Toen, op 27 mei 1972: opening museum Oudheidkamer.
Op 27 mei 1972 vond de officiële opening plaats van museum Oudheidkamer in het voormalige stadhuis van Hardenberg. Het Noord-Oosten wijdde er indertijd een groot artikel aan:
“Hardenbergs museum geopend. Een blije gebeurtenis voor de werkers uit de begintijd en het tegenwoordige bestuur. Dr. Gouwe, Jongsma, R.S.H. Bakker, H. Grooters, H. van Laar en D.J. Jonkhans waren de werkers van het eerste uur die 24 jaar geleden de stoot hebben gegeven tot de oprichting van de Oudheidkamer te Hardenberg. Dr. Gouwe, Bakker en even later ook C. Wamelink waren de mensen die met Van Laar bergen werk hebben verzet om dat aanvankelijk zo moeilijke begin te overbruggen. Jonkhans moest vanwege zijn vele andere werkzaamheden nogal vrij spoedig het bijltje erbij neer leggen, maar de anderen hebben moeizaam voort gewerkt.
De opening.
Daar was eerst die ontvangst ten gemeentehuize. Erelid notaris Boodt was aanwezig en de vroegere secretaris-penningmeester Bakker, die wegens gezondheidsredenen zijn mandaat moest neerleggen. Jonkhans, nu als Hardenbergs wethouder van financiën kwam later ter vergadering en het spreekt vanzelf dat voorzitter Kuipers hem nog wel even aansprak met een begrijpelijk ‘Oude liefde roest niet!’. Want al is er met de beperkte middelen veel tot stand gebracht, het zal nog niet zo heel eenvoudig zijn om dit alles te blijven runnen. Dames van de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, aangevuld met dames van enkele bestuursleden, hebben prachtig werk verricht bij de inrichting van het gebouw, dat er zaterdag keurig verzorgd uit zag.
In 1953 had men de zolder van het oude landhuis Welgelegen betrokken. ’t Bezit bleef zich uitbreiden en in 1969 verhelderde de ‘oudheidkundige hemel’ door beschikbaarstelling van het voormalige stadhuis van Hardenberg, dat daarmee toch wel een bijzonder eervolle bestemming heeft gekregen. ’t Begon met de vertrekken op de begane grond. Boven was de IJsselcentrale gehuisvest, maar men wist al van de komende veranderingen en ’t gemeentebestuur bleef welwillend meewerken. Er is grote erkentelijkheid voor het feit dat de gemeenteraad f. 22.000 beschikbaar stelde voor de inrichting en vertimmering en het verdere samenspel met V.V.V., waardoor men van weerskanten zoveel gemakkelijker en beter tot resultaten kan komen. De heer Kuipers gaf na zijn inleidend woord burgemeester Van Splunder de gelegenheid om ‘als gast in eigen huis’ nu eens het woord te voeren en daarbij het museum symbolisch te openen.
Burgemeester Van Splunder had met belangstelling kennis genomen van de voortreffelijke catalogus van de vele voorwerpen die de stichting reeds bijeen had gebracht. Het gemeentebestuur is daar trots op. Het deed hem dan ook veel genoegen om namens het gemeentebestuur over te mogen gaan tot de overdracht van de zilveren ambtsketens van de vroegere eerste burger van Stad Hardenberg en diens ambtgenoot van Ambt Hardenberg. Hij mocht deze aan de Oudheidkamer in bruikleen geven. Na nog een speech verklaarde hij het museum officieel voor geopend”.