Het vrijwillig rechterlijk archief van ’t Schoutambt Hardenberg bevat deze akte, gedateerd 18 september 1784, geschreven door plaatsvervangend schout Barend van Borne, in het bijzijn van de keurnoten Antoni Odink en Jan Romberg:
Erschenen Hendrik Martens, woonächtig op het Lenneps ten Velde, weduwenaar van Zwaantjen Everds, voordragende, dat hij zich wederom wilde veranderzaten en in huwelijk begeven met Jannegien Grimmerink; dan alvoorens daartoe tredende, doen behoorlijke erfuittinge van zijner onmondige kinderen (met naamen Jan, Janne, Marten, Aaltjen en Ebbe Hendriksen, door hem bij voornoemde Zwaantjen Everds in echte verwekt) moederlijke goed, aan handen van daarover aan te stellene mombaaren, en, dat hij tot dezelver mombaarschap in voorslag bragte der kinderen oomen Jan Martens op het Altona’s en Jan Marsink; met verzoek, dat dezelven daartoe mogten worden aangesteld. Welk verzoek toegestaan zijnde, zijn de voorz. persoonen tot dezelve mombaarschap aangesteld, en hebben, hier in judicio praesent zijnde, bij handtasting dezelve, om die als naar rechten te administreren, aangenomen. Verklaarende en comparant en voorz. mombaaren wijders de voorz. erfuittinge te doen, en gedaan te zijn, invoegen als bij de huwelijksch-voorwaarden van den comparant en gemelde Jannegien Grimmerink van heden gemeld staat.

De volgende akte in het rechterlijk archief dateert van 8 september 1785. Het betreft een overdrachtsakte waarbij de erfgenamen van Van Riemsdijk hun gezamenlijk bezeten woonhuis te Gramsbergen en het erve Lenneps in Den Velde, met nog enkele andere onroerende goederen, overdroegen aan Clara Stolte, de weduwe van Jacobus van Riemsdijk. 

Ruim twee weken later registreerde de plaatsvervangend schout een hypotheekakte waarbij Clara van Riemsdijk-Stolte verklaarde dezelfde verplichtingen jegens de stad Hardenberg aan te gaan als haar wijlen man sinds 1753 had gehad. Voor de inning van de belastingen moest zij borg staan en daarvoor vestigde ze deze hypotheek. Vanzelfsprekend stelde ze ook haar erve Lenneps in Den Velde tot onderpand.

Eenzelfde obligatie liet Clara van Riemsdijk-Stolte registreren op 10 december 1790, andermaal ten behoeve van de stad Hardenberg en ook met het erve Lennips als onderpand. Het erve werd op dat moment nog altijd bemeijerd door Hendrik Martens. Op diezelfde dag werd een taxatie geregistreerd:
Ik G.J. Crull, van wegens hooger overheid verw. Scholtus van den Hardenberg, Heemse en Gramsbergen, doe cond en certificere dat voor mij en keurnooten die waren de burgemeester G. Hoffsink en A. Sierink, persoonlijk in den gerichte gecompareerd zijn Jasper Zweers en Berend Moleman, beide woonachtig te Hardenberg, dewelke ter instantie van vrouw Clara Stolte, weduwe van wijlen den heer verw. Scholtus en ontvanger J. van Riemsdijk, naar behoorlijk genomen inspectie, onder solemneelen eede hebben verklaard en gepriseerd, dat het aan de voorn. vrouw weduwe Van Riemsdijk, voor zig zelfs en als weduwe en boedelhoudersche van haren voorn. wijlen eheman toebehoorende erve en goed Lennips genaamd, gelegen in de boerschap Den Velde, met zijn recht en geregtigheid (zijnde dit erve en goed volgens de aan comparanten gedaane opgave niet belast met vuurstedegeld, en maar met f. 8-2-0 ordin. verpondinge en f. 5-0-0 ordin. contributie ’s jaarlijks) benevens de thans onder dit erve gehoorende Zaalkampskoeweide, zoals zulks alles door den meijer Hindrik Martens gebruikt word, uitgezonderd echter al het houtgewas van de opgaande boomen op voorz. erve en goed staande, en de grond waarop die staan, naar hun comparanten beste weten wel waardig is, als volgd:

