Prentbriefkaart met afbeelding van de dokterswoning, anno 1920.

Zes dokters op rij waren de eigenaren en hoofdbewoners van dit monumentale pand, van plattelandsdokter tot vroedmeester en van genees- en heelkundige tot huisarts. Het was geneesheer Hendrik Habermehl die opdracht gaf voor de bouw. Hij was op 21 februari 1874 geboren in Dedemsvaart als tweede kind van de plattelandsheelmeester Carel Alexander Lodewijk Habermehl en Hendrika Geertruida Lambert. Zijn vader was sinds 1863 dokter in Dedemsvaart en genoot veel respect en aanzien van de lokale bevolking. Vooral kreeg hij veel waardering van zijn patiënten door zijn tomeloze inzet ten tijde van de cholera-epidemieën in 1866 en 1878. Koning Willem III verleende hem daarvoor zelfs een ridderorde…

Portret van Hendrik Habermehl, gemaakt door hoffotograaf Albert Greiner te Amsterdam.

Hendrik Habermehl volgde zijn vader op als huisarts in Dedemsvaart. Daarvoor had hij eerst een aantal jaren gestudeerd in Kampen, gevolgd door een vijfjarige studie in Amsterdam. Daar kreeg hij op 1 november 1902 zijn diploma en precies twee maanden later was hij al als dokter werkzaam in Dedemsvaart. De eerste jaren werkte hij mee in de praktijk van zijn vader.

Trouwfoto van dokter Hendrik Habermehl en Louise Dorothea Hamilton of Silvertonhill op 4 juli 1905.
Tussen deze twee oude woningen, in het lage gedeelte, bevond zich de oude praktijk van dokter Habermehl sr. De panden zijn afgebroken toen de nieuwe dokterswoning in gebruik genomen was. De foto dateert van 3 mei 1915.

In 1905 trouwde hij met Louise Dorothea Hamilton of Silvertonhill, een dochter van de gemeenteontvanger van Avereest. Het huwelijk werd voltrokken in het gemeentehuis dat even verderop aan de Hoofdvaart stond. Het echtpaar betrok aanvankelijk het oostelijke, oudste, gedeelte van twee aan elkaar gebouwde woningen aan de Hoofdvaart. Deze huisjes stonden dicht aan de weg. Daar werd hun enige kind geboren. Zij kreeg de namen Hendrika Geertruida, vernoemd naar oma Habermehl-Lambert. Het westelijke huis werd bewoond door de oude dokter Habermehl en zijn vrouw. Kort na elkaar, in 1912 en 1914, overleden zij, waardoor het jonge doktersechtpaar in staat werd gesteld het gehele huis te gaan bewonen. Zij kozen daar niet voor, maar besloten een volledig nieuwe woning te laten bouwen die voldeed aan de moderne eisen.

Detail van originele bouwtekening, anno 1914 (bron: Gemeentearchief Hardenberg).

Daartoe gaven ze de plaatselijke architect Karel Adrianus Hakkert de opdracht om het ontwerp te maken. Deze ontwierp een pand met stijlkenmerken die onmiskenbaar de bouwperiode weergeven. Zowel in het interieur als in enkele details van het exterieur zijn Jugendstil-kenmerken verwerkt. De uiteinden van de windveren van de voorgevel en het hekje op het balkon zijn daar mooie voorbeelden van. In het smeedijzer van het hekje zijn sierlijk gebogen vormen aangebracht. Het huis heeft ook enkele typische Hakkert-kenmerken, zoals de erker met gemetselde hoeken en een voorgevel met een terugwijkende geveltop.

Op 23 mei 1914, twee maanden na het overlijden van de oude dokter, ontving het gemeentebestuur van Avereest al het verzoek van Hendrik Habermehl om het nieuwe mooie herenhuis te mogen bouwen aan de noordzijde van de Dedemsvaart. Het ontwerp was toen al klaar. Toch zou het nog enige tijd duren voor de woning werd gebouwd. Daarvan getuigt een foto met de toen nog bestaande bebouwing. Die foto is gemaakt op 3 mei 1915 en wordt tot op de dag van vandaag nog in de familie bewaard. Misschien was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog wel debet aan het uitstel. Door de internationale spanningen was het soms lastig om de benodigde bouwmaterialen te kopen.

De achtergevel van de dokterswoning, omstreeks 1917. Deze foto is afkomstig uit een privécollectie van nakomelingen van dokter Habermehl.

Het twee verdiepingen tellende pand werd gebouwd achter de bestaande kleine huisjes aan de Hoofdvaart en toen het gereed was en in gebruik genomen kon worden, zijn de oude woningen afgebroken. Vandaar ook dat de rooilijn tussen Hoofdvaart 9 en 13 verspringt.

