Categorie Ziekte en Gezondheid

Toen, op 05 oktober 1921: start Landbouwwinterschool.

Op 5 oktober 1921 ging de Landbouwwinterschool van start; de allereerste Nederlandse landbouwschool op christelijke grondslag. De C.B.T.B. was nog maar enkele jaren ervoor opgericht toen men hier kwam met het verzoek om een landbouwschool te stichten. Dankzij het initiatief van de heren Haverkamp, Drost, Nabers en anderen verleende de regering als eerste in Nederland haar medewerking aan de stichting van deze school. Men stond ervan te kijken. De Overijsselse afdeling had toen nog maar 250 leden, maar het lukte. Men ging met 20 leerlingen van start. Men was toen de oude tijd ontgroeid. Het inzicht werd verdiept en de kennis over de meerdere mogelijkheden op landbouwgebied begon door te dringen. De oude landbouwcursussen, hoe primitief en gebrekkig ook, waren van groot belang, want zij waren de brug naar het latere landbouwonderwijs.

In 1962 hadden meer dan 1100 gediplomeerde boeren de school verlaten. Harm Smit was de eerste leerling die uit handen van de directeur, de heer ir. Wind, het diploma ontving. Dat was in het jaar 1923. Hij ontving het diploma met lof. Uiteindelijk bracht Smit het tot adjunct-commissaris van de Overijsselse C.B.T.B.

De eerste lessen aan de Landbouwwinterschool werden gegeven in het gebouw van de vroegere Christelijke Bewaarschool aan ’t Middenpad te Hardenberg en vanaf begin 1923 kon men gebruik maken van de nieuw gebouwde school aan de Brink in Heemse.


Toen, in 1916: Een schoolfoto uit Radewijk.

Deze schoolfoto van de openbare lagere school in Radewijk is gemaakt in 1916. Een aantal namen is bekend, namelijk op de tweede rij van boven: meester B.J. Graatsma, daarnaast Lambert Kampherbeek en Klaas Reins. Geheel aan de rechterzijde van die rij zien we hoofdonderwijzer Harm Jan van Oortmerssen. Op de derde rij geheel links: juffrouw Jantina Willemina Boerrigter. Op dezelfde rij staat ter linker zijde van mevrouw Hinkje van Oortmerssen-Schreur (met stropdas) Mans Heijink en rechts van mevrouw Van Oortmerssen haar zoontjes Albertus Cornelis en Jan Rudolf. Op de onderste rij, geheel rechts, zien we Egbert Jan Snoeijink (bijgenaamd: Kling’n-Elbertjaan)


Toen, op 28 november 1867: aanbesteding bouw 3 nieuwe scholen.

Op 28 november 1867 werd de aanbesteding gehouden voor ‘het daarstellen’ van drie nieuwe schoolgebouwen, namelijk in Heemse, Baalder en Oud-Lutten. De drie panden waren ontworpen door de bekende architectenbroers W. en F.C. Koch uit Zwolle. De aanbesteding vond plaats in het logement van H. Kampman in Heemse en werd gehouden in opdracht van het gemeentebestuur van Ambt Hardenberg.

De bouw werd gegund aan de laagste inschrijvers, resp. aannemer G.J. Averdijk te Heemse (bouw school Heemse) voor f. 3850, aannemer W. Korvinus te Dedemsvaart (bouw school Lutten) voor f. 3555 en aannemer A.J. Woltersom te Coevorden (bouw school Baalder) voor f. 3490.

De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) van 2 september 1868 schreef:
“Ambt Hardenberg, 30 augustus. Als een bewijs dat men zich in deze gemeente nogal geldelijke opofferingen voor het onderwijs getroost, dient dat in drie buurtschappen nieuwe scholen worden gebouwd, die spoedig gereed zullen zijn. Intusschen is het te bejammeren, dat vele landbouwers hunne kinderen liever de koeijen laten hoeden, dan hen naar de school te zenden…”

De drie scholen in Lutten, Heemse en Baalder hadden, niet verwonderlijk, in de basis hetzelfde ontwerp. Een fraaie overeenkomst tonen de rosetvensters in de topgevel van de drie schoolgebouwen.

