Op 27 maart 1775 werd de volgende akte geregistreerd door de plaatsvervangend schout, waarbij Roelof Koenders en echtgenote Geesjen Knoops de katerstede Pots overdroegen aan Jan Martens Altena en huisvrouw Harmtien Jansen:

Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen; doe kond en certificere hier mede, dat voor mij en keurnoten die waren Egb: Sierink en Arend Konink, persoonlijk in den gerigte gecompareerd enerschenen sijn Roelof Koenderts en sijne huisvrouw Geesjen Knoops, tutore marito; en verklaarden sij comparanten, voor een somma van coopspenningen die aan haar den eersten met den laatsten van dien ten genoegen sijn voldaan en betaald, bij desen in de bestendigste forma Landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan Jan Martens en sijn huisvrouw Harmtien Jansen, thans woonagtig op ‘t plaatse Altena op ‘t Anerveen; haar comparanten eigendommelijke veen plaatsjen, Pots genaamd, bestaande in het woonhuijs met twee opgaande veene akkers, kennelijk gelegen tusschen de akkers van Willem op de Haar en van Oude Eekman, op ‘t Anerveen in dit Schoutampt, benevens een half vierendeel driftwhaere in de Anermarkte sijnde oorspronkelijk uit het Erve Beenen; wesende te samen allodiaal goed, en met haar regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, so en in diervoegen als deselve goederen aan haar comparanten in eigendom hebben toebehoord. Doende sij comparanten daarvan bij desen afstand, oplatinge vertichtenisse met hande en monde, haar en haare erfgenamen daarvan ontervende, en de voorn: copers en betalers Jan Martens met sijn huisvrouw en erfgenamen daar wederom aanervende; belovende sij comparanten ook dese cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen voor alle evictie en opsprake als na Landregte behoord. In kennisse der waarheid, is desen door mij Verw: Scholtus voornoemd met de comparanten getekend, en door mij gezegeld; en om dat sij comparanten geen zegels en hadden so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld.

De verkopers, Roelof Coenerts en Geesjen Knoops, waren in 1748 getrouwd. Zij hadden aldoor te Anerveen gewoond waar tussen 1756 en 1770 hun zeven kinderen geboren werden. De kopers, Jan Martens Altena en Harmtien Jansen, bewoonden ’t Altena op ’t Anerveen en bleven daar ook wonen. Ze verpachtten ’t Pots. 

De volgende akte in het rechterlijk archief dateert van 9 november 1784. Het betreft de registratie van een hypotheek, aangegaan door Jan Altena en Hermtien Jansen. Zij hadden 400 gulden geleend van Egbert Hendriks op ’t Anerveen. Als onderpand stelden ze hun eigendommelijke veeneplaats het Pots op ’t Anerveen:

Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh cum annexis, doe cond en certificere hiermede dat voor mij en keurnoten, die waren Herm Amsink en B. Amsink, persoonlijk in den gerichte gecompareerd en erschenen is Jan Altena en deszelfs huisvrouw Hermtien Jansen, tutore marito, woonagtig op ’t Anerveen; en verklaarden zij comparanten wegens opgenomene en aan haar verstrekte penningen oprecht en deugdelijk schuldig te wezen aan Egbert Hendriks, woonagtig op ’t Anerveen; een capitaale summa van vierhonderd car. guldens ad twintig stuivers het stuk, zegge 400 guldens. Aannemende en belovende zij comparanten dezelve jaarlijks en alle jaaren tot de aflosse toe te zullen verrenten met drie en een halve gelijke guldens van yder honderd gerekend; zullende het eerste jaar interesse hiervan wezen vervallen op den eersten november 1700 vijfentachentigh en zo vervolgens tot de aflosse contineren. Verklarende zij comparanten onder renuntatie van alle exceptien die dezen mogten contrarieren, daarvoor niet alleen tot een generaal verband te verbinden haare personen en goederen, geene uitgezonderd, maar ook bij dezen tot een speciaal hijpotheecq en onderpand daarvoor te verbinden en te stellen haar comparanten eigendommelijke veeneplaatsjen bestaande in het woonhuis en twee opgaande veen-akkers, Pots genaamd, gelegen tusschen de akkers van Will. op de Haar en van oude Eekman op het Aanerveen, met een half vierendeel driftwhaare in de Aner markte, zijnde oirspronkelijk uit het erve Benen, wordende bewoond en gebruikt door Evert Coenders; ten einde om in geval van onverhoopte misbetalinge, zo van capitaal als renten, als dan het bovengemelde capitaal van vierhonderd guldens met de onbetaalde interessen daaraan ten allen tijde kost en schadeloos te kunnen en te mogen verhalen. In kennisse der waarheid is dezen door mij verw. Scholtus voornoemd met de comparanten getekend en door mij gezegeld, en omdat zij comparanten geen zegels en hadden, zo hebbe op haar verzoek dezen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld. Actum Hardenbergh den 9 november 1700 vierentachentigh.

Het Pots werd, zoals uit de hypotheekakte blijkt, in 1784 bewoond door Evert Coenders. Zeven jaar later, op 30 april 1791, liet geldverstrekker Egbert Hendriks de hypotheekakte royeren, omdat het geleende bedrag, met de verschuldigde rente, volledig was terugbetaald.

