Toen, op 6 maart 1952: opening schildersbedijf Katerberg.
Op 6 maart 1952 vond de officiële opening plaats van het nieuwe pand van het schildersbedrijf J. Katerberg aan de Zwartedijk te Lutten.
Op 6 maart 1952 vond de officiële opening plaats van het nieuwe pand van het schildersbedrijf J. Katerberg aan de Zwartedijk te Lutten.
Op 16 maart 1920 werd dit bezwaarschrift ontvangen op het gemeentehuis van Ambt Hardenberg te Heemse. Het briefje was geschreven namens de buren van de weduwe Broekroelofs aan ’t Haantje in Lutten aan de Dedemsvaart. Zij maakten bezwaar tegen het oprichten van een bakkerij in het bestaande perceel van de weduwe, omdat dat een groot brandgevaar zou opleveren. De buren wilden op z’n minst dat het rieten dak eerst zou worden vervangen door een pannendak.
Het bezwaar werd echter niet in behandeling genomen, want de inspraaktermijn was drie dagen eerder al gesloten.
Meer over de geschiedenis van de bakkerij van Broekroelofs aan de Anerweg-Zuid 75 leest u op onze website:
De Dedemsvaartsche Courant meldde onderstaande gebeurtenissen die zich hebben afgespeeld op 16 februari 1892. Drie jongemannen raakten die dag gewond in een herberg in Heemse. Ze waren door de gebroeders S. uit Lutten aan de Dedemsvaart met messen ‘bewerkt’. Het gebeurde onder invloed van sterke drank, op de dag dat de mannen naar Heemse moesten komen voor de loting voor de militaire dienst. De woestelingen werden, ondanks hun felle tegenstand, opgepakt door de gemeenteveldwachters…
Tijdens ons onderzoek naar de kadastrale eigendomsgeschiedenis van oude erven in de voormalige gemeenten Ambt Hardenberg en Gramsbergen, stuitten we recent op een zeer opvallende gebeurtenis. Het speelde zich af op ’t oude erve Munnikemeijer:
Op 27 september 1831 registreerde notaris Antoni van Riemsdijk een testament, in het woonhuis nr. 7 op het erve het Monnikemeijers van Jannes Stoeten te Lutten. Voor hem verscheen de jonge boerenknecht Lugger Reinink die diende als schutter bij de mobiele Overijsselse schutterij in de 5e compagnie van het 2e bataljon van de 1ste afdeling en zich tijdelijk met verlof te Lutten bevond. Lugger was lichamelijk ziek, maar geestelijk gezond, althans volgens ’t oordeel van de notaris.
Hij legateerde (vermaakte) zijn volledige nalatenschap aan Aaltjen Stoeten, dienstmeid te Lutten en dochter van Jannes Stoeten en Hendrikjen Welink. Kennelijk was Aaltje zijn vriendin of verloofde, want de dag erna (28-09-1831) beviel zij ’s avonds om tien uur van een dochtertje en gaf haar de naam ‘Luggertje’. Het kindje werd twee dagen later door vroedvrouw Jennechien Kampherbeek-Korterink als ‘onecht’ aangegeven bij de burgerlijke stand.
Op exact dezelfde dag als de geboorte van Luggertje overleed Lugger Reinink, ’s ochtends om zeven uur, op 28-jarige leeftijd…
Op 8 mei 1885 verdronk sluiswachter Evert Haveman bij Sluis VII te Lutten aan de Dedemsvaart. Evert was slechts 40 jaar oud en getrouwd met Leentje Visscher. De krant De Grondwet schreef twee dagen later:
De sluiswachter aan sluis no. 7 te Lutten a/d. Dedemsvaart had gister in den vroegen morgen het ongeluk in de diepe schutkolk te vallen. Zijn lijk werd eenige oogenblikken later gevonden.