De uit 1918 daterende regentenwoningen aan de Boslaan 33 en 35, anno 2007.

In Balkbrug werd in 1894 een rijksopvoedingsgesticht voor jongeren in gebruik genomen. Dit complex, Veldzicht geheten, bleef in de jaren daarna groeien. Met name in de jaren 1909-1911 werden er veel gebouwen opgericht. Dit had te maken met een landelijke reorganisatie van opvoedingsgestichten, met als gevolg dat er in Balkbrug een tweede inrichting op het terrein bijgebouwd moest worden. Veldzicht werd hiermee het grootste rijksopvoedingsgesticht van ons land met plaats voor driehonderd leerlingen. Dit had vanzelfsprekend gevolgen voor het personeelsbestand. Voor de behuizing van het personeel en hun gezinnen werd gezorgd. Langs de huidige Boslaan en Ommerweg verrezen tientallen dienstwoningen. De meeste hiervan werden gebouwd in de jaren 1910 en 1911, zodat ze gelijktijdig met het tweede gesticht in gebruik genomen konden worden. Het bouwproject trok zelfs internationale aandacht. In september 1910 werd het bezocht door een afvaardiging van de Chinese regering. Die trok op dat moment meer aandacht dan Veldzicht zelf. Het Salland’s Volksblad meldde: Dat de heeren heel wat bekijks hadden en dat er bij hun vertrek veel volk op de been was, behoeft nauwelijks gezegd te worden.

Groepsfoto van het personeel van Veldzicht, waarschijnlijk gemaakt in 1914.

In 1910 werd door bouwvereniging Balkbrug een aanvraag bij de gemeente Avereest ingediend voor de bouw van 12 dubbele blokken woningen bestaande te zamen uit 24 woningen aan de Balkbrug. Het bestek en de tekeningen voor dit bouwplan waren opgemaakt door architect Hendrik Burgmans. Hij werkte als bouwkundig opzichter bij het opvoedingsgesticht. Samen met zijn compagnon Hendrik Snijders, timmerman in Balkbrug, had hij de bouwaanvraag ingediend. De bouw van het plan werd in september 1910 aanbesteed in hotel De Munnik in Balkbrug en werd gegund aan de aannemers Admiraal en Van Schreven in Zwolle, voor de som van 71.678 gulden. Diezelfde maand begon men met het uitgraven van het bouwterrein.

De ambtenarenwoningen aan de Ommerweg, omstreeks 1918.

De woningen moesten op 1 mei 1911 voltooid zijn. Het bouwplan betrof de woningen die tegenwoordig geadresseerd zijn aan de Ommerweg 7-17 (oneven) en 10-28 (even), en de Boslaan 13-27 (oneven). Deze woningen werden bewoond door personeel in de hogere functies, zoals hoofdverplegers. Aan de Ommerweg stond al een groot aantal dienstwoningen, maar dat waren minder ruime en minder gerieflijke rijtjeswoningen. Halverwege 1911 zullen de nieuwe woningen in gebruik genomen zijn, want op 24 juli van dat jaar werd het opvoedingsgesticht heropend door Prins Hendrik. Ook de Minister van Justitie was hierbij aanwezig. Dit bezoek beviel de prins kennelijk goed, want drie jaren later kwam hij andermaal op bezoek, toen in aanwezigheid van zijn vrouw, koningin Wilhelmina.

Genoemde bouwvereniging was een naamloze vennootschap tot het stichten van woningen. De Staat, in dit geval het Ministerie van Justitie, had de panden in erfpacht gegeven aan de bouwvereniging, die vervolgens voor de uitvoering zorgde en de woningen uitgaf aan de ambtenaren. Het rijksopvoedingsgesticht Veldzicht liet het inwonertal van Balkbrug door haar personeelsbestand flink toenemen. Dit zorgde weer voor toenemende werkgelegenheid voor de lokale middenstand en ook aan het maatschappelijke en sociale leven droeg het Veldzichtpersoneel zijn steentje bij. De ambtenaren namen actief deel aan het (kerkelijk) verenigingsleven en vervulden verschillende bestuursfuncties. Toen het rijksopvoedingsgesticht in 1930 ophield te bestaan, waren de 24 genoemde dienstwoningen nog maar twintig jaren oud. In 1933 werd het gestichtsterrein betrokken door twee Rijksasielen voor Psychopaten. Hierdoor kon het gebruik als ambtenaarswoning van vrijwel alle woningen worden voortgezet, zij het dat het nu personeel van de rijksasielen betrof. Het complex bleef ook de naam Veldzicht houden. Wel werd de erfpacht aan bouwvereniging Balkbrug beëindigd.

