Toen, op 21 juli 1955: Treinbotsing Bergentheim.

Dit bericht werd op 21 juli 1955 uitgesproken op de landelijke radiozenders tijdens het nieuws:

Vanmorgen in alle vroegte, om 20 over 6, zijn bij het station Bergentheim in het noordoosten van Overijssel twee treinen met elkaar in botsing gekomen. Het waren een olietrein met bestemming Pernis en de eerste reizigerstrein van Zwolle naar Emmen. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. De personentrein, een diesel, werd vrij ernstig beschadigd. Iets over achten was het baanvak weer vrij.

Het dagblad ‘Het Parool’ schreef een dag later:
BERGENTHEIM, Vrijdag. — De treinbotsing op het station te Bergentheim gistermorgen is te wijten aan het onwel worden van de machinist W. uit Hengelo, die de olietrein bestuurde. Doordat hij flauw viel liet hij de zgn. dodemansknop los, de kruk die treinbestuurders steeds ingedrukt moeten houden onder het rijden. Door dat loslaten slaan de remmen aan, maar de remweg van de lange trein liep in dit geval voorbij een onveilig sein. Zo kwam de olietrein op het spoor van de personentrein terecht. Van de zijde van de Nederlandse Spoorwegen vernemen wij, dat de betrokken machinist reeds drie weken geleden last had van duizelingen; in strijd met de voorschriften had hij verzuimd hiervan bij zijn chef melding te maken. NS-employé’s in dergelijke functies zijn in het bezit van een controlekaart, waarop zij bij ziekte of verwonding direct een aantekening moeten plaatsen en zich daarna onverwijld met hun directe chef in verbinding moeten stellen. Deze bepaalt dan in hoeverre het gewenst is, de betrokkene direct uit de dienst te nemen en hem haar een arts te sturen. Vanzelfsprekend laten de Nederlandse Spoorwegen niemand op een locomotief werken die over duizelingen klaagt, aldus de NS-persdienst. De machinist W. doet momenteel geen dienst; de spoorwegen onderzoeken het geval..


Toen, op 17 augustus 1923: over een moord in Bergentheim.

In het Salland’s Volksblad van 17 augustus 1923 werd gemeld:
“Heemse. Kort geleden is in deze gemeente het huwelijk voltrokken tusschen J.K. en de weduwe K. uit Bergentheim. Den laatsten tijd heerschte er eenige oneenigheid tusschen genoemd paar en de verdere familie, welke oneenigheid maandagmiddag tengevolge van den verkoop van een varken overging in een twist, welke zoo hoog liep dat een stiefzoon van J.K., zekere R.K., eveneens wonende te Bergentheim, een stuk ijzer greep en J.K. daarmede zulke slagen in den nek toebracht dat hij kort daarop is overleden. De overledene is 49 jaren oud.”

Het Nieuwsblad van Friesland voegde daar nog aan toe:
“Te Sibculo bij Hardenberg was voor twee maanden de 49-jarige Jan Kikkert in het huwelijk getreden met de weduwe Kroese van Bergentheim (gemeente Hardenberg). Herhaaldelijk had de man oneenigheid met zijn vrouw en zijn stiefzoon Jan Kroeze. De ruzies ontstonden in hoofdzaak, doordat deze stiefzoon zeer weinig verdiende en nog al veel noodig had. Ook zaterdag was er oneenigheid geweest. Kikkert liep daarna het huis uit en kwam eerst maandagmiddag in half beschonken toestand thuis. Hij wilde een varken, dat hij volgens zijn zeggen eenigen tijd geleden van zijn eigen geld gekocht had, mede nemen. Naar aanleiding hiervan ontstond weer twist tusschen Kikkert en zijn stiefzoon. Deze haalde een ijzeren stang uit het huis en gaf zijn stiefvader daarmede eenige hevige slagen in den nek. Kikkert slaakte eenige gillen en viel toen dood neer. Zijn vrouw, die bij de vechtpartij tegenwoordig was, deed geen enkele poging haar man te redden. Een buurman, zekere Hertog, die in de nabijheid aan het turf maken was en alles gezien had, had nog moeite gedaan den jongen van zijn plan af te houden – echter liep hij naar Hertog en zeide: “Ziezoo — hij is er geweest. Hij ie zoo dood als een pier”. Daarna ging hij zichzelf aanmelden bij den rijksveldwachter te Beerzerveld. Deze heeft hem gevankelijk naar Zwolle overgebracht.”

Het handelde hier om het echtpaar Jan Kikkert en Wichertje Knol. Zij waren op 15 juni 1923, dus nog maar 3 maanden eerder, in het huwelijk getreden. Jan was weduwnaar van Aaltje Zwiep en Wichertje was weduwe van Jan Kruzen. De onfortuinlijke Jan Kikkert stierf op 13 augustus aan de door zijn schoonzoon Roelof Kruzen of Kroezen toegebrachte nekslag.

Het is ons niet duidelijk hoeveel jaren cel de schoonzoon kreeg, maar wel weten we dat hij in 1929 vrij man was.