In de keuken van de boerderij van Stoebelts-Gaitjaan. Weduwnaar Gerrit Jan Bouwhuis (1892-1964) zit met een pet op de krant te lezen. Links van hem, bij het fornuis, zit zoon Lambert (1925-1990) en rechts zitten de dochters Janna Fredrika Jantina (1920-2000) en Johanna (1923-1987). Men kookte blijkbaar al op gas, getuige het gasstel dat bovenop het oude fornuis is geplaatst…

Op een mooi plekje in Collendoorn, nabij de kruising van de Kerkdijk, Collendoornerdijk, Havezateweg en Venneweg, ligt sinds het midden van de negentiende eeuw een kleine hallehuisboerderij. Ze is bijna anderhalve eeuw bezit geweest van de familie Bouwhuis. Bij de verdeling van de markegronden van Heemse en Collendoorn, in 1852, werd een stuk zandgrond toebedeeld aan landbouwer Jan Bouwhuis uit Heemse. Het stuk grond verkocht hij in 1861 aan Gerrit Jan Bouwhuis en Gerritdina Olsman uit Collendoorn, overigens geen familie. Het jonge echtpaar liet op het stuk bouwland nog datzelfde jaar een klein boerderijtje bouwen. Het bouwjaar is bekend dankzij de muurankers die nog altijd op de voorgevel van het pand te zien zijn.

De oude boerderij van de fam. Bouwhuis, ca. 1935. V.l.n.r.: Janna Frederika Jantina Bouwhuis (1920-2000), Lambert Bouwhuis (1925-1990, Jennegien Bouwhuis-Ligtenberg (1857-1936), midden Johanna Bouwhuis (1923-1987), Jennigje Bouwhuis en Hilligje Bouwhuis-Veltink (1897-1953).
Gerrit Jan Bouwhuis bij zijn boerderij. De zijgevel moest vernieuwd worden toen een paard de bouwvallige muur had ingetrapt…

Het boerderijtje zou vererven op oudste zoon Jan en zijn vrouw Jennegien Ligtenberg. Het echtpaar kreeg negen kinderen, maar zes ervan overleden op zeer jonge leeftijd. Een jaar na het overlijden van haar man Jan, in 1903, hertrouwde Jennegien met zwager Frederik Bouwhuis. Samen konden ze de drie kinderen uit haar eerste huwelijk groot brengen. In hun boerderijtje aan de Kerkdijk, lange tijd nog een zandweg, was voldoende ruimte om naast het eigen gezin onderdak te bieden aan dienstmeiden, knechten en zelfs onderwijzeressen. Zo woonde Antonia Everdina Koldeweij, lerares aan de openbare school in Collendoorn, van 1906 tot 1911 bij hen in. Na haar vertrek kwam juffrouw De Ruiter, maar die bleef niet zo lang.

Onderwijzeres Antonia Everdina Koldeweij
Onderwijzeres Adriana Pieternella de Ruiter.

Oudste zoon Gerrit Jan Bouwhuis, uit het eerste huwelijk van Jennegien, werd samen met zijn vrouw Hilligje Veltink de volgende bewoner en eigenaar. Beiden waren in Collendoorn geboren en ze trouwden in 1917 in het raadhuis in Heemse. In de volksmond had het boerderijtje inmiddels de naam Stoepels of Stoebelts gekregen en Gerrit Jan Bouwhuis stond in de volksmond beter bekend als Stoepels- of Stoebelts-Gaitjaan. De naam is te verklaren doordat Gerrit Jans grootvader en naamgenoot tot 1861 de bewoner was van het erve Stoevebelt, dat even ten noord-oosten lag. De straatnaam Stoevebeltsweg herinnert er nog aan. Gerrit Jan Bouwhuis was naast boer werkzaam als timmerman en melkrijder. Ook werd hij wel eens door de gemeente als dagloner ingeschakeld. Zo zou hij met een grote zaag op de Vecht ijsschotsen hebben doorgezaagd om te voorkomen dat de Vechtbrug door kruiend ijs zou worden beschadigd…

Ook Gerrit Jan en Hilligje kregen veel kinderen, van wie er zes op heel jonge leeftijd stierven. De anderen groeiden gezond op, maar alleen dochter Jennigje trad in het huwelijk. Haar broer Lambert en zusters Janna Frederika Jantina en Johanna bleven tot hun sterfdag in het ouderlijk huis wonen. Toen Lambert in 1990 overleed, kwam een eind aan de agrarische activiteiten op het Stoebelts. Aan het begin van de 21ste eeuw ging het boerderijtje over in handen van Gerrit Jan Odink en echtgenote Hillegonda Gerritdina Jantina Snijders, dochter van Jennigje Bouwhuis, waardoor het in de familie bleef.

Het boerderijtje, vóór de grootschalige renovatie.

De in 1861 gebouwde hallehuisboerderij staat op een fraai en oorspronkelijk erf en ligt met de westelijke langsgevel aan de Kerkdijk. Voor het woonhuis staan twee leilinden en op het erf staan fruitbomen. Bovenstaande (en meer) leest u in ons boek ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg‘, een uitgave van de Stichting Historische Projecten Hardenberg (Hardenberg, 2008).