De schoolgebouwen in Heemse en Baalder zijn decennia geleden al afgebroken. Enkel het schooltje in Oud-Lutten staat er nog, zij het niet meer in de oude glorie. Het pand wordt daar al vele jaren gebruikt als dorpshuis.


Toen, op 26 juli 1865: meester Hendrik Baarschers.

schoolmeester Baarschers

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 26 juli 1865, vandaag precies anderhalve eeuw geleden, schreef:
“Wij hebben kennis gemaakt met een klein boekje, dat ons meer genoegen gaf dan menig werk van geleerde schrijvers. En waarom? Omdat alles wat erin geschreven is, zoo duidelijk en helder is voorgesteld dat het zelfs door kinderen wordt begrepen en in eene lang reeds gevoelde behoefte voorziet. Het boekje is getiteld: ‘De kinderen van den buitenman’, een schoolboekje, bevattende korte lessen over landhuishouding, door H. Baarschers, onderwijzer te Hardenberg.

In meer dan vijftig lesjes worden verschillende den land- en tuinbouw, de veeteelt en natuurkunde betreffende onderwerpen, op eene aangename en bevattelijke wijze behandeld. Is het boekje door den geachten schrijver meer bepaald voor de kinderen van den buitenman geschreven, het is niettemin te wenschen dat het op de stadsscholen evenzeer zal worden gebruikt, want maar al te zeer blijven bij onze leerlingen in de groote steden onkunde en onverschilligheid heerschen nopens alles wat den landbouw en landhuishoudkunde betreft en wij zeggen niet te veel wanneer wij verwachten dat dit boekje bij de kinderen belangstelling zal doen ontstaan in eene met ons volksbestaan zoo naauw verbondene zaak.

Het boekje vordert zeker geene aanbeveling, het zal zijn weg wel vinden, vooral bij het gunstig oordeel, door den hoogleeraar L. Mulder, hoofdredacteur der Landbouw-Courant, in een voorwoord er over uitgesproken. Maar wij wilden er al dadelijk de aandacht op vestigden, opdat allen, die tot het onderwijs in eenige betrekking staan, het mogen leeren kennen. De uitvoering door den uitgever, den heer Tjeenk Willink te Zwolle, is zeer netjes en doelmatig. Als lesboekje voor de hoogste klassen der lagere school is het uitmuntend te gebruiken.”

Het boekje van meester Baarschers kostte destijds 30 cent, vooral samengesteld voor de avondscholen op het platteland.

Hendrik Baarschers was in 1823 geboren in Zwolle en op 5 maart 1853 te Stad Hardenberg getrouwd met Wilhelmina Heebink uit Herwijnen. Baarschers was hoofdonderwijzer aan de openbare lagere niet gesubsidieerde school in Hardenberg. Hij onderwees zowel overdag als ’s avonds (dagschool en avondschool). In 1866 kreeg Baarschers een eervolle vermelding van ’t Nederlandsch onderwijzers-genootschap voor het schoonschrijven van zijn schoolleerlingen. Het echtpaar kreeg een dochter, genaamd Barbara, en een zoon, genaamd Hendrik Jan, maar deze overleed al op 10-jarige leeftijd in januari 1867.

schoolmeester Baarschers

Een paar maanden later, op 10 mei 1867, schreef het Algemeen Handelsblad:
“Gaarne vestigen wij de bijzondere aandacht van onderwijzers der lagere school, vooral ten platten lande op een werkje van den heer H. Baarschers, onderwijzer te Hardenberg, waarvan onlangs de derde druk is verschenen. Onder den titel van ‘de Kinderen van den Buitenman’, behandelt de schrijver de voornaamste onderwerpen uit het gebied der landhuishoudkunde. Stelselmatige behandeling heeft de heer Baarschers te regt vermeden. Verhalenderwijs doet hij nu hier dan daar een greep uit hetgeen de dorpsjeugd dagelijks rondom zich ziet; de opstellen zijn los en vloeijend geschreven en daardoor zeer geschikt om bij de oefening in het lezen te worden gebruikt, natuurlijk door eenigzins gevorderde leerlingen.

