het geheugen van hardenberg

Toen, op 12 juli 1915: blikseminslag bij Geerligs.

onweer

Het Sallands Volksblad van vrijdag 16 juli 1915 meldde:
“Gramsbergen. Tijdens het onweer van maandagmorgen den 12 dezer sloeg de bliksem in het dak der woning van den timmerman G.J. Geerligs alhier.

Een eiken balk van den zolder in de keuken werd finaalweg half door gespleten; een spiegel, schilderij en wat aardewerk werd verbrijzeld. De bliksem schijnt zich een uitweg gebaand te hebben door een ruit boven de deur; ook een daarvoor staande boom is nog beschadigd. Wonder mag het heeten dat de drie in het vertrek aanwezige vrouwen geen letsel hebben bekomen. Een begin van brand werd nog spoedig gebluscht.”

Opmerkelijk is de zinsnede: ‘finaalweg half door gespleten’. Was de balk finaalweg doormidden of half door…? Hoe dan ook kwam de familie Geerligs er goed vanaf.

De portretten tonen Gerrit Johannes Geerligs en diens echtgenote Hendrika Schottert (met dank aan dhr. G.J. van der Plas te Enschede). Hun boerderijtje stond aan de Kerkstraat (nu Stationsstraat) in Gramsbergen, schuin tegenover de hervormde kerk.

familie Geerligs
Bevolkingsregister.

Toen, op 11 juli 1859: oprichting van het scherpschuttersgilde.

De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 13 juli 1859 meldde:
“Hardenberg, 11 juli. Enige der voornaamste ingezetenen der gemeente Stad- en Ambt Hardenberg, Stad- en Ambt Ommen, Gramsbergen en Avereest, hebben het plan gevormd, om een scherpschuttersgilde op te richten, te welker einde op den 29 dezer in de herberg de Wolf in Ambt Ommen een vergadering van belanghebbenden zal gehouden worden.”

De ingezetenen van de zes gemeenten besloten dus gezamenlijk en op eigen initiatief tot de oprichting van een scherpschuttersgilde. De vergadering zou worden gehouden in ‘de Wolf’, oftewel in de herberg die we nu kennen als ‘de Hongerige Wolf’ in Stegeren.

Volgens Wikipedia is of was een scherpschutter: ‘Een militair of een politieman die gespecialiseerd is in het raken van een doel op lange afstand met één enkel geweerschot. Een scherpschutter opereert in een sectie, in groepsverband met de andere troepen.’

jachtgezelschap

Hoewel de bij dit bericht geplaatste foto niet kan worden toegeschreven aan het scherpschuttersgilde, is het wel te dateren in het derde kwart van de 19de eeuw. We zien een viertal jagers met honden en gevangen wild. V.l.n.r.: Jan Berend Bolks (geb. 1828), Willem baron van Ittersum (geb. 1838), Frederik Heetderks van Munster (geb. 1849) en Jan van Barneveld (geb. 1839).


Toen, op 10 juli 1802: over de vijftigste penning.

schilderij Clara Feyoena

Op 10 juli 1802 verscheen Clara Feyoena, de douairière van Raesfelt geboren van Sytzama, voor de schout van het kerspel Hardenberg, Heemse en Gramsbergen. Zij deed er aangifte van de aankoop van een perceel grond waarvoor zij de 50ste penning diende af te dragen. De akte is bewaard gebleven in het rechterlijk archief van het Schoutambt Hardenberg, toegang 55.2.1, inv.nr. 72/73, Historisch Centrum Overijssel:

‘Ik ondergetekende geve aan in de 50ste penning dat ik van ds. Ter Poorten te Brucht heb gekocht de Wilgenmaat, zijnde anderhalf dagwerk hooijland in de Reezer Hooijmaaten, herkomstig van ’t erve Weelink te Reeze, ende zulks voor de somme van f. 303-18 C.F. Douairière van Raesfelt, geb. van Sytzama.’

