Het in de jaren ’80 gerenoveerde hallehuisboerderijtje aan de Verbindingsweg 6 (fotograaf: E. Wolbink, Hardenberg, anno 2008).

Deze twee woonboerderijtjes zijn gebouwd in het weidse afgegraven veengebied van de voormalige marke Ane. Tegenwoordig zijn ze geadresseerd aan de Verbindingsweg, maar voorheen waren ze bekend als de woningen C-9 en C-10, gelegen in de zogenaamde Westelijke Slagen in de buurtschap Anerveen. De boerderijen liggen naast elkaar, met de voorgevel naar de weg in het open, blokvormig verkavelde slagenlandschap. Ze behoren tot het zogenaamde hallehuistype, een Saksische boerderij die vooral voorkomt in Oost- en Midden-Nederland. Van oorsprong is het een lang gestrekt, driebeukig gebouw met de deel in het midden en de stallen aan weerszijden. Het dak rust niet op de muren maar op het gebint. De toegangen van het woonhuis en de stal bevonden zich aanvankelijk in de kopgevels. In de hallehuisboerderij was zowel het woonhuis, de stal als de schuur opgenomen.

Op de oudste kadastrale kaarten, vervaardigd in 1832, staat de tegenwoordige Verbindingsweg al ingetekend. Het weggetje vormde van oudsher de verbinding tussen de vroegere Altena’s Weg en de Aanerveenerdijk. Beide boerderijen bestonden toen nog niet, maar wel stond er op de plek van nr. 6 een huisje. Dat werd echter halverwege de negentiende eeuw afgebroken…

De hallehuisboerderij aan de Verbindingsweg 4 (fotograaf: E. Wolbink, Hardenberg, anno 2008).

Verbindingsweg 4
In 1857 lieten akkerbouwer Berend Reinink en zijn vrouw Arendina Nijeboer op een stuk hooiland in de Westelijke Slagen een eigen boerderijtje bouwen. Zij waren het jaar ervoor in Gramsbergen getrouwd. Eerst hadden ze nog bij Berends ouders gewoond, op het huidige adres aan de Verbindingsweg 6. Zodra echter hun nieuwe eigen boerderijtje was afgebouwd, verhuisden ze daarheen. Berend en Arendina kregen drie dochters en vier zoons. Berend had de grond waarop het boerderijtje was gebouwd in eerste instantie samen met vervener Hendrik Berends uit Dedemsvaart gekocht van de hervormde diaconie van de kerk in Gramsbergen, maar niet veel later was het zijn volledig eigendom geworden. In het kadastraal archief werd genoteerd dat Berend en Arendina tot 1863 vrijdom van belasting hadden. Dat hield in dat ze gedurende enkele jaren waren vrijgesteld van het betalen van onroerende zaakbelasting. Het was als het ware een beloning die verstrekt werd voor het in cultuur brengen van gronden en/of het oprichten van bouwwerken. In 1881 vertrok het gezin naar de gem. Ambt Hardenberg en verkochten ze het boerderijtje in Anerveen aan de vroegere medefinancier Hendrik Berends uit Dedemsvaart. Die verpachtte het tot hij het in 1894 verkocht aan Antonius Hendrikus Geerdes uit Slagharen, Herman Johan Martin Minke uit Dedemsvaart en diens schoonzus Johanna Minke-Wolters. Zij bleven slechts kort eigenaar, want het jaar erop werd het pand verkocht aan Jan Knol Pieterszn. en zijn vrouw Roelofjen Kollen.

Jan en Roelofjen en hun zes kinderen woonden met zijn allen in het kleine huisje dat ook nog eens onderdak bood aan de ouders van Roelofjen. In 1901 werd in de gemeente Gramsbergen een onderzoek ingesteld naar de staat en het onderhoud van alle woonhuizen. Het boerderijtje van de fam. Knol, genummerd C-9, werd op dat moment gebruikt door zes volwassenen en een kind. De woning bestond uit drie vertrekken met drie bedsteden. Het pand beschikte nog niet over een drinkwatervoorziening en daarom werd het water gewoon uit de sloot gehaald. De algehele zindelijkheid was matig, de muren waren bouwvallig en het geheel was niet heel best in onderhoud.

De uitkomst van het in 1901 gehouden onderzoek was misschien een reden voor Jan en Roelofjen om slechts enkele jaren later op het naastgelegen perceel hooiland een nieuw boerderijtje te laten bouwen. In 1905 konden ze dat pand op huisnr. 6 betrekken en kort erna verkochten ze het oude pand aan Berend Huisjes. Deze ging er wonen, met het gezin van zijn neef Jan Hendrik Huisjes. Berend overleed het jaar erop en daardoor vererfde het boerderijtje op Jan Hendrik en zijn vrouw Hendrika Ekkelenkamp. Zij woonden er tot 1914, het jaar waarin ze verhuisden naar Zuidwolde en de boerderij verkochten aan timmerman en aannemer Willem Hulzebosch en zijn bruid Hendrika Beenen.