Het denkbeeld, om op deze wijze de leerstof der lagere school te doen dienen bij het onderrigt in de eigenlijk gezegde leervakken (lezen, schrijven en rekenen) is niet nieuw; het werd reeds meermalen ook op andere onderwerpen toegepast. Het ware echter zeer te wenschen, dat dit nog meer algemeen bijval vond en dat alle schrijvers van schoolboeken bij de verwezenlijking van dit denkbeeld, zoo gelukkig slaagden als de heer Baarschers. De ongerijmde klagt over de verbazende kunde, welke tegenwoordig en in de onderwijzers en in de leerlingen der lagere school wordt gevorderd, zou dan weldra niet meer worden vernomen. Het boekje wordt, wat den inhoud betreft, aanbevolen door Dr. L. Mulder, o.a. bekend als hoofdredacteur der Landbouw-Courant.

Bij denzelfden uitgever (W.E.J. Tjeenk Willink te Zwolle) verschenen een 1ste, 2de, 3de en 4de leesboekje voor eerstbeginnenden, mede van den heer Baarschers. Ook deze boekjes schijnen met veel oordeel te zijn samengesteld. Er zijn reeds onderscheidene drukken van verschenen.”

In 1868 zouden nog een drietal rekenboekjes van zijn hand verschijnen. In 1873 verliet het echtpaar Baarschers Hardenberg. Zij vestigden zich in Putten, alwaar Hendrik was benoemd tot onderwijzer en eerste vader van het Weeshuis (die functie bekleedde hij daar van 1873 tot 1880). Het laatste boekje door Baarschers geschreven verscheen in 1895, getiteld ‘Mijn legaat aan de Vaderlandsche Jeugd’.

Hendrik overleed in 1907. In de krant ‘Het nieuws van den dag’ stond:
“De heer Hendrik Baarschers, vroeger hoofd eener school te Hardenberg, is ten huize van zijn neef, den Heer C. Harberts alhier, overleden in den hoogen ouderdom van 83 jaar. De overledene was algemeen bekend in de schoolwereld door zijne schoolboekjes.”

zie: https://uvaerfgoed.nl//beeldbank/nl/unavailable


Toen, op 01 juni 1928: de eerste ziekenauto.

Het Sallands Volksblad meldde op 1 juni 1928:
“De firma Oostenbrink en Lägers zit niet stil en is vooruitstrevend waar het geldt het aanpassen aan de diverse behoeften van het publiek. Zij kocht aan een groote familieauto, voorts een kleinere 5-persoons wagen een een groote ziekenauto. Hoewel we voor onze lezers hopen dat zij van de laatstgenoemde nooit gebruik behoeven te maken, toch willen we er op wijzen dat ze aan een groote behoefte voldoet. Deze auto is speciaal ingericht voor zieken die liggend vervoerd moeten worden, waartoe een brandcard [brancard] in den auto geplaatst is. Deze brandcard is uitneembaar, loopt op rollen en is voorzien van de noodige veeren, zoodat een zieke zonder veel moeite vervoerd kan worden. Deze auto is door de medici goedgekeurd.

Enkele maanden later, op 28 september 1928, adverteert de firma Oostenbrink & Lägers, met vestigingen in Heemse en Lutten: “Auto-verhuurinrichting en speciaal ziekenvervoer (met en zonder chauffeur)”.

Het kleurrijk logo van Oostenbrink & Lägers sierde al hun briefpapier en facturen. De foto toont een gedeelte van de Hessenweg in Heemse. Iets links van het midden was de garage gevestigd. Voor het pand staan twee automobielen, een kleine en een grote. Mogelijk is de grote de eerder genoemde eerste ambulance geweest…

Mocht iemand beschikken over een vooroorlogse foto van een ambulance in Hardenberg, dan houden we ons wederom aanbevolen!