Categorie Wereldoorlog II

Toen, op 2 maart 1945: verzetsmensen gefusilleerd.

De 2de maart 1945 was een inktzwarte dag in de geschiedenis van onze streek. Op die dag werden bij Varsseveld 46 mannen door de Duitsers als represaille gefusilleerd, onder wie 12 mannen uit Bergentheim, Beerzerveld en omgeving. Zij waren alle lid van het actieve verzet.

De mannen waren eerder dat jaar (half januari) gearresteerd en via ’t kamp Erica bij Ommen en het Huis van Bewaring in Almelo overgebracht naar de gevangenis De Kruisberg bij Doetinchem. Op 26 februari werden vier Duitsers door leden van de ondergrondse knokploeg gedood door ophanging. Uit represaille werden 46 politieke gevangenen door de Duitsers uit De Kruisberg gehaald en in een korenveld doodgeschoten. Onder de 46 gefusilleerden waren deze 12 mannen uit Bergentheim en omgeving

– Albert Bols (19-12-1909), Bergentheim, 35 jaar

– Gerrit Griemink (09-11-1917), Bergentheim, 27 jaar

– Gerrit Luichies (09-08-1886), Brucht, 58 jaar

– Gerrit Jan Ormel (13-11-1910), Kloosterhaar, 34 jaar

– Derk Jan te Rietstap (07-04-1913), Kloosterhaar, 31 jaar

– Geert Salomons (10-06-1914), Bergentheim, 30 jaar

– Hermannus Schuurman (25-02-1914), Bergentheim, 31 jaar

– Roelof Seinen (19-09-1912), Bergentheim, 32 jaar

– Willem v.d. Sluis (03-04-1910), Bergentheim, 34 jaar

– Albert Timmerman (11-01-1898), Bergentheim, 47 jaar

– Wolter Oordt (27-08-1919), Beerzerveld, 25 jaar

– Hermannus Grendelman (16-06-1913), Beerzerveld, 31 jaar


Toen, op 24 februari 1944: bommenwerper crasht in Baalder.

Het Salland’s Volksblad van 26 februari 1954 doet verslag van de gebeurtenissen op 24 februari 1944 in Baalder:
“Tien jaar geleden… Woensdag 24 februari jl., des middags omstreeks 12 uur, was het tien jaar geleden dat een brandende bommenwerper in de buurtschap Baalder uit de lucht viel. Bij de heer A.J. Reinders hadden zich de bewoners van het huis in de kelder verscholen. Zij kwamen ongedeerd te voorschijn, nadat een bom op hun huis was gevallen, dat verpletterd werd. Bij de weduwe J.H. Altena viel een bom, die niet ontplofte in de paardenstal. De brandende bommenwerper zelf viel slechts enkele meters van hun woning neer. Zes piloten vonden hierbij de dood.”

Op het staartstuk van de grotendeels verbrande B24-bommenwerper stond: F 27567 +E. Door het exploderen van bommen werd de boerderij van Albert Jan Reinders en echtgenote Jennigje Hakkers grotendeels verwoest. Algehele nieuwbouw bleek noodzakelijk. Langs de Gramsbergerweg werd veel glasschade veroorzaakt. Persoonlijke ongevallen deden zich niet voor. Omdat meerdere niet-geëxplodeerde bommen ter plaatse lagen, werden enkele woningen uit voorzorg ontruimd.

Het aan brokken verspreid liggende vliegtuig werd door personeel van de Duitse Wehrmacht bewaakt. Vijf bemanningsleden kwamen bij de crash om het leven. Drie mannen waren onherkenbaar verminkt, c.q. verkoold. De Amerikaanse vliegers werden eerst begraven op het kerkhof Nijenstede in Hardenberg, maar in oktober 1945 overgebracht naar de begraafplaats voor Amerikaanse oorlogsslachtoffers te Margraten.