Kadastrale geschiedenis

Legger 753/3: Sectie B-1898. Bouwland. Eigendom van Jan Bouwhuis en mede-eigenaar, landbouwer te Heemse. In 1852 ontginning en in 1862 verkoop. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1862.

Legger 1867/2: Sectie B-3961. Huis, schuur en erf te Collendoorn, huisnr. L-11. Eigendom van weduwnaar Gerrit Jan Bouwhuis Evertszn. en zijn minderjarige kinderen Evert en Aleida. In 1879 boedelscheiding. Over op:
Legger 2131/7: Eigendom van Gerrit Jan Bouwhuis en echtgenote Gerritdina Olsman. Zij zijn op 7 april 1855 getrouwd te Heemse.

Notaris Hilbrand van Barneveld te Gramsbergen verleed op 29 mei 1879 een akte van boedelscheiding op verzoek van Gerrit Jan Bouwhuis Evertszoon en Aleida Bouwhuis. Zij verklaarden dat ze in gemeenschap van goederen bezitten een huis en erf, met hooi-, bouwland en hakhout onder Ambt Hardenberg, sectie B nummers 1447, 3961, 3962 en 310 ter waarde van 1500 gulden. De onroerende goederen hebben behoord tot de gemeenschappelijke boedel van genoemde Gerrit Jan Bouwhuis en diens wijlen huisvrouw Jennigje Tiebert. De onroerende goederen werden toebedeeld aan Gerrit Jan Bouwhuis. De roerende kreeg Aleida (aktenr. 1484, scan 190).

Dezelfde notaris verleed op 27 mei 1880 een hypotheekakte op verzoek van Gerrit Jan Bouwhuis Evertszoon, landbouwer te Collendoorn. Deze verklaarde 350 gulden schuldig te zijn aan landbouwer Derk Jan Leemgraven te Holtheme. Als onderpand vestigde hij het hypotheekrecht op een aantal vaste goederen, waaronder het huis sectie B-3961 (aktenr. 1747, scan 238).

Notaris Van Barneveld verleed op 3 juni 1882 een hypotheekakte op verzoek van Gerrit Jan Bouwhuis Evertszoon. Deze verklaarde 300 gulden schuldig te zijn aan landbouwer Derk Jan Leemgraven te Holtheme. Als onderpand vestigde hij hypotheek op het huis en erf, sectie B-3961 (aktenr. 2193).

Op 30 april 1885 verleed notaris Van Barneveld opnieuw een akte. Hierin verklaarde Gerrit Jan Bouwhuis dat hij alle roerende, lichamelijke goederen, behorende tot de huwelijksgemeenschap tussen hem en zijn echtgenote Gerritdina Olsman, had verkocht aan zijn zoon Jan Bouwhuis. Deze goederen bestonden hoofdzakelijk uit drie koeien, drie jonge koeien, een zwart merriepaard, twee varkens met biggen, vier schapen, twintig kippen, wagens, ploeg, egge en alle overige boerengereedschappen en huismeubelen als een kabinet, een bureau, drie tafels, zes stoelen, drie span bedden met toebehoren, een spiegel, schilderijen, koper-, blik-, tin- en aardewerk. Een en ander was voor 600 gulden verkocht (aktenr. 2708).

Gerrit Jan overleed op 13 maart 1893. In 1897 herbouw schuur. Over op:
Legger 2131/21: In 1898 stichting, sloop en vereniging van percelen. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1898.

Legger 2131/22: Nieuwe sectie B-5947. Huis, schuren, bouwland en grasgrond. Gerritdina Bouwhuis-Olsman overleed op 9 juli 1900. In 1902 boedelscheiding. Over op:
Legger 5963/19: Eigendom van Jan Bouwhuis en Jennigje Ligtenberg. Zij zijn op 22 september 1882 getrouwd te Heemse. In 1916 stichting. Over op:

Kadastrale hulpkaart, anno 1917.

Legger 5963/23: In 1922 boedelscheiding. Over op:
Legger 8698/12: Sectie B-5947. Huis, schuren, bouw- en weiland te Collendoorn, huisnr. L-12. Eigendom van Gerrit Jan Bouwhuis en echtgenote Hilligje Veltink. Zij zijn op 14 december 1917 getrouwd te Heemse. In 1937 successie. Over op:
Legger 9074/12: Eigendom van weduwnaar Gerrit Jan Bouwhuis en c.s.. In 1946 opgenomen in de ruilverkaveling. Over op:
Legger 9074/18: Nieuwe sectie O-344. Boerderij, bouw- en weiland aan de Kerkdijk. Eigendom van Janna Frederika Jantina Bouwhuis, Johanna Bouwhuis, Lambert Bouwhuis en Jennigje Bouwhuis. In 1968 wijzigde het huisnr. L-25 in de Kerkdijk 1. In 1977 verkoop deel van perceel. Over op:
Legger 9074/21: Nieuwe sectie O-1698. Boerderij, bouw- en weiland in ’t Collendoornerbroek.