Clara Feyoena had dus anderhalve dagwerk [een oude oppervlaktemaat] hooiland gekocht van de Hardenberger dominee Jan Jelle ter Poorten die woonachtig was te Brucht. Het perceel grond lag in de Rheezer hooimaten en had vanouds behoord tot het oude erve Welink in Rheeze.

Bij publicatie van Ridderschap en Steden van 27 maart 1722 was aan de schouten en richters het houden van deze registers op de 50ste penning voorgeschreven. Ze vormen een prachtige bron voor historici bij het terug zoeken van eigendomsveranderingen, voorafgaand aan de invoering van het kadaster in 1832.

De 50ste penning moest betaald worden van alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn. De heffing was op 1 aug 1635 in werking getreden. De heffing had in de steden waarschijnlijk plaats door speciaal aangestelde collecteurs, op het platteland door de schouten en richters.


Toen, op 07 juli 1966: over de laatste zwerver.

Het Sallands Volksblad van 7 juli 1966 meldde:
“Zaterdagmiddag is de laatste zwerver begraven, die altijd vrij onderdak had in de schuur bij de landbouwer Schrijver te Lutten. Vroeger kwam het veel voor dat er zwervers langs de weg waren en die mensen vonden altijd vrij onderdak in de schuur bij Schrijver. Ze wisten dat ze hier terecht konden en ze kwamen steeds terug op doorreis. Deze laatste zwerver, Arent Breedveld, heeft een groot aantal jaren hier onderdak gehad en is hier op 84-jarige leeftijd overleden.

Hij voelde zich thuis in deze streek en iedereen kende deze man, die men in de volksmond Arie noemde. Aan de groeve sprak de heer Schrijver en schetste in het kort het leven van deze Arie, die eigenlijk een populaire figuur was geworden. Een man waar niemand last van had en die zuiver eerlijk was. Een familielid dankte voor de laatste eerbewijzen, terwijl dominee Gerbrandy een slotwoord sprak.”

Schrijver

Volgens de Burgerlijke Stand was Arend Breedveld geboren in Borger en was hij weduwnaar van Teissina Wapsenkamp. Zijn ouders waren Arend Breedveld en Willemtje Smit.

De foto toont de boerderij van de familie Schrijver te Lutten aan de Dedemsvaart.

Schrijver

reactie Dries Bouwhuis: En dit was de schuur bij de Fam. Schrijver waar de zwervers onderdak kregen zo ook Arend Breedveld.
reactie Jannie Luisman-de Jonge: In nr. 26/3 van Rondom den Herdenbergh heb ik in samenwerking met de werkgroep Dialect een artikel geschreven over “kissieskeerls”. Hierin kwam ook Arie Breedveld voor.

Arend Breedveld (1882-1966)
(met dank aan: M. van der Torre)

Toen, op 05 juli 1910: de eerste automobielbezitters in Hardenberg.

automobiel

Salland’s Volksblad, 5 juli 1910:
“Hardenberg. Door de heeren J. Hurink Hz. en A. van der Sanden is dezer dagen een automobiel gekocht, en is reeds de eerste proefrit gehouden, welke uitstekend heeft voldaan. Genoemde heeren zijn de eersten die in de plaats onzer inwoning zich een auto aanschaften.”

Die ‘heeren’ waren zwagers van elkaar. Kennelijk was de aanschaf van een automobiel zo’n grote aanslag op de portemonnee dat ze besloten er samen eentje te kopen.

Antonius Johannes was een zoon van Johannes Gerardus Antonius van der Sanden en Lubina Theodora Naarding. Hij was in 1888 gehuwd met Carolina Maria Bruins, dochter van Gerrit Jan Bruins en Heintje Bouwhuis. Antonius overleed op 4 mei 1950. Bijgaande cartes-de-visites tonen Anton van der Sanden en Carolina Maria Bruins.

Jan Hurink was een zoon van Hermanus Hurink en Hendrika Johanna van Munster. Hij was in 1883 gehuwd met Johanna Carolina Bruins, dochter van Gerrit Jan Bruins en Heintje Bouwhuis. Jan overleed op 23 december 1922. Helaas beschikken we (nog) niet over foto’s van Jan en Johanna Carolina. U wel? We horen het heel graag!