  • het huis, schapeschot en de schuure, wel f. 600-0-0
  • het Tijland, groot vier en een half mudde lands, f. 1000-0-0
  • het Nije-land, groot vier en een half mudde lands, f. 500-0-0
  • op den kamp bij het huis vijf en een half mudde lands, zijnde tiendbaar, f. 725-0-0
  • nog op den kamp zes mudden lands, zijnde tiendvrij, f. 950-0-0
  • het Maatkampjen met den gaarden, groot drie mudden lands, f. 350-0-0
  • den Bongerd, groot twe dagwerken, f. 275-0-0
  • den Laagemaate, groot drie dagwerken, f. 300-0-0
  • de Koeweide, f. 300-0-0
  • de Paardeweide, f. 150-0-0
  • de Boshegge, f. 600-0-0
  • de Zaalkampskoeweide, of Maat, ongeveer groot zeven dagwerken, zijnde dit aandeel uit het Zaalkamps, volgens de aan comparanten gedaane opgave belast met f. -18-0 ordin. verpondinge en f. 1-3-8 ordinaris contributie, ’s jaarlijks op f. 620-0-0
  • de halve waare tot het erve Lennips gehorende, met het aan comparanten opgegevene recht van havemansgoed, op den vrijdom van inquartiering, herendiensten en andere rustique lasten, aan dit goed nevens andere in dit Schoutambt zijnde havemansplaatzen van Schoonekamp, den Vilsterborg, Lutkeveld off Jonkeren, den Pothoff en de Hofstede bij octroij van Philips, koning van Spanje, op den 24 september des jaars 1563 zullende zijn gegeven, tezamen wel f. 400-0-0

Dat is het erve Lennips alzo tezamen f. 6770-0-0.
Alsmede dat aan de voorn. vrouw weduwe Van Riemsdijk voor zich en in voegen voorzeid toebehorende acht dagwerken hooijland in de Veldener Maaten in de boerschap Den Velde, volgens opgave niet belast met verpondinge off contributie, naar hun comparanten beste wetenschap waardig zijn f. 800-0-0.
En derzelver twee en een half dagwerk hooijland, de Langenhorst genaamd, gelegen in de boerschap Holthemen, zijnde volgens opgave insgelijks niet belast met verpondinge off contributie, f. 325-0-0.
Makende in alles dus f. 7895-0-0, zegge zevenduizend, achthonderd en vijfennegentig guldens.
Des t’oirkonde hebbe ik verw. Scholtus voornoemd, dezen gezegeld en nevens de comparanten ondertekend. Actum Hardenbergh, den 10 december 1700 negentig.

Pachter Hendrik Martens (bijgenaamd Lennips) was geboren op ’t erve Nootveld in Bergentheim en gedoopt op 7 juli 1736 in de kerk te Hardenberg. Hij trouwde drie keer. De eerste keer op 27 november 1768 met Jannegje Egberts uit Brucht, vervolgens op 10 november 1771 met Swaantje Everts uit Bergentheim en tenslotte op 17 oktober 1784 met Jannigjen Grimmerink uit Den Velde.

Op 19 april 1822 verscheen notaris Antoni van Riemsdijk op het erve en goed het Lennips, numero 1, te Den Velde. Hij deed dat op verzoek van Gerrit Lennips (eerder Bouwhuis), weduwnaar en boedelhouder van wijlen Ebbegien Lennips. Die dag maakte hij een boedelbeschrijving van alle roerende goederen (aktenr. 177).

Notaris Antoni van Riemsdijk hield op 30 april 1822 een openbare verkoop van allerhande roerende goederen, op verzoek van Gerrit Lennips, weduwnaar van Ebbegien Lenneps. Die dag gingen o.a. een roodkoperen koffieketel, een hangklok, een geelkoperen hanglamp en een dito strijkijzer, een tinnen schotel, een spiegel, een eikenhouten kleerkast, een kerkboek, een zwart merriepaard, een zwartblaar koe en een onbeslagen wagen onder de hamer (aktenr. 189).

Op 1 augustus 1822 hield dezelfde notaris een publieke verkoop van op het erve Lennips in gasten te velde staande rogge, op verzoek van Gerrit Lennips (geboren Bouwhuis), weduwnaar van Ebbegien Lennips. Ebbegien was op 16 juni 1818 overleden (aktenr. 238). Dezelfde notaris hield op 6 maart 1828 een openbare verkoop van schapen en rundvee. Hij deed dat op verzoek van Grietjen Helms, weduwe van Mannes Nijman, landbouwersche op ’t erve Lennips (aktenr. 698). Op 20 mei 1829 hield Van Riemsdijk een openbare veiling van levende have, op verzoek van Albert Roelofs Cremer en echtgenote Roelofje Jans, landbouwers, woonachtig op ’t Lennips te Den Velde (aktenr. 800).

In 1832 was het huis en erf eigendom van Antoni van Riemsdijk, burgemeester van de gemeente Ambt Hardenberg. We vinden het erf gesitueerd in de zgn. ‘Lennep en Lamberts Landen’ in sectie D-271 op legger nr. 373.

Fragment van oorspronkelijke minuutkaart, anno 1832.

Legger 373/8: Sectie D-271. Huis en erf.

