De gemeenteraad van Ambt Hardenberg besloot op 4 mei 1923 in te stemmen met het voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot het in bruikleen afstaan van twee lokalen van de openbare lagere school te Slagharen aan de Vereeniging tot stichting en instandhouding van hervormde christelijke scholen te Lutten en Slagharen. Hiermee kwam de weg vrij voor de eerste ‘school met den bijbel’ te Slagharen; een bijzondere school op christelijke grondslag.
Deze week mochten we weer een aantal prachtige oude foto’s in ontvangst nemen (bij deze: dank voor de schenking!). Een foto uit de collectie betreft dit groepsportret van de zesde klas van de ‘School met den Bijbel’ aan de Lage Doelen te Hardenberg (later: Kastanjehof), “de school van meester Roosjen”. De foto dateert van 1950/1951. We kennen bijna alle namen, maar we zouden zo graag de exacte geboortedata van de afgebeelde kinderen erbij krijgen. Wilt u ons helpen? En heeft u enig idee wie het jongetje helemaal links (met brilletje) is? We horen ’t graag! Delen wordt zeer op prijs gesteld.
01: n.n.
02: Eg Dijkhuis
03: Ineke Grooters
04: Johanna Hendrina (Hanneke) Blok (geb. 29 september 1937 Heemse)
05: Sjoerd de Wit
06: Broer (Bob) Roosjen (geb. 24 oktober 1938 Zaandam)
07: Greetje Krikke
08: Henk Poffers
09: Hendrik Johan Gerard (Henk) Hietkamp (geb. 5 november 1937 Gendt)
10: Jacomien Wamelink
11: Floor Wamelink
12: Douwe Roosjen (geb. 22 april 1911 Diever); hoofdonderwijzer
13: Susanna (Suze) Wijnia (geb. 28 oktober 1937 Stad Hardenberg)
14: Aly Veldhuis
15: Aartje van der Haar
16: Hennie Vugteveen
17: Zwaantje Eshuis
18: Jennie Breukelman
19: Alie Kremer
20: Jan Hendrik Ligtenberg
21: Gerrit van Faassen
22: Cornelis Christiaan Wamelink (geb. 11 november 1910 Stad Hardenberg); onderwijzer
23: Arie de Graaf (of Bertus Lammers)?
24: Piet Moeken
25: Hendrik Jan Grendelman
26: Albert Hannink
27: Freek Ramaker
28: Titia de Boer
29: Gerrie Moeken
30: Jopie Valkman
31: Dela Johanna Alida van Laar (geb. 18 juli 1937 Baalder)
Deze foto van de nieuwe kleuterschool bij de christelijke lagere school in Radewijk werd afgedrukt in “Het Noord-Oosten”. Begin januari 1973 naderde de voltooiing.
Mulo aan de Gramsbergerweg circa 1953 met dhr. de Boer met pet. Bovenste rij van l.n.r.: 1?, 2?, 3? Tweede rij: 4?, 5?, 6 hoofd der school De Boer, 7 Piet Ringenier, 8 Albert Zweers, 9?, 10 leraar, 11? Derde rij: 12?, 13?, 14 Henk Stegeman, 15 Wim Otterman, 16?, 17?, 18?, 19? Onderste rij: 20?, 21?, 22?, 23?, 24?, 25 Altena? 26.
De meeste Mulo-leerlingen zijn onbekend. Weten jullie wie het zijn? Neem dan even contact met ons op.
Op 5 maart 1806 werd dit ‘diploma’ afgegeven aan schoolmeester Hendrikus Gerrits. Het kattenbelletje, want veel meer is het niet, werd op die dag verstrekt door het Departementaal Schoolbestuur van Overijssel.
Hendrikus Gerrits, geboortig en woonachtig in Heemse, gaf al vanaf 1801 les in het kleine éénklassige schooltje in Holthone. Hij was op 6 oktober van dat jaar door schout Jan Godfried Pruim benoemd als opvolger van Berend Rave die een week eerder vrijwillig afstand van die functie had gedaan.
Hendrikus was eigenlijk helemaal niet geschikt om les te geven. Dat blijkt klip en klaar uit het ‘diploma’, waarin staat: dat dezelve weinig aanleg heeft tot den post van onderwijzer der jeugd en vrij onkundig is. Kennelijk was er geen betere kandidaat voor handen en derhalve besloot de commissie hem schoorvoetend een magere voldoende te geven. Echter, bij de minste of geringste klacht van de districtsschoolopziener, zou Gerrits opnieuw examen moeten doen!
Dit zegt veel over hoe het onderwijs op het platteland er vroeger bij stond. De uitgestrektheid van het schoutambt Hardenberg maakte dat de kindertjes uit de buurtschappen óf ver moesten lopen naar een school in Heemse, Gramsbergen of Hardenberg, óf ze hadden het ‘geluk’ dat ze dichtbij huis les kregen in een vaak klein en provisorisch ingericht schoollokaaltje. De onderwijzers die in de buurtschappen les gaven, waren vaak tot die functie ‘veroordeeld’, omdat ze bijvoorbeeld lichamelijk zwak waren en niet in staat waren zware arbeid te verrichten. In de scholen op het platteland werd alleen les gegeven in de periode van ‘Martinij tot Paaschen’, oftewel alleen tijdens de wintermaanden.