenaamde Ongelukkige Wijk tussen Zuidwolde en Dedemsvaart wilde rijden. De paarden schrokken, waardoor het rijtuig omsloeg en in het water viel. De inzittenden kwamen met de schrik vrij…
Willem Swam was van 1818 tot 1852 eerste burger van Gramsbergen. In 1852 was hij opgevolgd door burgemeester mr. H.P.M.C. van Ingen. Daarnaast was Swam notaris. Dat ambt bleef hij tot 1870 bekleden.