De dienstwoningen aan de Boslaan 29-35 (oneven) kregen een andere functie. Deze vier woningen verschilden wat betreft architectuur en vormgeving van de 24 eerder genoemde. Ze kenden ook andere bouwjaren. In 1917 verleende de gemeente Avereest een bouwvergunning voor de realisatie van een dubbele ambtswoning. Het was een opvallend bepleisterd pand, ontworpen door adjunct-rijksbouwmeester J.M.G. Robbers. Een jaar later werd er een identiek pand naast gebouwd. Na de Tweede Wereldoorlog werden ze in eerste instantie gebruikt als onderkomen voor vrouwelijke patiënten, terwijl de mannen in het hoofdcomplex gehuisvest waren. Vandaar de oorspronkelijke aanduiding rijksasielen. Dit werd echter al snel rijksasiel, omdat de vrouwen werden overgeplaatst naar het Gelderse dorp Zetten (tegenwoordig biedt de instelling weer onderdak aan zowel vrouwen als mannen). Daarna werden deze woningen gebruikt als onderkomen voor het personeel, terwijl later geprobeerd zou worden er een soort open huis van te maken voor verpleegden die daarvoor in aanmerking kwamen. Dit idee mislukte, zodat er daarna stafmedewerkers in werden gehuisvest en tenslotte sportinstructeurs. De woningen zijn gelegen op het kruispunt van de Boslaan met de Regentenlaan en worden ook wel aangeduid als de Regentenwoningen.

Doordat het personeelsbestand na de oorlog zich bleef uitbreiden, werd er in 1954 een twintigtal dienstwoningen bijgebouwd. De 24 Burgmanswoningen aan de Boslaan en de Ommerweg werden in 1978 gerenoveerd en gemoderniseerd. De visie op het verschijnsel ‘dienstwoning’ was echter aan veranderingen onderhevig. Ook leidde de woonconcentratie van het personeel steeds vaker tot ongezonde sociale situaties. De Rijksgebouwendienst ging daarom medio jaren tachtig over tot verkoop van de woningen. Zowel personeelsleden als verschillende burgers gingen over tot de aankoop van een dienstwoning en voortaan woonden de ambtenaren niet meer alleen tussen collega’s.

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.

Kadastrale hulpkaart, mei 1911, met de Burgmanswoningen aan de Boslaan 13-27 (oneven) en de Ommerweg 7-17 (oneven).
Kadastrale hulpkaart, mei 1911, met de Burgmanswoningen aan de Ommerweg 10-28 (even).
Kadastrale hulpkaart, augustus 1917, met de nieuwe dubbele woning aan de Boslaan (29-31).
Kadastrale hulpkaart, juni 1922, met de nieuwe dubbele woning aan de Boslaan (33-35).
Kadastrale hulpkaart, juli 1940, met twee dubbele woningen aan de Boslaan 29-35 (oneven).
Kadastrale hulpkaart, september 1956, met de woningen aan de Boslaan 13-35 (oneven) en de Ommerweg 7-17 (oneven).
Kadastrale hulpkaart, maart 1957, met de woningen aan de Ommerweg 10-28 (even).
Kadastrale hulpkaart, anno 1963, met de woningen aan de Boslaan 13-35 (oneven) en de Ommerweg 7-17 (oneven).
Kadastrale hulpkaart, februari 1974, met de woningen aan de Boslaan 13-35 (oneven) en de Ommerweg 7-17 (oneven).
Kadastrale hulpkaart, 20 juni 1979, met de woningen aan de Boslaan 13-35 (oneven) en de Ommerweg 7-17 (oneven).
Kadastrale hulpkaart, 25 oktober 1988, met de woningen aan de Ommerweg 10-28 (even).
Kadastrale hulpkaart, 19 september 1989, met de woningen aan de Boslaan 13-35 (oneven) en de Ommerweg 7-17 (oneven).