Luchtfoto van Den Huizen, met geheel linksachter de boerderij van de fam. Steenbergen.

De laatste boerderij van het gehucht Den Huizen die als zodanig nog in gebruik is, is het rijksmonument op nr. 5. De andere, op korte afstand van elkaar gelegen, boerderijen hebben in de loop van de tijd een woonbestemming of andere functie gekregen. Deze grote boerderij en de naastgelegen schuur werden in 1968 door de rijksdienst voor de monumentenzorg aangewezen als monument. Zij is al meer dan een eeuw in handen van de fam. Steenbergen.

De huidige bewoners, Leefert en Ankie, zijn de agrarische activiteiten ook aan het afbouwen, omdat de kinderen er geen belang bij hebben om boer te worden. Plannen om te vertrekken heeft het echtpaar Steenbergen nog niet, want het is prachtig wonen daar in de nabijheid van de Reest, aan de provinciegrens met Drenthe. Die Reest is een van de weinige echte hoogveenbeken van ons land. Omdat men het riviertje nooit heeft gekanaliseerd, heeft het zijn oorspronkelijke karakter kunnen behouden. Het kronkelt nog altijd door het fascinerende landschap.

Het is niet bekend hoe oud de boerderij van de fam. Steenbergen precies is. Jaartallen in muurankers of in een herinneringssteen zijn nooit door de voorgaande generaties aangebracht. De gigantische houten gebinten op de deel geven alleen maar een indicatie van hun hoge ouderdom, maar verder blijft het gissen. Uit de vroegste bronnen die beschikbaar zijn, blijkt dat het gehucht Tweenhuizen, het tegenwoordige Den Huizen, en de iets verderop gelegen De Westerhuizen en Den Kaat, belastingen verschuldigd waren aan het klooster van Ruinen en na 1325 aan het convent van Dickninge in De Wijk. Vanuit het standpunt van die kloosterlingen gezien, lagen deze drie gehuchten aan de overzijde van de Reest. Daarin moet het ontstaan gezocht worden van de naam Overreest, of Avereest. Op de uit 1682 daterende militaire kaart van Johan van Alberdingh staan twee boerderijen aangegeven op de locatie Den Huizen. Zelfs tekende hij er bomen bij, die gegroepeerd rond de brink stonden, maar hij vergat de naam van het gehucht erbij te schrijven.

Fragment van oorspronkelijk kadastraal minuutplan, anno 1832 (sectie B-186).

De boerderij van de fam. Steenbergen werd in 1832 op precies dezelfde locatie ingetekend op de eerste kadastrale kaart. Op die kaart bestaat Den Huizen uit drie boerderijen met bijgebouwen. De buurtschap lag aan het pad langs de rand van het beekdal. Een zich splitsend dwarspad vormde de verbinding met de weg vanaf Balkbrug naar IJhorst. In die tijd was de boerderij, op het kadastrale perceel sectie B-186, eigendom van Leefert Steenbergens betovergrootouders Roelof Alberts Huizing en Margje Klaassen Rumpt. Nog altijd herinnert een bijzondere, oude letterdoek aan deze vroegere bewoners. De uit 1834 daterende doek bevat o.a. de initialen van Roelof en Margje, maar ook van de kinderen die toen al geboren waren uit hun in 1826 gesloten huwelijk: Klaas, Zwaantje, Aaltje en Annigje Huizing.

De letterdoek hangt al sinds mensenheugenis op dezelfde plek aan een wand van de voorkamer, of mooie kamer. Die ruimte ademt een en al sfeer en alles wat erin staat, had een functie. De wanden zijn met witte tegels bekleed en rondom de vensters, met hun karakteristieke kleine vierkanten sponningen, en de deuren zijn versierde tegels aangebracht, met daarop afbeeldingen van druiven en wijnranken. De kamer telt welgeteld acht deuren. De oorspronkelijke voordeur, die niet meer als zodanig in gebruik is, wordt geflankeerd door een tegeltableau met een afbeelding van een hond die daarmee symbolisch de entree bewaakt. In de oostelijke muur bevinden zich aansluitend deuren naar de vroegere opkamer, een bedstede, de spinde en de vroegere karnkamer. Bij de twee laatste deuren zijn tegeltableaus aangebracht met afbeeldingen van een kat en een koe. Boven de deur in de tussenmuur, die vroeger de scheiding vormde tussen woonvertrek en bedrijfsgedeelte, is een paard in het tableau afgebeeld.