De dokter en zijn vrouw hebben niet lang van het nieuwe huis kunnen genieten. Beide overleden in 1918 aan de gevolgen van de toen volop heersende Spaanse griep. Waarschijnlijk heeft de dokter vele patiënten geholpen die aan het virus leden en dat werd, ironisch genoeg, zijn eigen ondergang. Begin 1918 overleed eerst zijn vrouw en zelf stierf hij op 14 juli van dat jaar, op 44-jarige leeftijd. Beiden liggen begraven op de begraafplaats in het Achterveld. Hun enige dochter was toen nog slechts twaalf jaar oud. Zij werd liefdevol opgenomen in het huis van haar oude oma, de weduwe Diderica Willemina Angenieta Hamilton of Silvertonhill-Hissink. Toen ook oma overleed, verhuisde de minderjarige Hendrika Geertruida Habermehl naar het Friese Burgum waar haar oom predikant was.

Originele rouwbrief uit privécollectie. De brief werd zo gebouwen dat hij als enveloppe kon worden gesloten en verstuurd.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 13 augustus 1918.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant, 18 september 1918.

De woning aan de Hoofdvaart werd na het overlijden van het echtpaar Habermehl betrokken door de opvolger, Hendrik Willem de Planque uit Utrecht. Hij kocht de woning uit de nalatenschap. In het Salland’s Volksblad van 13 september 1918 staat dat hij zich in Dedemsvaart vestigde, ten huize van wijlen dr. Habermehl. Precies twee weken later trouwde hij met Lucretia Kraft uit Utrecht. Zij was ook arts en hielp haar man vervolgens in de zeer drukke praktijk in Dedemsvaart. De griepgolf zorgde nog dagelijks voor nieuwe patiënten en, helaas, ook voor slachtoffers. In een raam van de openslaande deuren aan de achterzijde van het woonhuis staat nog altijd de naam Ernstje de Planque gekreast. Dat was Johan Ernst Ludwig, het in 1919 geboren zoontje van het doktersechtpaar. Het gezin De Planque verliet Dedemsvaart in 1925, maar pas vier jaren later werd het woonhuis verkocht aan de opvolger Willem Casimir Arps. Twee jaren later deed hij het alweer van de hand en daarbij werd dokter Julius Karel Isaac de Clercq Zubli de nieuwe eigenaar. In 1936 liet hij een apotheekruimte bouwen aan de achterzijde van het woonhuis en ook liet hij verschillende lichtramen aanbrengen in de badkamer en slaapkamer op de bovenverdieping van het bestaande woonhuis. Dat gebeurde onder supervisie van architect Drent uit Dedemsvaart. Omdat het oorspronkelijke ontwerp echter van de plaatselijke architect Hakkert was, moesten zijn erfgenamen toestemming geven voor de verbouwing. De toestemming kwam er, met een bepaling van het gemeentebestuur dat men minimaal drie dagen voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden daarvan kennis moest geven aan de firma Hakkert.

Prentbriefkaart, anno 1942.

Dokter De Clercq Zubli bleef tot 1937 in Dedemsvaart. Vervolgens werd het doktershuis eigendom van Willem Maurits Fock van Coppenaal. Deze liet het woonhuis in 1958 verbouwen. Daarbij werd de lage aanbouw aan de achterzijde opgetrokken. Zodoende konden extra slaapkamers gecreëerd worden. De volgende arts, Wouterus Albertus Meyboom, werd in 1970 de eigenaar en bewoner van het doktershuis. Hij liet in dat jaar de praktijkruimten verbouwen door aannemer Brinkhuis. Dokter Meyboom is getrouwd met Hendrika Jacoba Klok en samen bewonen zij het mooie pand. Vanaf de bouw in 1915 tot op de dag van vandaag heeft het huis onderdak geboden aan zes elkaar opvolgende huisartsen van Dedemsvaart.

De voormalige dokterswoning, anno 2007.

Stijlkenmerken en architectonische elementen
De woning met praktijk is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond, in baksteen, onder een met geglazuurde Tuile-du-Nord dakpannen gedekt geknikt schilddak. De voorgevel heeft aan de rechterzijde een licht risalerend deel onder een topgevel met een klein wolfseind met windveren en sierelementen. Op de begane grond bevindt zich een erker met daarboven een balkon met bakstenen pijlers en een smeedijzeren balustrade. Op de begane grond bevinden zich vensters met bovenlichten onder een segmentboog. Op de verdieping bevinden de venters zich onder een strek. De nok bevat een klein dubbel venster. De linkerzijgevel heeft een op de hoek geplaatste ingang onder een rondboognis met siersmeedwerk. De woning met praktijk is van algemeen belang vanwege de beeldbepalende ligging aan de Hoofdvaart, de gaafheid van de hoofdvorm en de betekenis van de woning als onderdeel van het oeuvre van architect K.A. Hakkert.

© ‘Monumenten in de gemeente Hardenberg’, uitgegeven door de Stichting Historische Projecten, 2008.

Kadastrale hulpkaart, april 1915 (sectie H-2610). De oude woningen op de percelen sectie H-965 en H-966 zijn afgebroken…
Kadastrale veldwerkkaart, anno 1915 (sectie H-2610).
Kadastrale hulpkaart, april 1924 (sectie H-2610).
Kadastrale hulpkaart, september 1936 (sectie H-2610).
Kadastrale hulpkaart, februari 1943 (sectie H-3066).
Kadastrale hulpkaart, anno 1971 (sectie H-4111).