De slachtoffers waren:
Robert A. Blomberg, 2nd lieutenant, commandant
John J. Sheppard, sergeant, gunner
Edward T. Cooper, sergeant, gunner
Richard E. McCormick, sergeant, engineer
John Gunning, sergeant, squadron-armament-chief


Toen, op 23 november 1942: joodse onderduikers gearresteerd.

Op 23 november 1942, ’s avonds tegen 11 uur, werden in de woning van pluimveehouder Pieter Snoeijer en echtgenote Stofferdina van der Laan te Slagharen R-296 twee ondergedoken joden gearresteerd door wachtmeester der marechaussee Johan Volkerink en gemeenteveldwachter Theodorus Hendrikus Schuurman. Zij hadden de woning van Snoeijer doorzocht op last van rijksrechercheur Hoekstra te Arnhem, toen ze op zoek waren naar ‘een persoon’.

Die gearresteerde joden waren Leonard Rosendaal en echtgenote Julia Frankenhuis uit Goor. Zij waren overgebracht naar Hardenberg en gevangen gezet in de marechausseekazerne aan de Gramsbergerweg. Julia was in het bezit van een vervalst persoonsbewijs. Uit het bewaard gebleven proces-verbaal van de marechausseebrigade Hardenberg blijkt verder dat Leonard en Julia waren ondergedoken met behulp van onderwijzer Huisman uit Mariënberg. Huisman was ook al door de rijksrecherche gearresteerd. Het echtpaar Rosendaal en Pieter Snoeijer waren twee dagen na de arrestatie overgebracht naar de Sichterheitspolizei in Arhem.

Op 11 december 1942 werd Julia vergast in Auschwitz, oud 25 jaar.
Leonard overleed op 16 maart 1943 in het kamp Bobrek in Opper-Silezië, oud 24 jaar.


Toen, op 10 mei 1940: Vechtbrug opgeblazen.

Begin 2007 gelukte het deze bijzondere foto te kopen op een Duitse internetsite. Het betreft een afbeelding, gemaakt door een Duitse soldaat, van de Vechtbrug bij Hardenberg. De militair heeft de foto gemaakt vanaf de kant van Heemse. Duidelijk is te zien dat het winkelpand van manufacturier Wamelink grote schade heeft geleden als gevolg van het opblazen van de brug. In de Voorstraat is het een drukte van jewelste. De brug is op 10 mei 1940 rond 5 uur ’s ochtends in de lucht gesprongen. Kort daarna werd met man en macht gewerkt om een noodbrug aan te leggen van planken en bomen (deze was enkele uren later klaar). In de Voorstraat staan voertuigen (automobielen en paard met wagen) te wachten om de Vecht te kunnen passeren.

Naar aanleiding van deze foto werden we door de familie Woertel uit Radewijk geattendeerd op het boek Storm uit het Noorden (C.B. Comelissen; 1985), waarin ook foto’s van de Vechtbrug bij Hardenberg ten tijde van de Duitse invasie zijn afgebeeld, echter niet exact dezelfde. In het boek wordt gemeld dat de foto’s zijn gemaakt door de Duitse luitenant Hanns-Ritter Klippert. Genoemde Klippert was altijd ‘bewapend’ met zijn onafscheidelijke fototoestel dat hij sinds ‘Polen’ voortdurend meevoerde en waarmee hij vele beelden onuitwisbaar heeft vastgelegd… zo ook deze bijzondere foto.


Toen, op 05 april 1945: opperwachtmeester gesneuveld.

Onderstaande documenten zijn bewaard gebleven in het archief van de marechausseebrigade Hardenberg. De documenten betreffen het sneuvelen van opperwachtmeester Albert Groenewoud.

Albert Groenewoud was geboren in Almelo op 8 december 1910. Hij woonde aan de Kruisstraat in Gramsbergen en werd tijdens zijn werk beschoten in Ane, op de vooravond van de bevrijding, op 5 april 1945. Hij zou daags erna bezwijken aan zijn verwondingen in het ziekenhuis in Hardenberg.

Foto van Albert Groenewoud in dienst van de Marechaussee.