Deze gevelsteen in de gerestaureerde schuur herinnert aan de eis van monumentenzorg dat deze op dezelfde plek en met dezelfde afmetingen moest worden herbouwd…

De schouw tegen de westelijke muur wordt gesierd door enkele tegels met bijbelse taferelen en een tableau met een afbeelding van het boerenleven. Boven die voorstelling staat de spreuk: Den bouman wagt van ’s Heeren Handt, veel milden zeegen af op ’t landt. Aan de linkerzijde van de schouw is ook nog een deur van een vroegere bedstede. Het laatste tegeltableau, boven de deur naar de woonkeuken, is bijzonder kleurrijk. Twee figuren kijken naar een klok en houden de tijd nauwlettend in de gaten…

Fragment van aanvullende kadastrale minuutkaart, anno 1860 (sectie G-624)

Annigje Huizing, een dochter van Roelof en Margje, volgde haar ouders op als boedelhoudster. Ze was getrouwd met Jan Jans Rabbering uit Zuidwolde. Op hun beurt werden zij weer opgevolgd door hun dochter Margje. Van haar wordt in de boerderij nog een fraai borduurwerk bewaard. Ook dat traditioneel stukje huisvlijt uit 1878 heeft een vaste plek in de mooie kamer.

Margje Rabbering trouwde in 1885 met Leefert Steenbergen en sindsdien woont de fam. Steenbergen in deze boerderij op Den Huizen. De hoeve is een Saksische boerderij met twee baaners. Het pand is uitermate hoog onder de gebinten. Van de deel tot aan de nok van het dak is het ruim elf meter. Achter de meer dan achttien meter lange boerderij staat een compleet gerestaureerde schuur in de stijl van een voormalige schaapskooi. Typerend is de ronde bouwwijze bij de hoeken.

Het bovenste gedeelte van de imposante dakconstructie. De nok bevindt zich op ruim elf meter hoogte.

In 1968 werd die voormalige schaapskooi verbouwd tot veeschuur, de ene helft voor de varkens en de andere voor het jongvee. Net in die tijd werd het complex aangewezen als rijksmonument en konden de aanvankelijke plannen – om de oude schaapskooi af te breken en te vervangen door een andere schuur – niet uitgevoerd worden. Onder begeleiding van de rijksdienst werd de unieke Overijsselse schaapskooi, met bovenin een rieten dak en onderaan dakpannen, op hetzelfde grondplan opgebouwd. Aan die tijd herinnert nog een gevelsteen met de bijbeltekst verleg de aloude grenzen niet, die in opdracht van Albert Steenbergen in de westgevel werd aangebracht.

De voordeur in de huidige woonkeuken van de boerderij is niet oorspronkelijk. In die woonkeuken waren vroeger de bedsteden te vinden, maar die zijn kort na de Tweede Wereldoorlog verwijderd. Daarvoor in de plaats zijn toen twee vensters aangebracht, zodat er meer daglicht in het vertrek kon komen. Een gedeelte van de boerderij is in 1978 verbouwd en gerestaureerd. Dat was vooral nodig vanwege een grote scheur in de voormuur, ontstaan aan het eind van de oorlog toen een grote bom op circa tien meter afstand van de boerderij neerkwam, terwijl Leefert Steenbergen, de huidige eigenaar, in de wieg lag te slapen…

Restauratie van de voorgevel, anno 1978.

De bom was gedropt door een Engels vliegtuig dat voor Duitse jachtvliegers op de vlucht geslagen was. De kolossale schoorsteen van de boerderij liep daarbij zo’n grote klap op dat deze een deel van de voorgevel uit zijn verband trok. Bij de restauratie werd de helft van die gevel met beleid gesloopt en daarbij bleek dat onder de fundering nog een dikke laag veen zat. Achteraf is het opmerkelijk dat de bom niet voor meer schade heeft gezorgd. De oude stenen werden afgebikt en hergebruikt. Er mocht geen dubbel glas in de kozijnen worden gezet en ook stond de rijksdienst niet toe dat er een spouw gemetseld werd. In stijl werd de voorgevel weer opgemetseld, waarbij de vensters aan de bovenzijde werden voorzien van de typische hanekammen.

De boerderij van Steenbergen, gedekt met fors rieten dak, staat daar al eeuwen in het karakteristieke Reestlandschap. Een schijnbaar doodlopende weg voert langs de westzijde van het pand en buigt even verderop af naar het oosten. Daarna leidt de weg door een klein bosje en krijgt het nabij de provinciegrens de naam Rabbinge, naar het boerengehucht aan die zijde van het veenbeekje.

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.