Bij de aanvang van het kadaster, anno 1832, werd deze locatie geregistreerd als sectie D-546 op legger 119a1 ten name van jonkheer Jacob van Foreest van Heemse, heer van Gramsbergen. Het perceel was in erfpacht uitgegeven aan timmerman Jan Hendrik Eppink.

Fragment van oorspronkelijke kadastrale minuutkaart, anno 1832 (sectie D-546).

Legger 620/1: Sectie D-546. Huis en erf. Eigendom van koopman Eberhard Peter Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: timmerman Jan Hendrik Eppink en echtgenote Hendrikjen Bosch.
Legger 840/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen te Rotterdam. Erfpachter: timmerman Jan Hendrik Eppink.

Op 28 augustus 1852 kocht de diaconie van de hervormde gemeente het woonhuis van timmerman Jan Bosch Eppink aan de Dedemsvaart, Aaltjen Truin-Eppink te stad Hardenberg en Juliana Louisa Albers-Eppink te Gramsbergen. Dit blijkt uit de transportakte die werd verleden door notaris Swam. Het verkochte onroerend goed was belast met een erfpachtsrecht van 8 gulden per jaar en 3 dagen dienst of f. 1,50 ten voordel van de fam. Löhnis. De diaconie werd voor 200 gulden de nieuwe eigenaar (aktenr. 1926).

Legger 913/1: Sectie D-546. Huis en erf. Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen te Rotterdam. Erfpachters: de diaconiestaat van de hervormde gemeente.

Notaris Willem Swam begon op 25 februari 1853 met de eerste inzate van de openbare veiling van onroerend goed, op verzoek van kleermaker Gerrit van der Veen op den Oldenhoff en van wever Teunis van der Veen te Gramsbergen, als diakenen van de hervormde gemeente van Gramsbergen. Het eerste kavel betrof het woonhuis met den daarachter gelegenen tuin, staande en gelegen in de Dwarsstraat, beland ten zuiden den gracht en ten noorden het huisje van de diaconie, sectie D-546, met het aandeel in de put achter het huis, met speciaal het recht van erfpacht, groot 8 gulden per jaar en 3 dagen ‘dienst’ of 1,50 in contanten. Twee weken later, op 11 maart, vond de definitieve veiling plaats. Het hoogste bod ad 438 gulden werd uitgebracht door landbouwer Hermannus Centen, maar na afloop verklaarde deze de koop te hebben verricht in opdracht van koopman Simon Blein (aktenr. 1967 en 1969).

Legger 939/1: Sectie D-546. Huis en erf. Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen te Rotterdam. Erfpachter: koopman Simon Blein. In 1857 over op:
Legger 1155/1: Sectie D-546. Huis en erf. Eigendom van de weduwe Löhnis-Rochussen te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer Jan Willem Bouwhuis en consorten. In 1864 amotie (sloop) en vereniging van percelen. Over op:

Kadastrale hulpkaart, 29 augustus 1864 (sectie D-1608).

Legger 1500/1: Nieuwe sectie D-1608. Huis en erf. Eigendom van Herman Theodor Löhnis te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer Jan Willem Bouwhuis en consorten. In 1869 successie. Over op:
Legger 1684/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-‘s-Jacob te Rotterdam. Erfpachter: landbouwer Jan Willem Bouwhuis en mede-eigenaren. In 1872 verkoop. Over op:
Legger 1870/1: Eigendom van schoolonderwijzer Hendrik Nicolaas Meijerink en consorten. In 1875 verkoop. Over op:
Legger 927/16: Sectie D-1608. Huis en erf. Huisnr. A-69. Eigendom van schoolonderwijzer Hendrik Nicolaas Meijerink. In 1884 redresboeking. Over op:
Legger 2602/1: Eigendom van de weduwe Löhnis-‘s-Jacob te Rotterdam. Erfpachter: schilder Hendrik Veurink en Gesina Gewald, weduwe van Hendrik Nicolaas Meijerink. In 1898 bijbouw en vereniging van percelen. Over op:

Kadastrale hulpkaart, juni 1898 (sectie D-2322).

Legger 3133/1: Nieuwe sectie D-2322. Huis en erf. Eigendom van de weduwe Löhnis-‘s-Jacob. Erfpachter: schilder Hendrik Veurink, bakker Johan Carel Meijerink en de weduwe Gesien Meijerink-Gewald. In 1905 inwendige verandering. Over op:
Legger 3133/2: In 1907 oprichting vennootschap. Over op:
Legger 3491/1: Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de havezate Gramsbergen. Erfpachter: bakker Johan Carel Meijerink en zijn moeder, de weduwe Gesien Meijerink-Gewald. In 1911 verkoop. Over op:
Legger 3705/1: Sectie D-2322. Huis, erf, schuur en tuin. Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de havezate Gramsbergen. Erfpachter: veldwachter Gerhardus de Weerd en echtgenote Maria Everdina Veurink.

Kadastrale hulpkaart, september 1922 (sectie D-2322).

Veldwachter De Weerd overleed op 22 juli 1957. Zijn weduwe stierf op 17 april 1958. In 1958 afstand van deel van perceel. Over op:

Fragment van kadastrale hulpkaart, anno 1958 (Sectie D-3650).

Legger 3705/2: Nieuwe sectie D-3650. Huis, schuur en tuin. Eigendom van de Maatschappij tot exploitatie van de havezate Gramsbergen. Erfpachter: Aleida de Weerd. In 1970 vereniging van percelen. Over op:

Kadastrale hulpkaart, juli 1970 (sectie D-4085).

Legger 3705/3: Nieuwe sectie D-4085. Huis, tuin en schuren. In 1970 vereniging enz. Over op:

Kadastrale hulpkaart, 8 januari 1976 (sectie D-4218)

Legger 3705/4: Nieuwe sectie D-4218. Huis, schuur en tuin. In 1976 verkoop en verklaring van verjaring. Over op:
Legger 6951/1: Eigendom van technisch tekenaar R.A. Hommes aan de Kruisstraat 18.