Categorie Verkeer | Vervoer

Foto: kruispunt Hessenweg-Twenteweg-Scholtensdijk.

kruising van de Twenteweg - Hessenweg - Scholtensdijk in Heemse

Kruising van de Twenteweg – Hessenweg – Scholtensdijk in Heemse.

Deze bijzonder fraaie foto dateert uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. De foto is gemaakt ter hoogte van de huidige kruising van de Twenteweg – Hessenweg – Scholtensdijk in Heemse. De weg naar links voert naar Hardenberg. Geheel rechts is nog net de erker te zien van het in 1932, in opdracht van A.A. Oostenbrink, gebouwde woonhuis ‘Oostloorn’.

Het woonhuis op de achtergrond, met de witte speklagen, is tegenwoordig geadresseerd aan de Scholtensdijk 2 en eigendom van het Installatiebedrijf Welink. Het pand was in 1914 gebouwd in opdracht van J. van der Sanden.


Toen, op 15 september 1926: ingebruikname veemarkt te Gramsbergen.

Op woensdag 15 september 1926 werd in Gramsbergen voor het eerst een veemarkt gehouden. Daartoe was eind 1925 reeds besloten, zoals blijkt uit een besluit van de Provincie:
“De Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel doen te weten dat zij bij hun besluit van heden hebben goedgekeurd het besluit van den raad der gemeente Gramsbergen, d.d. 1 december 1925, lot het instellen van een veemarkt te Gramsbergen (Stad), te houden geregeld op woensdag om de veertien dagen, te beginnen op woensdag den 6en Januari 1926, tenzij de vereischte goedkeuring van de in art. 5 der Veewet bedoelde verordening nog niet is verkregen of (en) het marktterrein nog niet in gereedheid is gebracht, in welk geval zal worden begonnen op den eerstvolgenden woensdag volgens die regeling volgende op den datum, waarop een en ander is goedgekeurd en het marktterrein is ingericht volgens de betrekkelijke voorschriften. Zwolle, den 9 Febr. 1926.”


Toen, op 22 juni 1956: het ‘Hardenberger Luchtsproeibedrijf’.

In De Vechtstreek van 22 juni 1956 stond dit artikeltje:

“Het Hardenberger Luchtsproeibedrijf heeft zich geïnstalleerd. Voorlopige vliegveldjes zijn ingericht. Hardenberg heeft een luchtsproeibedrijf en wanneer de Hardenbergers hun vriendelijke licht getinte vogel door het luchtruim zien zweven, dan zeggen ze tegen elkaar: ‘Onze vliegmachine’ en in gedachten volgen ze de eerste luitenant der vliegers, de heer Van der Meulen, als een der hunnen op z’n tocht in het ruime element, dat hij het zijne mag noemen.

Hoe het groeide. We hebben het genoegen deze zaak eens te bespreken met de heer Buitenhuis te Hardenberg, die ons vertelde hoe de ontwikkelingsgang van het bedrijf is verlopen.
Vliegvelden. Overal in dit gebied organiseert het sproeibedrijf haar vliegveldjes: aan de Van Royenswijk bij de boerderij van de heer Van der Pijl, bij Wieferink te Stobbenhaar, Maat in de Driehoek onder Ommen, de Krim, Nieuweroord, Witteveen…”

In 1956 werd het Luchtsproeibedrijf van de firma Buitenhuis & Bos ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel te Zwolle. Zeven jaren later werd het bedrijf weer uitgeschreven en werd een nieuw bedrijf opgericht onder de naam Thanner Service N.V., gevestigd te Hardenberg. De vennoten waren de heer H. Thanner, industrieel te Kopenhagen, en de heer A. Buitenhuis, koopman te Hardenberg. Ook deze vennootschap had tot doel door middel van vliegtuigen, maar ook door helikopters, gewassen en oogsten te bespuiten of bestuiven ter bestrijding van plantenziekten, insecten en onkruiden.


Toen, op 20 april 1926: vliegtuig maakt noodlanding in Ane.

Op dinsdag 20 april 1926 moest een passagiersvliegtuig(je) een noodlanding maken in de Meene bij Ane, aldus de Heldersche Courant, vanwege een gescheurde motor. Het Juncker-vliegtuig was om half negen opgestegen in Malmö, Zweden. Volgens het Salland’s Volksblad was het de eerste tocht in dit seizoen. Vele nieuwsgierigen bezichtigden het vliegtuig.

De Telegraaf schreef de volgende dag:
“Wegens een defect aan den motor moest gistermiddag een vliegmachine van Malmö op Amsterdam, de Z-AAG, een noodlanding maken te Gramsbergen. Er bevonden zich vier passagiers in, benevens de vliegenier en de mecanicien. De machine moet te Gramsbergen wachten tot een nieuwen motor komt. De passagiers zijn per auto naar Zwolle vervoerd om van daar hun reis verder te aanvaarden.”


Foto: de oude Vechtbrug.

Het Noord-Oosten van 15 april 1966 plaatste deze oude prentbriefkaart en schreef:

“Een praatje bij een plaatje. Drie gebouwen gaven gestalte aan de geestelijke stromingen die het leven in het stadje Hardenberg vroeger beheersten: boven de daken weerklonken dagelijks de klokken van de hervormde kerk, niet ver daar vandaan was de gereformeerde kerk verrezen, aan het Oosteinde stond de synagoge.

De vele joden die hier woonden, gaven kleur aan het stadsleven. Hardenberg ging schuil onder geboomte. Bij de ophaalbrug uit het jaar 1891 ruisten ’s zomers de populieren. Hun gefluister werd op werkdagen nu en dan overstemd door het rammelend gedaver der brugplanken onder zware wagenwielen. ’s Zondags maakten de kleedwagens der kerkgangers een doffer geluid. Op marktdagen ontwaakte Hardenberg uit zijn rust. Levendig was de handel in eieren, vee en kippen. Op zulke dagen klonk de helle tinkel der winkelbellen vaker dan anders. Voor de bruingeverfde toonbanken met stopflessen en koperen gewichten erop, met papieren puntzakken erboven, met grote blikken trommels eronder en met houten vakken en laden erachter, wachtten de klanten op hun beurt. In de scheerwinkel werd menige kwinkslag verkocht. Men kende elkaar in ‘den Hardenberg’. Het was het veilige nest met de veilige vastheden voor tijd en eeuwigheid in een boze wereld. Dat voelde men het sterkst in de winter, wanneer water de stad omringde en gebrek naderbij sloop. Het is onmogelijk en dwaas te willen terugkeren naar het verleden. Veel uit de goede oude tijd is gelukkig verdwenen. Bezat Hardenberg in het verleden ook dingen die waardevol zijn voor onze tijd? Misschien is het goed deze vraag te overdenken…”