Op 4 november 1774 werd door de schout een akte beschreven inzake de overdracht van vier dagwerken hooiland, zijnde mandelig met twee dagwerken toebehorende aan Jacob Hendriks en zijn broer en zusters, gelegen in de Meene, door Derk Slotman en zijn huisvrouw Zwaantien Harmsen te Bergentheim, aan Jan Martens en zijn huisvrouw Harmtien Jansen, thans woonachtig op Altena op ‘t Anerveen.

Jan Martens en Harmtien Jansen waren op 8 april 1772 in Hardenberg getrouwd. De bruidegom was afkomstig van ’t erve Nootveld in Bergentheim. De bruid was geboren op ’t Altena’s in Anerveen.

Op 27 maart 1775 werd de volgende akte geregistreerd door de plaatsvervangend schout:
Ik Jacob van Riemsdijk, van wegens hoger overigheid verw. Scholtus van den Hardenbergh, Heemse en Gramsbergen; doe kond en certificere hier mede, dat voor mij en keurnoten die waren Egb: Sierink en Arend Konink, persoonlijk in den gerigte gecompareerd enerschenen sijn Roelof Koenderts en sijne huisvrouw Geesjen Knoops, tutore marito; en verklaarden sij comparanten, voor een somma van coopspenningen die aan haar den eersten met den laatsten van dien ten genoegen sijn voldaan en betaald, bij desen in de bestendigste forma Landregtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen, aan Jan Martens en sijn huisvrouw Harmtien Jansen, thans woonagtig op ‘t plaatse Altena op ‘t Anerveen; haar comparanten eigendommelijke veen plaatsjen, Pots genaamd, bestaande in het woonhuijs met twee opgaande veene akkers, kennelijk gelegen tusschen de akkers van Willem op de Haar en van Oude Eekman, op ‘t Anerveen in dit Schoutampt, benevens een half vierendeel driftwhaere in de Anermarkte sijnde oorspronkelijk uit het Erve Beenen; wesende te samen allodiaal goed, en met haar regt en geregtigheid, raad en onraad, lusten en lasten van dien, so en in diervoegen als deselve goederen aan haar comparanten in eigendom hebben toebehoord. Doende sij comparanten daarvan bij desen afstand, oplatinge vertichtenisse met hande en monde, haar en haare erfgenamen daarvan ontervende, en de voorn: copers en betalers Jan Martens met sijn huisvrouw en erfgenamen daar wederom aanervende; belovende sij comparanten ook dese cessie en overdragt ten allen tijden te sullen staan, wagten en wharen voor alle evictie en opsprake als na Landregte behoord. In kennisse der waarheid, is desen door mij Verw: Scholtus voornoemd met de comparanten getekend, en door mij gezegeld; en om dat sij comparanten geen zegels en hadden so hebbe op haar versoek desen voor haar met mijn kleine zegel mede gezegeld.

Het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutambt Hardenberg bevat vervolgens deze akte, gedateerd 18 september 1784:
Ik Barend van Borne, van wegens hooger overigheid verwalter Scholtus des kerspels Hardenbergh cum annexis, doe kond en certificere: dat voor mij en keurnooten, die waren secret. J. van Riemsdijk en Everd Goorhuis, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn, Gerrit Boerink en Jan Boerink Marjenberg, voor hun zelfs en als gevolmagtigden, zoo van hunne respective huisvrouwen Roelofjen Luin en Janna Boerink, als van Berend Jan Reinink en deszelfs huisvrouw Lubberta Boerink, Geertruid Boerink, huisvrouw van A. de Munnik, en Fredericus Luin en deszelfs huisvrouw Zwaantjen Boerink, als tezaamen benevens Hendrik Bosch, woonächtig te Ommen, voor zich en als boedelhouder van deszelfs overledene huisvrouwe Hendrikjen Bosch, erfgenaamen van wijlen Jan Bosch en Zwaantjen Boerink, in leven echtelieden, luid volmagt generaallijk om den boedel tot liquiditeit te brengen en om daaromtrent alles te verrichten wat zij zelven praesent zijnde, zouden kunnen, mogen of moeten doen, om hun gedefereerd, en voor dezen ed. schoutengerichte op den 11 julij 1783 gepasseerd. En verklaarden pro se et q.p. voor eene summa van koopspenningen, die den eersten met den laatsten aan hun comparanten pro se et q.p. ten genoegen zijn voldaan en betaald, bij dezen in de bestendigste forma rechtens te transporteren en in vollen eigendom over te dragen aan voornoemde Hendrik Bosch, woonachtig te Ommen, hun comparanten en derzelver constituenten eigendomlijke halfscheid van twee katersteden op het Aanerveen onder dit Schoutampt gelegen, de ééne het Koenders en de andere het Altena’s genaamd, beide in haare bekende grootte en bepalinge; en zulks met de halfscheid van een halve waare in de marke van Aane, en met haar wijder toebehoren, exempt de daarop staande getimmertens die aan de respective meijers competeren; zijnde deze halfscheid mandelig met de wederhelft, die aan den kooper, de meergemelde Hendrik Bosch als voor zich en invoegen als vooren namens zijne wijlen huisvrouwe erfgenaam van wijlen Jan Bosch voornoemd, is toebehorende. Doende zij comparanten pro se et q.p. daarvan afstand, oplatinge en vertichtenisse met hande en monde, hun en hunne constituënten met hunne en derzelver erfgenamen daarvan ontervende, en de voorn. kooper en betaaler Hendrik Bosch met deszelfs erfgenaamen daar wederom aanervende; met belofte, om ook deze cessie en overdragt ten allen tijde te zullen staan, wachten en waaren voor alle evictie en opsprake als na landrechte. Des ten oirkonde hebbe ik verw. Scholtus voornoemd deze benevens de comparanten eigenhandig getekend en gezegeld. Actum Hardenbergh den 18 september 1700 vierentachtig.