Het erve en goed het Lenneps werd bij akte van boedelscheiding, verleden voor notaris Swam op 22 juli 1846, toebedeeld aan zoon Cornelis Johannes van Riemsdijk (aktenr. 1392).

Legger 736/8: Eigendom van zoon Cornelis Johannes van Riemsdijk en (tweede) echtgenote Carolina Johanna Crull. 

In de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 14 mei 1850 werd de openbare verkoop van ’t erve Lenneps aangekondigd.

Zoals in de advertentie vermeld, vond de eerste openbare verkoop plaats op 16 mei 1850. Dat gebeurde op verzoek van de eigenaar, Cornelis Johannes van Riemsdijk, op dat moment kerkelijk ontvanger te Hardenberg. Hem was het erve Lennips toebedeeld bij akte van scheiding en deling van de nalatenschap van wijlen zijn ouders, gepasseerd op 22 juli 1846 voor notaris Swam. Het Lennips werd als eerste parceel (kavel) onder de hamer gebracht. Het bestond op dat moment uit een huis, schuur en schapenschot, met derzelver gronden en wheeren. Veertien dagen later, op 30 mei 1850, vond de definitieve toewijzing plaats. Roelof Kremer had het hoogste bod uitgebracht (3656 gulden), maar Van Riemsdijk besloot het daarvoor niet te gunnen. Het Lennips bleef zijn bezit (aktenr. 1648).

Op 7 maart 1851 werd op ’t Lenneps een openbare veiling van mobilia (schapen, varkens, een koe en een kist) gehouden, op verzoek van landbouwer Roelof Kremer (aktenr. 1728).

Op 7 mei 1856 verleed notaris Swam te Gramsbergen de transportakte waarbij Cornelis Johannes van Riemsdijk, wethouder bij het plaatselijk bestuur der gemeente stad Hardenbergh, het boerenerve het Lenneps genaamd, gelegen in Den Velde, sectie D-271 c.s., voor 7500 gulden werd verkocht en overgedragen aan Willem Kleijans (aktenr. 2357)

Legger 1083/7: Eigendom van Willem Kleijans en echtgenote Rika Kleine Balderhaar, landbouwers in Den Velde. Zij waren op 21 april 1843 getrouwd te Gramsbergen. Huisnr. F-16. Huis, erf, met schuur en varkenshok.

Willem en Rika Kleijans kregen zes kinderen van wie slechts twee de volwassen leeftijd bereikten en trouwden. Oudste zoon Berend Jan Kleijan trouwde op 17 april 1873 te Gramsbergen met Fennigjen Snel uit Bergentheim. Zij werden de nieuwe eigenaren en bewoners van ’t Lennips. Het jaar erop, op 7 juni 1874, overleed Willem op 64-jarige leeftijd. Hij was toen al zeven jaren weduwnaar.

In 1895 verklaring van verwerping. Over op:
Legger 2051/10: Eigendom van Berend Jan Kleijans (zie registers van overschrijving hypotheken, deel 417, nr. 38). In 1903 sloop en verbouw. Over op:
Legger 2051/54: Huisnr. F-16. Huis, schuur, stal en erf. In 1904 sloop en verbouw. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1904.

Legger 2051/55: Nieuwe sectie D-2405. Huis, schuren en erf. Berend Jan en Fennigjen Kleijan kregen zes kinderen, vijf dochters en als laatste een zoontje. Fennigjen stierf op 56-jarige leeftijd, op 25 november 1907. Haar man Berend Jan overleed op 18 juli 1910, op 62-jarige leeftijd. Zodoende kwam het Lennips in ’t bezit van de nog minderjarige zoon Gerrit, die slechts 18 jaar oud was. In 1911 boedelscheiding. Over op:
Legger 3691/8: Eigendom van Gerrit Kleijans (zie registers van overschrijving hypotheken, deel 550, nr. 71). In 1912 herbouw en vereniging. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1912.
Veldwerkkaart, anno 1912.

Legger 3691/17: Nieuwe sectie D-2948. Huis, schuren en weiland. Gerrit Kleijans bleef ongehuwd en overleed jong, op 5 april 1914. Hij was slechts 22 geworden. In 1915 boedelscheiding. Over op:
Legger 3692/45: Eigendom van Jennegien Kleijan en echtgenoot Gerrit Jan Gerrits (zie registers van overschrijving, deel 591, nr. 44). Zij waren op 7 juni 1906 getrouwd te Heemse. In 1929 verbouw. Over op:
Legger 3692/48: In 1951 gedeeltelijke vernieuwing en stichting. Over op:
Legger 3692/55: In 1955 stichting. Over op:
Legger 3692/56: In 1969 bijbouw. Over op:
Legger 3692/58: In 1980 verkoop. Over op:
Legger 7334/1: Eigendom van A.W. Oosterbroek en echtgenote M.A. Alida Baars.