Op die zelfde dag registreerde de plaatsvervangend schout de volgende overdrachtsakte:

Ik G.J. Crull, van wegens hooger overheid verw. Scholtus van den Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere: dat voor mij en keurnooten, die waren burgemr. A. Sierink en Gerrit Santman, persoonlijk in den Gerichte gecompareerd zijn Jan Altena en deszelfs ehevrouw Harmpjen Jansen, tutore marito, woonachtig op ’t Aanerveen; en verklaarden zij comparanten voor eene summa van koopspenningen, die den eersten met den laatsten van dien ten genoegen van hun comparanten zijn voldaan en betaald, bij dezen in de meestbundigste forma landrechtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan Egbert Hindriks, woonachtig op ’t Aanerveen, haar comparanten eigendommelijke veeneplaatsjen Pots genaamd, bestaande in het woonhuis, met twe opgaande veeneakkers, kennelijk gelegen tusschen de akkers van Willem op de Haar en van Oude Eekman op ’t Aanerveen in dit Schoutambt, benevens een half vierde driftwaare in de Aanermarkte, zijnde oorspronkelijk uit het erve Beenen, wezende tezamen allodiaal goed, en zulks met zijn recht en gerechtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, daarbij en aangehoorende; zo en in diervoegen als dezelve goederen aan haar comparanten in eigendom hebben toebehoord. Des ten oirkonde hebbe ik verw. Scholtus voornoemd deze benevens de comparanten getekend en gezegeld, en alzo zij comparanten geen zegels hebbende, zo heb deze op haar verzoek met mijn klein zegel voor haar mede gezegeld. Actum Hardenberg, den 30 april 1700 een en negentig.

In 1832 was het huis en erf eigendom van Derkjen Geugies, de weduwe van Jan Assen Eekman. Het erf in de zgn. ‘Middel Slagen’ was geregistreerd in sectie A no. 323 op legger nr. 96.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 96/7: In 1848 boedelscheiding. Over op:
Legger 782/5: Eigendom van Gerrit Bosch en echtgenote Ebbegien Takman. Zij waren op 9 mei 1827 getrouwd te Gramsbergen. Gerrit was toen weduwnaar van Geertje Eekman met wie hij op 2 mei 1823 was getrouwd te Gramsbergen. In 1859 verkoop. Over op:
Legger 1249/3: Eigendom van Berend Jan Bosch, landbouwer te Anerveen, en echtgenote Aaltjen Welleweerd (zie register van overschrijving deel 16, nr. 75). Zij waren op 20 augustus 1859 getrouwd te Gramsbergen. Berend Jan Bosch was een zoon van Gerrit Bosch en diens tweede echtgenote Ebbegien Takman.

Aaltjen Welleweerd overleed op 13 januari 1868 te Anerveen. Ze was slechts 32 jaar oud. Weduwnaar Berend Jan Bosch hertrouwde op 8 mei 1869 te Gramsbergen met Geertruida Welleweert uit stad Hardenberg.

Legger 1672/15: Sectie A-323. Huis en erf met schuur. Eigendom van landbouwer Berend Jan Bosch Gzn. Huisnr. C-20. In 1889 stichting. Over op:

Kadastrale hulpkaart, juli 1889 (sectie A-2121).

Legger 1672/26: Nieuwe sectie A-2121. Huis, schuur en erf. In 1901 stichting. Over op:
Legger 1672/28: Sectie A-2121. Huis, schuren, stookhok, varkenshok en erf. In 1902 stichting. Over op:

Legger 1672/31: Sectie A-2121. Huis, schuren, kookhuis en erf. In 1915 sloop en herbouw boerderij. Over op:

Kadastrale hulpkaart, september 1917 (sectie A-2121).

Legger 1672/37: In 1922 boedelscheiding. Over op:
Legger 4186/1: Sectie A-2121. Huis, schuren en erf in de zgn. Middelslagen. Eigendom van landbouwer Albert Bosch en consorte Geertruida Welleweerd, weduwe van Berend Jan Bosch. In 1925 verleende de gemeente Gramsbergen vergunning voor de bouw van een bergplaats.
Legger 4186/14: In 1936 successie. Over op:
Legger 3618/8: Sectie A-2121. Huis, schuren en erf. Eigendom van landbouwer Albert Bosch B.J.zn. en echtgenote Aaltje Bril. In 1938 verleende de gemeente Gramsbergen vergunning voor sloop en herbouw landbouwschuur. Over op:
Legger 3618/21: In 1942 vernieuwing van artikel. Over op:
Legger 5061/1: Sectie A-2121. Huis, schuren, kookhuis en erf in de zgn. ‘Middelslagen’. Eigendom van Albert Bosch B.J.zn. en echtgenote Aaltje Bril. (Albert werd vanaf 1942 verpleegd te Ermelo). In 1944 boedelscheiding. Over op:
Legger 5095/1: Eigendom van landbouwer Albert Jan Bosch en echtgenote Grada Gezina Rougoor te Anerveen C-25. In 1967 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:
Legger 5095/11: Nieuwe sectie K-173. Boerderij, schuren, erf en weiland.
Legger 5095/13: In 1980 boedelscheiding. Over op:

Fragment van kadastrale veldwerkkaart, anno 1980.

Legger 7227/2: Nieuwe sectie K-302. Huis, schuren en erf te Anerveen C-25. Eigendom van houtbewerker A.H. Bosch.