In 1832 was het huis en erf eigendom van de erfgenamen van Derk Bosch te Gramsbergen. Het recht van opstal behoorde aan Arend Altena. Het erf in de zgn. ‘Korte Slagen’ was geregistreerd in sectie A-630 op legger nr. 40.

Fragment van oorspronkelijke kadastrale minuutkaart, anno 1832.

Legger 40/1: Huis en erf. Sectie A-630. Eigendom van de erven Derk Bosch te Gramsbergen. In 1859 publieke verkoop. Over op 991/20.

Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, 5 november 1858.

Legger 991/20: Eigendom van Arend Berends en mede-eigenaren (zie register van overschrijving hypotheken deel 16/428). In 1861 verkoop. Over op 1172/8.
Legger 1172/8: Eigendom van vervener Harm Geerdes te Avereest (zie register van overschrijving hypotheken deel 16/2899). In 1862 redres. Over op 1238/12.
Legger 1238/12: Eigendom van verveners Johan Bernard Minke, Herman Johan Martin Minke en Harm Geerdes te Avereest. In 1869 afbraak en verbouw. Over op 1238/29.

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1869.

Legger 1238/29: Sectie A-1141. Huis en erf. In 1873 verkoop. Over op 1911/5.
Legger 1911/5: Eigendom van landbouwer Gerrit Jan Bekman te Holtheme (zie register van overschrijving hypotheken deel 26/933). Huisnr. C-4 te Anerveen.

Notaris Hilbrand van Barneveld verleed op 15 juli 1879 een hypotheekakte op verzoek van landbouwer Gerrit Jan Bekman te Anerveen. Deze verklaarde 400 gulden te hebben geleend van landbouwer Hendrik Drenthen te Holthone. Als onderpand voor het geleende bedrag en de daarover verschuldigde rente stelde hij o.a. zijn huis en erf, sectie A-1141 (aktenr. 1509).

Notaris H.R.A. Rambonnet te Gramsbergen verleed op 5 juli 1895 de transportakte waarbij Gerrit Jan Bekman te Anerveen verklaarde zijn huis en erf (sectie A-1141) voor 1600 gulden te hebben verkocht aan Harm Jan Bekman te Holthone (aktenr. 1319).

Legger 2723/8: Eigendom van Harm Jan Bekman, landbouwer te Holthone (zie register van overschrijving hypotheken deel 415/73). In 1908 successie. Over op 3567/5.
Legger 3567/5: Eigendom van Gerrit Jan Bekman en echtgenote Willemina Hans (zie register van overschrijving hypotheken deel 4/8865). Zij waren op 14 februari 1873 te Gramsbergen getrouwd. Huisnr. C-4. In 1916 bekrachtiging testament. Over op 3870/5.
Legger 3870/5: Eigendom van Jan Bekman en echtgenote Hendrikje Heerkes (zie register van overschrijving hypotheken 596/86). Zij waren op 27 april 1906 getrouwd te Gramsbergen. Huisnr. C-4. In 1928 vernieuwing. Over op 3870/9.
Legger 3870/9: Sectie A-1141. In 1954 verkoop. Over op 5496/5.
Legger 5496/5: Eigendom van Gerrit Jan Bekman (geb. 30-04-1907).