Portret van het echtpaar Willem Hulzebosch en Hendrika Beenen, anno 1914. Zij waren de bewoners en eigenaren van het pand Verbindingsweg 4.

Zij trouwden op 14 mei 1914 in Gramsbergen en samen kregen ze acht kinderen. Willem overleed op 3 november 1976, waarna zijn dochter Jennigje Hulzebosch de hoofdbewoonster en eigenaresse van het pand werd. Zij liet de woning in 1987 intern verbouwen. Bouwbedrijf Hulzebosch verbouwde de keuken en maakte een nieuwe douche en toilet. Daarbij wijzigde ook de indeling van de linkerzijgevel. Een deur werd verwijderd en een zijraam werd verbreed. De ongehuwde Jennigje Hulzebosch overleed op 28 juli 2001.

Kort daarna werd het pand gekocht door Martijn Withaar en Evelien Dijkstra. Zij zijn sindsdien bezig geweest het anderhalve eeuw oude boerderijtje te verbouwen en restaureren. Daarbij zijn intern de nodige wijzigingen doorgevoerd.

Verbindingsweg 6
Landbouwer Jan Reinink en zijn vrouw Jantien Lamberts uit Anerveen waren al in 1832 de eigenaren van een boerderijtje op de plek waar nu het monument aan de Verbindingsweg 6 te vinden is. Via zoon Hendrik Reinink, die eerst als schaapherder werkte en later molenaar in Gramsbergen werd, vererfde het perceel op de jongere broer Berend. Toen die verhuisde naar nummer 4, vererfde het pand op nr. 6 op de jongste broer, Gerrit Jan. Die liet het pand in 1869 afbreken, waarna het perceel als hooiland in gebruik genomen werd.

De hallehuisboerderij aan de Verbindingsweg 6 vóór de grootschalige renovatie.

Hendrik Berends, een van de grotere verveners uit Dedemsvaart, kocht het hooiland in 1881 en dertien jaren later deed hij het weer van de hand. Op 7 december 1894 werd het perceel voor 2750 gulden verkocht aan landbouwer en turfmaker Jan Knol Pieterszn. Jan was in 1886 getrouwd met Roelofjen Kollen en woonde met haar in het boerderijtje dat nu geadresseerd is aan de Verbindingsweg 4. Samen kregen ze drie zoons en drie dochters. De familie Knol gebruikte het aangrenzende perceel grond aanvankelijk ook als hooiland, maar in 1905 lieten zij – waarschijnlijk op de oude huisplaats van het in 1869 afgebroken pand – een nieuw klein boerderijtje bouwen. Meteen na oplevering verhuisde het huisgezin van de familie Knol van de oude boerderij naar de nieuwe woning. Daar overleed Jan Knol op 16 juli 1936.

Op zaterdag 30 januari 1917 liet weduwe Roelofjen Knol-Kollen het boerderijtje bij opbod verkopen. Notaris Kelder uit Dedemsvaart verrichtte de veiling in café Kamphuis in Gramsbergen en daarbij werd het aangekocht door een zgn. ‘stroman’, die het doorverkocht aan Jan Hulter. De nieuwe eigenaar verhuurde het boerderijtje vervolgens aan het echtpaar Egbert Beenen en Margje Kremer. Zij woonden er tot 1976 en bleven het pand al die tijd huren. Eigenaar Jan Hulter was in de oorlog lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Op de dag van de bevrijding, 6 april 1945, verloor hij in Hardenberg het leven bij een beschieting, waarna zijn weduwe Harmina Geertruida Cremer het boerderijtje op naam kreeg. Zij liet het boerderijtje na het vertrek van de fam. Beenen gedeeltelijk vernieuwen, waarna de volgende huurders, Wout Lohuis en Miny Hekman, er konden gaan wonen. In 1982 volgde een verbouwing waarbij het boerderijtje intern werd aangepast. Op de plaats van de voormalige stal werden slaapkamers gemaakt. Acht jaar later werd een volledig nieuwe buitenmuur opgemetseld, waarbij de oude afgebikte stenen in het nieuwe metselwerk werden verwerkt. Aan de linkerzijde werd een nieuw rieten dak gelegd en werden nieuwe kozijnen, vensters en luiken geplaatst. Intern is het pand nog grotendeels oorspronkelijk.

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.

Kadastrale geschiedenis

Kadastrale hulpkaart, 18 juni 1857. Het nieuwe boerderijtje van Berend Reinink en Arendina Nijeboer is verrezen (sectie A-735; nu Verbindingsweg 4).
Kadastrale hulpkaart, augustus 1905. Het nieuwe boerderijtje van Jan Knol en Roelofjen Kollen is verrezen op het kadastrale perceel sectie A-2868 (nu Verbindingsweg 6).
Fragment van kadastrale veldwerkkaart, anno 1960 (sectie G-143, huisnr. C-9, Verbindingsweg 6) (sectie G-144, huisnr. C-10, Verbindingsweg 4).
Kadastrale hulpkaart, 20 april 1979 (sectie G-433: Verbindingsweg 4) (sectie G-432: Verbindingsweg 6).