Toen, op 10 februari 1944: Duitse jachtvliegtuigen neergeschoten.

Dit getypte briefje, gedateerd 10 februari 1944, is bewaard gebleven in het marechausseearchief van de brigade Hardenberg. Het werd opgesteld door opperwachtmeester Kraak, gericht aan zijn groepscommandant. Met dit dienstbericht werd de commandant op de hoogte gebracht over het feit dat diezelfde ochtend, omstreeks 11.10 uur, tijdens een luchtgevecht boven Hardenberg en omgeving, een Duits jachtvliegtuig (Focke-Wulf 190A-7) was neergeschoten. Het vijandige toestel was neergestort op het weiland van landbouwer H.J. Ramaker aan de Hoogenweg. De wrakstukken lagen over een oppervlakte van ongeveer 200 m2 verspreid en het lichaam van de Duitse piloot was onherkenbaar verminkt.

Ook op 10 februari…

Dit briefje, gedateerd 10 februari 1944, is bewaard gebleven in het archief van de marechausseebrigade Hardenberg. Hoofwachtmeester Cornelis Servaas Pisuisse rapporteerde hiermee aan zijn groepscommandant over het neerstorten van een Duits jachtvliegtuig (een Focke-Wulf Fw 190 A-7) in een oude Vechtarm in Diffelen, nabij de boerderij van de gebroeders Bolks (de Uilenkamp). Het lichaam van de omgekomen Duitse piloot was ‘deerlijk verminkt’ en ‘niet herkenbaar’.

De Duitse piloot, de 24-jarige Unteroffizier Rudolf Kuhrz, was vertrokken vanaf het vliegveld Rheine. Zijn lichaam werd aanvankelijk begraven op de Oosterbegraafplaats in Enschede, maar op 8 oktober 1948 herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats te Ysselstein.

De Duitse piloot in kwestie betrof Fahnenjunker-Feldwebel (FHjFw) Konrad Sommer. Hij stortte op die dag neer te Hoogenweg en stond vanaf die tijd als ‘vermist’ te boek. In 2012 zijn bij een berging menselijke resten gevonden en dat heeft geleid tot de identificatie van Konrad Sommer. Hij vloog met de Messerschmitt Bf 109 G-9 en was ingedeeld bij het 10./Jagtgeschwader 3, welke gestationeerd was in Venlo. Konrad ligt begraven op de Duitse oorlogsbegraafplaats te Ysselsteyn (grafnr. CC-13-317).

(met dank aan dhr. R. Wethly te Schoonebeek)


Toen, op 13 september 1928: molenbrand in Hoogenweg.

0913_molenaar_Geertman

Het Sallands Volksblad van 14 september 1928 meldde:
“Hardenberg. Donderdagmiddag brandde door onbekende oorzaak het huis met schuur van den molenaar G.W. Geertman aan den Hoogenweg tot den grond toe af. In een oogenblik was alles een prooi der vlammen geworden, zoodat van den inboedel zoo goed als niets gered kon worden. Het huis met den inboedel was verzekerd, de schuur niet.”

Acht jaren daarvoor, in september 1920, was door G.W. Geertman in dezelfde krant bekend gemaakt dat hij ‘aan den Hoogenweg’ een stoomkorenmolen had opgericht. Er heeft dus nimmer een heuse molen met wieken gestaan, maar het was een door stoom aangedreven maalderij.

Gerrit Willem Geertman was gehuwd met Johanna Alberdina Ophof. Hij overleed op 42-jarige leeftijd, op 18 januari 1938 aan de Hoogenweg. De locatie van de molen’ was het huidige adres Hoogenweg 54 (naast de manege). Er staan nog altijd twee molenstenen vooraan de weg. De nieuwe woning van Geertman werd in 1934 gebouwd.


Foto: de brug in de Hoogenweg.


Opvallend is de grote schuur rechts van de weg, parallel aan het kanaal. Volgens bekomen informatie zou dit een kunstmestloods geweest zijn. Op meerdere plekken bij bruggen over het kanaal stonden dergelijke opstallen…

Aan de overzijde van de ophaalbrug is nog net het oude tolhuis te zien. Over de geschiedenis van dat tolhuis en de aanleg van de verharde ‘Hoogenweg’ in het midden van de negentiende eeuw hebben we een artikel geschreven. Daarvoor verwijzen we u graag naar onze website:

Op facebook reageerde Henk Soer: Dit is de kunstmestloods van Spiekman, later Agrarische Unie. Gerrit Jan Grendelman was bedrijfsleider. Later is de loods verhuurd geweest aan Jan Hendrik Soer, oud-werknemer, als wagenberging / machinestalling, tot werd besloten om hem af te breken.
Volgens Henk Vinke zou Wavin hier eind zestiger-, begin zeventiger jaren opslag hebben gehad en Gerrit van Braak dacht van Bruins…


Toen, op 02 november 1905: opening school Hoogenweg.

Het Salland’s Volksblad van 17 november 1905 meldde:
“Stad Hardenberg. In de laatst gehouden vergadering van den raad dezer gemeente deed de voorzitter de mededeeling dat de nieuwe school aan den Hoogenweg den 2 nov. is geopend met 48 leerlingen. Er wachten echter nog meer kinderen op plaatsing en daarom is met algemene stemmen besloten de schoolmeubelen voor het tweede lokaal aan te schaffen.”

De school aan de Hoogenweg werd in 1905 gebouwd toen de gemeentebesturen van Stad en Ambt Hardenberg het niet eens konden worden over een gemeenschappelijke school in deze omgeving. Daarom besloot Stad Hardenberg tot de bouw van een school aan de Hoogenweg en de buurgemeente Ambt liet er een bouwen te Ebbenbroek.

Om de bouw te kunnen financieren, sloot de gemeente een geldlening af van 5000 gulden. De geldschieters kregen een schuldbekentenis, zoals bijgaand is afgebeeld, ter waarde van 100 gulden. Elk jaar werd bij loting bepaald welke schuldbekentenis werd afgelost, en dus welke geldschieter zijn geld plus rente terug kreeg.

Op 29 november 1904 had de aanbesteding van de bouw plaats gevonden. Daarbij was aannemer Hendrik Kramer uit Den Ham als laagste inschrijver uit de bus gekomen, maar omdat deze geen voldoende financiƫle borgstelling kon vinden, moest de bouw opnieuw worden aanbesteed. Dat gebeurde op 21 december 1904.

De school aan de Hoogenweg bestond uit drie lokalen, gebouwd naar een ontwerp van de firma K.A. Hakkert uit Avereest.. Vanaf het begin stond het hoofd, de heer Beijering, alleen voor de klas, maar al gauw werd een onderwijzeres benoemd.

In 1953 werd de ‘oude’ school verbouwd tot verenigingsgebouw, nadat een nieuwe school, verderop richting Hardenberg, in gebruik was genomen.

Helaas is ons, tot op de dag van vandaag, geen foto bekend van het oude – in 1905 in gebruik genomen – schoolgebouw aan de Hoogenweg. Bezit u die wel, dan horen we het bijzonder graag!