Op 23 november 1942, ’s avonds tegen 11 uur, werden in de woning van pluimveehouder Pieter Snoeijer en echtgenote Stofferdina van der Laan te Slagharen R-296 twee ondergedoken joden gearresteerd door wachtmeester der marechaussee Johan Volkerink en gemeenteveldwachter Theodorus Hendrikus Schuurman. Zij hadden de woning van Snoeijer doorzocht op last van rijksrechercheur Hoekstra te Arnhem, toen ze op zoek waren naar ‘een persoon’.
Die gearresteerde joden waren Leonard Rosendaal en echtgenote Julia Frankenhuis uit Goor. Zij waren overgebracht naar Hardenberg en gevangen gezet in de marechausseekazerne aan de Gramsbergerweg. Julia was in het bezit van een vervalst persoonsbewijs. Uit het bewaard gebleven proces-verbaal van de marechausseebrigade Hardenberg blijkt verder dat Leonard en Julia waren ondergedoken met behulp van onderwijzer Huisman uit Mariënberg. Huisman was ook al door de rijksrecherche gearresteerd. Het echtpaar Rosendaal en Pieter Snoeijer waren twee dagen na de arrestatie overgebracht naar de Sichterheitspolizei in Arhem.
Op 11 december 1942 werd Julia vergast in Auschwitz, oud 25 jaar.
Leonard overleed op 16 maart 1943 in het kamp Bobrek in Opper-Silezië, oud 24 jaar.