De karakteristieke voorgevel en de deels wit gepleisterde zijgevel van Den Huizen 4 (Fotograaf: E. Wolbink, Hardenberg, december 2007).

De moerassen ten noorden en ten zuiden van de buurtschap Lutten vormden vanouds de bronnen van het sterk kronkelende riviertje de Reest. ’s Zomers stelde het niet veel voer, want het bevatte dan maar weinig water. In de nattere jaargetijden, bijvoorbeeld wanneer na de winter het ijs en de sneeuw ontdooiden, kon het echter snel buiten de overs treden en het laag gelegen land onder water zetten. De Reest stroomt in westelijke richting en vormt de natuurlijke grens tussen de provincies Overijssel en Drenthe. Lang het Reestdal ontstonden kleine boerengehuchten, zogenaamde esdorpen. Ze bestaan meestal uit slechts enkele boerderijen. Het akkerland, de es, sloot direct aan bij de bebouwing en een mooi voorbeeld daarvan is Den Huizen. Dit gehucht bestaat al eeuwen en de boerderijen op nr. 4, 5 en 6 zijn, mede vanwege hun historische ligging nabij en relatie met de Reest, aangewezen als rijksmonument. De boerderijen, op de zuidelijke oever van de Reest, zijn veelal door Drenten gesticht en zij beschouwden deze streken dan ook praktisch als hun grondgebied. Dat blijkt nog duidelijk uit de benaming Avereest, dat een afgeleide is van over de Reest, het aan de andere kant van de Reest gelegen gebied.

Fragment van oorspronkelijk kadastraal minuutplan, anno 1832 (sectie B-227).

Op de plek, waar nu het monument Den Huizen 4 staat, bevond zich in 1832 al een boerenbehuizing. Het was toen eigendom van Jan van der Haar. Hij was het jaar ervoor in huwelijk getreden met de negen jaar jongere Jentje Willems van den Westerhuis. Waarschijnlijk zijn zij de eerste bewoners en bouwers van deze boerderij geweest, want beide zijn er niet geboren. Uit de doopboeken van de kerk van Oud-Avereest blijkt namelijk dat Jan in 1801 geboren is op de zogenaamde Huijsgatenhaar en bij de doop van Jentje, in 1810, staat vermeld dat haar ouders op den Westerhuis woonden.

Het huwelijk tussen Jan en Jentje bleef kinderloos en toen Jan in 1853 overleed, trouwde Jentje met molenaar en weduwnaar Jan ten Kate. De vier kinderen van Jan uit zijn eerste huwelijk met Jentien Mulder, genaamd Geertje, Annigje, Roelof en Johanna, verhuisden met hun vader mee naar de boerderij op Den Huizen. Zo bestond het gezin ineens uit zes personen. De oudste dochter, Geertje, trouwde in 1865 in het gemeentehuis van Dedemsvaart met Johan Albert Daman. Zij werden de volgende bewoners en eigenaren van de boerderij en op hun beurt werden zij opgevolgd door hun zoon Jan Daman die op 27-jarige leeftijd was getrouwd met Jentje Schiphorst Haalweide uit De Wijk.

Fragment van aanvullende kadastrale minuutkaart, anno 1860 (sectie G-614 en G-615).
Kadastrale hulpkaart, 27 december 1876 (sectie G-1073, voorheen sectie G-614 en G-615).

Na twee generaties Daman werd de boerderij kort na de Tweede Wereldoorlog weer eigendom van de familie Ten Kate. Dat kwam omdat de oudste dochter van Jan en Jentje Daman, genaamd Annigje, in 1923 was getrouwd met Klaas ten Kate. Zij werden de erfopvolgers en de volgende generatie die de boerderij op Den Huizen 4 beheerden. In de oorlog heeft de boerderij onderdak geboden aan verschillende onderduikers.

Klaas en Annigje hebben de boerderij in 1950 door aannemersbedrijf Piel uit De Wijk aan de achterzijde laten uitbreiden met een varkensschuur en drie jaar later lieten ze de oude woning opknappen. Daarbij werden de indelingen van de zijgevels wel gewijzigd. In de linkerzijgevel werd een deur vervangen door een zesruits-venster en in de rechterzijgevel werden twee nieuwe zesruits-vensters geplaatst en werd een voordeur aangebracht. Inwendig werden twee kamers verbouwd, waardoor een kleinere kamer, een keuken en bijkamer konden worden gerealiseerd.

Bouwtekening, anno 1968, getekend door M.L. Koopman (bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).
Luchtfoto van Den Huizen, met geheel linksvoor de boerderij van Ten Kate.

Zoon Arend ten Kate en zijn vrouw Rika Pessink begonnen er in 1976 een vakantieverblijf en groepsaccommodatie. Noodgedwongen waren zij door ziekte gestopt met de boerderij. Ze hadden geen kinderen en dus geen opvolgers. In het voormalige bedrijfsgedeelte van de boerderij lieten zij appartementen en meer dan tien slaapkamers bouwen. In eerste instantie konden ook groepen jongeren terecht op Den Huizen, maar al snel werd het hoofdzakelijk gebruikt voor familiereünies. Grote groepen tot wel vijftig personen konden er slapen en in en rondom de boerderij was van alles te doen. Wandelen of fietsen in de prachtige natuur werd veelvuldig gedaan, maar ook een dagbezoek aan het Ponypark in Slagharen behoorde tot de favoriete uitstapjes. Arend en Rika hebben ongeveer vijftien jaar leiding gegeven aan het Vakantieverblijf Den Huizen en hebben het in februari 1988 verkocht aan hun nichtje Jantje ten Kate en haar man Jos Veneman.

Enkele jaren later hebben zij de boerderij gedeeltelijk laten renoveren. Daarbij werden de voorgevel, een deel van de rechterzijgevel en het dak gerestaureerd. Er werd nieuw voegwerk aangebracht in het gedeelte van de muur boven de onderste ramen en het gedeelte boven de baanderdeur werd gerepareerd. In 1998 werd de voorgevel weer gerestaureerd. Daarbij werd de gevel helemaal gereinigd en op maaiveldhoogte voorzien van een gestuukte plint. Jos en Jantje hebben de groepsaccommodatie tot 2007 voortgezet. Gedurende al die tijd dat de boerderij onderdak bood aan vakantiegangers, waren er groepen bij die soms meer dan twintig jaren achtereen ieder jaar terugkeerden naar Den Huizen. Eind 2007 heeft het echtpaar Veneman-ten Kate het complex verkocht aan de familie Maat, de eigenaren van partycentrum Klein Oever. Door die verkoop kwam de boerderij op Den Huizen voor het eerst sinds het begin van de negentiende eeuw in handen van een andere familie…

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.