Schout J.G. Pruim registreerde op 25 november 1797 de huwelijksvoorwaarden tussen bruidegom Jan Blanckvoort, weduwnaar van Geertjen Lijsen, en bruid Hendrikjen Engberts. Hun huwelijk werd op 17 december voltrokken in de kerk te Hardenberg. In de voorwaarden werd o.a. bepaald dat de huwelijksvoorwaarden van de bruidegom en diens overleden echtgenote Geertjen Lijsen volledig van kracht bleven. Dat betekende dat de administratie en regering van de huishouding zal blijven voor de eene halfscheid aan Hendrik Blanckvoort en voor de andere halfscheid aan bruidegom en bruid.

De katerstede ’t Blankvoorts werd op 12 november 1817 bij onderhands koopcontract overgedragen door Albert Blankvoort en echtgenote Hendrikjen Egbers aan Jan Hendrik Kelder en echtgenote Hendrikjen Meilink. Jan Hendrik en Hendrikjen waren twee jaar daarvoor, op 19 mei 1815, getrouwd in Gramsbergen.

Notaris Antoni van Riemsdijk verleed op 18 december 1824 een akte op het erfjen het Blankvoorts, numero 18, ter buurtschap Baalder. Hij deed dat op verzoek van Jan Hendrik Kelder, weduwnaar van Hendrikjen Meilink, landbouwer, wonende op het Blankvoorts, zo voor zich als in naam als vader en voogd over zijn minderjarige dochtertjes Janna Kelder en Jennechien Kelder. Van Riemsdijk maakte die dag een boedelinventaris op. Tot de onroerende goederen behoorde het erfjen of de kateriƫ het Blankvoorts te Baalder, hebbende oostelijk en zuidoostelijk de landen van het erve het Konings en van de katerstede het Wever-Alberts aldaar, en ten westen de katerstede het Hakkers; bestaande uit deszelfs behuizinge numero 18, en een vierde whaardeel in de gemeene markte van Hardenbergh en Baalder (aktenr. 449).

Op de oudste kadastrale kaart van 1832 staat het erve vermeld als eigendom van landbouwer Jan Hendrik Kelder en echtgenote Hilligjen Uelderink. De boerderij staat op legger 185 als sectie C-164.

Fragment van oorspronkelijk minuutplan, anno 1832.

Kadastrale geschiedenis
Legger 185/2: Sectie C-164. Huis en erf. Eigendom van Jan Hendrik Kelder en echtgenote Hilligjen Uelderink. Zij zijn op 26 januari 1825 getrouwd te Heemse.

Op 11 april 1849 verleed notaris Swam te Gramsbergen een hypothecaire akte, waarbij Jan Hendrik Kelder en vrouw Hilligjen Uelderink verklaarden 1400 guldens te hebben geleend van landbouwer Jannes Waterink uit Baalder. Als onderpand stelden ze hun huis en erf, met deszelfs grond en wheere, staande en gelegen te Baalder, benevens den daaraan gelegenen tuin, kadastraal bekend onder sectie C numero 164, met nog annexe landerijen. De onroerende goederen waren voor de helft hun eigendom (aktenr 1582).

Vervolgens ging de eigendom over op zoon Roelof Kelder en echtgenote Jennegien Eshuis. Zij zijn op 25 april 1867 getrouwd in Heemse. Huisnr. H-33.

Fragment van kadastraal minuutplan, anno 1880.

In 1898 volgde verkoop. Over op:
Legger 5599/2: Sectie C-164. Huis, stookhuis en erf. Eigendom van Lucas Kampman en echtgenote Jennigjen Hofsink. Zij zijn op 10 mei 1883 getrouwd te Heemse. Lucas Kampman was een zoon van Johanna Kelder en echtgenoot Hendrik Kampman en een kleinzoon van Jan Hendrik Kelder en Hilligjen Uelderink. In 1916 boedelscheiding. Over op:
Legger 7647/2: Eigendom van Hendrik Kampman. In 1920 verkoop en redres. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1920 (sectie C-1267, voorheen C-164).

Legger 7647/16: Nieuwe sectie C-1267. Huis, bouw- en weiland. In 1927 herbouw. Over op:
Legger 7647/18: Huis, schuren, bouw- en weiland. In 1938 sloping. Over op:
Legger 7647/22: Erf, bouw- en weiland. In 1941 successie. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1942 (sectie C-1267).

Legger 8773/8: Eigendom van Hendrik Kampman, landbouwer te Baalder.

Tegenwoordig moeten we het verdwenen erf situeren achter Rodedijk 30.